ECLI:NL:RBOVE:2024:3814

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 juli 2024
Publicatiedatum
18 juli 2024
Zaaknummer
08/127280-23 (P), 21/002437-19 (tul) en 21/006072-18 (tul)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gijzeling en diefstal met geweld van slachtoffer door verdachte en medeverdachten

Op 18 juli 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 27-jarige man, die samen met anderen betrokken was bij de gijzeling en diefstal met geweld van een slachtoffer, aangeduid als [slachtoffer 1]. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarnaast is de verdachte verplicht om schadevergoedingen te betalen aan de benadeelde partijen, waaronder bedragen van € 7.838,50 en € 11.125,40. De feiten vonden plaats tussen 22 en 23 maart 2023, toen het slachtoffer werd ontvoerd, mishandeld en gedwongen om geld te eisen van zijn ouders. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn medeverdachten nauw en bewust samenwerkten, wat leidde tot de bewezenverklaring van de feiten. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van twee telefoons van de verdachte gelast, die gebruikt zijn bij de uitvoering van de strafbare feiten. De zaak benadrukt de ernst van geweldsdelicten en de impact op de slachtoffers, waarbij de rechtbank rekening hield met de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/127280-23 (P), 21/002437-19 (tul) en 21/006072-18 (tul)
Datum vonnis: 18 juli 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1996 in [geboorteplaats 1] ,
nu verblijvende in de [locatie] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 10 juni 2024, 11 juni 2024, 17 juni 2024 en 4 juli 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officieren van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. J.W. Vedder, advocaat in Rotterdam, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van wat namens de benadeelde partij
[slachtoffer 1] door mr. [naam 1] is aangevoerd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 22 maart 2023 tot en met 23 maart 2023 alleen dan wel samen met anderen:
feit 1:[slachtoffer 1] met geweld en bedreiging met geweld heeft gegijzeld;
feit 2:[slachtoffer 1] met geweld en bedreiging met geweld heeft beroofd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 22 maart 2023 en/of 23 maart 2023 te Hengelo (0), althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
een persoon, genaamd [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, door
- die [slachtoffer 1] (telefonisch) te (laten) benaderen en/of naar een woning gelegen aan [adres 1] , te laten komen/lokken en/of die [slachtoffer 1] in voornoemde woning binnen te laten en/of op te wachten en/of
- naar die woning te gaan waar die [slachtoffer 1] naar toe zou komen en/of aanwezig was (geweest) en/of
- die [slachtoffer 1] een of meerdere malen te slaan en/of te stompen op/tegen het lichaam en/of (krachtig) vast te grijpen en/of vast te houden en/of
- een wapen op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] te richten en/of te houden en/of hem, [slachtoffer 1] , met het wapen te slaan en/of
- kogels aan die [slachtoffer 1] te laten zien en/of
- de telefoon(s) en/of sleutels en/of bankpas en/of (cartier)bril af te nemen van die [slachtoffer 1] en/of
- die [slachtoffer 1] vast te houden en/of hem, [slachtoffer 1] , naar buiten te brengen
en/of hierbij een revolver/wapen op zijn hoofd te richten en/of
- die [slachtoffer 1] in zijn eigen auto te zetten en/of daarbij zijn, [slachtoffer 1] 's, trui, dan wel een ander(e) kledingstuk/stof, over zijn hoofd te doen en/of
- die [slachtoffer 1] te vervoeren naar de woning gelegen aan de [adres 2] en/of hem, [slachtoffer 1] , daar (tegen zijn wil) op die locatie (in de kelder) op te sluiten en/of
- die [slachtoffer 1] zijn kleding uit te laten doen en/of hem, [slachtoffer 1] te filmen en/of
- die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij mee moest werken en dan niet geslagen zou worden en/of [slachtoffer 1] , te dwingen een of meerdere wachtwoorden en/of adressen te geven en/of
- die [slachtoffer 1] vast te binden en/of
- een geldbedrag te eisen van een/of meerdere familieleden van die [slachtoffer 1] dat binnen 24 uur betaald moest zijn om die [slachtoffer 1] vrij te krijgen en/of
- te facetimen en/of te bellen en/of contact te zoeken met de ouders/familieleden van die [slachtoffer 1] en/of waarbij die [slachtoffer 1] zei: ‘Papa, betaal gewoon alsjeblieft, want ik wil weg hier, ze hebben mij al een tijdje vast en anders gaan ze mij vermoorden als er niet betaald wordt', althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- een vest, dan wel ander(e) kledingstuk/stof, over het hoofd van die [slachtoffer 1] te doen en/of die [slachtoffer 1] vast te houden en/of naar een voertuig te brengen en/of die [slachtoffer 1] te vervoeren en/of hem, [slachtoffer 1] , vervolgens uit het voertuig te zetten,
- althans, die [slachtoffer 1] (tegen zijn wil) vast te houden, althans een dreigende sfeer te creëren en/of voortdurend in de nabijheid van die [slachtoffer 1] te verblijven, waardoor die [slachtoffer 1] werd belet/belemmerd die woning(en) gelegen aan [adres 1] en/of de [adres 2] te verlaten, met het oogmerk een ander, te weten de vader en/of andere familieleden van voornoemde [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen of niet te doen, te weten het betalen van een geldbedrag;
2.
hij op of omstreeks 22 maart 2023 en/of 23 maart 2023 te Hengelo (0), althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere telefoons en/of sleutels en/of een bankpas en/of een zonnebril, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op
heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- die [slachtoffer 1] te slaan en/of te stompen op/tegen het lichaam en/of
- die [slachtoffer 1] (krachtig) vast te grijpen en/of vast te houden en/of
- een wapen op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] te richten en/of te houden en/of hem, [slachtoffer 1] , met het wapen te slaan en/of
- kogels aan die [slachtoffer 1] te laten zien en/of
- die [slachtoffer 1] vast te houden en/of hem, [slachtoffer 1] , naar buiten te brengen en/of hierbij een revolver/wapen op zijn hoofd te richten en/of
- die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij mee moest werken en dan niet geslagen zou worden en/of [slachtoffer 1] , te dwingen een of meerdere wachtwoorden en/of adressen te geven en/of
- die [slachtoffer 1] (tegen zijn wil) vast te houden, althans een dreigende sfeer te creëren en/of voortdurend in de nabijheid van die [slachtoffer 1] te verblijven, waardoor die [slachtoffer 1] werd belet/belemmerd die woning(en) gelegen aan [adres 1] en/of de [adres 2] te verlaten
- die [slachtoffer 1] vast te binden.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben zich, overeenkomstig hun op schrift gestelde requisitoir, op het standpunt gesteld dat het onder 1 en 2 tenlastegelegde, wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich, overeenkomstig zijn op schrift gestelde pleidooi, op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1 en 2 tenlastegelegde. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat er onvoldoende bewijs in het dossier zit om verdachte te kunnen veroordelen voor het medeplegen. Ook al zijn er aanwijzingen voor potentiële betrokkenheid van verdachte, die aanwijzingen zijn onvoldoende om vast te stellen dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt en dat er sprake is van een intellectuele of materiële bijdrage die van voldoende gewicht is.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
In het onderzoek Haver23 zijn [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [verdachte] als verdachten aangemerkt.
Feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 23 maart 2023 omstreeks 5.30 uur verscheen [slachtoffer 1] aan het politiebureau in Hengelo. [slachtoffer 1] had letsel aan het gezicht en hij vertelde dat hij het slachtoffer was geworden van een ontvoering, gijzeling, afpersing en diefstal.
[slachtoffer 1] deed aangifte en legde meerdere verklaringen af. Op 22 maart 2023 werd hij gebeld door “ [medeverdachte 1] ” ( [medeverdachte 1] ). Omstreeks 16.00 uur heeft [slachtoffer 1] zich naar de woning van [medeverdachte 1] aan [adres 1] begeven. Toen [slachtoffer 1] in de woning kwam, werd hij door twee mannen geslagen, vastgehouden en met een revolver bedreigd en met die revolver geslagen, waarbij hem kogels werden getoond om te laten zien dat de revolver echt was en werden zijn telefoons (IPhone X en IPhone 7) en sleutels met geweld afgepakt. Vervolgens hielden de mannen [slachtoffer 1] vast en brachten hem naar buiten. Zij plaatsten hem op de achterbank van zijn eigen auto. [slachtoffer 1] kreeg een trui over zijn hoofd en werd tegen zijn wil naar een kelder gebracht. Daar moest hij zich ontkleden en werd vastgetapet. In de kelder zijn door de mannen filmpjes gemaakt van de naakte [slachtoffer 1] , met sporen van geweld op zijn gezicht. [slachtoffer 1] werd gedwongen zijn inlogcodes van zijn iCloud en adressen te verstrekken. Vervolgens hebben de mannen een geldbedrag geëist van de ouders van [slachtoffer 1] . Ze hebben daartoe via Facetime contact gezocht met de vader van [slachtoffer 1] . Nadat de vader van [slachtoffer 1] € 10.000,-- heeft betaald werd [slachtoffer 1] vrijgelaten op een parkeerplaats in Hengelo. Later bleek dat zijn Cartier bril ook was weggenomen uit zijn auto.
