ECLI:NL:RBOVE:2024:385

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
23 januari 2024
Publicatiedatum
24 januari 2024
Zaaknummer
10557027 \ CV EXPL 23-1306
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen inzake non-conformiteit van een auto na aankoop

In deze zaak heeft eiser, een particulier, een auto gekocht van gedaagde, een autoverkoper. Eiser heeft de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden en vordert een verklaring voor recht dat de auto non-conform is, evenals terugbetaling van de aankoopsom en kosten. Gedaagde heeft de vorderingen betwist en stelt dat de auto wel degelijk aan de overeenkomst voldeed. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de door eiser gestelde gebreken aan de auto geen non-conformiteit opleveren. De kantonrechter oordeelt dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de auto niet voldeed aan de verwachtingen die bij de koopovereenkomst mochten worden gesteld. De kantonrechter wijst de vorderingen van eiser af en veroordeelt haar in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van de verwachtingen van de koper bij de aankoop van een tweedehands auto en de rol van schriftelijke garanties en mededelingen in de koopovereenkomst.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 10557027 \ CV EXPL 23-1306
Vonnis van 23 januari 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. D.F. Briedé,
tegen
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: D.J.H. Dijkstra (nl.legal LLP).

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 22 augustus 2023,
- de mondelinge behandeling van 28 november 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. [eiser] heeft ter zitting gebruik gemaakt van een spreeknotitie.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.Inleiding

2.1.
[eiser] heeft een auto gekocht van [gedaagde]. [eiser] heeft de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden en vordert een verklaring voor recht dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt. Verder vordert [eiser] een verklaring voor recht dat zij de overeenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden en veroordeling van [gedaagde] tot terugbetaling van de aankoopsom en (herstel)kosten.
2.2.
De kantonrechter wijst de vorderingen van [eiser] af. De door [eiser] gestelde gebreken aan de auto leveren geen non-conformiteit op.

3.De feiten

3.1.
[gedaagde] houdt zich bezig met de verkoop van auto’s.
3.2.
[eiser] heeft op 11 maart 2022 een Toyota Aygo met kenteken [kenteken], bouwjaar 2006 (verder: de auto) van [gedaagde] gekocht voor een bedrag van € 2.900,00.
3.3.
[gedaagde] heeft voor de koop een factuur d.d. 11 maart 2022 opgemaakt. Op de factuur is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
“(…) GarantiebepalingenAls bereden gezien en akkoord bevonden. Zo meenemen zonder een enkele vorm van garantie. Koper draagt zorg voor alle bijkomende kosten en onderhoud. Auto word geleverd met één sleutel. Wij kunnen geen garantie geven op de tellerstand van het voertuig. Het betreft een schadevoertuig! Alle gebreken zijn bekend bij klant. (…)”
3.4.
[eiser] heeft de koopovereenkomst bij brief van 8 februari 2023 buitengerechtelijk ontbonden en [gedaagde] gesommeerd tot teruggave van het aankoopbedrag en vergoeding van gemaakte kosten, onder teruggave van de auto.

