Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
subsidiairhem zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht
meer subsidiairgeprobeerd heeft hem zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door hem met een mes of haak in/op zijn gezicht/hoofd te steken/snijden.
:
3.De bewijsmotivering
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De schade van benadeelden
- een jas (met bloedvlekken): € 62,50;
- een polo (met bloedvlekken): € 37,38;
- een broek (met bloedvlekken): € 32,88;
- reiskosten: € 17,89.
- 31 (eenendertig) dagen gijzeling ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 1] ;
- 10 (tien) dagen gijzeling ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 2] ;
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
poging tot doodslag.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, meermalen gepleegd.
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) maanden;
12 (twaalf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaardendat verdachte:
de benadeelde partij [slachtoffer 1]toe tot een bedrag van € 2.150,65, bestaande uit € 150,65 aan materiële schade en € 2.000,00 aan immateriële schade;
€ 2.150,65, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2022;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder 1 primair verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 2.150,65, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat
gijzelingvoor de duur van
31 (eenendertig) dagenkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
het overige deelvan de vordering
aan immateriële schade niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
de benadeelde partij [slachtoffer 2]toe tot een bedrag van € 500,00, bestaande uit immateriële schade;
€ 500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2022;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder 2 bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 500,00,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat
gijzelingvoor de duur van
10 (tien) dagenkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
heft opde
schorsingvan het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.