ECLI:NL:RBOVE:2024:3845

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 juli 2024
Publicatiedatum
19 juli 2024
Zaaknummer
08.008474.24 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel door onvoorzichtig rijgedrag

Op 19 juli 2024 heeft de Rechtbank Overijssel een vonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een 35-jarige man, die als bestuurder van een bedrijfsauto betrokken was bij een verkeersongeval op 14 september 2023 te Hengelo. De verdachte reed met een snelheid van ongeveer 140 kilometer per uur, terwijl de maximumsnelheid ter plaatse 120 kilometer per uur was. Het ongeval vond plaats in de vroege ochtend, omstreeks 06:00 uur, onder donkere omstandigheden. De verdachte was vermoeid en had de nachten voorafgaand aan het ongeval slecht geslapen. Tijdens het rijden viel hij vermoedelijk in slaap, waardoor hij niet tijdig reageerde op een voor hem rijdende vrachtwagen. Dit leidde tot een aanrijding, waarbij zijn passagier, [slachtoffer], zwaar lichamelijk letsel opliep, waaronder een onderbeenfractuur, ribfracturen en een borstbeenbreuk.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag, wat resulteerde in het ongeval. De officier van justitie had een taakstraf van 160 uren en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor een jaar geëist. De rechtbank volgde deze eis en legde de verdachte een taakstraf van 160 uren op, met als alternatief 80 dagen hechtenis, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van één jaar. De rechtbank benadrukte de ernst van het letsel van de passagier en de verantwoordelijkheid van de verdachte als verkeersdeelnemer.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.008474.24 (P)
Datum vonnis: 19 juli 2024
Verstekvonnis in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1989 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven aan de [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 05 juli 2024. Verdachte is niet op de terechtzitting verschenen.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte als bestuurder van een bedrijfsauto een verkeersongeval heeft veroorzaakt, waardoor aan [slachtoffer] (zwaar) lichamelijk letsel is toegebracht, dan wel dat hij gevaar op de weg heeft veroorzaakt en het verkeer heeft gehinderd, dan wel dat hij niet in staat was zijn bedrijfsauto tijdig tot stilstand te brengen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 14 september 2023 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (bedrijfsauto),
daarmede rijdende over de weg, de A35, zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl het donker was en/of terwijl hij vermoeid was,
- geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt,
immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en
verkeerstekens 1990 - op welk bord een maximumsnelheid van 120 kilometer per uur was aangegeven - heeft gereden met een snelheid van (ongeveer) 140 kilometer per uur, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was en/of
- zijn aandacht gedurende enige niet, althans in onvoldoende mate, op het overige verkeer en/of de (verkeers)situatie ter plaatse heeft gericht en/of
- in strijd met het gestelde in artikel 19 van voormeld reglement niet de snelheid van dat door hem bestuurde voertuig (bedrijfsauto) zodanig heeft geregeld dat hij in staat was dat door hem bestuurde voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg (de A35) kon overzien en waarover deze vrij was, en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale
bezigheden is ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 14 september 2023 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) als bestuurder van een voertuig (bedrijfsauto), daarmee rijdende op de weg, de A35, terwijl het donker was en/of terwijl hij vermoeid was,
- geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 - op welk bord een maximumsnelheid van 120 kilometer per uur was aangegeven
- heeft gereden met een snelheid van (ongeveer) 140 kilometer per uur, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was en/of
- zijn aandacht gedurende enige niet, althans in onvoldoende mate, op het overige verkeer en/of de (verkeers)situatie ter plaatse heeft gericht en/of
- in strijd met het gestelde in artikel 19 van voormeld reglement niet de snelheid van dat door hem bestuurde voertuig (bedrijfsauto) zodanig heeft geregeld dat hij in staat was dat door hem bestuurde voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg (de A35) kon overzien en waarover deze vrij was, immers is hij, verdachte, gebotst tegen, althans in aanrijding gekomen met het voertuig (vrachtauto) dat voor hem reed, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 14 september 2023 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) als bestuurder van een voertuig (bedrijfsauto) rijdende op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de A35, zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, immers is hij, verdachte, gebotst tegen, althans in aanrijding gekomen met het voertuig (vrachtauto) dat voor hem reed, waarbij letsel aan personen is ontstaan en/of schade aan goederen is toegebracht.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. Het rijgedrag van verdachte heeft geleid tot een ongeval waardoor aan een ander zwaar lichamelijk letsel is toegebracht. De officier van justitie vindt dat sprake is van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW) en wel van ernstige schuld.
