ECLI:NL:RBOVE:2024:3710

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 juli 2024
Publicatiedatum
12 juli 2024
Zaaknummer
08/265266-23 (P), 08/139035-23, 16/160198-23, 16/215375-23 en 05/138871-24
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor belaging, bedreiging en vernieling met gevangenisstraf en terbeschikkingstelling

Op 11 juli 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder belaging, bedreiging, vernieling en het overtreden van een gedragsaanwijzing. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 300 dagen, met aftrek van voorarrest, en heeft daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) opgelegd voor de duur van vier jaar. De verdachte is schuldig bevonden aan het stelselmatig belagen van zijn ex-partner en een wijkagent door middel van het versturen van bedreigende e-mails. Ook heeft hij een psychiater bedreigd en meerdere vernielingen gepleegd aan voertuigen van slachtoffers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een autisme spectrum stoornis en een persoonlijkheidsstoornis, wat heeft bijgedragen aan zijn gedrag. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar meegewogen in de strafoplegging. De verdachte heeft geen rekening gehouden met de gevolgen van zijn daden voor de slachtoffers, die zich bedreigd en onveilig voelden. De rechtbank heeft ook de vorderingen van de benadeelde partijen beoordeeld, waarbij schadevergoeding is toegewezen voor de geleden schade door vernielingen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer hoofdzaak: 08/265266-23 (P)
Parketnummers ter terechtzitting gevoegde zaken: 08/139035-23, 16/160198-23,
16/215375-23 en 05/138871-24
Datum vonnis: 11 juli 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1988 in [geboorteplaats] ,
nu verblijvende in de P.I. [locatie 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 27 juni 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. S. Konya, advocaat in Bodegraven, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van wat namens de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] door mr. P.T. Pel is aangevoerd.

2.De tenlastelegging

Voor de leesbaarheid van dit vonnis nummert de rechtbank de feiten als volgt:
  • de feiten van de zaak met parketnummer 08/265266-23 als feiten 1 en 2;
  • het feit van de zaak met parketnummer 08/139035-23 als feit 3;
  • het feit van de zaak met parketnummer 16/160198-23 als feit 4;
  • de feiten van de zaak met parketnummer 16/215375-23 als feiten 5, 6 en 7;
  • het feit van de zaak met parketnummer 05/138871-24 als feit 8.
De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging in de zaak met parketnummer 16/215375-23 van 27 juni 2024, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:in de periode van 1 april 2023 tot en met 25 augustus 2023 wijkagent [slachtoffer 3] heeft gestalkt;
feit 2:in de periode van 23 juni 2023 tot en met 2 augustus 2023 [slachtoffer 4] (psychiater bij [bedrijf 1] ) heeft bedreigd;
feit 3:in de periode van 21 januari 2023 tot en met 6 juni 2023 zijn ex-partner [slachtoffer 5] heeft gestalkt;
feit 4:in de periode van 23 juni 2023 tot en met 29 juni 2023 personenauto’s of autobanden van [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 1] heeft vernield;
feit 5:op 23 augustus 2023 een personenauto van [slachtoffer 7] en/of een medewerker van de [bedrijf 2] heeft vernield;
feit 6:in de periode van 26 augustus 2023 tot en met 27 augustus 2023 een personenauto van [slachtoffer 7] en/of een medewerker van de [bedrijf 2] heeft vernield;
feit 7:in de periode van 26 augustus 2023 tot en met 27 augustus 2023 opzettelijk in strijd met een gedragsaanwijzing heeft gehandeld;
feit 8:op 29 juni 2023 [slachtoffer 6] heeft achtervolgd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
feit 1
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode tussen 1 april 2023 tot en met 25 augustus 2023 te Kampen, althans in Nederland, (telken), wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 3] (Wijkagent te Kampen), door aan die [slachtoffer 3] gedurende voornoemde periode (meermaals) een (zeer) groot aantal e-mails te sturen met een bedreigende, intimiderende, beledigende en/of zwartmakende inhoud met het oogmerk die [slachtoffer 3] , te dwingen iets te doen,
niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
feit 2
Dat hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 juni 2023 tot en met 2 augustus 2023 te Kampen en/of Utrecht, althans in Nederland, [slachtoffer 4] (psychiater bij [bedrijf 1] ) (telkens) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 4] dreigend de woorden toe te voegen:
  • Emailbericht 23 juni 2023: “Als ik je tegenkom dan ben je aan de beurt, vieze kanker verkrachter” en/of
  • Emailbericht 12 juli 2023: “Achterlijke kankersnol, ik hak je aan stront als ik je zie vieze gore kankerverkrachter” en/of
  • Emailbericht 16 juli 2023: “De rechter die met jouw leugens mee is gaan veren, heeft bloed aan zijn handen, maar dit is jouw bloed” en/of “Domme vieze kanker varken… als ik jou tegenkom ben je voor mij” en/of
  • Emailbericht 18 juli 2023: “Vieze gore kankersnol ik ga jou de kanker laten creperen (…) Als ik jou tegenkom maak ik je kapot” en/of “Dikke nooit niet 1 miljoen euro wil ik hebben voor de schade in mijn leven en daar krijg jij een leven voor terug, kanker hoer sterf” en/of
  • Emailbericht 22 juli 2023: “En nu wil ik de documenten hebben anders steek ik een mes in jou reet en mag je zelf voor gek afgedaan worden (…) Schiet op want ik doe jou wat” en/of
  • Emailbericht 24 juli 2023: “onbeschofte kankersnol ik maak jou kapot” en/of
  • Emailbericht 26 juli 2023: “Domme vieze gore kanker snol mijn geld of jouw leven wat naar de klote gaat. Einde van de week meer tijd geef ik je niet meer” en/of
  • Emailbericht 27 juli 2023: “Ik maak je helemaal kapot vieze gore kankersnol” en/of
  • Emailbericht 2 augustus 2023: “ [slachtoffer 4] vieze gore kanker snol. Hoe zou jij je voelen als ik een mes in jou reet steek” en/of “Ik maak jou dood gore kanker zwijn” en/of “200 000 duizend euro of ik maak jou kapot”,

althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

feit 3
hij in of omstreeks de periode van 21 januari 2023 tot en met 6 juni 2023 te Kampen, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 5] , door
  • één of meerdere malen zakelijke en/of privé-contacten, te weten de werkgever en/of de kerk en/of een kennis van die [slachtoffer 5] , e-mailberichten - al dan niet met intimiderende en/of beledigende en/of smadelijke inhoud - te sturen en/of
  • één of meerdere malen zich op te houden rondom en in de nabijheid van de woning van die [slachtoffer 5] en/of
  • één of meerdere malen te bellen naar die [slachtoffer 5] en/of
  • één of meerdere malen berichten te sturen en/of te laten sturen naar die [slachtoffer 5] ,

met het oogmerk die [slachtoffer 5] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;

feit 4
hij in de periode van 23 juni 2023 tot en met 29 juni 2023 te [plaats 1] meermalen, althans eenmaal, opzettelijk en wederrechtelijk een of meer personenauto's en/of autobanden, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
feit 5
hij op of omstreeks 23 augustus 2023 te [plaats 1] opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto van het merk Hyuandai (voorzien van het kenteken [kenteken 1] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 7] en/of een medewerker van de [bedrijf 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
feit 6
hij in of omstreeks de periode van 26 augustus 2023 tot en met 27 augustus 2023 te [plaats 1] opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto van het merk Seat (voorzien van het kenteken [kenteken 2] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 7] en/of een medewerker van de [bedrijf 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
feit 7
hij in of omstreeks de periode van 26 augustus 2023 tot en met 27 augustus 2023 te [plaats 1] opzettelijk heeft gehandeld in strijd met een gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 30 juni 2023 gegeven door de officier van justitie te
Midden-Nederland door zich op te houden binnen een straal van 100 meter van de panden van de [bedrijf 2] ;
feit 8
hij op of omstreeks 29 juni 2023 wederrechtelijk op de openbare weg, de N50,
[slachtoffer 6] vanaf [plaats 1] , gemeente [plaats 1] , tot (en met) Zalk, gemeente Kampen, in zijn vrijheid van beweging heeft belemmerd en/of die [slachtoffer 6] op hinderlijke wijze is blijven achtervolgen.

