In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt het beroep van eiseres tegen de toekenning van een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven beoordeeld. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven (Wsg) na slachtoffer te zijn geworden van stelselmatig huiselijk geweld in het buitenland. De Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven had haar aanvraag toegewezen met een uitkering van € 5.000,-, maar eiseres was van mening dat zij in aanmerking kwam voor een hogere letselcategorie.
De rechtbank oordeelt dat de commissie terecht het huiselijk geweld dat in Turkije heeft plaatsgevonden niet heeft meegenomen in de beoordeling, aangezien de Wsg alleen uitkeringen toekent voor geweldsmisdrijven die in Nederland zijn gepleegd. De rechtbank stelt vast dat de commissie zich heeft gehouden aan de richtlijnen van de Letsellijst, die bepaalt dat ernstig psychisch letsel kan worden verondersteld bij stelselmatig huiselijk geweld, maar dat in dit geval de commissie een uitkering uit letselcategorie 3 passend achtte.
De rechtbank concludeert dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor letselcategorie 4, omdat er geen diagnose is gesteld die verband houdt met het huiselijk geweld en er geen sprake is van de vereiste afhankelijkheid van derden bij dagelijkse levensverrichtingen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de toekenning van de uitkering uit letselcategorie 3 in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.