3.2
Het oordeel van de rechtbank
De feiten en omstandigheden
Uit de bewijsmiddelen en de behandeling ter terechtzitting op 5 juli 2024 volgt dat verdachte op 14 september 2023 als bestuurder van een bedrijfsauto reed over de A35 in Hengelo (O) komende uit de richting van Enschede en gaande in de richting van Borne. [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) reed mee als passagier van verdachte. Het was vroeg in de ochtend, omstreeks 06:00 uur, en donker. Het was droog weer. Op enig moment is verdachte met de voorzijde van zijn bedrijfsauto in aanrijding gekomen met de achterzijde van een voor hem rijdende vrachtwagen. Verdachte heeft kort voor de aanrijding, omstreeks 06:00 uur, met een snelheid 140 kilometer per uur gereden, terwijl op dat moment ter plaatse een snelheid van 120 kilometer per uur was toegestaan. Als gevolg van het ongeval heeft [slachtoffer] letsel opgelopen, bestaande uit een onderbeenfractuur, ribfracturen en een borstbeenbreuk.
Verdachte heeft bij de politie onder meer verklaard dat hij de nachten voor het ongeval weinig en slecht had geslapen. Hij verklaart verder dat hij problemen had aan zijn hoofd en dat hij eigenlijk de weg niet op had mogen gaan. Verdachte denkt dat hij tijdens het rijden in slaap is gevallen. Verdachte vermoedt dat hij tussen de 130 en 140 kilometer per uur reed vlak voor het ongeval. [slachtoffer] heeft onder meer verklaard dat hij op enig moment zag dat de vrachtwagen die voor verdachte reed, snel dichtbij kwam. Verdachte reageerde daar niet op. [slachtoffer] riep vervolgens hard naar verdachte, waarna verdachte aan het stuur trok om uit te wijken en hard remde. Daarmee heeft hij de aanrijding met de vrachtwagen echter niet kunnen voorkomen. [slachtoffer] vermoedt dat verdachte in slaap was gevallen.
Schuld in de zin van het primair ten laste gelegde artikel 6 WVW 1994
Om tot bewezenverklaring te kunnen komen van overtreding van artikel 6 WVW 1994 is onder meer vereist dat het verkeersongeval aan de schuld van de verdachte te wijten is. Om tot het oordeel te komen dat sprake is van schuld in de zin van artikel 6 WVW moet in ieder geval sprake zijn van een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid, onoplettendheid en/of onachtzaamheid van verdachte. Voor schuld is meer nodig dan het veronachtzamen van de voorzichtigheid en de oplettendheid die van een normaal oplettende bestuurder mag worden verwacht. Verder kan niet reeds uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag dat in strijd is met één of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer, worden afgeleid dat er sprake is van schuld in vorenbedoelde zin. Bij de bepaling van de mate van schuld komt het aan op het geheel van de gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval.
Zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam rijgedrag?
De rechtbank stelt voorop dat het besturen van een auto in zijn algemeenheid een voortdurende plicht tot voorzichtigheid en oplettendheid voor de bestuurder meebrengt. Dit vergt van een bestuurder van een voertuig op de openbare weg onder meer dat hij alert is en adequaat zijn voertuig bestuurt.
De rechtbank is van oordeel dat van verdachte extra oplettendheid en behoedzaamheid mocht worden verwacht, zeker nu het donker was en verdachte vermoeid was omdat hij al nachtenlang slecht had geslapen. Verdachte had in deze situatie anders moeten handelen dan hij heeft gedaan. Hij is ondanks zijn gebrek aan slaap, in de vroege ochtend terwijl het nog donker was, in de bedrijfsauto gestapt en gaan rijden terwijl een passagier met hem meereed. Onder deze omstandigheden had hij zijn rijgedrag moeten aanpassen. In plaats daarvan heeft verdachte echter met een snelheid die aanmerkelijk hoger was dan ter plaatse was toegestaan, over de autosnelweg gereden, waar op dat moment ook andere weggebruikers reden. Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat verdachte zijn aandacht gedurende langere tijd onvoldoende op de weg heeft gericht, waardoor hij de voor hem rijdende vrachtwagen niet dan wel te laat heeft opgemerkt en met deze vrachtwagen in aanrijding is gekomen.
Het geheel aan gedragingen van verdachte en de omstandigheden waaronder die gedragingen hebben plaatsgevonden overziend, acht de rechtbank bewezen dat er sprake is van schuld in de zin van artikel 6 WVW. De rechtbank concludeert dat het rijgedrag van verdachte, in de hiervoor geschetste feitelijke situatie, zeer onvoorzichtig en onoplettend is geweest.
Zwaar lichamelijk letsel?
