ECLI:NL:RBOVE:2024:3788

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 juli 2024
Publicatiedatum
16 juli 2024
Zaaknummer
ak_23_1528
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen toekenning uitkering Schadefonds Geweldsmisdrijven en beoordeling van letselcategorieën

In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt het beroep van eiseres tegen de toekenning van een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven beoordeeld. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven (Wsg) na slachtoffer te zijn geworden van stelselmatig huiselijk geweld in het buitenland. De Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven had haar aanvraag toegewezen met een uitkering van € 5.000,-, maar eiseres was van mening dat zij in aanmerking kwam voor een hogere letselcategorie.

De rechtbank oordeelt dat de commissie terecht het huiselijk geweld dat in Turkije heeft plaatsgevonden niet heeft meegenomen in de beoordeling, aangezien de Wsg alleen uitkeringen toekent voor geweldsmisdrijven die in Nederland zijn gepleegd. De rechtbank stelt vast dat de commissie zich heeft gehouden aan de richtlijnen van de Letsellijst, die bepaalt dat ernstig psychisch letsel kan worden verondersteld bij stelselmatig huiselijk geweld, maar dat in dit geval de commissie een uitkering uit letselcategorie 3 passend achtte.

De rechtbank concludeert dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor letselcategorie 4, omdat er geen diagnose is gesteld die verband houdt met het huiselijk geweld en er geen sprake is van de vereiste afhankelijkheid van derden bij dagelijkse levensverrichtingen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de toekenning van de uitkering uit letselcategorie 3 in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 23/1528

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], uit [woonplaats], eiseres,

(gemachtigde: mr. J. Klomp)
en

de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de toewijzing van haar aanvraag om een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven op grond van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven (hierna: Wsg).
1.1.
De Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven (hierna: de commissie) heeft deze aanvraag met het primaire besluit van 30 januari 2023 toegewezen en haar een uitkering van € 5.000,- (letselcategorie 3) toegekend. Met het bestreden besluit van 12 juni 2023 op het bezwaar van eiseres is de commissie bij deze toekenning gebleven.
1.2.
De commissie heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
Eiseres heeft nadere stukken in het geding gebracht.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 4 juni 2024 op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd. De commissie is met kennisgeving niet verschenen.