4.Het geschil

4.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat [gedaagde] tegenover [eiser] tekort is geschoten in de uitvoering van de koopovereenkomst door een niet lopende c.q. niet rijdende en ernstig gebrekkige auto te verkopen zodanig dat deze niet beantwoordt aan de koopovereenkomst;
II. voor recht verklaart dat [eiser] de koopovereenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden;
III. [gedaagde] veroordeelt om binnen zes dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis aan [eiser] te betalen een bedrag van € 4.929,00, alsmede € 100,00 opslagkosten voor elke maand dat de auto door [gedaagde] niet wordt teruggenomen onder restitutie van de aankoopsom;
IV. [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten.
4.2.
Aan haar vorderingen legt [eiser] ten grondslag dat de auto niet beantwoordt aan de koopovereenkomst, nu [eiser] de kilometerstand niet kan controleren, zij een steunstang en rubbers heeft moeten vervangen, de startblokkering uitvalt en er gaten in de (vloer van de) auto zitten. [eiser] hoefde er geen rekening mee te houden dat de auto binnen een jaar niet meer zou rijden en dat met herstel een zodanig hoog bedrag is gemoeid dat dit niet in verhouding staat tot de aankoopsom van de auto. [eiser] heeft de koopovereenkomst daarom ontbonden en vordert terugbetaling van de aankoopsom en (herstel)kosten.
4.3.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van
[eiser], met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de proceskosten en nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na betekening van het vonnis. Indien [eiser] daaraan niet tijdig voldoet, vordert [gedaagde] de wettelijke rente daarover.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Op grond van artikel 7:17 lid 1 en 2 BW moet de auto aan de koopovereenkomst beantwoorden. De auto moet de eigenschappen bezitten die [eiser] op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. In beginsel mag [eiser] verwachten dat de auto de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan (te weten: veilige deelname aan het verkeer) nodig zijn. Wanneer de auto daar niet aan voldoet, dan is de auto
non-conform. Uit artikel 7:17 lid 5 BW volgt dat [eiser] zich er niet op kan beroepen dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt, wanneer dit haar ten tijde van het sluiten van de overeenkomst bekend was of zij hiermee redelijkerwijs bekend kon zijn.
5.2.
De vraag die in deze procedure voorligt is of er sprake is van non-conformiteit van de auto. Hiervoor is blijkens het hiervoor weergegeven juridisch kader van belang welke verwachtingen [eiser] van de auto mocht hebben bij aankoop daarvan. In dat verband is allereerst van belang (a) wat partijen bij de aankoop van de auto hebben besproken, en daarnaast is relevant (b) dat op de factuur van 11 maart 2022 staat opgenomen dat de auto een schadevoertuig betreft.
Ten aanzien van wat partijen hebben besproken
5.3.
[eiser] heeft in dat verband gesteld dat er bij de aankoop van de auto niet over is gesproken dat de auto een schadevoertuig betreft. [eiser] heeft ter zitting gemotiveerd verwezen naar een door haar meegenomen derde die op 11 maart 2022 bij de aankoop van de auto aanwezig was, en die het voorgaande kan bevestigen. [gedaagde] stelt zich op het standpunt dat wel is besproken dat de auto een schadevoertuig betreft.
5.4.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] onvoldoende onderbouwd heeft gesteld dat bij de aankoop van de auto tussen partijen is besproken dat de auto een schadevoertuig betreft. Daarvoor is het volgende van belang. [gedaagde] heeft ter zitting desgevraagd verklaard geen scherpe herinneringen aan het gesprek van bijna twee jaar geleden te hebben, maar juist op dit punt wel. Dat acht de kantonrechter ongeloofwaardig, te meer nu [gedaagde] ter zitting op specifieke vragen van de kantonrechter over wat, en door wie met [eiser] hierover is gesproken, geen duidelijk antwoord kon geven. Het voorgaande betekent dat de kantonrechter als uitgangspunt zal nemen dat bij de aankoop van de auto tussen partijen niet is gesproken over dat de auto een schadevoertuig betreft.
Ten aanzien van de factuur van 11 maart 2022
5.5.
[gedaagde] heeft zich op het standpunt gesteld dat [eiser] door ondertekening van de factuur van 11 maart 2022, waarop staat dat er geen enkele garantie op de auto of de kilometerstand wordt gegeven en dat alle bijkomende kosten en onderhoud voor [eiser] zijn (zie hiervoor in dit vonnis onder 3.3.), de risico’s op een niet-kloppende kilometerstand en verdere kosten voor de auto is meegedeeld en zij die heeft geaccepteerd. [eiser] heeft tijdens de mondelinge behandeling betwist dat zij deze factuur heeft ondertekend en heeft ter zitting verklaard dat zij op 11 maart 2022 slechts “een half a4tje” met daarop enkel het aankoopbedrag heeft ondertekend.
5.6.
De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] onvoldoende heeft onderbouwd dat zij in plaats van de overgelegde factuur een ander document heeft ondertekend, althans bij de totstandkoming van de koop de op de factuur vermelde mededeling niet heeft meegekregen en geaccepteerd. De reden voor dat oordeel is het volgende. [eiser] heeft in haar dagvaarding zelf de factuur in het geding gebracht, en heeft daarnaar verwezen als het document dat de koopovereenkomst tussen partijen bevat (zie dagvaarding onder 1.). Verderop in haar dagvaarding heeft [eiser] aangegeven dat de mededeling dat sprake is van een “schade-auto” een onvoldoende concrete vermelding door [gedaagde] is van gebreken om aan aansprakelijkheid te ontkomen. Deze stelling impliceert dat [eiser] deze mededeling – waarmee verwezen wordt naar de factuur – wel degelijk heeft ontvangen, maar deze (inhoudelijk) onvoldoende vindt. Ook tijdens de mondelinge behandeling heeft de gemachtigde van [eiser] in zijn spreekaantekeningen verwezen naar de factuur, maar enkel betoogd dat de daarop vermelde mededelingen te zeer “algemene bewoordingen” bevatten voor [gedaagde] om aan aansprakelijkheid te ontkomen. Dat [eiser] op een later moment tijdens de zitting voor het eerst in deze procedure stelt de factuur in het geheel niet te kennen of te hebben ondertekend staat op gespannen voet met haar eerdere stellingen en had een nadere uitleg nodig om geloofwaardig te zijn. Bij gebreke aan die nadere uitleg merkt de kantonrechter deze niet nader uitgewerkte stelling aan als onvoldoende onderbouwd. De kantonrechter gaat daarom daaraan voorbij.