Wie zijn betrokken bij de gijzeling en diefstal met geweld en bedreiging met geweld van [slachtoffer 1] ?
[medeverdachte 2]
heeft een verklaring afgelegd en die bevestigt in hoofdlijnen de aangifte van [slachtoffer 1] . [medeverdachte 2] heeft verklaard dat [slachtoffer 1] is ontvoerd door hem en een mededader vanuit de woning van [medeverdachte 1] , waarbij zij geweld hebben gebruikt en een vuurwapen hebben getoond. Zij hebben de telefoons en sleutels van [slachtoffer 1] afgepakt en vervolgens hebben [medeverdachte 2] en zijn mededader [slachtoffer 1] onder dwang meegenomen naar de woning aan de [adres 2] . Dit betreft de woning van [medeverdachte 3] . In de kelder hebben zij [slachtoffer 1] naakt en vastgetapet met duct tape op een stoel vastgezet. Zij hebben de vader van [slachtoffer 1] gebeld, waarbij om geld is gevraagd. De vader van [slachtoffer 1] heeft die nacht € 10.000,-- betaald, waarvan [medeverdachte 2] het grootste gedeelte de volgende dag aan ‘de grote jongen’ heeft afgeven bij de skatebaan in de Hengelose Es. De ontvoering zou geregeld zijn door ‘twee grote jongens’. [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij een dag van tevoren over de plannen is geïnformeerd.
[medeverdachte 1]
heeft verklaard dat hij op verzoek van [verdachte] (die hij als ‘ [alias 1] ’ kent) [slachtoffer 1] oftewel ‘ [alias 2] ’ heeft gebeld, omdat ze [alias 2] moesten hebben. In ruil daarvoor zou [medeverdachte 1] 20 euro voor cocaïne krijgen. [medeverdachte 1] heeft tegen [verdachte] gezegd dat hij geen circus in zijn huis wilde. [verdachte] zou doorgeven wanneer [medeverdachte 1] ‘ [alias 2] ’ moest bellen. Nadat [medeverdachte 1] ‘ [alias 2] ’ heeft gebeld heeft hij dat doorgegeven aan [verdachte] . Na een paar minuten kwamen er twee mannen aan de deur. Ze zeiden dat ze op ‘ [alias 2] ’ moesten wachten. Toen ‘ [alias 2] ’ in de woning kwam pakten de mannen ‘ [alias 2] ’ vast bij zijn hoofd, gaven hem klappen, hielden hem op een stoel gedrukt en doorzochten zijn zakken. De mannen hielden ‘ [alias 2] ’ vast en ‘ [alias 2] ’ is tussen hen in onder dwang naar buiten gelopen. De twee mannen betroffen een “neger” en een buitenlandse jongen.
[medeverdachte 3]
heeft zich op zijn zwijgrecht beroepen.
[verdachte]
heeft verklaard dat hij op de afgesproken tijd op de skatebaan was en dat hij daarvoor bij [medeverdachte 2] thuis is geweest. Verder heeft [verdachte] zich op zijn zwijgrecht beroepen.
Bewijsmiddelen voor betrokkenheid van [medeverdachte 3]
heeft ontkend betrokken te zijn bij de gijzeling en diefstal met geweld van [slachtoffer 1] , maar zijn betrokkenheid blijkt onder meer uit de volgende bewijsmiddelen:
  • Uit de in beslag genomen telefoon van [medeverdachte 2] blijkt dat [medeverdachte 3] op 21 maart 2023 een bericht stuurt naar [medeverdachte 2] waarin hij zegt: “Bro regel die tories (straattaal voor overval) voor morgen”. [medeverdachte 2] stuurt op 22 maart 2023 om 13:57 uur terug: “Die torie is nu zo bro”.
  • De historische gegevens bevestigen dat de telefoon van [medeverdachte 3] in de middag en avond is gekoppeld aan de mast waar zowel de [adres 2] als [adres 1] onder vallen.
  • Uit de in beslag genomen telefoon van [medeverdachte 3] blijkt dat hij op 22 maart 2023 om 16:28:11 uur wordt gebeld door [medeverdachte 2] . Direct daarna om 16:28:22 uur stuurt [medeverdachte 3] een bericht: “Ik ga ff op pad”. Twee minuten daarvoor om 16:26:51 uur heeft [medeverdachte 1] [slachtoffer 1] gebeld en om 16:27:16 heeft [medeverdachte 1] [verdachte] gebeld.
  • [slachtoffer 1] heeft verklaard dat degenen die hem gijzelden een Turkse en negroïde man betreffen, waarbij de negroïde man zowel in het huis van [medeverdachte 1] als in het andere huis aanwezig was. Hij herkende hem aan zijn broek en (Antilliaanse) stem.
  • Op de telefoon van [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] zijn filmpjes aangetroffen die zijn gemaakt ten tijde van de gijzeling van [slachtoffer 1] op 22 maart 2023, waarop [slachtoffer 1] in beeld is gebracht terwijl hij naakt in de kelder zit met verwondingen aan zijn gezicht en met zijn enkels vastgetapet.
  • [slachtoffer 1] heeft de kelder aan de [adres 2] , de woning van [medeverdachte 3] , herkend als de kelder waarin hij zat opgesloten.
Bewijsmiddelen voor betrokkenheid van [verdachte]
Ook [verdachte] heeft ontkend betrokken te zijn bij de gijzeling en diefstal met geweld van [slachtoffer 1] , maar zijn betrokkenheid blijkt onder meer uit de volgende bewijsmiddelen:
  • Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] in gebruik bij [verdachte] blijkt dat er voor het eerst contact is met [medeverdachte 2] op 16 februari 2023. Het eerst volgende gesprek is op 7 maart 2023. Vanaf 19 maart 2023 tot en met 23 maart hebben er vervolgens 46 contacten plaats dit betroffen telefoongesprekken en sms berichten, terwijl er daarvoor nauwelijks contact was.
  • [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij op 22 maart 2023 werd gebeld door [verdachte] . [verdachte] wilde even langs komen. Toen [verdachte] er was zei hij dat ze ‘ [alias 2] ’ ( [slachtoffer 1] ) moesten hebben, [medeverdachte 1] heeft tegen betaling van twintig euro voor drugs op verzoek van [verdachte] telefonisch contact gezocht met [slachtoffer 1] om hem naar zijn woning te laten komen.
  • Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] in gebruik bij [medeverdachte 1] blijkt dat [medeverdachte 1] op 22 maart 2023 meerdere keren telefonisch contact heeft met [verdachte] , onder andere om 14:37 uur.
  • De enkelbandgegevens van [verdachte] plaatsen [verdachte] op 22 maart 2023 tussen 14:42 uur en 14:56 uur in of zeer nabij de woning van [medeverdachte 1] aan [adres 1] . Daarna bevindt [verdachte] zich volgens zijn enkelbandgegevens diezelfde dag tussen 15:02 en 15:17 uur ter hoogte van de woning aan de [adres 2] , de woning van [medeverdachte 3] . Daarna verplaatst [verdachte] zich wederom in de richting van [adres 1] , alwaar zijn enkelband om 15:22 uur en 15:23 uur in de omgeving van voornoemd appartement van [medeverdachte 1] aan [adres 1] wordt uitgepeild.
  • Uit de telefoon van [medeverdachte 2] blijkt dat hij verschillende keren contact heeft met [verdachte] . Kort voor de gijzeling stuurt [verdachte] naar [medeverdachte 2] : “Daarna moeten we snel reageren” en (vertaald) “Die Cartier bril is van mij hoor”.
  • Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 1] blijkt dat hij om 16:26:51 uur ‘ [alias 2] ’ [slachtoffer 1] en om 16:27:16 [verdachte] heeft gebeld. Uit de telefoongegevens van [medeverdachte 3] blijkt dat hij op 22 maart 2023 om 16:28:11 uur wordt gebeld door [medeverdachte 2] . Direct daarna om 16:28:22 uur stuurt [medeverdachte 3] een bericht: “Ik ga ff op pad”.
  • [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zijn telefoons zijn afgepakt door de twee mannen en dat hij vervolgens door de twee mannen naar buiten werd gebracht en daarna in een kelder werd geplaatst, achteraf blijkt dit aan de [adres 2] te zijn geweest.
  • [verdachte] heeft zich, volgens zijn enkelbandgegevens, tussen 17:53 uur en 18:08 uur en tussen 18:27 uur en 18:46 uur bevonden in of zeer nabij de woning aan de [adres 2] .
  • Toen [verdachte] zich aan de [adres 2] bevond heeft [medeverdachte 2] [slachtoffer 1] in de kelder gefilmd en gevraagd om zijn codes van zijn telefoon. Ook is er een filmpje van [slachtoffer 1] gemaakt waarin hij zegt: “Papa, betaal gewoon alsjeblieft, want ik wil weg hier, ze hebben mij al een tijdje vast en anders gaan ze mij vermoorden als er niet betaald wordt”.
  • [verdachte] bevond zich bovendien in de buurt van de telefoon van [slachtoffer 1] , terwijl de telefoons van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] aanstraalden op een mast nabij de [adres 2] , waar [slachtoffer 1] zich op dat moment in de kelder bevond. De telefoon van [slachtoffer 1] straalde om 19:45, 20:24 en om 20:40 een mast aan nabij de [adres 3] . Uit de enkelbandgegevens blijkt dat [verdachte] van 19:51 uur tot 20:54 bij de McDonalds aan de Goudstraat in Hengelo is geweest. Dit valt in het dekkingsgebied van de mast aan de [adres 3] .