Beoordeling door de rechtbank

Wettelijk kader en beleid
1. In artikel 3, aanhef en onder a, van de Wsg staat dat uitkering kan worden gedaan aan een ieder die ten gevolge van een in Nederland opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf ernstig lichamelijk of geestelijk letsel heeft bekomen.
2. De commissie heeft bij het nemen van beslissingen op aanvragen om een uitkering als bedoeld in artikel 3 van de Wsg beslissingsruimte en heeft daaraan invulling gegeven in beleid. Dit beleid is neergelegd in de Beleidsbundel Schadefonds Geweldsmisdrijven en de Letsellijst (versie 1 november 2022). Deze zijn te raadplegen op www.schadefonds.nl.
3. De Letsellijst geeft richtlijnen voor welk fysiek letsel (deel 1) en psychisch letsel (deel 2) volgens de commissie als voldoende ernstig kan worden aangemerkt in de zin van de Wsg om een uitkering te rechtvaardigen.
In het tweede deel is onder 2A uiteengezet bij welke geweldsmisdrijven de commissie zonder beoordeling van medische informatie ernstig psychisch letsel kan vooronderstellen en welke letselcategorie hierbij past. Onder 2B is uiteengezet hoe de commissie in alle overige gevallen op basis van medische informatie beoordeelt of het opgelopen psychisch letsel voldoende ernstig is om voor een uitkering in aanmerking te komen en welke letselcategorie hierbij past. Het is dan van belang dat er een diagnose is gesteld door een hulpverlener. De hulpverlener kan met toestemming van het slachtoffer medische informatie over het psychisch letsel aan de commissie geven. Aan de hand van deze informatie bepaalt de commissie of het opgelopen psychisch letsel voldoende ernstig is om voor een uitkering in aanmerking te komen en welke letselcategorie hierbij past.
4. Op basis van de ernst van het opgelopen letsel en de omstandigheden waaronder het geweldsmisdrijf is gepleegd, bepaalt de commissie welke letselcategorie van toepassing is en welk uitkeringsbedrag hierbij hoort.
Voorliggende besluitvorming
5. Eiseres heeft op 7 november 2022 een aanvraag ingediend om toekenning van een uitkering op grond van de Wsg, omdat zij in de periode van 1 november 1999 tot
2 november 2003 in Neede slachtoffer was van stelselmatig huiselijk geweld.
6. In het primaire besluit van 30 januari 2023 heeft de commissie zich allereerst op het standpunt gesteld dat het misdrijf waarvan eiseres slachtoffer werd, is gepleegd toen zij nog minderjarig was. De indieningstermijn voor het doen van een aanvraag voor een uitkering bedraagt tien jaar en bij minderjarige slachtoffers gaat deze termijn lopen op het moment dat betrokkene meerderjarig wordt. Eiseres had de aanvraag dan ook voor
28 december 2014 moeten indienen. De commissie heeft de aanvraag toch in behandeling genomen, omdat bij eiseres sprake was van psychische overmacht en zij de aanvraag zo spoedig mogelijk heeft ingediend als redelijkerwijs van haar kon worden gevergd.
De commissie heeft aangegeven dat wanneer sprake is van stelselmatig huiselijk geweld, ernstig psychisch letsel wordt verondersteld. Hierbij wordt in de regel een uitkering uit letselcategorie 2 toegekend. In deze zaak evenwel vindt de commissie een uitkering uit letselcategorie 3 passender. Dit vanwege de lange duur en het type geweld, namelijk het opsluiten en slaan met een knuppel. Ook wordt met de hogere uitkering uit letselcategorie 3 rekening gehouden met het lichamelijk en psychisch letsel dat eiseres door het huiselijk geweld opliep.
De commissie heeft daarom aan eiseres een uitkering uit letselcategorie 3 toegekend, wat overeenkomt met een bedrag van € 5.000,-.
7. Met het bestreden besluit van 12 juni 2023 heeft de commissie de primaire toekenning van een uitkering uit letselcategorie 3 (€ 5.000,-) gehandhaafd. De commissie heeft zich hierbij op de navolgende standpunten gesteld.
7.1.
Alleen geweldsmisdrijven die in Nederland hebben plaatsgevonden kunnen in de beoordeling worden betrokken. Dit volgt uit artikel 3 van de Wsg. De periode in Turkije wordt daarom niet meegenomen.
7.2.
De door eiseres in bezwaar overgelegde medische stukken zijn voorgelegd aan de medisch adviseur.