3.De bewijsmotivering

3.3.1
Feit 1, belaging wijkagent [slachtoffer 3]
3.3.1.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich, overeenkomstig haar op schrift gestelde requisitoir, op het standpunt gesteld dat feit 1 wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
3.3.1.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van feit 1. Verdachte heeft vervelende e-mails verzonden naar [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3] ). Verdachte wilde hem echter niet belagen. Hij wilde hem zijn kant van het verhaal toelichten en bovendien was sprake van een e-mailwisseling over en weer tussen hem en [slachtoffer 3] .
Subsidiair heeft de raadsman partiële vrijspraak bepleit, omdat verdachte pas na ontvangst van de stopbrief op 10 juni 2023 wist dat hij geen contact met hem mocht opnemen. Het verzenden van e-mails in de periode voorafgaand aan ontvangst de stopbrief kan hem dus niet verweten worden.
3.3.1.3 Het oordeel van de rechtbank
Wettelijk kader
Belaging, de juridische benaming van stalking, is in de wet strafbaar gesteld in artikel 285b Wetboek van Strafrecht (Sr) als het wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maken op eens anders persoonlijke levenssfeer met het oogmerk die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden dan wel vrees aan te jagen.
Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van belaging als bedoeld in artikel 285b Sr zijn verschillende factoren van belang, te weten: de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer.
Feiten om omstandigheden
De rechtbank stelt vast dat niet ter discussie staat dat verdachte, in de periode van
1 april 2023 tot en met 25 augustus 2023, in totaal 210 e-mails met regelmatig vervelende, onaangename en ook dreigende teksten naar het zakelijk e-mailadres van [slachtoffer 3] heeft verzonden. Verdachte stuurde [slachtoffer 3] regelmatig meerdere e-mailtjes per dag en een deel van die e-mails werd in cc naar andere personen en instanties, zoals bijvoorbeeld het RTL Nieuws, verzonden. Verdachte is begonnen met het verzenden van de e-mails, nadat hij van [slachtoffer 3] op 27 februari 2023, namens zijn ex-partner [slachtoffer 5] (waarover onder
3.3.3 Feit 3, belaging van [slachtoffer 5]
meer), een zogenaamde stopbrief had ontvangen.
Op 1 september 2023 heeft wijkagent [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3] ) aangifte gedaan van stalking door verdachte en op 15 september 2023 heeft hij in verband daarmee een klacht bij de hulpofficier van justitie neergelegd. In de aangifte van [slachtoffer 3] is te lezen dat dat hij in eerste instantie heeft gereageerd op de e-mails van verdachte. Te lezen is dat hij verdachte heeft willen uitleggen waarom hij de stopbrief namens [slachtoffer 5] heeft verstuurd en dat hij verdachte heeft laten weten dat zijn taalgebruik niet passend was. Omdat verdachte [slachtoffer 3] bleef e-mailen, heeft [slachtoffer 3] eerst op 13 maart 2023 en later op 10 juni 2023 laten weten dat verdachte moest stoppen met e-mailen. In de aangifte van [slachtoffer 3] is verder te lezen dat hij de e-mails die hij ontving als beledigend en kwetsend heeft ervaren en maakten de e-mails dat hij zich onveilig voelde. Daarnaast vond hij het heel vervelend dat andere personen en instanties e-mails hebben ontvangen, waarin door verdachte werd gesteld dat [slachtoffer 3] zou liegen, zijn boekje te buiten zou gaan en dat hij de oorzaak van de problemen van verdachte zou zijn.
In de e-mails die verdachte aan [slachtoffer 3] (en anderen in CC) verzond stonden, onder meer, de volgende teksten:
Op 2 juni 2023, verzonden aan [slachtoffer 3] en een collega van [slachtoffer 3] :
“Bij deze hoop ik dat je kinderen verkracht worden en zei hun verkrachters een
schadevergoeding moeten betalen want de gene die iemand verkracht is in persoon
geschaad”
Op 26 juni 2023, verzonden aan [slachtoffer 3] en twee andere e-mailadressen van de politie:
“Politie die verkrachters bij staat en verdedigd ongelooflijk.”
Op 2 juli 2023, verzonden aan [slachtoffer 3] :
“Belaagd wordt met een schrijver van jou.... Bij deze ben jij aan drijfveer tot aanzetten van haat zaaien”.
Op 25 juli 2023, verzonden aan [slachtoffer 3] :
“wat ben jij een achterbakse hond. Waar is dat stopgesprek?? Zou veel te verliezen dat jou fouten door jou collega's ff opgelost moet worden. Vieze schijnheilige”.
Op 5 augustus 2023, verzonden aan, onder meer, [slachtoffer 3] , de strafgriffie van de Rechtbank Noord-Nederland en RTL Nieuws:
“Stelletje kanker Mongolen bloed serieus keer op keer geweest en niemand help mij
moeten er echt doden gaan vallen vieze kanker verkrachters”.
Overwegingen en conclusies
De rechtbank is van oordeel dat verdachte [slachtoffer 3] e-mails heeft gezonden, waarvan de inhoud naar objectieve maatstaven bezien, bedreigend, intimiderend, beledigend en zwartmakend was. In een periode van vijf maanden werden 210 e-mails verzonden, regelmatig meerdere e-mails per dag. Een deel van die e-mails werd ook aan andere personen en instanties verzonden. De rechtbank is van oordeel dat de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de door verdachte verzonden e-mails en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van [slachtoffer 3] (naar objectieve maatstaven bezien) zodanig zijn geweest dat van een stelselmatige inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer sprake is geweest.
De rechtbank verwerpt het door de verdediging opgevoerde verweer dat verdachte pas op
10 juni 2023, na ontvangst van de stopbrief, kon weten dat [slachtoffer 3] geen e-mails van hem wilde ontvangen. [slachtoffer 3] heeft verdachte op 13 maart 2023, dus voor de tenlastegelegde periode, al per e-mail laten weten dat hij geen e-mails van verdachte meer wilde ontvangen. Bovendien is de rechtbank van oordeel dat het voor verdachte, gelet op de grote hoeveelheid e-mails en de inhoud van de verzonden berichten, van meet af aan duidelijk moet zijn geweest dat de
e-mails die hij verzond door [slachtoffer 3] als ongewenst werden ervaren. De rechtbank verwerpt verder het door de verdediging gevoerde verweer dat sprake was van een e-mailwisseling tussen verdachte en [slachtoffer 3] . Uit de aangifte van [slachtoffer 3] komt naar voren dat [slachtoffer 3] een paar keer heeft gereageerd op de e-mails van verdachte om uit te leggen waarom hij de stopbrief namens [slachtoffer 5] heeft verzonden en om aan verdachte kenbaar te maken dat hij zijn taalgebruik niet passend vond en dat verdachte hem niet meer mocht e-mailen. De grote hoeveelheid
e-mails die verdachte aan [slachtoffer 3] verzond, stond bovendien in geen verhouding tot het geringe aantal reacties dat verdachte daarop van [slachtoffer 3] ontving om te spreken van een gelijkwaardige e-mailwisseling.
De rechtbank komt, gezien het voorgaande, tot bewezenverklaring van het onder 1 tenlastegelegde feit.
3.3.2
Feit 2, bedreiging van [slachtoffer 4]
3.3.2.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich, overeenkomstig haar op schrift gestelde requisitoir, op het standpunt gesteld dat feit 2 wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
3.3.2.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van feit 2. De e-mails aan [slachtoffer 4] (hierna: [slachtoffer 4] ) werden weliswaar met het e-mailadres van verdachte verzonden, maar niet door hem. Het is niet ondenkbaar dat iemand anders heeft ingebroken in zijn mailbox om vanuit zijn, verdachtes, naam de e-mails te verzenden.
3.3.2.3 Het oordeel van de rechtbank
Feiten en omstandigheden
Op 19 oktober 2023 heeft [aangever] , manager bij [bedrijf 1] , aangifte gedaan van bedreiging van haar collega [slachtoffer 4] , psychiater bij [bedrijf 1] . In de aangifte is te lezen dat verdachte begeleid wordt door [slachtoffer 4] en dat zij via e-mail bedreigingen van verdachte heeft ontvangen.
[slachtoffer 4] heeft bij de politie verklaard dat zij verdachte heeft begeleid in de periode van juni 2021 tot en met 26 juni 2023. In juni 2023 kreeg [slachtoffer 4] te horen dat verdachte ontevreden was over zijn behandeling en vanaf dat moment was het moeilijk om met hem te communiceren. Kort nadat zij over de onvrede van verdachte had gehoord, ontving [slachtoffer 4] e-mails met daarin de teksten zoals opgenomen in de tenlastelegging. [slachtoffer 4] heeft verklaard dat de inhoud van de e-mails impact op haar hebben en dat zij zich bedreigd voelt.
Uit het procesdossier komt naar voren dat de e-mails allemaal afkomstig waren van het
e-mailadres [e-mailadres 1] . Onder een aantal e-mails stond, ter afsluiting, de naam van verdachte.
Overwegingen en conclusies
De rechtbank is van oordeel dat verdachte degene is geweest die [slachtoffer 4] de in de tenlastelegging genoemde teksten heeft toegezonden. De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging, inhoudende dat mogelijk iemand in de e-mailbox van verdachte heeft ingebroken om de e-mails te verzenden. Verdachte heeft deze stelling niet verder onderbouwd en deze stelling vindt geen steun in het dossier en de rechtbank acht deze verklaring, gelet op de genoemde feiten en omstandigheden, niet aannemelijk en ongeloofwaardig.
De rechtbank is verder van oordeel dat de e-mails die [slachtoffer 4] heeft ontvangen bedreigingen bevatten. De gebruikte bewoordingen zijn niet voor een andere uitleg vatbaar. Uit de verklaring van [slachtoffer 4] volgt ook dat zij de e-mails als bedreigend heeft opgevat. De rechtbank is verder van oordeel dat bij [slachtoffer 4] de redelijke vrees kon ontstaan dat verdachte haar daadwerkelijk iets aan zou kunnen doen. Voorafgaand aan de bedreigingen was immers sprake van een jarenlange behandelaar-patiënt relatie tussen verdachte en [slachtoffer 4] en verdachte had over die behandeling zijn onvrede geuit, waarna de communicatie tussen beiden verslechterde.
De rechtbank komt, gezien het bovenstaande, tot bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde feit.
3.3.3
Feit 3, belaging van [slachtoffer 5]
3.3.3.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich, overeenkomstig haar op schrift gestelde requisitoir, op het standpunt gesteld dat feit 3 wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
3.3.3.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van feit 3. Verdachte heeft vervelende mails verzonden naar de werkgever en het kerkgenootschap van [slachtoffer 5] (hierna: [slachtoffer 5] ) en naar een wederzijdse bekende van hem en [slachtoffer 5] . Ook heeft hij geprobeerd op verschillende manieren met [slachtoffer 5] in contact te treden, nadat [slachtoffer 5] hun relatie had beëindigd. Verdachte wilde [slachtoffer 5] echter niet belagen. Hij wilde [slachtoffer 5] spreken over een onenigheid over de borg van zijn huurwoning en om haar te melden dat hij een SOA had opgelopen.
Subsidiair heeft de raadsman partiële vrijspraak verzocht, omdat verdachte pas na ontvangst van de stopbrief op 27 februari 2023 wist dat hij geen contact met [slachtoffer 5] mocht opnemen. Hij wist voorafgaand aan die brief niet dat zij geen contact met hem wilde. Zijn pogingen om met haar in contact te komen in de periode voorafgaand aan de stopbrief kunnen hem dus niet verweten worden.
Indien en voor zover de rechtbank tot een bewezenverklaring van het onder 3 ten laste gelegde zou komen, heeft de raadsman voorwaardelijk verzocht de zaak aan te houden om [getuige 1] , [getuige 2] , [slachtoffer 5] en [getuige 3] als getuigen te kunnen horen.
3.3.3.3 Het oordeel van de rechtbank
Feiten en omstandigheden