  • [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij op 23 maart 2023 het grootste gedeelte van de € 10.000,-- heeft afgegeven aan ‘de grote jongen’ bij de skatebaan in de Hengelose Es.
  • Op 23 maart 2023 is [verdachte] volgens zijn enkelbandgegevens tussen 12.50 uur en 12:53 uur op de parkeerplaats van de Sporthal Weusthag, waar ook een skatebaan is gelegen.
  • [verdachte] heeft verklaard dat hij op de afgesproken tijd op de skatebaan was en dat hij daarvoor bij [medeverdachte 2] thuis is geweest.
Daarnaast komt uit de telefoon van [verdachte] het volgende bewijs naar voren.
- [slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij zijn inlogcodes van zijn iCloud moest afstaan aan zijn ontvoerders. Op de telefoon van [medeverdachte 2] is een filmpje aangetroffen van 22 maart 2023 waarbij te zien en te horen is dat [slachtoffer 1] zijn codes ( [nummer 1] en [nummer 2] ) afgeeft.
  • Op de in beslag genomen telefoon van [verdachte] is een (snap)chat aangetroffen tussen [verdachte] en het telefoonnummer [telefoonnummer 3] , in gebruik bij [verdachte] of [naam 2] (vriendin [verdachte] ) waarin [verdachte] de betreffende codes op 22 maart 2023 naar het genoemde telefoonnummer heeft gestuurd.
  • In de telefoon van [verdachte] werd de iCloud van [slachtoffer 1] vermeld, maar dan met een ander wachtwoord dan [slachtoffer 1] had genoemd. Uit onderzoek is gebleken dat het aangetroffen wachtwoord in de telefoon van [verdachte] toegang gaf tot de iCloud van [slachtoffer 1] en dat het telefoonnummer [telefoonnummer 3] , in gebruik bij [verdachte] of [naam 2] aan die iCloud was gekoppeld. De rechtbank leidt hieruit af het wachtwoord van [slachtoffer 1] is gewijzigd, nadat [slachtoffer 1] zijn gegevens had verstrekt.
  • Ook werden er op de telefoon van [verdachte] WhatsApp gesprekken aangetroffen waarin de verzender zich, een week na de gijzeling van [slachtoffer 1] , voorstelt als ‘ [alias 3] ’, ‘ [alias 4] ’, een andere dealer die zegt de beste ‘Peruaanse sosa’ te verkopen. De verzender noemt ‘ [alias 2] ’ een ‘Hoerenzoon’, met ‘troep spulle’, een oplichter en een rat. De politie duidt de gesprekken aldus dat [verdachte] de klantenkring van [slachtoffer 1] benadert voor het verkopen van drugs en dat [verdachte] een poging doet zijn ‘klantenkring’ over te nemen.
Tussenconclusie
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [verdachte] betrokken zijn bij de gijzeling en diefstal met geweld en bedreiging met geweld van [slachtoffer 1] . Gelet op al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] en [medeverdachte 3] geen aannemelijke verklaringen hebben voor de feiten en omstandigheden die uit de bewijsmiddelen naar voren komen en die de redengevendheid van die feiten en omstandigheden voor het bewijs ontzenuwt. De rechtbank acht dan ook bewezen dat [verdachte] zich samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] schuldig heeft gemaakt aan een gijzeling en diefstal met geweld en bedreiging met geweld van [slachtoffer 1] .
Medeplegen
De rechtbank overweegt omtrent het medeplegen nog het volgende.
Voor de kwalificatie medeplegen is vereist dat tussen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [verdachte] sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking bij het gijzelen en de diefstal met geweld en bedreiging met geweld van [slachtoffer 1] . Het accent ligt daarbij op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde intellectuele en/of materiële bijdrage aan het delict van verdachte van voldoende gewicht is. Een gezamenlijke uitvoering van het strafbare feit leidt in beginsel tot de kwalificatie 'medeplegen'.
De vraag wanneer samenwerking zo nauw en bewust is geweest dat van medeplegen mag worden gesproken, laat zich volgens de Hoge Raad niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van de concrete omstandigheden van het geval.
Aan het bewijs van medeplegen hoeft het niet zelfstandig verrichten van een uitvoeringshandeling niet zonder meer in de weg te staan. Ook hoeft iedere medepleger niet exact op de hoogte te zijn van de bijdragen van de andere medepleger. Wel moet sprake zijn van dubbel opzet dat bestaat in een wilsgerichtheid op de totstandkoming van het strafbare feit en op de samenwerking. Voorwaardelijk opzet kan daarbij voldoende zijn.
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is het volgende gebleken. [verdachte] heeft zich naar de woning van [medeverdachte 1] begeven en [medeverdachte 1] heeft op het verzoek van [verdachte] [slachtoffer 1] gebeld om hem naar de woning te lokken. [medeverdachte 2] heeft verklaard dat de ontvoering het plan was van de grote jongens. Een aantal dagen voor de gijzeling werd [medeverdachte 2] verteld wat ze gingen doen en een dag van tevoren werd gezegd dat het ging gebeuren. [medeverdachte 2] had vanaf 19 maart 2023 veel telefonische contacten met [verdachte] . [medeverdachte 1] heeft [slachtoffer 1] gebeld en heeft dat direct telefonisch doorgegeven aan [verdachte] . [verdachte] heeft op zijn beurt [medeverdachte 2] gebeld. Ook heeft [verdachte] [medeverdachte 2] geappt dat de Cartier bril voor hem ( [verdachte] ) was. [medeverdachte 2] heeft daarna [medeverdachte 3] gebeld. Enkele minuten later verschenen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] bij de woning van [medeverdachte 1] , waar zij zich verschuilden tot de komst van [slachtoffer 1] . Toen [slachtoffer 1] in de woning arriveerde werd hij zoals eerder beschreven vastgehouden, bedreigd met een wapen en werden met geweld spullen van hem afgenomen. [slachtoffer 1] werd vervolgens tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] in uit de woning van [medeverdachte 1] weggevoerd, met een trui over zijn hoofd vervoerd en in de kelder opgesloten in de woning van [medeverdachte 3] aan de [adres 2] . [verdachte] ging meerdere keren naar de woning aan de [adres 2] . Gedurende een periode waarin zijn enkelband daar aanstraalde werd [slachtoffer 1] naakt gefilmd en gevraagd om zijn codes af te geven voor zijn telefoon. Ook is een filmpje gemaakt van [slachtoffer 1] waarin hij zijn vader oproept te betalen omdat ze hem anders zullen vermoorden. [medeverdachte 2] heeft € 10.000,-- losgeld opgehaald. [medeverdachte 3] is in de woning gebleven om op [slachtoffer 1] te letten. Het geld is vervolgens verdeeld onder [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [verdachte] . Tot slot gaf de telefoon van [verdachte] , na wijziging van het door [slachtoffer 1] aan zijn ondervragers verstrekte wachtwoord, toegang gaf tot de iCloud van [slachtoffer 1] met een wachtwoord dat op de telefoon van [verdachte] is aangetroffen en benaderde [verdachte] als ‘ [alias 3] ’ klanten en leek daarmee doende de drugslijn van [slachtoffer 1] over te nemen.
Hoewel kan worden vastgesteld dat [verdachte] niet daadwerkelijk aanwezig was bij de ontvoering / gijzeling en diefstal met geweld van [slachtoffer 1] in de woning van [medeverdachte 1] , is de rechtbank op grond van het vorenstaande van oordeel dat er sprake is van een taakverdeling en gezamenlijke uitvoering. Dat verdachte niet iedere ten laste gelegde gedraging heeft uitgevoerd, staat aan een bewezenverklaring van medeplegen aan alle in de tenlastelegging genoemde gedragingen niet in de weg. Van belang is dat [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] samen het plan hebben gehad om [slachtoffer 1] te gijzelen en spullen van hem af te nemen, losgeld te eisen en dat geld onderling te verdelen.
[verdachte] motieven waren kennelijk (mede) ingegeven door concurrentieoverwegingen in de drugshandel, zo blijkt ook uit zijn inspanningen om de klantenkring van [slachtoffer 1] over te nemen met behulp van de buitgemaakte wachtwoorden. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] zijn in dit verband te beschouwen als door hem ingehuurde uitvoerders.
Naar het oordeel van de rechtbank hebben [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [verdachte] gelet op de feiten en omstandigheden in hun onderling verband en samenhang bezien, nauw en bewust met elkaar samengewerkt, waarbij door ieder van de verdachten een intellectuele of materiële bijdrage van voldoende gewicht is geleverd dat sprake is van medeplegen. De samenwerking was gericht op het gijzelen van [slachtoffer 1] en de diefstal met geweld en bedreiging met geweld van [slachtoffer 1] .
De rechtbank is van oordeel, mede gelet op de verklaring van [medeverdachte 2] , dat de gijzeling is geregeld en georganiseerd door een grote jongen. De rechtbank concludeert dat het [verdachte] was die de gijzeling en diefstal met geweld van [slachtoffer 1] heeft geïnitieerd.