In het door de adviseur op 2 juni 2023 uitgebrachte medisch advies staat dat bij eiseres geen diagnose is gesteld die een relatie zou kunnen hebben met stelselmatig huiselijk geweld. Er zijn wel klachten die daarmee te maken kunnen hebben, echter eiseres is gediagnosticeerd met ADHD en een disharmonisch intelligentieprofiel. Uit de stukken blijkt niet of en welke behandeling eiseres ontvangt. Verder staat in dit advies dat, om voor letselcategorie 4 in aanmerking te komen, er sprake moet zijn van een tijdelijke (ernstige) afhankelijkheid. Uit de stukken blijkt niet dat eiseres afhankelijk is van derden voor de zorg voor haarzelf en haar kinderen. Het feit dat eiseres niet deelneemt aan het arbeidsproces is onvoldoende om voor letselcategorie 4 in aanmerking te komen. De medisch adviseur heeft geadviseerd om geen hogere letselcategorie toe te kennen dan de reeds toegekende letselcategorie 3.
De commissie vindt dat dit advies zorgvuldig is opgesteld en gedegen is onderbouwd. De commissie heeft daarom dit advies gevolgd.
Beoordeling van het beroep
8. De rechtbank overweegt allereerst dat de commissie het huiselijk geweld dat heeft plaatsgevonden toen eiseres in Turkije verbleef, terecht niet heeft meegenomen. Uit artikel 3 van de Wsg volgt immers dat enkel een uitkering kan worden toegekend aan personen vanwege geweldsmisdrijven die in Nederland zijn gepleegd. Dat eiseres destijds onder toezicht stond van een instantie die in Nederland was gevestigd en dat zij erkenning wil voor het leed wat haar in Turkije is aangedaan, zoals eiseres ter zitting heeft betoogd, doet aan de dwingende tekst van artikel 3 van de Wsg niet af.
9. Uit de Letsellijst, deel 2A, volgt dat ernstig psychisch letsel vanwege stelselmatig huiselijk geweld kan worden verondersteld (dus zonder beoordeling van medische informatie) en dat de bijbehorende letselcategorie maximaal categorie 3 is. In deze zaak heeft de commissie deze maximale letselcategorie van toepassing geacht en eiseres de bijbehorende uitkering van € 5.000,- toegekend.
Om voor een uitkering uit letselcategorie 4 voor psychisch letsel vanwege stelselmatig huiselijk geweld in aanmerking te komen, moet worden voldaan aan wat hierover is opgenomen in de Letsellijst, deel 2B. Dit is tussen partijen ook niet in geschil. Partijen zijn verdeeld over het antwoord op de vraag of eiseres voldoet aan de voor letselcategorie 4 geldende voorwaarden.
In de Letsellijst, deel 2B, staat hierover het volgende.
“Letselcategorie 4
• Diagnose door een hulpverlener die bevoegd en bekwaam is om een diagnose te stellen ten aanzien van psychisch letsel en behandeltrajecten die leiden tot langdurige (vooralsnog) tijdelijke afhankelijkheid.”
Verder staat in hoofdstuk 2B een toelichting. Hierin staat voor zover van belang het volgende.
“Toelichting bij de uitgangspunten
• Psychische klachten (bijvoorbeeld boosheid, verdriet, angst) beschouwt het Schadefonds
als een normale menselijke reactie op een trauma. Psychische klachten worden daarom op
zichzelf niet als ernstig letsel aangemerkt.
• De afhankelijkheid kan worden aangetoond met bijvoorbeeld relevante beschikkingen van
de WMO, indicatiestellingsorganen of het UWV. Bij alleen arbeidsongeschiktheid is er
geen sprake van volledige afhankelijkheid.”
10. Eiseres is van mening dat zij aan beide eisen voldoet.
10.1.
Wat betreft de genoemde afhankelijkheid heeft eiseres verwezen naar de afhankelijkheid van derden en de afhankelijkheid van medicijnen. Zij kan niet slapen en krijgt daarom slaapmedicatie. Door deze medicatie wordt zij ’s ochtends niet wakker. Haar minderjarige dochter belt haar elke ochtend omstreeks 07:30 uur wakker. Als de dochter dit niet zou doen, kan zij de dag niet opstarten, aldus eiseres. Ook is zij afhankelijk van derden voor het beheren van haar financiën. Sinds november 2023 krijgt zij ondersteuning via de Stadsbank.
10.2.
