Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
-de akte uitlating met producties van [eiser],
2.Inleiding
[gedaagde], op de weg van [eiser] gelegen het door hem gestelde gebrek nader te onderbouwen. De kantonrechter wijst de vorderingen af.
3.De feiten
4.Het geschil
- tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 484,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding;
- tot betaling van de wettelijke rente over € 2.750,00 vanaf de datum van verzuim tot aan de dag van volledige betaling;
- in de proceskosten en in de nakosten.
5.De beoordeling
The more water the better”), acht de kantonrechter dit niet van doorslaggevend belang. Als onweersproken is komen vast te staan dat [gedaagde] na de eerste klacht van [eiser] reeds te kennen heeft gegeven dat [eiser] het apparaat anders diende te gebruiken, door minder water toe te voegen.
6.De beslissing
23 januari 2024 in het openbaar uitgesproken door mr. U. van Houten. (TD)