Conclusie
De rechtbank is op grond van het vorenstaande dan ook van oordeel dat het onder 1 en 2 ten laste gelegde, het medeplegen van gijzeling en diefstal met geweld en bedreiging met geweld, wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 22 maart 2023 en 23 maart 2023 te Hengelo (O), tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een persoon, genaamd [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, door
- die [slachtoffer 1] telefonisch te (laten) benaderen en naar een woning gelegen aan [adres 1] , te laten komen/lokken en die [slachtoffer 1] in voornoemde woning binnen te laten en op te wachten en
- naar die woning te gaan waar die [slachtoffer 1] naar toe zou komen en aanwezig was (geweest) en
- die [slachtoffer 1] te slaan en te stompen op/tegen het lichaam en krachtig vast te grijpen en vast te houden en
- een wapen op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] te richten en te houden en hem, [slachtoffer 1] , met het wapen te slaan en
- kogels aan die [slachtoffer 1] te laten zien en
- de telefoons en sleutels en (Cartier)bril af te nemen van die [slachtoffer 1] en
- die [slachtoffer 1] vast te houden en hem, [slachtoffer 1] , naar buiten te brengen
en
- die [slachtoffer 1] in zijn eigen auto te zetten en daarbij zijn, [slachtoffer 1] 's, trui over zijn hoofd te doen en- die [slachtoffer 1] te vervoeren naar de woning gelegen aan de [adres 2] en hem, [slachtoffer 1] , daar (tegen zijn wil) op die locatie in de kelder op te sluiten en
- die [slachtoffer 1] zijn kleding uit te laten doen en hem, [slachtoffer 1] te filmen en
- die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij mee moest werken en dan niet geslagen zou worden en [slachtoffer 1] , te dwingen wachtwoorden en adressen te geven en
- die [slachtoffer 1] vast te binden en
- een geldbedrag te eisen van familieleden van die [slachtoffer 1] dat binnen 24 uur betaald moest zijn om die [slachtoffer 1] vrij te krijgen en
- te facetimen en/of te bellen en/of contact te zoeken met de ouders van die [slachtoffer 1] en waarbij die [slachtoffer 1] zei: ‘Papa, betaal gewoon alsjeblieft, want ik wil weg hier, ze hebben mij al een tijdje vast en anders gaan ze mij vermoorden als er niet betaald wordt', en
- een vest over het hoofd van die [slachtoffer 1] te doen en die [slachtoffer 1] vast te houden en naar een voertuig te brengen en die [slachtoffer 1] te vervoeren en hem, [slachtoffer 1] , vervolgens uit het voertuig te zetten,
- met het oogmerk een ander, te weten de vader en/of andere familieleden van voornoemde [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen of niet te doen, te weten het betalen van een geldbedrag;
2.
hij op 22 maart 2023 en 23 maart 2023 te Hengelo (O),
tezamen en in vereniging met anderen, telefoons en sleutels en een zonnebril, die aan [slachtoffer 1] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- die [slachtoffer 1] te slaan en te stompen op/tegen het lichaam en
- die [slachtoffer 1] krachtig vast te grijpen en vast te houden en
- een wapen op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] te richten en te houden en hem, [slachtoffer 1] , met het wapen te slaan en
- kogels aan die [slachtoffer 1] te laten zien en
- die [slachtoffer 1] vast te houden en hem, [slachtoffer 1] , naar buiten te brengen en
- die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij mee moest werken en dan niet geslagen zou worden en [slachtoffer 1] , te dwingen wachtwoorden en adressen te geven en
- die [slachtoffer 1] tegen zijn wil vast te houden, waardoor die [slachtoffer 1] werd belet/belemmerd die woningen gelegen aan [adres 1] en de [adres 2] te verlaten
- die [slachtoffer 1] vast te binden.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 47, 282a en 312 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 en 2
de eendaadse samenloop van de misdrijven:
medeplegen van gijzeling
en
diefstal, voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en bedreiging met geweld gepleegd tegen personen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat verdachte voor het onder 1 en 2 tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in verzekering en voorlopige hechtenis.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman is van mening dat de door de officieren van justitie voorgestelde gevangenisstraf te hoog is en meent dat verdachte een lagere gevangenisstraf moet worden opgelegd, waarvan een groot gedeelte voorwaardelijk met daaraan door de reclassering voorgestelde bijzondere voorwaarden gekoppeld. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat er in strafverminderde zin rekening mee moet worden gehouden dat verdachte een kwetsbare man is met een licht verstandelijke beperking, beperkingen in de emotie- en agressieregulatie en grote beïnvloedbaarheid. Verdachte maakt daardoor niet altijd de juiste keuzes en overziet de gevolgen van zijn gedrag niet.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich samen met zijn medeverdachten in de periode van 22 maart 2023 tot en met 23 maart 2023 schuldig gemaakt aan gijzeling van [slachtoffer 1] en diefstal met geweld en bedreiging met geweld van [slachtoffer 1] . Hoewel [verdachte] niet fysiek aanwezig was op moment van de gijzeling ziet de rechtbank hem als initiator van de gijzeling van [slachtoffer 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] als uitvoerders van de gijzeling.
[slachtoffer 1] is in opdracht van [verdachte] telefonisch naar een woning gelokt, alwaar hij is opgewacht door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . In de woning is [slachtoffer 1] meermalen geslagen, vastgehouden en is er een wapen op hem gericht. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] hebben [slachtoffer 1] gefouilleerd en zijn telefoons en sleutels, en later ook zijn Cartierbril, afgepakt. Zij hebben [slachtoffer 1] vastgehouden en hij is onder dwang in zijn auto geplaatst, waarna [slachtoffer 1] een trui over zijn hoofd kreeg. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] hebben [slachtoffer 1] vervoerd naar de woning aan de [adres 2] waar zij hem in de kelder hebben opgesloten, alwaar hij onder mensonterende omstandigheden is vastgehouden.
[slachtoffer 1] is meer dan twaalf uur van zijn vrijheid beroofd en beroofd gehouden. In de kelder heeft [slachtoffer 1] zich van zijn kleding moeten ontdoen en werden zijn handen en voeten vastgebonden met tape. Het moet voor het slachtoffer een zeer beangstigende en bedreigende situatie zijn geweest, zeker nu het gebruik van geweld niet werd geschuwd. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] hebben [slachtoffer 1] naakt gefilmd waarbij hij werd gedwongen wachtwoorden en adressen te geven. Ook werd via videobellen contact gezocht met de ouders van [slachtoffer 1] waarbij [slachtoffer 1] , die naakt in beeld is, vastgebonden is en zichtbaar letsel in zijn gezicht heeft, zegt: “Papa, betaal gewoon anders gaan zij mij vermoorden”. Het moet ook voor de ouders een zeer beangstigende situatie zijn geweest. Door verdachte en zijn medeverdachten werd losgeld van € 10.000,-- geëist. Nadat het losgeld door de vader van [slachtoffer 1] is betaald, werd [slachtoffer 1] op een afgelegen plek in vrijheid gesteld.
Verdachte en zijn medeverdachten hebben met hun handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en op fundamentele mensenrechten, te weten de persoonlijke vrijheid en lichamelijke integriteit van [slachtoffer 1] . Het is niet moeilijk voor te stellen dat [slachtoffer 1] doodsangsten heeft uitgestaan. Hoe groot de impact van de feiten op hem is, is treffend verwoord in de namens hem ter terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaring. Feiten als deze geweldsdelicten veroorzaken gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij. Een willekeurige omstander is bovendien getuige geweest van de vrijheidsberoving van [slachtoffer 1] , die midden op de dag plaatsvond.
Persoon van de verdachte
Verdachte is blijkens een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van
22 april 2024 eerder voor geweldsdelicten veroordeeld. Verder blijkt dat verdachte na het plegen van de onderhavige feiten, onherroepelijk is veroordeeld, hetgeen betekent dat artikel 63 Sr van toepassing is.
De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het over verdachte opgemaakte reclasseringsadvies van 24 december 2023. Het reclasseringsoordeel ten aanzien van de risico’s op algemene recidive worden bij een bewezenverklaring ingeschat als gemiddeld-hoog. Het risico op herhaling van geweldsrecidive wordt ingeschat als gemiddeld. Verdachte werd eerder meerdere malen veroordeeld voor geweldsdelicten. Verdachte ontkent de huidige tenlastelegging en de eerdere veroordeling waarvoor hij onder toezicht van de reclassering stond, waardoor de reclassering geen delictgerelateerde risicofactoren kan vaststellen. Toch constateert de reclassering grote zorgen over een aantal leefgebieden. Met name de leefgebieden 'financiën', 'sociaal netwerk' en 'psychosociaal functioneren' worden gezien als criminogene factoren. Sinds verdachtes jeugd spelen er (justitiële) problemen en zijn vele instanties betrokken geweest die de nodige bemoeienis met hem hebben gehad. Hij is een kwetsbare man die verbaal een relatief sterke indruk maakt waardoor mensen hem overschatten. Er is sprake van een licht verstandelijke beperking, beperkingen in de emotie- en agressieregulatie en verdachte lijkt erg beïnvloedbaar door contacten in het criminele circuit. Zijn jonge leeftijd ten tijde van zijn eerste veroordeling en het feit dat hij sindsdien vaker veroordeeld is wegens verschillende soorten delicten en overtredingen (zowel heimelijk als openlijk) zorgen ook voor een ongunstige prognose ten aanzien van de risico's op toekomstig delictgedrag als er geen interventies worden ingezet.