Op 3 april 2023 heeft [slachtoffer 5] aangifte gedaan tegen verdachte. Ook heeft zij een klacht neergelegd bij de hulpofficier van justitie. In de aangifte is te lezen dat [slachtoffer 5] en verdachte van 1 januari 2023 tot en met 21 januari 2023 een relatie met elkaar hadden. [slachtoffer 5] heeft die relatie op 21 januari 2023 beëindigd door middel van een Whatsapp-bericht. Nadat zij de relatie had beëindigd, ontving zij direct bedreigende Whatsapp-berichten van hem, als gevolg waarvan [slachtoffer 5] het telefoonnummer van verdachte in Whatsapp heeft geblokkeerd. Vanaf dat moment ontving [slachtoffer 5] sms-berichten van verdachte en bleef hij haar bellen. Ook ontving [slachtoffer 5] berichten van vrienden van verdachte en zag zij verdachte voorbij haar huis rijden. [slachtoffer 5] heeft verdachte ook bij haar zien aanbellen, gevolgd door pogingen om haar telefonisch te bereiken, omdat zij de deur niet opendeed. Via een collega kwam [slachtoffer 5] erachter dat verdachte ook berichten zond naar, onder meer, de openbare e-mailbox van haar werkgever, [bedrijf 3] , en naar het kerkgenootschap waartoe [slachtoffer 5] behoort, genaamd [organisatie] . In de e-mails stond persoonlijke informatie over [slachtoffer 5] .
De wijkagent [slachtoffer 3] heeft op 27 februari 2023, namens [slachtoffer 5] , een stopbrief verzonden naar verdachte.
Getuige [getuige 3] , de dochter van [slachtoffer 5] , heeft bij de politie verklaard dat zij heeft gezien dat verdachte, nadat de relatie tussen haar moeder en hem was beëindigd, af en toe langs de woning van haar moeder reed, dat zij er regelmatig bij was als haar moeder door verdachte werd gebeld en dat zij een keer thuis was toen verdachte voor de deur stond en aanbelde.
Getuige [getuige 3] (hierna: [getuige 3] ), werkgever van [slachtoffer 5] , heeft bevestigd dat in de openbare e-mailbox van het bedrijf e-mails van verdachte over [slachtoffer 5] binnenkwamen. [getuige 3] heeft een spambox aangemaakt, zodat de e-mails daar in terecht zouden komen. Hij verklaarde dat hij met [slachtoffer 5] had gesproken over de e-mails en dat hem duidelijk werd dat [slachtoffer 5] het absoluut niet leuk vond dat verdachte e-mails over haar naar haar werkgever stuurde.
Ook getuige [getuige 4] , de beheerder van de e-mailbox van het kerkgenootschap van [slachtoffer 5] , heeft verklaard dat het genootschap e-mails van verdachte ontving met daarin persoonlijke informatie over [slachtoffer 5] . De hoeveelheid e-mails die werd ontvangen, was zodanig dat een spambox werd aangemaakt om ze daarin te ontvangen. Vanuit de kerk heeft [slachtoffer 7] voor ondersteuning voor [slachtoffer 5] gezorgd, omdat duidelijk was dat zij het moeilijk had.
Politieonderzoek heeft uitgewezen dat verdachte in de periode maart 2023 tot met
6 juni 2023 in ieder geval twaalf e-mails heeft verstuurd naar de werkgever van [slachtoffer 5] en in ieder geval negen e-mails naar het kerkgenootschap van [slachtoffer 5] . Een aantal van die e-mails werd meerdere malen, soms wel acht keer, verzonden.
In de e-mails die verdachte verzond, stonden onder meer de volgende teksten:
Op 5 maart 2023 aan wijkagent [slachtoffer 3] :
“Hoe kan je leven met jezelf door voor een hoer op te komen(…)”
Op 24 maart 2023 aan, onder meer, kerkgenootschap [organisatie] en [bedrijf 3] :
“Met je het kan je niks schelen je kent haar via mij dus dan mag het hoeren streken uithalen en zal jij met je arrogant pleuris bek het wel ff opknappen de kerk heeft er even veel mee te maken als jij niks maar toch ff de baas willen spelen ongevraagd eten komen brengen in mijn kamer die ik huur.”
En:
“Rot op vieze achterbakse kanker hond”
Op 19 mei 2023 aan [bedrijf 3] en wijkagent [slachtoffer 3] :
“Hoop voor haar dat ze er al wat aan gedaan heeft en bij deze meld ik het netjes. Had het graag persoonlijk gemeld maar de schrijver van de politie laat me geen keuze. Zogenaamd de eerste naar haar scheiding.”
Als bijlage bij de laatstgenoemde e-mail werd, onder meer, een beschrijving van secundaire syfilis meegezonden.
Overwegingen en conclusies
De rechtbank is van oordeel dat het horen van de voorwaardelijk verzochte getuigen niet van belang is voor enige te nemen beslissing in het kader van de artikelen 348 en 350 Sv. en wijst het door de verdediging (voorwaardelijk) gedane verzoek af.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte, na het beëindigen van de relatie door [slachtoffer 5] op
21 januari 2023, bedreigende berichten heeft gestuurd, heeft geprobeerd met haar in contact te komen door middel van bellen, het rijden langs haar huis en het aanbellen bij haar woning. In de periode van maart 2023 tot en met 6 juni 2023 heeft verdachte vervolgens een aanzienlijke hoeveelheid e-mails verzonden naar, onder meer, [bedrijf 3] en kerkgenootschap [organisatie] , waarvan de inhoud persoonlijke (al dan niet juiste) informatie over [slachtoffer 5] bevatte en die, naar objectieve maatstaven bezien, intimiderend en beledigend was voor [slachtoffer 5] . Uit de verklaringen van haar werkgever en de beheerder van de mailbox van haar kerkgenootschap volgt dat zij e-mails van verdachte hebben ontvangen en dat die wetenschap, in samenhang bezien met de inhoud van de e-mails, een negatieve impact had op de gemoedstoestand van [slachtoffer 5] .
De rechtbank is, gelet op het vorenstaande, van oordeel dat de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de pogingen om in contact te komen met [slachtoffer 5] nadat zij de relatie had beëindigd en zij verdachte had geblokkeerd op whatsapp en de door verdachte verzonden e-mails en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van [slachtoffer 5] (naar objectieve maatstaven bezien) zodanig zijn geweest, dat van een wederrechtelijke en stelselmatige inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer sprake is geweest.
De rechtbank verwerpt het verweer dat verdachte pas op 27 februari 2023, na ontvangst van de stopbrief, kon weten dat [slachtoffer 5] geen contact meer met hem wilde. [slachtoffer 5] heeft verklaard alle contacten met verdachte te hebben verbroken, door zijn nummer te blokkeren en hem niet meer te woord te staan. Dit gedrag van [slachtoffer 5] moet voor verdachte aanleiding zijn geweest om te beseffen dat [slachtoffer 5] geen contact meer met hem wilde. De rechtbank is verder van oordeel dat het voor verdachte, gelet op de inhoud van de e-mails en het feit dat die aan de werkgever en het kerkgenootschap van [slachtoffer 5] werden verzonden, duidelijk moet zijn geweest dat de
e-mails die hij verzond door [slachtoffer 5] als ongewenst werden ervaren. De rechtbank verwerpt verder het door de verdediging gevoerde verweer dat verdachte [slachtoffer 5] slechts wilde informeren over onenigheid over de borg van zijn huurwoning en het feit dat hij een SOA had opgelopen. Uit de gebruikte bewoordingen en de toonzetting van de e-mails, bezien in samenhang met het feit dat verdachte deze naar de werkgever en het kerkgenootschap van verdachte heeft verzonden, leidt de rechtbank af dat verdachte [slachtoffer 5] niet (slechts) heeft willen informeren, maar haar heeft willen intimideren.
De rechtbank komt, gezien het voorgaande, tot bewezenverklaring van het onder 3 tenlastegelegde feit.
3.3.4
Feit 4, vernieling auto’s/autobanden [slachtoffer 6] en [slachtoffer 1]
3.3.4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich, overeenkomstig haar op schrift gestelde requisitoir, op het standpunt gesteld dat feit 4 wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
3.3.4.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van feit 4. Verdachte heeft bekend dat hij op 29 juni 2023 op het terrein van de [bedrijf 2] de autobanden van [slachtoffer 6] (hierna: [slachtoffer 6] ) en [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ) heeft laten leeglopen, maar is van mening dat dat geen vernieling oplevert, omdat hij daarbij niets heeft beschadigd.
3.3.4.3 het oordeel van de rechtbank
Feiten en omstandigheden
Op 29 juni 2023 is door [slachtoffer 6] aangifte gedaan van vernieling. [slachtoffer 6] had diezelfde dag gezien en gehoord dat verdachte op het parkeerterrein van de [bedrijf 2] naar zijn, [slachtoffer 6] ’s, auto toeliep en (vermoedelijk) de lucht uit een aantal van zijn autobanden liet lopen.
Op 30 juni 2023 deed [slachtoffer 1] aangifte van vernieling. Ook zij had verdachte op
29 juni 2023 op het parkeerterrein van de [bedrijf 2] te [plaats 1] gezien. Later op de avond liep zij naar haar auto en zag zij dat deze scheef stond. Ook (een aantal van) de banden van haar auto waren leeg.
Overwegingen en conclusies
De rechtbank overweegt dat, om tot bewezenverklaring van vernieling te komen, niet noodzakelijk is dat een goed onherstelbaar beschadigd is. Ook het onbruikbaar maken van een goed valt onder het bepaalde in artikel 350 Sr. Uit vaste jurisprudentie komt naar voren dat sprake is van onbruikbaar maken, als een voorwerp in een toestand wordt gebracht waardoor het niet meer gebruikt kan worden voor het doel waarvoor het is bestemd. Daaraan behoeft niet af te doen dat de onbruikbaarmaking tijdelijk is en herstel in het gebruik zonder noemenswaardige kosten of inspanning mogelijk is.
Verdachte heeft de autobanden van [slachtoffer 6] en [slachtoffer 1] laten leeglopen, waardoor zij tijdelijk niet geschikt waren voor gebruik. Dat de banden weer opgepompt konden worden, waardoor zij weer geschikt waren voor gebruik, doet daaraan niet af.
De rechtbank komt, gelet op het bovenstaande, tot bewezenverklaring van feit 4.
3.3.5
Feiten 5, 6 en 7, vernielingen en overtreding van een gedragsaanwijzing
De rechtbank zal de feiten 5, 6 en 7 gezamenlijk behandelen, gelet op de nauwe samenhang tussen deze feiten.
3.3.5.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich, overeenkomstig haar op schrift gestelde requisitoir, op het standpunt gesteld dat de feiten 5, 6 en 7 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
3.3.5.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de feiten 5, 6 en 7, wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
3.3.5.3 Het oordeel van de rechtbank
Feiten en omstandigheden
Op 30 juni 2023 is aan verdachte een gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering (Sv), inhoudende dat het hem verboden was om zich binnen een straal van 100 meter van de panden van de [bedrijf 2] in Nederland op te houden. De gedragsaanwijzing werd betekend aan verdachte in persoon.
In augustus 2023 heeft [slachtoffer 7] (hierna: [slachtoffer 7] ), regiomanager bij de [bedrijf 2] Flevoland en Noord Veluwe, aangifte gedaan van twee vernielingen bij de [bedrijf 2] .
De eerste aangifte deed zij op 23 augustus 2023, namens een medewerker van de [bedrijf 2] . In de aangifte is te lezen dat in de nacht van 22 op 23 augustus 2023, omstreeks 02:15 uur, van een Hyundai I20 met kenteken [kenteken 1] een autoband was leeg gelopen en dat verdachte dat zou hebben gedaan (feit 5). Dit gebeurde op het parkeerterrein van de [bedrijf 2] te [plaats 1] . De auto was eigendom van een medewerker van [bedrijf 2] . Ook komt uit de aangifte naar voren dat de [bedrijf 2] een handgeschreven brief heeft ontvangen, die vermoedelijk van verdachte afkomstig was. Op de achterkant van de brief is een zorgplan zichtbaar. Dit zorgplan komt overeen met het zorgplan zoals dat in het verleden voor verdachte werd opgesteld. De tweede aangifte deed [slachtoffer 7] op 26 augustus 2023, namens een cliënt van de [bedrijf 2] . In de aangifte is te lezen dat in de nacht van 26 op 27 augustus 2023 tussen 22:00 en 07:00 uur een Seat Ibiza met kenteken [kenteken 2] op het parkeerterrein van de [bedrijf 2] te [plaats 1] werd bekrast (feit 6). De auto was eigendom van een cliënt van de [bedrijf 2] .