5.7.
Voor wat betreft de door [eiser] gestelde gebreken geldt dat zij ter zitting heeft bevestigd dat het naar de kern gaat om hetgeen is vermeld in randnummer 15 van de dagvaarding. Het gaat dan om het niet kunnen controleren van de kilometerstand, het moeten vervangen van een steunstang en rubbers, het uitvallen van de startblokkering en de gaten in de (vloer van de) auto. Daarmee beantwoordt de auto niet aan de overeenkomst (en is dus non-conform), aldus [eiser].
5.8.
Naar het oordeel van de kantonrechter moet onderscheid worden gemaakt tussen de niet-controleerbare kilometerstand enerzijds, en de overige gestelde gebreken anderzijds. Voor wat betreft de kilometerstand geldt dat wanneer deze niet zou kloppen, zoals
[eiser] stelt, in beginsel sprake is van een gebrek aan de auto, omdat een koper van een auto, ook een tweedehands auto met een behoorlijke ouderdom, over het algemeen op grond van de overeenkomst mag verwachten dat de vermelde kilometerstand klopt. Echter, in dit geval brengt het zojuist gegeven oordeel dat de factuur door [eiser] is ondertekend mee dat [eiser] nu juist op het punt van de kilometerstand is meegedeeld dat de kilometerstand van de auto niet zonder meer kloppend zou zijn en [eiser] dat dus heeft kunnen weten. Omdat zij dus op grond van de overeenkomst geen accurate kilometerstand heeft mogen verwachten, is op dit punt dus ook geen sprake van een gebrek.
5.9.
Voor wat betreft de andere gestelde gebreken geldt dat de vermelding op de factuur, anders dan [gedaagde] stelt, geen gevolg heeft voor de verwachtingen van [eiser]. Zoals
[eiser] heeft betoogd geldt voor die andere gebreken inderdaad dat de vermelding op de factuur dat de auto een schadevoertuig betreft en dat de klant bekend is met alle gebreken dermate onvoldoende specifiek is, dat [eiser] op basis daarvan niet hoefde te verwachten dat zij een auto met substantiële en onduidelijke (later te openbaren) schade kocht.
5.10.
De vraag die dan vervolgens voorligt is of de door [eiser] gestelde verdere gebreken – het moeten vervangen van een steunstang en rubbers, het uitvallen van de startblokkering en de gaten in de (vloer van de) auto – non-conformiteit opleveren.
5.11.
De kantonrechter is van oordeel dat het vervangen van een steunstang en rubbers niet kwalificeert als gebrek. Dat die onderdelen zouden moeten worden vervangen raakt immers niet aan het veilig kunnen deelnemen aan het verkeer, maar moet worden aangemerkt als (te verwachten) onderhoud bij een auto met bouwjaar 2006.
5.12.
Het uitvallen van de startblokkering kwalificeert in beginsel echter wel als gebrek dat maakt dat de auto mogelijk non-conform is. [eiser] heeft in dat verband echter gesteld dat de startblokkering eerst midden december 2022 kapot bleek, als gevolg waarvan er niet meer met de auto gereden kon worden.
5.13.
[gedaagde] heeft betwist dat de kapotte startblokkering kwalificeert als gebrek. Het was, indien het gebrek ten tijde van de aankoop van de auto reeds aanwezig was geweest, voor [eiser] niet mogelijk geweest om maanden lang met de auto te rijden. Zij had in dat geval direct problemen moeten krijgen, aldus [gedaagde]. Deze stellingen van [gedaagde] zijn door
[eiser] niet, in ieder geval niet met voldoende onderbouwing, weersproken. Daarmee heeft [gedaagde] naar het oordeel van de kantonrechter voldoende weerlegd dat het gebrek ter zake de startblokkering al ten tijde van de aankoop van de auto aanwezig was.
5.14.
Ook het gestelde gebrek ter zake de gaten in de (vloer van de) auto kan niet leiden tot de conclusie dat de auto non-conform is. Daartoe is het volgende van belang. [gedaagde] heeft ter zitting onweersproken gesteld dat dit niet aan een APK goedkeuring in de weg staat. Aangenomen moet dan ook worden dat dit niet maakt dat de auto daarom niet veilig kan deelnemen aan het verkeer. Bovendien geldt dat [eiser] ten tijde van het sluiten van de overeenkomst hiermee redelijkerwijs bekend kon zijn, nu gaten in de (vloer van de) auto (na minimaal onderzoek) duidelijk zichtbaar moeten zijn.
Conclusie
5.15.
De conclusie van het bovenstaande is dat in deze procedure niet vast is komen te staan dat de auto non-conform was. Er was dan ook geen grondslag voor [eiser] om de koopovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden. De gevorderde verklaringen voor recht worden dan ook afgewezen. Het voorgaande betekent ook dat de koopovereenkomst in stand blijft en dat ook de overige vorderingen van [eiser] dienen te worden afgewezen.
Proceskosten en nakosten
5.16.
[eiser] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van [gedaagde] als volgt vastgesteld:
- salaris gemachtigde € 528,00 (2 punten x tarief van € 264,00)
- nakosten €
132,00+
Totaal € 660,00
5.17.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en nakosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

6.1.
wijst de vorderingen af;
6.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] begroot op
€ 660,00. Als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [eiser] ook de kosten van betekening betalen;
6.3.
veroordeelt [eiser] in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten en nakosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan;
6.4.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de onderdelen 6.2. en 6.3. uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.M. Essed en in het openbaar uitgesproken op
23 januari 2024.