De op te leggen straf
De rechtbank is van oordeel dat voor de onderhavige feiten slechts een langdurige, onvoorwaardelijke gevangenisstraf als een passende bestraffing kan gelden. De rechtbank hanteert als uitganspunt een gevangenisstraf van drie jaren. De rechtbank houdt bij de strafoplegging rekening met de planmatigheid waarmee verdachte en zijn medeverdachten te werk zijn gegaan, de ernst van de feiten, de impact op [slachtoffer 1] , de duur van de gijzeling en het feit dat verdachte geen openheid heeft willen geven. De rechtbank zal er bij de bepaling van de hoogte van de straf ook rekening mee houden dat verdachte de initiator/opdrachtgever van de gijzeling was en dat er geweld is gebruikt. Verder houdt de rechtbank bij de strafoplegging er ook rekening mee dat dit een conflict betreft in het criminele milieu, waarbij alle grenzen worden overschreden.
De rechtbank is van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier jaren passend en geboden is, waarbij de tijd die verdachte heeft doorgebracht in verzekering en voorlopige hechtenis in mindering zal worden gebracht. Naar het oordeel van de rechtbank is er gelet op de ernst van de feiten geen ruimte voor oplegging van een lichtere sanctie. De rechtbank ziet mede daarom in de door de raadsman naar voren gebrachte (persoonlijke) omstandigheden geen aanleiding om een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf van kortere duur op te leggen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

8.De inbeslaggenomen voorwerpen

8.1
Het standpunt van de officieren van justitie
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de in beslag genomen Apple IPhone 14 pro max A2894, Apple IPhone XS A2097 en een geldbedrag van € 609,-- verbeurd moeten worden verklaard nu de telefoons zijn gebruikt bij de uitvoering van een strafbaar feit en het geldbedrag vermoedelijk geheel of gedeeltelijk is verkregen uit baten van een strafbaar feit.
8.2
Het standpunt van de raadsman
De raadsman heeft verzocht om teruggave van alle goederen. Dat het geldbedrag vermoedelijk is verkregen uit het strafbare feit wordt in het dossier niet onderbouwd. Ook de telefoons kunnen worden teruggegeven. Van verdachte kan geen directe betrokkenheid worden vastgesteld, mogelijke communicatie met anderen staat in een te ver verwijderd verband tot het gepleegde delict.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de Apple IPhone pro max en de Apple IPhone XS moeten worden verbeurdverklaard, omdat het voorwerpen betreffen met behulp van welke de feiten zijn begaan of voorbereid.
De rechtbank zal de teruggave aan de verdachte gelasten van het in beslag genomen geldbedrag, te weten € 609,--, aangezien dit geldbedrag niet vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet. Anders dan de officieren van justitie betogen, kan niet worden vastgesteld dat [verdachte] dit geldbedrag geheel of grotendeels door middel van of uit baten van het strafbare feit heeft verkregen.

9.Vorderingen benadeelde partijen

9.1
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 1]
Namens de benadeelde partij [slachtoffer 1] is een vordering tot schadevergoeding tegen de verdachte ingediend van in totaal € 46.220,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gestelde materiële schade bestaat uit afhandig gemaakte kleding en sierraden (€ 9.835,00) en kosten van behandeling door een psycholoog (€ 1.385,00). Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van
€ 25.000,00 gevorderd, verhoogd met een opslag van € 10.000,00, die de benadeelde partij niet toewijsbaar acht, in verband met mogelijke toekomstige schade en een eventueel hoger beroep.
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot vergoeding van de materiële schade kan worden toegewezen tot een bedrag van € 2.175,00 (voor afhandig gemaakte Louis Vuitton-sneakers van € 790,00 en de kosten van de psycholoog). De vordering tot vergoeding van immateriële schade is toewijsbaar tot een bedrag van € 15.000,00.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft primair verzocht om de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vordering, gelet op de bepleite vrijspraak. Subsidiair wordt verzocht om de vordering die ziet op afhandig gemaakte zaken af te wijzen wegens onvoldoende onderbouwing, om de vordering tot vergoeding van kosten van de psycholoog slechts toe te wijzen tot een bedrag van € 220,50 en om, gelet op vergelijkbare zaken, een veel lager bedrag aan smartengeld toe te kennen dan gevorderd.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de verdachte door de bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
De vordering tot vergoeding van materiële schade zal worden toegewezen tot een bedrag van € 338,50 aan kosten van de psycholoog. De benadeelde partij heeft onweersproken gesteld dat hij zich als gevolg van de bewezen verklaarde feiten onder behandeling heeft laten stellen van een psycholoog. Daarbij heeft de benadeelde partij voldoende onderbouwd dat hij een eigen bijdrage van € 102,50 heeft betaald en daarnaast tweemaal € 118,00 heeft betaald voor psychologische sessies. Dat een tweede eigen bijdrage van € 102,50 is betaald, zoals de benadeelde partij stelt, blijkt niet uit de ingebrachte bewijsstukken. De gevorderde vergoeding voor acht toekomstige sessies is vooralsnog niet toewijsbaar, omdat nog niet zeker is dat die sessies daadwerkelijk zullen plaatsvinden.
De vordering tot vergoeding van afhandig gemaakte kleding en sieraden is in haar geheel onvoldoende onderbouwd. Voorts is niet is komen vast te staan dat verdachte en/of zijn mededaders de bewuste zaken hebben weggenomen. Het alsnog in de gelegenheid stellen de vordering nader te onderbouwen is een onevenredige belasting van het strafproces.
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in het niet-toegewezen gedeelte van zijn vordering tot vergoeding van materiële schade. De benadeelde partij kan dit deel van zijn vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De vordering tot vergoeding van immateriële schade zal worden toegewezen tot een bedrag van € 7.500,00. Gelet op de aard en ernst van de normschending, liggen de nadelige gevolgen van het bewezenverklaarde zo voor de hand dat een aantasting van de persoon kan worden aangenomen. Bij het vaststellen van de hoogte van het toe te kennen bedrag heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de gevolgen daarvan voor de benadeelde partij, in het licht van de bedragen die in (min of meer) vergelijkbare gevallen aan smartengeld zijn toegekend. In het bijzonder is rekening gehouden met de omstandigheden, zoals aangevoerd door de benadeelde partij, dat hij ongeveer twaalf uur lang is gegijzeld in een kelder, waar hij is ontkleed en vastgebonden, dat in die hulpeloze toestand video-opnames van hem zijn gemaakt die nu nog steeds op het internet circuleren, en dat hij fors is mishandeld en is bedreigd met een vuurwapen. Daar komt bij dat de benadeelde partij is gediagnosticeerd met PTSS en dat hij tot ongeveer een maand na het voorval pijn in zijn been heeft gehad, waardoor hij moeite had met lopen. De rechtbank stelt de immateriële schade naar billijkheid vast op het bedrag van € 7.500. Voor het overige wordt de vordering tot vergoeding van immateriële schade afgewezen.
De toegewezen bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag waarop de schade is ontstaan, te weten 23 maart 2023, tot aan de dag van volledige betaling.
De verdachte is met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk voor de schade. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is en dat voor zover één van zijn mededaders betaalt, ook de verdachte van zijn betalingsverplichting wordt bevrijd.
Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, zoals door de benadeelde partij verzocht en door de officieren van justitie gevorderd. De verdachte is naar burgerlijk recht tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor de schade die door de bewezen verklaarde feiten is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 74 dagen gijzeling. Toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
9.2
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 2]
Namens de benadeelde partij [slachtoffer 2] (de vader van [slachtoffer 1] ) is een vordering tot schadevergoeding tegen de verdachte ingediend van in totaal € 11.260,60, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gestelde materiële schade bestaat uit betaald losgeld (€ 10.000,00), inkomensderving
(€ 135,20) en reiskosten (€ 125,40). Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 1.000,00 gevorderd.
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben zich op het standpunt gesteld dat de vordering volledig toewijsbaar is.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft primair verzocht om de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vordering, gelet op de bepleite vrijspraak. Subsidiair geldt dat de vordering tot vergoeding van gederfd inkomen niet toewijsbaar is wegens onvoldoende onderbouwing en wordt voor het overige gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de verdachte door de bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
De vordering tot vergoeding van materiële schade zal worden toegewezen tot een bedrag van € 10.125,40. Ten eerste staat niet ter discussie dat de benadeelde partij € 10.000,00 aan losgeld heeft betaald om [slachtoffer 1] vrij te krijgen. De betaling van het losgeld is een rechtstreeks gevolg van de bewezenverklaarde gijzeling. Ten tweede zijn de gevorderde reiskosten van € 125,40 toewijsbaar. De benadeelde partij heeft onweersproken gesteld dat hij autoritten van in totaal 380 kilometer heeft gemaakt om het losgeld af te leveren, waarbij hij aanspraak maakt op een vergoeding van € 0,33 per kilometer conform de richtlijn van De Letselschade Raad.