Van beide incidenten zijn camerabeelden beschikbaar gesteld aan de politie. In het procesdossier zijn processen-verbaal gevoegd met stills van de beelden en zijn de beelden beschreven.
Op camerabeelden van 23 augustus 2023 is te zien dat om 02:18 uur een manspersoon met blanke huidskleur, gekleed in een donkerblauwe hoody en een donkerblauwe spijkerbroek en zwarte schoenen, richting een geparkeerde auto loopt. Vervolgens is te zien dat de man ter hoogte van het rechter achterwiel knielt en zo enige tijd blijft zitten. Daarna loopt hij uit beeld. Op camerabeelden van 27 augustus 2023 is te zien dat om 00:18 uur een manspersoon met een blanke huidskleur in beeld komt. De man is gekleed in een blauwe hoody, een blauwe spijkerbroek en zwarte schoenen. De man loopt naar een geparkeerd staande Seat en steekt zijn rechter hand uit ter hoogte van de linker achterzijde van de Seat en loopt vervolgens langs de gehele linkerzijde van de auto. De man stopt bij het spatbord links en gaat vervolgens weer met zijn rechterhand langs de gehele linker zijde van de auto.
Uit het procesdossier volgt verder dat verbalisanten op 27 augustus 2023 om ongeveer 00:15 uur op de rotonde afreden die grenst aan onder meer de Beurstraat in [plaats 1] . De [bedrijf 2] te [plaats 1] is gevestigd aan de [adres 1] . Verbalisanten zagen daar op het fietspad een man rennen, die, toen hij verbalisanten in het oog kreeg, versnelde, over een heg sprong en de wijk in rende. De man droeg een donkere broek, donkere schoenen en een donker vest met capuchon. Verdachte stopte niet toen hij daartoe werd aangemaand en er volgde een achtervolging te voet. De man werd uiteindelijk aangehouden en de betreffende verbalisant herkende hem direct als zijnde verdachte.
Een verbalisant, die de persoon op de camerabeelden van 27 augustus 2023 vergeleek met een foto van verdachte, die werd genomen ten tijde van zijn aanhouding, heeft geconstateerd dat de signalementen van verdachte en de man op de beelden exact gelijk waren.
Overwegingen en conclusies
De rechtbank haalt uit de aangifte en de camerabeelden, in samenhang bezien met het feit dat een handgeschreven brief werd bezorgd met op de achterzijde een oud behandelplan van verdachte en het feit dat op de camerabeelden steeds een blanke man met zwarte schoenen en donkerblauwe kleding te zien is, en verdachte dergelijke kleding ook aanhad bij zijn aanhouding op 27 augustus 2023, het wettige bewijs en ook de overtuiging dat verdachte zich op 23 augustus 2023 op het terrein van de [bedrijf 2] te [plaats 1] heeft bevonden en dat hij de band van de Hyundai met kenteken [kenteken 1] heeft laten leeg lopen.
De rechtbank is ook van oordeel dat verdachte in de nacht van 26 op 27 augustus 2023 op het terrein van de [bedrijf 2] aanwezig was en de Seat met kenteken [kenteken 2] heeft bekrast. Zij baseert haar oordeel op de aangifte, de camerabeelden en het feit dat verdachte op
27 augustus 2023 kort nadat op de beelden te zien was dat een man de Seat Ibiza bekrast had, in de directe omgeving van de [bedrijf 2] te [plaats 1] werd aangehouden met exact dezelfde kleding aan als de man op de camerabeelden.
Verdachte is zowel op 23 augustus 2023 als in de nacht van 26 op 27 augustus 2023 op het terrein van de [bedrijf 2] te [plaats 1] aanwezig geweest. Volgens de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering (Sv), die op 30 juni 2023 aan verdachte in persoon werd betekend, was het hem verboden om zich binnen een straal van 100 meter van de gebouwen van de [bedrijf 2] op te houden. De rechtbank is van oordeel dat uit het bovenstaande volgt dat verdachte tot twee keer toe in strijd met de voornoemde gedragsaanwijzing heeft gehandeld.
De rechtbank komt, gelet op het bovenstaande, tot bewezenverklaring van de feiten 5, 6 en 7.
3.3.6
Feit 8, hinderlijk volgen van [slachtoffer 6]
3.3.6.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich, overeenkomstig haar op schrift gestelde requisitoir, op het standpunt gesteld dat feit 8 wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
3.3.6.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van feit 8. Verdachte heeft achter [slachtoffer 6] aan gereden, maar niet om hem in zijn vrijheid te belemmeren of hem hinderlijk te volgen. Hij wilde [slachtoffer 6] een briefje geven, waarop het verzoek stond om zijn mentorschap op te zeggen.
3.3.6.3 Het oordeel van de rechtbank
Feiten en omstandigheden
Op 29 juni 2023 kwam bij de politie een melding binnen van [slachtoffer 6] . [slachtoffer 6] deelde mee dat hij in de auto reed, op weg van zijn werk bij de [bedrijf 2] te [plaats 1] naar zijn woning in Kampen, en dat hij werd achtervolgd door verdachte. [slachtoffer 6] reed op de N50 en was de afrit Kampen-Zuid net gepasseerd. De dienstdoende verbalisant adviseerde [slachtoffer 6] om de N50 ter hoogte van de het tankstation [bedrijf 4] te verlaten en de parkeerplaats aldaar op te rijden en te blijven rijden rondom het daar gelegen tankstation en hotel, in afwachting van de politie. Toen de politie arriveerde, nadat [slachtoffer 6] 2,5 rondjes om het tankstation en het hotel had gereden, daarbij achtervolgd door verdachte, heeft [slachtoffer 6] zijn weg naar huis vervolgd. Verdachte werd op heterdaad aangehouden op verdenking van artikel 426bis Sr.
Uit onderzoek van de politie komt naar voren dat verdachte [slachtoffer 6] heeft achtervolgd over een afstand van 23,1 kilometer, wat overeenkomst met een achtervolging van ongeveer 20 minuten.
Overwegingen en conclusies
De rechtbank stelt op grond van de bovenstaande feiten en omstandigheden vast dat verdachte [slachtoffer 6] heeft gevolgd op weg van diens werk naar diens woning. Hoewel verdachte heeft verklaard [slachtoffer 6] alleen maar te hebben gevolgd om hem een briefje te geven, is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan overtreding van artikel 426bis Sr., gelet op de duur en de afstand van de achtervolging. De rechtbank is van oordeel dat de achtervolging voor [slachtoffer 6] , op zijn minst, hinderlijk is geweest. De rechtbank merkt daarbij op dat, om te begrijpen hoe [slachtoffer 6] de achtervolging heeft beleefd, de achtervolging niet los kan worden gezien van feit dat verdachte eerder op de avond de autobanden van [slachtoffer 6] had laten leeglopen (waarover meer onder het kopje
‘3.3.3 Feit 4, vernieling auto’s/autobanden [slachtoffer 6] en [slachtoffer 1] ’).
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 8 ten laste gelegde feit.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
feit 1
hijop een of meerdere tijdstippeninof omstreeksde periode tussen 1 april 2023 tot en met 25 augustus 2023 te Kampen,althans in Nederland,telkens, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 3] Wijkagent te Kampen, door aan die [slachtoffer 3] gedurende voornoemde periode meermaals een groot aantal e-mails te sturen met een bedreigende, intimiderende, beledigende en/of zwartmakende inhoud met het oogmerk die [slachtoffer 3] ,te dwingen iets te doen,
niet te doen, te dulden en/ofvrees aan te jagen;
feit 2
hijop tijdstippeninof omstreeksde periode van 23 juni 2023 tot en met 2 augustus 2023te Kampen en/of Utrecht, althansin Nederland, [slachtoffer 4] psychiater bij [bedrijf 1] telkens heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/ofmet zware mishandeling, door die [slachtoffer 4] dreigend de woorden toe te voegen:
  • Emailbericht 23 juni 2023: “Als ik je tegenkom dan ben je aan de beurt, vieze kanker verkrachter” en/of
  • Emailbericht 12 juli 2023: “Achterlijke kankersnol, ik hak je aan stront als ik je zie vieze gore kankerverkrachter” en/of
  • Emailbericht 16 juli 2023: “De rechter die met jouw leugens mee is gaan veren, heeft bloed aan zijn handen, maar dit is jouw bloed” en/of“Domme vieze kanker varken… als ik jou tegenkom ben je voor mij” en/of
  • Emailbericht 18 juli 2023: “Vieze gore kankersnol ik ga jou de kanker laten creperen (…) Als ik jou tegenkom maak ik je kapot” en/of“Dikke nooit niet 1 miljoen euro wil ik hebben voor de schade in mijn leven en daar krijg jij een leven voor terug, kanker hoer sterf” en/of
  • Emailbericht 22 juli 2023: “En nu wil ik de documenten hebben anders steek ik een mes in jou reet en mag je zelf voor gek afgedaan worden (…) Schiet op want ik doe jou wat” en/of
  • Emailbericht 24 juli 2023: “onbeschofte kankersnol ik maak jou kapot” en/of
  • Emailbericht 26 juli 2023: “Domme vieze gore kanker snol mijn geld of jouw leven wat naar de klote gaat. Einde van de week meer tijd geef ik je niet meer” en/of
  • Emailbericht 27 juli 2023: “Ik maak je helemaal kapot vieze gore kankersnol” en/of
  • Emailbericht 2 augustus 2023: “ [slachtoffer 4] vieze gore kanker snol. Hoe zou jij je voelen als ik een mes in jou reet steek” en/of“Ik maak jou dood gore kanker zwijn” en/of“200 000 duizend euro of ik maak jou kapot”
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
feit 3
hij inof omstreeksde periode van 21 januari 2023 tot en met 6 juni 2023 te Kampen, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 5] , door
  • meerdere malen zakelijke en/ofprivé-contacten, te weten de werkgever en/ofde kerk en/ofeen kennis van die [slachtoffer 5] , e-mailberichten - al dan niet met intimiderende en/ofbeledigende en/ofsmadelijke inhoud - te sturen en/of
  • meerdere malen zich op te houden rondom en in de nabijheid van de woning van die [slachtoffer 5] en/of
  • één ofmeerdere malen te bellen naar die [slachtoffer 5] en/of
  • één ofmeerdere malen berichten te sturen en/of te laten sturen naar die [slachtoffer 5] ,
met het oogmerk die [slachtoffer 5], te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/ofvrees aan te jagen;
feit 4
hij in de periode van 23 juni 2023 tot en met 29 juni 2023 te [plaats 1] meermalen,althans eenmaal,opzettelijk en wederrechtelijkeen of meer personenauto's en/ofautobanden,in elk geval enig goed, dat/diegeheel of ten deleaan [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een andertoebehoorde(n) vernield, beschadigd,onbruikbaar heeft gemaakten/of weggemaakt;
feit 5
hij opof omstreeks23 augustus 2023 te [plaats 1] opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto van het merk Hyuandai voorzien van het kenteken [kenteken 1] ,in elk geval enig goed, dat/diegeheel of ten dele aan [slachtoffer 7] en/of een medewerker van de [bedrijf 2] , in elk gevalaan een ander toebehoorde(n) vernield, beschadigd,onbruikbaar heeft gemaakten/of weggemaakt;
feit 6
hij inof omstreeksde periode van 26 augustus 2023 tot en met 27 augustus 2023 te [plaats 1] opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto van het merk Seat voorzien van het kenteken [kenteken 2] ,in elk geval enig goed, dat/diegeheel of ten dele aan [slachtoffer 7] en/of een medewerker van de [bedrijf 2] , in elk gevalaan een ander toebehoorde(n)heeftvernield,beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
feit 7
hij inof omstreeksde periode van 26 augustus 2023 tot en met 27 augustus 2023 te [plaats 1] opzettelijk heeft gehandeld in strijd met een gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 30 juni 2023 gegeven door de officier van justitie te
Midden-Nederland door zich op te houden binnen een straal van 100 meter van de panden van de [bedrijf 2] ;
feit 8
hij opof omstreeks29 juni 2023 wederrechtelijk op de openbare weg, de N50,
