Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,
het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen, verweerder,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
motiveringvan de hoogte van de dwangsommen. De positie van eiser is door het bestreden besluit dan ook niet verslechterd ten opzichte van het primaire besluit, zodat geen sprake is van reformatie in peius. Deze beroepsgrond slaagt niet.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit, voor zover daarin niet is beslist op eisers bezwaar tegen het invorderingsbesluit en laat het bestreden besluit voor het overige in stand;
- herroept het invorderingsbesluit;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het bestreden besluit;
- veroordeelt verweerder tot het betalen van een (proces)kostenvergoeding aan eiser van € 1.499,-;
- gelast verweerder het griffierecht van € 184,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid) tot het betalen van een schadevergoeding van € 500,- aan eiser.