In de vordering tot vergoeding van inkomensderving zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard. Dat de benadeelde partij als zzp-er op 23 maart 2023 een opdracht had die hij niet heeft kunnen uitvoeren, zoals hij stelt, kan niet worden afgeleid uit de door hem ingebrachte factuur die ziet op een in april 2024 uitgevoerde klus. Als de benadeelde partij in de gelegenheid gesteld zou worden om een nadere onderbouwing aan te leveren, zou dat een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De benadeelde partij kan dit deel van zijn vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De vordering tot vergoeding van immateriële schade van € 1.000,00 zal worden toegewezen. Verdachte en zijn mededaders hebben psychisch leed aan de benadeelde partij toegebracht. Immers, de benadeelde partij is onder druk gezet en angst aangejaagd, onder meer doordat hem filmpjes zijn toegestuurd waarop zijn zoon [slachtoffer 1] ontkleed, vastgebonden en in paniek te zien is. De rechtbank stelt vast dat, zoals de benadeelde partij heeft aangevoerd, verdachte en zijn mededaders het oogmerk hadden om de benadeelde partij dit psychische leed toe te brengen, nu zij hem daarmee wilden bewegen om losgeld te betalen. De benadeelde partij heeft daarom op grond van artikel 6:101 lid 1 sub a BW recht op vergoeding van immateriële schade. Het gevorderde bedrag van € 1.000,00 komt de rechtbank billijk voor.
De toegewezen bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag waarop de schade is ontstaan, te weten 23 maart 2023, tot aan de dag van volledige betaling.
De verdachte is met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk voor de schade. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is en dat voor zover één van zijn mededaders betaalt, ook de verdachte van zijn betalingsverplichting wordt bevrijd.
Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, zoals door de benadeelde partij verzocht en door de officieren van justitie gevorderd. Verdachte is naar burgerlijk recht tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor de schade die door de bewezen verklaarde feiten is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 90 dagen gijzeling. Toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.

10.De vorderingen tot tenuitvoerlegging

10.1
Arresten waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij arrest van het gerechtshof Arnhem Leeuwaarden van 3 september 2021 (parketnummer 21/002437-19) is verdachte ter zake van een poging tot zware mishandeling en openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen veroordeeld voor zover van belang tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan een gedeelte van zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. De proeftijd is ingegaan op 18 september 2021.
Bij arrest van het gerechtshof Arnhem Leeuwaarden van 3 september 2021 (parketnummer 21/006072-28) is verdachte ter zake schuldheling veroordeeld voor zover van belang tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 week voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. De proeftijd is ingegaan op 18 september 2021.
10.2
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd het voorwaardelijk strafdeel ten uitvoer te leggen.
10.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair om afwijzing van de vorderingen tot tenuitvoerlegging verzocht omdat hij vrijspraak heeft bepleit. Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat de pleegdata van de feiten die aan de vorderingen ten grondslag liggen al zeven à acht jaar geleden zijn. Gelet op het tijdsverloop meent de verdediging dat het niet meer opportuun is de vorderingen nog ten uitvoer te leggen. De raadsman verzoekt de vorderingen af te wijzen.
Meer subsidiair heeft de raadsman bepleit dat het vanwege de strafduur niet opportuun is de openstaande straffen nog ten uitvoer te leggen, ook om die reden verzoekt de raadsman de vorderingen af te wijzen.
10.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vorderingen van de officieren van justitie moeten worden toegewezen. Het is gebleken dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan het plegen van nieuwe strafbare feiten heeft schuldig gemaakt. De rechtbank zal om die reden de tenuitvoerlegging gelasten van het voorwaardelijk gedeelte van de bij die arresten aan de verdachte opgelegde straf.

11.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op artikel 55 Sr.

12.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 en 2
de eendaadse samenloop van de misdrijven:
medeplegen van gijzeling
en
diefstal, voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en bedreiging met geweld gepleegd tegen personen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
Schadevergoeding
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 1]
- veroordeelt de verdachte om aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] een bedrag van
€ 7.838,50 te betalen, bestaand uit € 338,50 als vergoeding van materiële schade en
€ 7.500,00 als vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 maart 2023 tot aan de dag van volledige betaling. Voor zover dit bedrag door een mededader wordt betaald, zal ook de verdachte van zijn betalingsverplichting zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte in de kosten die de benadeelde partij in dit geding heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij nog moet maken in verband met de tenuitvoerlegging;
- verklaart de benadeelde partij in zijn vordering tot vergoeding van materiële schade voor het overige deel van € 10.881,50 niet-ontvankelijk;
- wijst de vordering tot vergoeding van immateriële schade voor het overige deel van
€ 27.500,00 af;
- legt de maatregel op dat de verdachte verplicht is om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij, een bedrag van € 7.838,50 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 maart 2023 tot aan de dag van volledige betaling. Als dit bedrag niet wordt betaald, kan gijzeling voor de duur van 74 dagen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 2]
- veroordeelt de verdachte om aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] een bedrag van
€ 11.125,40 te betalen, bestaand uit € 10.125,40 als vergoeding van materiële schade en
€ 1.000,00 als vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 maart 2023 tot aan de dag van volledige betaling. Voor zover dit bedrag door een mededader wordt betaald, zal ook de verdachte van zijn betalingsverplichting zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte in de kosten die de benadeelde partij in dit geding heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij nog moet maken in verband met de tenuitvoerlegging;
- verklaart de benadeelde partij in zijn vordering tot vergoeding van materiële schade voor het overige deel van € 135,20 niet-ontvankelijk;
- legt de maatregel op dat de verdachte verplicht is om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij, een bedrag van € 11.125,40 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 maart 2023 tot aan de dag van volledige betaling. Als dit bedrag niet wordt betaald, kan gijzeling voor de duur van 90 dagen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart verbeurd de in beslag genomen telefoons, te weten een Apple IPhone Pro Max (A2894) en een Apple IPhone XS (A2097);
- gelast de teruggave van het inbeslaggenomen geldbedrag van € 609,-- aan verdachte;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer 21/002437-19
- beveelt de
tenuitvoerleggingvan de bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 3 september 2021 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer 21/006072-18
- beveelt de
tenuitvoerleggingvan de bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 3 september 2021 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) week.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. E. Venekatte en mr. H.J. Berends, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Greven-Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 18 juli 2024.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer ON2R022037 onderzoek Haver23. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 23 maart 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 80 - 88:
Ik werd op 22 maart 2023 rond 15.45 uur gebeld door ' [medeverdachte 1] '. Hij woont aan [adres 1] op één hoog. Hij zei dat we moeten praten. Ik kwam rond 16.00 uur aan. Nadat [medeverdachte 1] me binnen had gelaten kwamen er twee mannen uit de slaapkamer rennen. Signalement, man 1: donker getint ('neger'), droeg zwart Nike-pak, kort zwart kapsel, onverzorgde snor en sikje en half Antilliaans (zei bv 'Swa'). Signalement man 2: Turks, baardje, kort kapsel, zwarte muts en zwart vest met capuchon en zwarte Adidas-broek.
Ik kreeg gelijk klappen, [medeverdachte 1] keek mee en zei er niks van. Ik moest mijn twee telefoons inleveren, die heeft de Turk in zijn zak gedaan. Ik wilde niet mee, kreeg harde tikken op mijn hoofd en neus. De Turk sloeg en de neger hield mij vast. Toen ik niet meewerkte kreeg ik een revolver op mijn hoofd gezet, ze lieten de kogels zien die in magazijn zaten, daarna besloot ik mee te gaan. De neger gaf mij klap op achterhoofd met kolf van de revolver. De Turk vroeg om mijn autosleutels. Ook het wachtwoord van mijn iCloud heb ik aan hem gegeven.
Ik werd door beide mannen vastgehouden en naar buiten geleid. Ik moest achterin mijn eigen auto plaatsnemen. De Turk zat naast mij en de neger reed. Ik moest mijn trui uit doen en over mijn hoofd doen. Na ongeveer vijf minuten rijden, zijn we ergens naar binnen gegaan, waar ik een trap moest aflopen. In de kelder lag een matras en stond een stoel. Er was geen verlichting. Ik werd gelijk vastgebonden met witte tape aan de stoel. Ik moest al mijn kleren uitdoen. Ik werd door de Turk gefilmd. De neger zei dat ik mee moest werken, ze zeiden dat ik dan niet geslagen zou worden. De Turk vroeg om mijn wachtwoorden en telefooncodes. Hij wilde mijn locatie uitzetten. Toen ik niet meewerkte kreeg ik een harde klap op mijn hoofd van de Turk, toen kwam de neger met de revolver en toen heb ik de codes gegeven: [nummer 1] van iPhone 7 en [nummer 2] van iPhone X. Ook mijn huissleutels zijn afgepakt. Daarna onder bedreiging met geweld iCloud wachtwoord gegeven. Ik mocht daarna kleren aandoen.