[slachtoffer 6] vanaf [plaats 1] , gemeente [plaats 1] , tot en met Zalk, gemeente Kampen, in zijn vrijheid van beweging heeft belemmerd en/ofdie [slachtoffer 6] op hinderlijke wijze is blijven achtervolgen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 184a, 285, 285b, 350 en 426bis van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feiten 1 en 3
telkens, het misdrijf:
belaging;
feit 2
het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, meermalen gepleegd;
feit 4
het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, onbruikbaar maken, meermalen gepleegd;
feit 5
het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, onbruikbaar maken;
feit 6
het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen;
feit 7
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, Sv, meermalen gepleegd;
feit 8
de overtreding:
wederrechtelijk op de openbare weg een ander in zijn vrijheid van beweging belemmeren of met een of meer anderen zich aan een ander tegen diens uitdrukkelijk verklaarde wil blijven opdringen of hem op hinderlijke wijze blijven volgen.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: tbs) voor maximaal vier jaren wordt opgelegd. De officier van justitie heeft ook gevorderd dat een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel, als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht, wordt opgelegd. Zij heeft verder gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 300 dagen met aftrek van voorarrest.
Ten aanzien van de overtreding (feit 8) acht de officier van justitie, gelet op het voorgaande, toepassing van artikel 9a Sr passend.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest passend is en merkt daarbij op dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is. Er zal geen sprake zijn van recidive. Verdachte is bereid mee te werken als de maatregel van tbs met voorwaarden wordt opgelegd, maar ziet geen heil in de maatregel van tbs.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belaging van zijn ex-partner en een wijkagent, bedreiging van een psychiater van [bedrijf 1] , meerdere vernielingen en het handelen in strijd met een gedragsaanwijzing. Ook heeft hij zich schuldig gemaakt aan het hinderlijk volgen van [slachtoffer 6] . De rechtbank is van oordeel dat verdachte obsessief en grensoverschrijdend gedrag heeft laten zien over een langere periode tegen verschillende personen in zijn omgeving die nauw bij hem betrokken waren. Dergelijk (agressief en) intimiderend gedrag vormt een ernstige inbreuk op het gevoel van veiligheid van de slachtoffers, en, daar waar het gaat om vernielingen, op het eigendomsrecht van de slachtoffers. De rechtbank overweegt daarbij dat een deel van de feiten zijn gepleegd tegenover professionele hulpverleners, namelijk een psychiater, een politieagent en zorgmedewerkers, en dat rekent zij verdachte zeer aan. Hulpverleners moeten hun werk kunnen doen, zonder als gevolg daarvan te worden bedreigd of geïntimideerd. Verdachte heeft voorts grove beledigingen aan het adres van zijn ex-partner gedeeld met haar werkgever en haar kerkgenootschap en een wederzijdse kennis. Het is algemeen bekend dat misdrijven als bedreiging en belaging een grote en langdurige impact kunnen hebben op het leven van slachtoffers. Verdachte heeft daarmee geen rekening gehouden. Hij heeft uitsluitend zijn eigen belang voor ogen gehad.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 23 november 2023. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor bedreigingen, vernielingen en overtreding van een gedragsaanwijzing.
De rechtbank heeft kennis genomen van de rapporten die over verdachte zijn opgemaakt, te weten:
  • het Pro Justitia rapport van 18 april 2024, waarin over verdachte is gerapporteerd door C.J.F. Kemperman, psychiater;
  • het Pro Justitia rapport van 16 mei 2024, waarin over verdachte is gerapporteerd door M.C.G. Smeets, GZ-psycholoog;
  • het reclasseringsrapport van 4 juni 2024, waarin over verdachte is gerapporteerd door [naam 1] , reclasseringswerker.
In de rapporten is, zakelijk weergegeven, het volgende te lezen:
De psychiater heeft geconcludeerd dat bij verdachte sprake is van een autisme spectrum stoornis en persoonlijkheidsstoornis, zwakbegaafdheid en een aanpassingsstoornis met gemengde stoornis van emoties en gedrag, in partiele remissie. Daarnaast bestond ook een lichte stoornis in cocaïne gebruik, op het moment van rapporteren in een vroege gedwongen remissie. Ten tijde van het plegen van de tenlastegelegde feiten golden de bovenvermelde diagnostische overwegingen. Vanwege de stress die verdachte op dat moment ervoer, was de aanpassingsstoornis met gemengde stoornis van emoties en gedrag zelfs nog meer floride aanwezig. De psychiater adviseert, door de complexe problematiek van verdachte in samenhang bezien met het verlies van overzicht, achterdochtig zijn, machteloosheid en ook een rancuneuze grondhouding, om de tenlastegelegde gedragingen verminderd aan verdachte toe te rekenen. Ook de psycholoog adviseert om de tenlastegelegde gedragingen verminderd aan verdachte toe te rekenen. De psycholoog ziet een patroon van functionele beperkingen en gedragsmatige, cognitieve en emotionele instabiliteit als gevolg van de ontwikkelings- en persoonlijkheidsproblematiek van verdachte en is van mening dat er sprake is van
doorwerking van de stoornissen op de tenlaste gelegde feiten. Voorafgaand aan de belaging van [slachtoffer 5] en de belaging van [slachtoffer 3] voelde verdachte zich vals beschuldigd en gekrenkt vanuit zijn persoonlijkheidsproblematiek. Als reactie kwam hij vanuit zijn beperkt effectieve copingmechanismen, zijn gedragsmatige, emotionele en cognitieve instabiliteit en de licht verstandelijke beperking tot ‘acting out’. Vanwege zijn sociale beperkingen, zijn beperkte inlevingsvermogen en zijn fixatie met onrecht is deze ‘acting out’ grenzeloos. Vanuit zijn fixatie met het onrecht dat hem zou zijn aangedaan door de [bedrijf 2] , wat hij vanwege zijn stoornissen niet kan loslaten, toont hij eveneens grenzeloos ‘acting-out’ gedrag naar medewerkers en bewoners van de [bedrijf 2] . Hij rechtvaardigt zijn gedrag, omdat hij vindt dat de [bedrijf 2] hem heel veel heeft aangedaan.
Zowel de psychiater als de psycholoog schatten het recidive risico in als matig tot hoog.
Dat geldt voor de kans op recidive in stalking en de kans op recidive in geweld, ernstig lichamelijk letsel en acuut dreigend geweld. Tijdens een eerdere langdurige detentieperiode lijkt verdachte voorts nauwelijks iets bijgeleerd te hebben. Hij is nog steeds rancuneus en er bestaat een beperkte empathie voor de slachtoffers. Zijn persistentie en zijn voortdurende gerichtheid op de dingen die zijn misgegaan, neemt niet af en er is geen ziekte-inzicht of ziektebesef.
Om het recidiverisico te verminderen en een zo gunstig mogelijke ontwikkeling te bevorderen, adviseren de psychiater en de psycholoog verdachte, na een klinische fase, te helpen richting een adequate woonvoorziening met ambulante begeleiding. Beiden adviseren de klinische fase vorm te geven binnen het strafrechtelijke juridisch kader van een
tbs-maatregel, omdat eerder opgelegde kaders (bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel en een zorgmachtiging) geen effect hebben gehad. Vanwege het feit dat verdachte kenbaar heeft gemaakt niet mee te willen werken aan tbs met voorwaarden, blijft volgens de psychiater alleen tbs met dwangverpleging over. De psycholoog adviseert geen tbs met dwangverpleging, maar tbs met voorwaarden, omdat dat tbs met dwangverpleging buitenproportioneel wordt geacht.
In het over verdachte opgemaakt reclasseringsrapport van 4 juni 2024 is te lezen dat de reclassering uitvoerig heeft geprobeerd om met verdachte te spreken over de tbs-maatregel met voorwaarden en over het mogelijke alternatief als hij daar niet aan meewerkt (tbs dwangverpleging). Daarover kon echter nauwelijks met verdachte gesproken worden door zijn preoccupatie met praten over wat hem is aangedaan. De reclassering verwacht niet dat verdachte zich zal conformeren aan voorwaarden en adviseert de rechtbank om, als de
tbs-maatregel wordt overwogen, om tbs met dwangverpleging op te leggen, omdat verdachte vermoedelijk baat heeft bij de duidelijkheid die de tbs-maatregel met dwangverpleging hem geeft. De reclassering geeft, gelet op het feit dat langdurige bescherming en begeleiding door de deskundigen noodzakelijk wordt geacht, ook de oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel in overweging.
De rechtbank onderschrijft de overwegingen en conclusies van de deskundigen over de vaststelling van de gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis en de mate van toerekenbaarheid en neemt deze over.
Ten aanzien van feiten 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7
Oplegging maatregelen
-
De tbs-maatregel
De vraag waar de rechtbank zich voor gesteld ziet, is of aan verdachte de tbs-maatregel met dwangverpleging voor maximaal vier jaren, zoals geëist door de officier van justitie, moet worden opgelegd.
De rechtbank is van oordeel dat intensieve en langdurige behandeling van verdachte noodzakelijk is. In het verleden hebben eerder ambulante dan wel klinische opnames en behandelingen plaatsgevonden en is een zorgmachtiging afgegeven. Gebleken is dat de (in de tot nu toe ingezette kaders) aan verdachte verleende zorg en behandeling niet heeft kunnen voorkomen dat verdachte terugviel in delictgedrag. De rechtbank stelt vast dat voor het opleggen van de maatregel aan de wettelijke vereisten van artikel 37a Sr is voldaan. Bedreiging met de dood en belaging behoren tot de misdrijven die in voornoemd artikel specifiek worden genoemd. Bij verdachte bestond blijkens de rapportages van de gedragsdeskundigen ten tijde van het plegen van het feit een gebrekkige ontwikkeling en een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens. Verder eist de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen het opleggen van de maatregel.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte de tbs-maatregel met dwangverpleging moet worden opgelegd. Alleen binnen een tbs-maatregel met dwangverpleging zijn voldoende middelen en mogelijkheden beschikbaar om verdachte toereikend te kunnen behandelen en het risico op recidive te verminderen.
De rechtbank stelt vast dat geen sprake is van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, Sr, zodat de totale duur van de tbs is beperkt tot vier jaar.
-
De gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM)
Gelet op de conclusies van de deskundigen en het advies van de reclassering acht de rechtbank het van belang dat wordt voorkomen dat na het aflopen van de tbs-maatregel de hulpverlening aan verdachte eindigt, terwijl hier mogelijk nog wel noodzaak toe bestaat. De rechtbank zal daarom overgaan tot oplegging van een maatregel op grond van artikel 38z Sr, die strekt tot gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking. De rechtbank acht de oplegging van deze maatregel noodzakelijk ter bescherming van de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen. Verder is aan alle wettelijke vereisten voor oplegging van deze maatregel voldaan.
-
Gevangenisstraf
De rechtbank is van oordeel dat, gezien de ernst van de gepleegde feiten, daarnaast niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf en acht een gevangenisstraf voor de duur van 300 dagen, met aftrek van voorarrest, passend en geboden.
Ten aanzien van feit 8
De rechtbank is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat geen enkel redelijk doel meer is gediend met het opleggen van een straf of maatregel voor de bewezenverklaarde overtreding (feit 8). Zij zal verdachte voor die overtreding dan ook geen straf of maatregel opleggen.