Wat betreft de genoemde diagnose heeft eiseres aangevoerd dat zij af en aan loopt bij een psycholoog (gesprekken) en een psychiater (slaapmedicatie). Na een aantal gesprekken gaat het weer wat beter en heeft zij geen gesprekken meer nodig. Na verloop van tijd krijgt eiseres weer een terugval en vraagt zij weer om een verwijzing naar een psycholoog. Sinds afgelopen december heeft zij weer gesprekken met een psycholoog. Gemachtigde van eiseres heeft ter zitting opgemerkt dat zij de besluitvorming zo leest dat de commissie het accent legt bij de al dan niet aanwezige afhankelijkheid. Volgens gemachtigde wordt over het ontbreken van een diagnose heen gestapt.
11. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
11.1.
Uit de hiervoor geciteerde passage uit de Letsellijst, deel 2B, blijkt dat letselcategorie 4 bij stelselmatig huiselijk geweld pas aan de orde kan zijn indien aan twee voorwaarden wordt voldaan, te weten een diagnose door een hulpverlener die bevoegd en bekwaam is om een dergelijke diagnose te stellen
eneen behandeltraject dat leidt tot tijdelijke afhankelijkheid. Uit de toelichting hierop blijkt dat sprake moet zijn van ernstige afhankelijkheid.
11.2.
Dat in de besluitvorming valt te lezen dat de commissie niet zo zwaar zou tillen aan het ontbreken van een diagnose, onderschrijft de rechtbank niet. De medisch adviseur benoemt het ontbreken van een duidelijke diagnose die een relatie kan hebben met het huiselijk geweld expliciet. De commissie heeft dit advies overgenomen en aan haar besluitvorming ten grondslag gelegd. Dit betekent dat aan de eerste voorwaarde voor letselcategorie 4 al niet wordt voldaan, zodat er alleen al om die reden geen aanleiding bestaat om het bestreden besluit te vernietigen. Ten overvloede overweegt de rechtbank nog het volgende.
11.3.
Uit de Letsellijst (omschrijving letselcategorie 4 en de toelichting, met name de verwijzing naar de Wmo) volgt dat er ook sprake moet zijn van een behandeltraject dat leidt tot afhankelijkheid, in die zin dat betrokkene hulp nodig heeft van derden bij de dagelijkse levensverrichtingen voor haarzelf en/of de kinderen. In het medisch advies is aangegeven dat uit de medische stukken niet blijkt of eiseres behandeld wordt en zo ja, welke behandeling (afgezien van medicatie) dat is. Verder blijkt uit die stukken niet dat eiseres bij de dagelijkse levensverrichtingen hulp nodig heeft van derden. Eiseres zorgt immers zelf voor haar kinderen, er wordt nergens gesproken over hulp van derden en zij heeft een sociaal netwerk, aldus de medisch adviseur.
11.4.
De rechtbank is van oordeel dat eiseres in beroep geen stukken heeft ingediend waaruit volgt dat het medisch advies onjuist is. Verweerder heeft er in zijn verweerschrift nog op gewezen dat afhankelijkheid van derden bij de dagelijkse levensverrichtingen (zelfzorg en hygiëne, eten en drinken, koken en schoonhouden van de woning) iets anders is dan afhankelijkheid van therapie of medicatie. Dat eiseres slaapmedicatie neemt, levert dan ook geen afhankelijkheid op in de zin van de Letsellijst. Verder is niet gebleken dat eiseres bijvoorbeeld afhankelijk is van thuiszorg om haar huishouden op orde te houden. Ook het feit dat eiseres ten tijde van de besluitvorming al langdurig in de Ziektewet zat, is volgens de toelichting op de Letsellijst onvoldoende om de voor categorie 4 vereiste afhankelijkheid aan te nemen.
11.5.
Dat eiseres sinds november 2023 financiële ondersteuning van de Stadsbank krijgt, zoals zij ter zitting heeft betoogd, maakt vorenstaande naar het oordeel van de rechtbank niet anders. Voor zover dit al een afhankelijkheid van derden bij de dagelijkse levensverrichtingen oplevert, is niet gebleken dat dit valt te relateren aan het door eiseres meegemaakte huiselijk geweld.
11.6.
De rechtbank is concluderend van oordeel dat de commissie zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat eiseres niet in aanmerking komt voor een uitkering op grond van letselcategorie 4.

Conclusie en gevolgen

12. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de toekenning van een uitkering uit letselcategorie 3 (€ 5.000,-) in stand blijft. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Hoekstra, rechter, in aanwezigheid van
mr. A.E.M. Lever, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
de griffier en de rechter zijn verhinderd deze uitspraak te ondertekenen
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.