Ik moest € 50.000,-- betalen en dan mocht ik gaan. Later is het bedrag verlaagd naar
€ 25.000,--. Ik moest mijn kleren weer uitdoen en mijn vader werd via videobellen met mijn eigen telefoon gebeld. De neger filmde, de Turk zei tegen mijn vader dat als hij mij wilde terugzien hij € 25.000,-- moest betalen. Mijn vader belde een half uur later terug en zei dat € 25.000,-- te veel was. Mijn moeder vroeg om mij te zien. Nadat ik weer kleren aan had werd mijn moeder gebeld. Mijn moeder zei toen dat de politie is gebeld, de Turk verbrak toen de verbinding en gaf mij klappen en dreigde mij levend te begraven. Na een hele tijd kwamen ze allebei terug de kelder in, de Turk zei dat ik mocht gaan omdat mijn vader
€ 10.000,-- had betaald. Ik mocht de kelder uit met een vest over mijn hoofd. De Turk hield mij vast terwijl ik naar de auto liep. Hij ging weer naast mij zitten in de auto. Ik ben uit de auto gezet op de parkeerplaats van de tennisvereniging aan de Hengelose Es. Ik kon de bestuurder niet zien. De afzetlocatie is met mijn vader gedeeld. Ze reden weg in mijn auto, achter een zwarte auto aan (Sedan). Ik rende weg en zag de twee auto's weer richting de parkeerplaats rijden, ik ben naar het politiebureau gelopen.
2. Het proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 1] van 13 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 98- 105:
De kelder die te zien is op bijlage 4 is 100% de kelder. (Dit betreft de kelder van de woning aan de [adres 2] ).
3. Het proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 1] van 21 juni 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 106 - 112:
Mijn bijnaam is [naam 4] . Mijn zonnebril lag in het vakje in de deur van mijn Opel. Die hebben ze ook van mij afgepakt. Het was een Cartier zonnebril.
4. Het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 1] van 27 november 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende:
U vraagt mij wie ik bedoelde met die neger. Daarmee bedoelde ik [medeverdachte 3] . U vraagt mij hoe ik [medeverdachte 3] identificeer als de persoon die zowel in de woning van [medeverdachte 1] aanwezig was als later in de kelder. Hij had steeds dezelfde kleren aan, ik herkende hem aan zijn broek. Ik heb zowel in de woning als in de kelder de stem van [medeverdachte 3] gehoord en ik herken hem ook aan zijn stem.
5. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 11 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 207 - 218:
Op de in beslag genomen telefoons van verdachte [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] zijn filmpjes aangetroffen waar slachtoffer [slachtoffer 1] op te zien is.
Filmpje 1 (duurt 44 seconden) Created: 22-03-2023 17.57.53 afkomstig telefoon [medeverdachte 2] :
[afbeelding]
Ik hoor een mannenstem, hierna te noemen [alias 5] , tegen het slachtoffer praten.
[alias 5] : Zeg mij die codes nu.
[alias 6] : ik heb al gezegd tegen .. onverstaanbaar
[alias 5] : onverstaanbaar.. vergeten die dinges, zeg nog een keer die codes.
[alias 6] : Uh, eentje is [nummer 1]
[alias 5] : [nummer 1]
[alias 6] : En die andere is [nummer 2]
[alias 5] : Is goed, wat zijn die adressen van [plaats] ? En waar woon jij zelf? Van [adres 4] ?
[alias 6] : [adres 4] woon ik zelf, maar dat is begeleid wonen, is met camera's en alles.
Filmpje 2 (duur 27 seconden) Created: 22-03-2023 18.33.21 afkomstig telefoon [medeverdachte 2] :
Ik hoor op het filmpje dat er mannenstem met een Antilliaans accent, hierna te noemen [alias 7] , tegen het slachtoffer praat.
[alias 7] : Begin te praten broer, dit is voor jouw vader, dit is voor jouw vader, dat je veilig thuis gaat komen en verder niks meer gaat gebeuren vriend
[alias 6] : Papa, betaal gewoon alsjeblieft, want ik wil weg hier, ze hebben mij al een tijdje vast en anders gaan ze mij vermoorden als er niet betaald wordt.
Filmpje 5 (duur 9 seconden) Created: 22-03-2023 19.25.19 afkomstig telefoon [medeverdachte 3] :
Ik zie dat het slachtoffer in dezelfde ruimte zit, in dezelfde omstandigheden als beschreven in filmpje 1. Ik hoor dezelfde stem, met Antilliaans accent, als in filmpje 2.
[alias 7] : zeggen... dat er iemand komen, ..onverstaanbaar.. meewerken. Zeg zeg zeg bro!
[alias 6] : Ik wil weg hier, asjeblieft, betaal gewoon zodat ik weg kan.
6. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] van 25 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 524 - 549:
Op 21 maart 2023 werd ik benaderd door twee grote jongens. Ik heb een locatie geregeld, [adres 2] . Dat is de woning van [medeverdachte 3] .
Op 22 maart 2023 ben ik samen met mijn mededader naar de woning van [medeverdachte 1] gereden aan [adres 1] . Wij hebben gewacht in een andere kamer totdat [naam 4] binnen was, zijn toen naar hem toegerend en ik heb met de gebalde vuist op zijn gezicht geslagen. Hij viel toen in de stoel. De mededader richtte een pistool op [naam 4] omdat hij niet wilde meewerken. Hij heeft vervolgens nog meerdere klappen van ons gehad totdat hij wilde meewerken. We hebben hem tussen ons in naar zijn auto gebracht. Ik zat achterin bij [naam 4] en de mededader zat achter het stuur. [naam 4] moest van de mededader een trui over zijn hoofd trekken. Ik zei dat we hem in de kelder moesten zetten. Hij moest van de mededader al zijn kleren uitdoen en werd door mededader vastgezet met duct tape aan stoel. De mededader heeft toen gebeld met de twee grote jongens. De mededader heeft de telefoons van aangever weggebracht naar de grote jongens. Eén telefoon is achtergebleven om contact op te nemen met zijn ouders, we moesten een filmpje maken. Ik en mijn mededader zijn toen naar beneden gegaan om met [naam 4] te praten. We hebben hem gevraagd hoe we aan geld konden komen. We hebben de vader van het slachtoffer gebeld met beeld. De mededader zei dat we € 25.000,-- wilden hebben. De mededader werd boos toen zijn moeder zei dat ze de politie had ingelicht. Zijn vader belde later dat hij maar € 10.000,-- had. Ik heb toen een van de grote jongens gebeld. Ik heb zelf er nog iemand bij geregeld om bij mij op de uitkijk te staan omdat het geld opgehaald moest worden. Heb uiteindelijk met de grotere jongens besproken dat ze maar € 10.000,-- zouden krijgen. Had eerst met de vader afgesproken dat hij het geld bij brandtrap van de [adres 5] zou neerleggen. De vader is rond 03:00 uur bij die flat aangekomen. Ik heb de vader gebeld met de telefoon van aangever, hij heeft het geld bij de brandtrap van de flat neergelegd, in totaal € 10.000,--. Ik heb het geld geteld bij de [adres 2] . [medeverdachte 3] bleef alleen achter toen wij het geld gingen halen. Ik heb aangever na het tellen van het geld afgezet bij de tennisbaan in de Hengelose Es. Ik kwam er daarna achter dat ik zijn huissleutels nog had, ik heb toen de vader gebeld met de telefoon van aangever om af te spreken in buurt van [adres 4] , ik heb daar de sleutels overhandigd. De telefoon heb ik de volgende dag moeten afstaan aan de grote jongen. Ik ben degene op filmpje 1. Het filmpje is met mijn telefoon gemaakt om 17.57 uur. Ik moest dit filmpje sturen aan een van de grote jongens. Ik moest de sleutel van de [adres 4] afgeven aan een van de grote jongens. € 500,-- was voor mij, € 500,-- voor [medeverdachte 3] , € 250,-- voor de jonge jongen en € 250,-- voor mijn vriend. De rest € 8.500,-- moest ik de volgende dag afstaan aan de grote jongen bij de skatebaan aan de Hengelose Es.
7. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] van 4 mei 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 504 - 510:
Op 22 maart 2023 belde [verdachte] , die ik als [alias 1] ken. [alias 1] wilde langskomen. Toen hij er was vertelde hij dat ze [alias 2] moesten hebben. [alias 1] vroeg of ik [alias 2] wilde bellen. Ik zou dan 20 euro voor coke krijgen. Ik zei dat ik geen circus in mijn huis wilde, hij zei dat dit ook niet zou gebeuren. [alias 1] zei dat hij mij zou bellen als ik [alias 2] moest bellen. Ik heb [alias 1] rond 16:30 uur gebeld. Hij zei toen bel hem maar met 10 minuten op dan zorg ik dat wij in de buurt zijn. Ik heb aan [alias 1] doorgegeven dat [alias 2] er over een kwartier aan kwam. Toen na een minuut of 7 of 8 kwamen er 2 jongens aan de deur. Een neger en een andere buitenlandse jongen. Ze zeiden: “Wij moeten van [alias 2] hier wachten”. Ik liep naar de deur en liet [alias 2] erin. Ik zag dat één van de jongens [alias 2] vast had bij het hoofd en hem op de stoel gedrukt hield. De andere jongen gaf [alias 2] een paar klappen op het lichaam. Ze voelden beiden in zijn zakken. [alias 2] schreeuwde. Toen [alias 2] weer begon te schreeuwen heb ik geschreeuwd dat ze eruit moesten. [alias 2] liep tussen de mannen in naar buiten. Beide mannen hadden hem vast.
8. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 7 juni 2023 van de raadkamer, zakelijk weergegeven, inhoudende:
Ik was op de afgesproken tijd op de skatebaan, daarvoor ben ik bij [medeverdachte 2] thuis
geweest.
9. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] van 20 april 2023 in combinatie met het proces verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] van 22 juni 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 193 - 206:
Bij verdachte [medeverdachte 2] is een Apple Iphone 11 Pro in beslag genomen. Het telefoonnummer [telefoonnummer 4] is in gebruik bij [medeverdachte 2] . Het telefoonnummer [telefoonnummer 5] is in gebruik bij [medeverdachte 3] .
Op 21 maart 2023 te 02:17:14 stuurt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 2] : “Bro regel die Tories (straattaal voor
overval) voor morgen. Op 22 maart 2023 om 13:57 stuurt [medeverdachte 2] naar [medeverdachte 3] : “Die torie is nu zo bro”.
In de chat tussen [telefoonnummer 4] in gebruik bij [medeverdachte 2] en [telefoonnummer 1] in gebruik bij “ [alias 8] ” ( [verdachte] )
22 maart 2023 om 15:05 uur [medeverdachte 2] stuurt naar [verdachte] : “Hij zegt 15 min ik bel hem met 10 nog n x bel ik jou”
22 maart 2023 om 15:08 uur [verdachte] stuurt naar [medeverdachte 2] : “Daarna moeten we snel reageren”
22 maart 2023 om 15:08 uur [verdachte] stuurt naar [medeverdachte 2] (vertaald): “Anders krijgt die jongen achterdocht”
22 maart 2023 om 15:08 uur [medeverdachte 2] stuurt naar [verdachte] : “'Jaa bro gelijk haal ik hem op”
22 maart 2023 om 16:00 uur [verdachte] stuurt naar [medeverdachte 2] (vertaald): “Die Cartier bril is van mij hoor”
10. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] van 26 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 386 - 400:
Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 5] in gebruik bij [medeverdachte 3] blijkt dat [medeverdachte 3] op 22 maart 2023 in de middag en avond is gekoppeld aan de mast waar zowel de [adres 2] als [adres 1] onder vallen.
Op 22 maart 2023 te 16.28 uur werd met het telefoonnummer van [medeverdachte 2] gedurende 38 seconden naar het telefoonnummer van [medeverdachte 3] gebeld.
11. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] van 19 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 188 - 192:
Bij verdachte [medeverdachte 3] is een Apple IPhone X in beslag genomen. Het telefoonnummer [telefoonnummer 5] in gebruik bij [medeverdachte 3] stuurt op 22 maart 2023 om 16:28:22 “Ik ga ff op pad’.
12. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] van 30 maart 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 240 - 246:
Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] in gebruik bij [medeverdachte 1] blijkt dat [medeverdachte 1] op 22 maart 2023 om 16.26.51 uur naar het telefoonnummer [telefoonnummer 6] van [slachtoffer 1] belt. Om 16.27.16 uur belt [medeverdachte 1] naar het telefoonnummer [telefoonnummer 1] van [verdachte] / [alias 1] Privé.
Op 22 maart 2023 heeft [medeverdachte 1] onder andere om 14:37 uur, 14:55 uur 15:10 uur, 16:25, 16:27, 16:47 en 17:13 contact met [verdachte] .
13. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] van 30 maart 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 273- 337:
Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] in gebruik bij [verdachte] blijkt dat er voor het eerst contact is met [medeverdachte 2] op 16 februari 2023. Het eerst volgende gesprek is op 7 maart 2023. Vanaf 19 maart 2023 tot en met 23 maart hebben er vervolgens 46 contacten plaats dit betroffen telefoongesprekken en sms berichten, terwijl er daarvoor nauwelijks contact was.
14. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] van 23 mei 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 421 – 436:
Uit de politiesystemen blijkt dat [verdachte] ten tijde van het strafbare feit op 22 en 23 maart 2023 een enkelband droeg. In het onderstaande worden achtereenvolgens de locatiegegevens van de enkelband op 22 maart 2023 weergegeven.
Tussen 14:42 en 14:56 uur is de enkelband ter hoogte van het appartement aan [adres 1] . Uit de politiesystemen blijkt dat [medeverdachte 1] , geboren op
[geboortedatum 2] 1948 te [geboorteplaats 2] , op het appartement aan [adres 1] staat ingeschreven.
Tussen 15:02 en 15:17 uur is de enkelband in (de directe omgeving van) de woning aan de [adres 2] . Uit de politiesystemen blijkt dat onder andere [medeverdachte 3] op het adres aan de [adres 2] stond ingeschreven. Daarna verplaatst de enkelband wederom in de richting van [adres 1] , alwaar het om 15:22 en 15:23 uur uitpeilt in de omgeving van voornoemde appartement aan [adres 1] .
De enkelband verplaatst zich wederom naar de [adres 2] , alwaar het tussen 17:53
en 18:08 uur in (de directe omgeving van) de woning aan de [adres 2] uitpeilt. De enkelband verplaatst zich wederom naar de [adres 2] , alwaar het tussen 18:27 en 18:46 uur verblijft.
Op 23 maart 2023 verplaatst de enkelband naar de parkeerplaats bij Sporthal Weusthag, gevestigd aan de Uitslagweg 102 te Hengelo, alwaar het tussen 12:50 en 12:53 uur verblijft.
15. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] van 11 juli 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 437 – 438:
Opvallend is dat het telefoontoestel van aangever [slachtoffer 1] , de Apple lphone X met
telefoonnummer 06-45831795 op 22 maart 2023 om 19:45 uur, om 20:24 uur en om 20:40 uur actief is en dan aanstraalt op de mast [adres 3] . Op het moment van activiteit van zijn telefoon zit aangever [slachtoffer 1] in de kelder van de woning aan de [adres 2] . Deze woning valt niet in het dekkingsgebied van
de mast [adres 3] . Van verdachte [verdachte] blijkt uit locatiegegevens van zijn enkelband dat hij op 22 maart 2023 van 19:51 tot 20:54 uur aan de Goudstraat 3 te Hengelo is geweest. Dit betreft de McDonalds aldaar. De McDonalds aan de Goudstraat 3 te Hengelo valt in het dekkingsgebied van de mast [adres 3] .
De telefoons van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] stralen aan op de mast [adres 6] , deze geeft dekking op het adres [adres 2] .
16. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] van 26 juli 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 219 – 228:
Bij verdachte [verdachte] is een Apple Iphone 14 Pro Max in beslag genomen. In de data trof ik een chatgesprek aan op Snapchat die gevoerd werd tussen de gebruikers [gebruikersnaam 1] (owner) en [gebruikersnaam 2] . Het gaat om de volgende twee berichten die verstuurd werden:
[nummer 2] verstuurd op 22-3-2023 17:56:31(UTC+0)
[nummer 1] verstuurd op 22-3-2023 19:10:45(UTC+0)
Voorgenoemde verstuurde berichten betreffen met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de toegangscodes van beide telefoons van aangever [slachtoffer 1] , te weten [nummer 1] en [nummer 2] .
Daarnaast trof ik uit hetzelfde chatgesprek nog een andere passage aan. Het gaat om de volgende twee verstuurde berichten:
[e-mailadres 1] op 23-3-2023 07:35:06(UTC+0)
[gebruikersnaam 3] op 23-3-2023 07:35:18(UTC+0)
De hiervoor uitgaande berichten betreffen met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de inloggegevens van de iCloud van aangever [slachtoffer 1]
Ik heb vervolgens de hiervoor genoemde inloggegevens, te weten [e-mailadres 2] en het daarbij behorende wachtwoord “ [gebruikersnaam 3] ” gebruikt. Ik zag hierop dat ik (beperkte) toegang kreeg tot de iCloud. Voor volledige toegang was een zogenoemde twee factor verificatie gebruikt. Telefoonnummer [telefoonnummer 3] bleek het juiste
telefoonnummer te zijn dat inmiddels aan de ICloud gekoppeld was. Dit nummer is in gebruik bij [verdachte] of [naam 2] .
17. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] van 26 juli 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 233 – 239:
Bij verdachte [verdachte] is een Apple Iphone XS in beslag genomen. Er zijn op de telefoon verschillende gesprekken aangetroffen waarin [verdachte] zich op 31 maart 2023, 1 april 2023 en 17 april 2023 voorstelt als de ‘ [alias 4] ’, ‘ [alias 3] ’, ‘met de beste peruaanse pesosa’ De verzender noemt ‘ [alias 2] ’ een ‘Hoerenzoon’, met ‘troep spulle’, een oplichter en een rat.
Uit het onderzoek is gebleken dat aangever [slachtoffer 1] ook wel bekend stond, of zich vaak voordeed, als ‘ [alias 2] ’. Gezien het grote aantal berichten lijkt het er sterk op dat de gebruiker van deze telefoon contactpersonen van aangever [slachtoffer 1] benaderd voor het verkopen van verdovende middelen en zodoende een poging doet om de "klantenkring" van [alias 2] , aangever [slachtoffer 1] , over te nemen.