7.De schade van benadeelden

7.1
De vordering van de benadeelde partijen
[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 1.539,00 (zegge: duizend vijfhonderd negenendertig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan.
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 450,00 gevorderd.
Als proceskosten wordt een bedrag van € 1.089,00 gevorderd.
[slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 2.542,05 (zegge: tweeduizend vijfhonderd en tweeënveertig euro en vijf cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. Ter vergoeding van materiële schade wordt een bedrag van € 1.453,05 gevorderd, bestaande uit herstelkosten van de auto.
Als proceskosten wordt een bedrag van € 1.089,00 gevorderd.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De namens [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gevorderde proceskosten
De officier van justitie heeft verzocht de gevorderde proceskosten af te wijzen, omdat deze niet voor vergoeding in aanmerking komen op, gelet op het bepaalde in artikel 6:96 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
Subsidiair heeft de officier van justitie verzocht de gevorderde proceskosten voor beide partijen gezamenlijk te beoordelen. Uitgaande van het liquidatietarief acht zij voor beide vorderingen gezamenlijk 1,5 punt toekenning redelijk, zodat een bedrag van € 768,00 kan worden toegewezen.
De namens [slachtoffer 1] gevorderde immateriële schadevergoeding
De officier heeft verzocht de vordering betreffende de immateriële schade af te wijzen, omdat de grondslag ontbreekt. Uit de vordering kan niet worden afgeleid dat [slachtoffer 1] door de vernieling in haar persoon is aangetast.
De namens [slachtoffer 2] gevorderde herstelkosten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het gevorderde herstelkosten niet zonder meer kunnen worden toegewezen, omdat de schadecalculatie een nadere toelichting vergt. Zij heeft de rechtbank verzocht gebruik te maken van haar schattingsbevoegdheid en de schade te schatten op een bedrag van € 1.000,00.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en
[slachtoffer 2] niet-ontvankelijk zijn in hun vorderingen.
Subsidiair heeft de raadsman zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie, met dien verstande dat hij een bedrag van € 1.000,00 aan herstelkosten voor de auto van
[slachtoffer 2] te hoog vindt, gelet op de leeftijd van de auto.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De namens [slachtoffer 1] gevorderde immateriële schadevergoeding
De aantasting in de persoon door het bewezenverklaarde feit is niet komen vast te staan,. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze aantasting in de persoon alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden.
De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in haar vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
De namens [slachtoffer 2] gevorderde herstelkosten
De rechtbank stelt vast dat door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade is veroorzaakt aan de auto van [slachtoffer 2] . De opgevoerde herstelkosten zijn onvoldoende komen vast te staan, omdat de gestelde schade onvoldoende is onderbouwd, terwijl door de officier van justitie en namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadeposten alsnog nader te onderbouwen, levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden.
De rechtbank zal gebruik maken van haar bevoegdheid om de omvang van de schade te schatten. De rechtbank schat de schade op € 500,00 en zal de vordering tot dit bedrag toewijzen De rechtbank zal de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk verklaren.
De namens [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gevorderde proceskosten
Ter terechtzitting heeft de raadsman van de benadeelde partijen kenbaar gemaakt dat niet de benadeelde partijen zijn opdrachtgevers zijn, maar de [bedrijf 2] . De benadeelde partijen dragen de proceskosten dus niet zelf. De rechtbank zal de vordering betreffende de proceskosten daarom afwijzen.
7.5
De schadevergoedingsmaatregel
Namens De benadeelde [slachtoffer 2] is verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het feit (feit 6) is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met tien dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 37b, 38z, 57 en 62 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feiten 1 en 3, telkens, het misdrijf:
belaging;
feit 2, het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, meermalen gepleegd;
feit 4, het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, onbruikbaar maken, meermalen gepleegd;
feit 5, het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, onbruikbaar maken;
feit 6, het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen;
feit 7, het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, Sv, meermalen gepleegd;
feit 8, de overtreding:
wederrechtelijk op de openbare weg een ander in zijn vrijheid van beweging belemmeren of met een of meer anderen zich aan een ander tegen diens uitdrukkelijk verklaarde wil blijven opdringen of hem op hinderlijke wijze blijven volgen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 bewezen verklaarde;
maatregelen voor de feiten 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7
- gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van
overheidswege zal worden verpleegdmet de maximale duur van
4 (vier) jaren;
- legt aan de verdachte op de
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperkingals bedoeld in artikel 38z Sr;
straf voor de feiten 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
300 (driehonderd) dagen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
geen straf of maatregel voor feit 8
- verklaart dat
geen straf of maatregelzal worden opgelegd.
schadevergoeding
Jongeman
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 4) in het geheel
niet-ontvankelijkis in de vordering en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
-
wijstde vordering betreffende de proceskosten
af;
[slachtoffer 2]
-
wijstde vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 6)
toetot een bedrag van
€ 500,00 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 6) van een bedrag van € 500,00 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 augustus 2023);
-
wijstde vordering betreffende de proceskosten
af;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 500,00, (zegge: vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 augustus 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 10 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige
niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Meijer, voorzitter, mr. S. Timmermans en
mr. J. de Ruiter, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.M.A. Hoek, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2024.
Buiten staat
Mr. G.H. Meijer is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Feit 1
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023375416 van 12 oktober 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. De verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting van 27 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

“Ik heb [slachtoffer 3] e-mails gestuurd. Dat waren geen nette e-mails.”;

2. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 1 september 2023 (pagina’s 25 tot en met 33), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Stalking
Plaats delict : [adres 2]
Pleegdatum/tijd : Tussen zaterdag 1 april 2023 om 00:00 uur en vrijdag 25 augustus 2023 om 03:00 uur
(…)
[verdachte] heeft mij tussen 1 april en 25 augustus 2023 zo'n 210 mailtjes
gestuurd.(…) In diverse door [verdachte] verstuurde e-mails word ik beledigd of worden er onwaarheden verteld over mijn functioneren.(…) De beledigende mailtjes worden door [verdachte] soms ook in cc naar andere personen en/of instanties gestuurd. (…) Op 13 maart 2023 heb ik [verdachte] een mail gestuurd vanaf mijn emailadres [e-mailadres 2] naar emailadres [e-mailadres 1] met de tekst:
(…)
Je hoeft haar alleen maar met rust te laten en verder niets. Voor mij is deze zaak dan afgehandeld. Je hoeft hierover dan ook geen contact meer met mij op te nemen.
Groeten [slachtoffer 3] .
(…)
Ik kreeg geregeld meerdere mailtjes per dag.(…);
(…)Op 25 juli 2023 ontving ik van [verdachte] de mail:
“wat ben jij een achterbakse hond. Waar is dat stopgesprek?? Zou veel te verliezen dat jou fouten door jou collega's ff opgelost moet worden. Vieze schijnheilige.(…)
(…)Op 5 augustus 2023 kreeg ik een email van [verdachte] met de tekst:
-----Oorspronkelijk bericht-----
Van: [verdachte] < [e-mailadres 1] >
Verzonden: zaterdag 5 augustus 2023 12:57
Aan: [slachtoffer 3] <[e-mailadres 2]>; Strafgriffie, locatie Leeuwarden (Rechtbank Noord-Nederland) <[e-mailadres 3]>; [e-mailadres 4]
CC: [e-mailadres 5]; [e-mailadres 6]; [e-mailadres 7];
[e-mailadres 8]; [e-mailadres 9]
(…)
Stelletje kanker Mongolen bloed serieus keer op keer geweest en niemand help mij moeten er echt doden gaan vallen vieze kanker verkrachters.(…)
(…)Ik vind het erg dat ik in de emails [verdachte] door hem uitgescholden wordt. Dit wordt door de andere personen gelezen omdat zij deze mailtjes in cc toegestuurd krijgen. Vooral de scheldwoorden waarin kanker voorkomt zijn erg kwetsend. (…) Daarnaast is het heel vervelend dat andere personen en instanties mailtjes krijgen waarin ten onrechte wordt aangegeven dat ik lieg, buiten mijn boekje ga, de oorzaak van [verdachte] zijn problemen ben of verkeerd heb gehandeld.(…);
3. Het proces-verbaal van ontvangst klacht door de hulpofficier van justitie van 15 september 2023 (pagina’s 35 en 36), in zijn geheel;
4. Het proces-verbaal van bevindingen van 25 augustus 2023 (pagina’s 39 tot en met 57), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) -----Oorspronkelijk bericht-----
Van: [verdachte] < [e-mailadres 1] >
Verzonden: vrijdag 2 juni 2023 05:17
Aan: [slachtoffer 3] <[e-mailadres 2]>; [naam 2]
<[e-mailadres 10]>
(…)
Bij deze hoop ik dat je kinderen verkracht worden en zei hun verkrachters een
schadevergoeding moeten betalen want de gene die iemand verkracht is in persoon
geschaad(…)
(…)-----Oorspronkelijk bericht-----
Van: [verdachte] < [e-mailadres 1] >
Verzonden: maandag 26 juni 2023 14:50
Aan: [slachtoffer 3] <[e-mailadres 2]>; [naam 2]
<[e-mailadres 10]>; MDN - DRIO - Team Regionaal Informatieknooppunt
<[e-mailadres 11]>
(…)
Politie die verkrachters bij staat en verdedigd ongelooflijk(…)
(…)-----Oorspronkelijk bericht-----
Van: [verdachte] < [e-mailadres 1] >
Verzonden: zondag 2 juli 2023 16:12
Aan: [slachtoffer 3] <[e-mailadres 2]>
(…)
Belaagd wordt met een schrijver van jou....
Bij deze ben jij aan drijfveer tot aanzetten van haat zaaien.(…).
Feit 2
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het aanvullend dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0900-2023320927 van 20 november 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. De verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting van 27 juni 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