[slachtoffer] heeft ten gevolge van het ongeval meerdere letsels waaronder een onderbeenfractuur, ribfracturen en een borstbeenbreuk opgelopen. Herstel van het onderbeen wordt geschat op één jaar. De rechtbank is van oordeel dat het letsel in zijn totaliteit, ook gelet op de ingrijpende gevolgen die het letsel voor [slachtoffer] heeft gehad, aan te merken is als zwaar lichamelijk letsel.
Conclusie
Uit het voorgaande volgt dat het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen is.
3.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 14 september 2023 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (bedrijfsauto), daarmede rijdende over de weg, de A35, zeer onvoorzichtig en onoplettend heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte, terwijl het donker was en terwijl hij vermoeid was,
- geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 - op welk bord een maximumsnelheid van 120 kilometer per uur was aangegeven - heeft gereden met een snelheid van (ongeveer) 140 kilometer en
- zijn aandacht gedurende enige tijd niet, op het overige verkeer en de (verkeers)situatie ter plaatse heeft gericht en
- in strijd met het gestelde in artikel 19 van voormeld reglement niet de snelheid van dat door hem bestuurde voertuig (bedrijfsauto) zodanig heeft geregeld dat hij in staat was dat door hem bestuurde voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg (de A35) kon overzien en waarover deze vrij was, en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikel 175 WVW. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
primair
het misdrijf: overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 160 uren, subsidiair 80 dagen hechtenis, en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van één jaar.
6.2
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft een verkeersongeval veroorzaakt, waardoor [slachtoffer] die als inzittende met verdachte meereed, fors letsel heeft opgelopen. De ernst van het letsel blijkt onder meer uit de medische gegevens in het dossier waarin het letsel en het verloop van het herstel worden beschreven. Verdachte is verantwoordelijk voor dat letsel en mag van geluk spreken dat hijzelf en de inzittenden van de vrachtwagen waar hij tegenaan reed geen letsel opgelopen hebben. Door te rijden terwijl hij vermoeid was en daarnaast harder te rijden dan ter plaatse was toegestaan, heeft verdachte laten zien dat hij onvoldoende besef had van de verantwoordelijkheid die hij droeg als verkeersdeelnemer in het algemeen en in het bijzonder ten aanzien van de veiligheid van zijn passagier en medeweggebruikers. Dit handelen van verdachte rekent de rechtbank hem zwaar aan.
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie blijkt dat verdachte vaker met justitie in
aanraking is gekomen en eerder voor een strafbaar feit is veroordeeld. Artikel 63 Sr is van toepassing, gelet op het vonnis van de politierechter van 22 maart 2024.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de straf rekening gehouden met de geldende oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) en met wat in vergelijkbare gevallen doorgaans als straf wordt opgelegd. Voor een ongeval als het onderhavige, waarbij sprake is van ernstige schuld en zwaar lichamelijk letsel, geeft het LOVS als oriëntatiepunt een taakstraf voor de duur van 160 uren en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 1 jaar onvoorwaardelijk.
De rechtbank ziet geen aanleiding om met betrekking tot de strafmaat af te wijken van de oriëntatiepunten van het LOVS en de eis van de officier van justitie.
Alles afwegende acht de rechtbank een taakstraf voor de duur van 160 uren, bij niet naar behoren te verrichten te vervangen door 80 dagen hechtenis en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van één (1) jaar, passend en geboden.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 179 WVW en 22c en 22d Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
primair
het misdrijf: overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
160 (honderdzestig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
80 (tachtig) dagen;
- veroordeelt de verdachte tot een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de tijd van
1 (één) jaar.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.G.J. Gehring, voorzitter, mr. D. van den Berg en
mr. N.P. Heisterkamp, rechters, in tegenwoordigheid van H.J.A. Teerlink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2024.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023423939. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte, van 7 november 2023, pagina’s 76 t/m 79, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
V: Dan wil ik graag terug gaan naar de dag dat er een aanrijding ontstond op de
snelweg. Wat kan je hierover zelf verklaren?
A: Eigenlijk weinig. Ik kreeg denk ik een black-out. Ik was denk ik in slaap gedommeld
achter het stuur. Ik had problemen aan mijn hoofd. Ik had eigenlijk die dag niet weg
moeten gaan. Het ging slecht met mij.
V: Hoeveel had je geslapen die voorgaande nacht?
A: Weinig. Ik slaap alle nachten slecht. Ik denk dat ik ongeveer 5 uur heb geslapen.
V: Wat was je snelheid?
A: Ik denk dat ik 130 a 140 kilometer per uur reed.
2.