“de e-mails aan [slachtoffer 4] zijn verzonden vanaf mijn e-mailadres”;

2. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] , namens [bedrijf 1] , van 23 oktober 2023 (pagina’s 5 tot en met 7), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit: Bedreiging
Plaats delict: [adres 3]
Pleegdatum/tijd: Tussen maandag 5 juni 2023 om 12:00 uur en donderdag 15 juni 2023 om 12:00 uur
(…)
Een cliënt die door [bedrijf 1] wordt begeleid is [verdachte] . [verdachte] wordt begeleid door een collega van mij genaamd [slachtoffer 4] . Zij is door [verdachte] via de mail bedreigd en zij komt op een later moment daarvan aangifte doen.(…);
3. Het proces-verbaal van verhoor van slachtoffer [slachtoffer 4] van 19 oktober 2023 (pagina’s 8 tot en met 11), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…)
Een client die ik begeleid is [verdachte] . Ik heb met hem regelmaat contact.(…) Ik heb [verdachte] sinds juni 2021 onder behandeling. Ik kreeg in juni 2023 van [verdachte] te horen dat hij onvrede had met zijn behandeling. Vanaf dat moment was er moeilijk met hem te communiceren. Kort daarna kreeg ik bedreigingen op mijn mailadres van [bedrijf 1] .(…)
De bedreigingen zijn in een paar dagen tijd naar mij geuit en deze doen veel met mij. Ik voel mij bedreigd.(…);
4. Een schriftelijk bescheid, te weten, een bijlage met e-mails van 18 augustus 2023 (pagina’s 19 tot en met 43) voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…)Van: [verdachte] < [e-mailadres 1] >
Verzonden: vrijdag 23 juni 2023 03:58
Aan: [slachtoffer 4] , [slachtoffer 4] <[e-mailadres 12]>
(…)
Als je tegen kom dan ben je aan de beurt Vieze kanker verkrachter(…)
(…)Van: [verdachte] < [e-mailadres 1] >
Verzonden: woensdag 12 juli 2023 01:53
Aan: [slachtoffer 4] , [slachtoffer 4] <[e-mailadres 12]>
(…)
Achterlijke kanker Snol Ik hak je aan stront als ik je zie vieze gore kankerverkrachter(…)
(…)Van: [verdachte] < [e-mailadres 1] >
Verzonden: zondag 16 juli 2023 13:23
Aan: [slachtoffer 4] , [slachtoffer 4] <[e-mailadres 12]>
(…)
De rechter die met jou leugens mee is gaan veren, heeft bloed aan zijn handen maar dan praten we over jouw bloed(…)
domme vieze kanker varken.. als ik jou tegenkom, ben je voor mij(…)
(…)Van: [verdachte] < [e-mailadres 1] >
Verzonden: dinsdag 18 juli 2023 07:27
Aan: [slachtoffer 4] , [slachtoffer 4] <[e-mailadres 12]>
(…)
Vieze gore kanker snol ik ga jou de kanker laten creperen(…) Als ik jou tegen kom maak ik je kapot(…)
(…)Van: [verdachte] < [e-mailadres 1] >
Verzonden: dinsdag 18 juli 2023 08:34
Aan: [slachtoffer 4] , [slachtoffer 4] <[e-mailadres 12]>
(…)
Dikke nooit niet 1 miljoen euro wil ik hebben voor de schade in mijn leven en daar krijg jij een leven voor terug, kanker hoer sterf(…)
(…)Van: [verdachte] < [e-mailadres 1] >
Verzonden: zaterdag 22 juli 2023 17:17
Aan: [slachtoffer 4] , [slachtoffer 4] <[e-mailadres 12]>
(…)
En nu wil ik de documenten hebben anders steek ik een mes in jou reet en mag je zelf voor gek afgedaan worden(…)
Schiet op want ik doe jou wat
(…)Van: [verdachte] < [e-mailadres 1] >
Verzonden: maandag 24 juli 2023 09:43
Aan: [slachtoffer 4] , [slachtoffer 4] <[e-mailadres 12]>
(…)
Onbeschofte kanker snol ik maak jou kapot(…)
(…)Van: [verdachte] < [e-mailadres 1] >
Verzonden: woensdag 26 juli 2023 03:01
Aan: [slachtoffer 4] , [slachtoffer 4] <[e-mailadres 12]>
(…)
Domme vieze gore kanker snol mijn geld of jouw leven wat naar de klote gaat
Einde van de week meer tijd geef ik je niet meer(…)
(…)Van: [verdachte] < [e-mailadres 1] >
Verzonden: donderdag 27 juli 2023 06:46
Aan: [slachtoffer 4] , [slachtoffer 4] <[e-mailadres 12]>
(…)
Ik maak je helemaal kapot vieze gore kanker snol(…)
(…)Van: [verdachte] < [e-mailadres 1] >
Verzonden: woensdag 2 augustus 2023 01:31
Aan: [slachtoffer 4] , [slachtoffer 4] <[e-mailadres 12]>
(…) [slachtoffer 4] vieze gore kanker snol. Hoe zou jij je voelen als ik een mes in jou reet steek (…) Ik maak jou dood Gore kanker zwijn(…) 200 000 duizend euro of ik maak jou kapot(…).
Feit 3
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023175519 van 13 juni 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 6 juni 2023 (pagina’s 22 tot en met 32), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…)Na het beëindigen van onze relatie heb ik geprobeerd met [slachtoffer 5] in contact te komen. Ik ontving op 27 februari 2023 een stopbrief(…);
2. het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 5] van 3 april 2023 (p. 33-36), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Belediging
Plaats delict : [adres 4] (woning en via mailverkeer)
Pleegdatum/tijd : Tussen zondag 1 januari 2023 om 12:00 uur en zaterdag 21 januari 2023 om 12:00 uur
(…)
Na drie weken heb ik de omgang/relatie met hem verbroken via een appbericht naar hem. Ik had dat in overleg met vrienden gedaan, omdat ik bang was en niet wist hoe hij zou reageren als ik het hem in persoon zou mededelen. Ik kreeg daarna direct bedreigende appberichten van hem en ik heb hem daarna direct geblokkeerd. Hij stuurde daarna sms-berichten en bleef mij bellen. Ik kreeg daarna berichten van vrienden van [verdachte] , die dat in opdracht van hem naar mij stuurden. (...) Ik heb hem geblokkeerd en genegeerd. Ik zag hem wel eens voorbijrijden en ik heb hem wel bij mij zien aanbellen. Omdat ik niet opendeed, belde hij mij daarna direct met een anoniem telefoonnummer, om mij toch te bereiken of uit de tent te lokken. Ik heb al het contact met hem verbroken. (…)Zij vertelde mij dat er allerlei emailberichten binnenkwamen van [verdachte] op de openbare mailbox van mijn werk [bedrijf 3] in [plaats 2]. Ik werk daar gemiddeld 24 uur per week. Ik zag in deze mail dat deze ook cc was gestuurd naar de kerk waar ik lid van ben namelijk [e-mailadres 13], gevestigd in de [plaats 3].(…);
3. het proces-verbaal van ontvangst klacht door hulpofficier van justitie van april 2023 (pagina’s 38 en 39), in zijn geheel;
4. het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] van 2 juni 2023 (pagina’s 53 en 54), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…)
Mijn moeder vertelde mij dat [verdachte] haar lastig begon te vallen. [verdachte] reed in een rode auto en die zag ik af en toe voor de woning langs rijden en keer was ik thuis en toen belde [verdachte] aan. (…) Ik ben regelmatig thuis geweest dat mijn moeder werd gebeld door [verdachte] . Wij pakten de telefoon nooit op.(…);
5. het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] van 7 juni 2023 (pagina’s 46 en 47) voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…)
De mails kwamen in de openbare mail bak van het bedrijf en waren te lezen voor een ieder die toegang heeft tot de mailbox. Soms kwamen er in een keer veel mailtjes binnen en dan stopte het weer even. (…) Ik heb wel een spam bak aangemaakt en daar kwamen de mailtje dan binnen van [verdachte] . Ik heb wel met [naam 3] gesproken over de mailtjes en mij werd wel duidelijk dat zij dit absoluut niet leuk vond dat [verdachte] mailtjes stuurde naar ons bedrijf.(…);
6. het proces-verhaal van verhoor van getuige [getuige 4] van 7 juni 2023 (pagina’s 48 en 49), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…)
Wij kregen ineens mailtjes van [verdachte] , over [naam 3]. Ik heb daar met [naam 3] over gesproken en bemerkte wel dat [naam 3] het moeilijk had met wat er speelde en [verdachte] schreef. (…) Wij kregen dusdanig veel mailtjes binnen dat ik een spambox had opgezet en daar kwamen dan de mailtjes van [verdachte] in.(…);
7. het proces-verbaal van bevindingen van 14 augustus 2023 (pagina’s 130 tot en met 133), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…)In de periode maart 2023 tot en met 06 juni 2023 zijn er van bovengenoemde
emailadressen diverse mails gestuurd naar in elk geval de volgende emailadressen:
- [e-mailadres 13],
- [bedrijf 3] ,
- [e-mailadres 14](...)
- Het Emailadres "[e-mailadres 15]" behoort toe aan de kerk waar aangeefster lid van is
- Het Emailadres " [bedrijf 3] " behoort toe aan de werkgever van aangeefster
- Het Emailadres "[e-mailadres 14] behoort toe aan een gezamenlijke kennis van aangeefster en de verdachte [verdachte], te weten [getuige 1] .
(…)Uit de bijlagen en uit het proces-verbaal van bevindingen van de wijkagent [slachtoffer 3] (onder 2023071344-5) blijkt dat er in ieder geval :
12 mails naar [e-mailadres 14]
9 mails naar [e-mailadres 13]
12 mails naar [bedrijf 3]
Een aantal mails werden meermalen , soms 8 keer, verzonden naar de emailadressen.
In de mails die [verdachte] stuurt naar de verschillende mailadressen uit hij zijn frustraties en deelt allerlei informatie over diverse zaken die spelen waaronder die
met zijn kennis/huurbaas [getuige 1] en aangeefster.
CITATEN UIT EEN AANTAL MAILS
============================
05 maart 2023
Aan: wijkagent [slachtoffer 3] en [organisatie]
Van: [e-mailadres 16]
- Hoe kan je leven met jezelf door voor een hoer op te komen
24 maart 2023
Aan : [e-mailadres 14], [organisatie] en [bedrijf 3]
Van [e-mailadres 1]
Aanhef: misbruik
Citaten uit de email:
- Met je het kan je niks schelen je kent haar via mij dus dan mag het hoeren streken
uithalen en zal jij met je arrogant pleuris bek het wel ff opknappen de kerk heeft
er even veel mee te maken als jij niks maar toch ff de baas willen spelen
ongevraagd eten komen brengen in mijn kamer die ik huur.
- Rot op vieze achterbakse kanker hond
(…)19 mei 2023
Aan: [e-mailadres 14] , [bedrijf 3] en de wijkagent
Van: [e-mailadres 1]
Aanhef: bedank [naam 3] [slachtoffer 5] voor de relatie geschenk
tekst:
- Hoop voor haar dat ze er al wat aan gedaan heeft en bij deze meld ik het netjes.
- Had het graag persoonlijk gemeld maar de schrijver van de politie laat me geen
keuze
- zogenaamd de eerste naar haar scheiding
Als bijlage wordt een afschrift beschrijving van secundaire syfilis en de brief van
de wijkagent naar meneer [verdachte] meegestuurd.(…)
Feit 4
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0900-2023196512 van 17 juli 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. De verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting van 27 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