Het proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] , van 20 september 2023, pagina’s 51 t/m 53, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van slachtoffer:
Op 14 september 2023, was ik betrokken bij een verkeersongeval op de A35. Ik zat op de bijrijdersstoel, rechts tegen de deur aan. [verdachte] bestuurde de bus. Op enig moment riep ik: "Ho Ho Ho". Dit riep ik omdat ik een vrachtwagen voor ons zag rijden. Ik zag dat deze vrachtwagen snel dichtbij kwam en zag dat [verdachte] hier nog niet op reageerde. Ik zag dat [verdachte] wel rechtop zat. Ik weet niet waarom hij niet reageerde. Ik vermoed dat hij achter het stuur in slaap is gevallen. Nadat ik hard Ho Ho Ho riep, zag dat [verdachte] nog aan het stuur trok en voelde dat hij hard remde. Ik zag dat wij hard tegen de vrachtwagen aan kwamen en dat het ongeval ontstond. In het MST hebben ze gezegd dat mijn rechter been verbrijzeld is. Ik heb 2 gebroken ribben en een gebroken borstbeen. Mijn been zit nu in een volledige metalen stellage. Ik moet daar 8 weken in blijven zitten en mag niet lopen. Daarna moet ik geopereerd worden aan het been. Het gehele herstel zou tot een jaar duren waarbij het de vraag is hoe mijn been daarna weer belast kan worden. Dat is op dit moment nog niet zeker.
3.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, lid 1 onder 5 Sv, zijnde een geneeskundige verklaring inzake [slachtoffer] , van 12 oktober 2023, pagina 60, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven:
[afbeelding]
4.
Het proces-verbaal FO verkeer, met fotoblad, van verbalisant [verbalisant], van 3 oktober 2023, pagina’s 10 t/m 50, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als bevindingen van de verbalisant:
1.2
Aanleiding onderzoek
Op 14 september 2023 omstreeks 06:00 uur, had op de A35, gelegen buiten de als zodanig aangegeven bebouwde kom van Hengelo in de gemeente Hengelo het verkeersongeval plaatsgevonden.
2.2
Verkeersmaatregelen
- de maximumsnelheid bedroeg ter plaatse 120 km/u als gevolg van artikel 62 jo. Verkeersbord A1 van bijlage 1 van het RVV 1990;
[afbeelding]
Het tijdstip van het ongeval was voor 06:00 uur. Het bord A1 stond ongeveer 50 m voor de ongevalsomgeving.
2.4
Lichtgesteldheid
Ik zag dat de melding van het verkeersongeval bij het operationeel centrum van de politie op
donderdag 14 september 2023 omstreeks 06:02 uur, geregistreerd was.
Uit de opgevraagde gegevens bij het KNMI voor dit tijdstip bleek dat zonsopkomst en zonsondergang respectievelijk omstreeks 07:12 uur en 19:58 uur plaatsvonden.
Gedurende het onderzoek stelde ik dat het op het moment van het verkeersongeval nacht was, als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990.
Ik zag bij mijn komst ter plaatse dat:
- op de plaats van het verkeersongeval geen straatverlichting aanwezig was;
2.5
Weersgesteldheid
Ik zag dat het tijdens mijn onderzoek ter plaatse droog weer was.
7.1
ToedrachtOp donderdag 14 september 2023, omstreeks 06:00 uur, had er op de A35 (autosnelweg), gelegen buiten de bebouwde kom van van Hengelo een verkeersongeval plaatsgevonden. De
Renaultbestuurder had gereden over de A35 komende uit de richting van Enschede en gaande in de richting van Borne. De Mercedesbestuurder had voor de Renault gereden in dezelfde richting.
7.2 OorzaakOp de A35 is de Renaultbestuurder met de voorzijde van zijn voertuig tegen de achterzijde van de over rijstrook 2 rijdende Mercedes. Vervolgens zijn beide voertuigen geslipt. De Mercedesbestuurder heeft zijn voertuig op de vluchtstrook tot stilstand gebracht. De Renaultbestuurder is na de botsing met de Mercedes tegen de middengeleiding gebotst en is daarna tot stilstand gekomen. Uit analyse van de tachograaf data van de Mercedes bleek dat deze ten tijde van het ongeval ongeveer 83 km/u had gereden. Uit de gegevens van het track and trace systeem van de Renault bleek dat de Renaultbestuurder kort voor de botsing ongeveer 140 km/u had gereden.
7.3 GevolgAls gevolg van dit ongeval liepen de Renaultbestuurder en de naast hem zittende passagier
lichamelijk letsel op. Tevens ontstond er materiele schade aan de berokken voertuigen en de
middengeleiding.