“Ik heb in juni 2023 autobanden laten leeglopen van auto’s op het terrein van de [bedrijf 2] ”

2. het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 6] van 30 juni 2023 (pagina’s 26 tot en met 29), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Vernieling van/aan auto
Plaats delict : [adres 1]
Pleegdatum/tijd : Tussen donderdag 29 juni 2023 om 20:09 uur en donderdag 29 juni 2023 om 20:17 uur
(…)Vandaag 29 juni 2023 was ik aan het bij [bedrijf 2] te [plaats 1] . (…)Ik zag dat de banden van mijn voertuig helemaal vol waren toen ik mijn voertuig parkeerde.
(…) op 29 juni 2023, omstreeks 20:16 uur, kwam [verdachte] weer terug. (…) Ik zag dat hij richting mijn voertuig liep. Dit voertuig is een zwarte Hyundai I20 met kenteken [kenteken 1] . Ik zag dat hij eerst naar mijn linker achterband toeliep. Ik zag dat hij een soort schroevendraaier had waarmee je snel een band kan laten leeglopen. Ik zag dat hij deze op mijn achterband zetten. Ik hoorde hierna ook het sissende geluid van een leeglopende achterband. Ik zag dat hij hierna naar mijn linker voorband liep. ik zag dat hij wederom dezelfde soort schroevendraaier gebruikte om ook mijn linker voorband leeg te lopen. Ik hoorde wederom het sissende geluid van een leeglopende band.(…)
3. het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] van 16 juli 2023 (pagina’s 30 tot en met 33), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Vernieling van/aan auto
Plaats delict : [adres 1]
Pleegdatum/tijd : Tussen zondag 21 mei 2023 om 12:00 uur en donderdag 29 juni 2023 om 03:34 uur
(…) Ik herkende dat dit [verdachte] was vanwege zijn loopje.(…) Ik liep langs de auto’s en zag dat mijn auto scheef stond. Ik ben dichter naar de auto’s gelopen en hoorde meerdere banden nog na sissen toen wij deze controleerde.(…).
Feiten 5, 6 en 7
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0900-2023261072 van 20 oktober 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 7] van 28 augustus 2023 (pagina’s 33 en 34), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit: Vernieling van/aan auto
Plaats delict: [adres 1]
Pleegdatum/tijd: Tussen zaterdag 26 augustus 2023 om 22:00 uur en zondag 27 augustus 2023 om 07:00 uur
(…)
Ik ben Regiomanager van de [bedrijf 2] Flevoland en [bedrijf 5]. Ik doe aangifte als regiomanager van de vernieling van de auto van een van onze cliënten aan de [adres 5] .
Afgelopen nacht is daar een auto bekrast van een client die op de [adres 5] verblijft. Dit betreft een Grijze Seat Ibiza met het kenteken [kenteken 2] .(…);
2. het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 7] van 28 augustus 2023 (pagina’s 35 en 36), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit: Vernieling overige objecten
Plaats delict: [adres 5]
Pleegdatum/tijd: Op woensdag 23 augustus 2023 om 02:18 uur
(…)
Ik doe aangifte als regiomanager van de vernieling van de auto van een van onze medewerkers aan de [adres 5] . In de nacht van 23 augustus 2023 is er omstreeks 02:15 uur een band leeg gelopen van een medewerker van de [bedrijf 2] . Dit betreft een Zwarte Hyundai I20 met het kenteken [kenteken 1] .(…) Wij hebben in de brievenbus een brief gevonden met handgeschreven tekst. Ik vermoed dat deze brief van [verdachte] is, omdat op de achterzijde op de brief zijn zorgplan afgedrukt staat. Dit is een oud-zorgplan dat wij voor cliënten opstellen. Destijds is dit voor [verdachte] ook opgesteld.(…);
3. het proces-verbaal van bevindingen van 28 augustus 2023 (pagina’s 6 tot en met 8), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

(…)Op zondag 27 augustus 2023 omstreeks 00.15 uur, waren wij, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2], belast met de noodhulpsurveillance in [plaats 1] .(…)Wij reden op de rotonde af welke grenst aan de [locatie 2]. Wij zagen ter hoogte van de rotonde op het fietspad een persoon rennen. Wij zagen dat de persoon richting ons dienstvoertuig keek. Wij zagen dat hij, nadat hij naar ons keek, nog sneller ging rennen. Wij zagen dat hij over een heg sprong en de wijk in rende. (…)Wij zagen dat hij donkere kleding droeg. Wij zagen dat hij een donkere vest droeg met een capuchon. (…)Toen ik vervolgens de hoek om kwam lopen zag ik dat verbalisant [verbalisant 2] een persoon staande had. Dit was op de kruising van de Korendragersgilde en de Zeilenmakersgilde. Ik zag dat dit dezelfde persoon was die ik eerder zag rennen. Toen ik dichterbij kwam herkende ik de persoon direct. Ik wist ambtshalve dat het ging om; [verdachte] geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats]. Ik ben dhr. [verdachte] meerdere keren tegengekomen tijdens het uitoefenen van mijn politietaak. (…) Wij zagen dat hij donkere schoenen droeg. Wij zagen dat hij een donkerblauwe spijkerbroek droeg. Wij zagen dat hij een donkerblauwe/grijze trui droeg met een capuchon.(…);

4. het proces-verbaal van bevindingen van 28 augustus 2023 (pagina’s 9 en 10), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op zondag 27/08/2023 om 00.18 uur heeft er een vernieling (bekrassen) van een
personen auto plaats gevonden op de [adres 5] . Hiervan zijn beelden aangeleverd waarop de dader is te zien en de handeling die hij verricht.
Op zondag 27/08/2023 om 00.22 uur zien politiemedewerkers een persoon rennen in de nabijheid van de [adres 1] . Zij weten deze man staande te houden(…) De man zegt dat hij [verdachte] van der [verdachte] is en wordt ook door de politie medewerkers herkend als [verdachte] van der [verdachte]. De politiemedewerkers maken een foto van [verdachte] van der [verdachte].(…)
Ik, verbalisant, heb deze foto vergeleken met de beelden van de vernieling. Ik zag dat het signalement exact overeen kwam. Hierop heb ik [verdachte] van der [verdachte] aangemerkt als verdachte van deze vernieling.(…);
5. het proces-verbaal van 28 augustus 2023 (pagina’s 45 tot en met 47), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 23 augustus 2023 tussen 02.18.18 uur en 02.18.43 uur is er een auto vernield door de rechter achterband van een auto te laten leeglopen. Van deze vernieling zijn camerabeelden. De camerabeelden zijn afkomstig van de beveiligingscamera's van de grote parkeerplaats en entree.
02:18:13 uur:Vanaf de openbare weg komt de verdachte aangelopen. Verdachte is gekleed in een donker blauwe hoody, donder blauwe spijkerbroek, zwarte schoenen. Verdachte is blank van huidskleur, omdat zijn rechterhand zichtbaar is in beeld.
(…)
02:18:34 uur:Te zien is dat verdachte richting een auto loopt die direct rechts geparkeerd staat.
02:18:37 uur:Te zien is dat verdachte ter hoogte van het rechter achterwiel knielt.
02:18:40 uur:Op de camera van de entree is duidelijk te zien dat verdachte t.h.v. rechterachterwiel geknield zit.
02:18:45 uur:Te zien is dat verdachte op staat en vervolgens wegloopt van de parkeerplaats in de richting van de openbare weg(…);
6. Het proces-verbaal van 28 augustus 2023 (pagina’s 43 en 44), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 27 augustus 2023 is er een auto vernield door met een scherp voorwerp deze auto aan de linker zijde te bekrassen. Van deze vernieling zijn camerabeelden.
(…)00:18:15 uur:Verdachte komt in beeld. Is gekleed in een blauwe hoody, blauwe spijkerbroek en zwarte schoenen. Betreft een blanke man omdat de huiskleur van de handen zichtbaar is.
00:18:16 uur:Verdachte steekt zijn rechter hand uit ter hoogte van de linker achterzijde van de grijze Seat Ibiza en loopt met uitgestoken linker arm langs de gehele linker zijde van de auto.
00:18:17 uur:Verdachte stopt bij het spatbord links voor en gaat vervolgens weer met zijn rechterhand langs de gehele linker zijde van de auto. Verdachte loopt vervolgens rechts uit beeld weg(…);
7. De gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh Sv van 30 juni 2023, losbladig, in zijn geheel;
8. De akte van uitreiking van de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh Sv van 30 juni 2023, losbladig, in zijn geheel.
Feit 8
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023295197 van 5 juli 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 30 juni 2023 (pagina’s 13 tot en met 15), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…)V: Waar ken jij dhr. [slachtoffer 6] van?
A: Ik ken dhr. [slachtoffer 6] niet. Hij werkt bij [bedrijf 2] en daarom wil ik het briefje achter de ruitenwisser van die man zijn auto doen. Omdat meneer wegreed ben ik hem blijven volgen.(…);
2. het proces-verbaal van aanhouding van verdachte op heterdaad van 30 juni 2023 (pagina’s 5 tot en met 8), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op donderdag 29 juni 2023 omstreeks 22.10 uur (…)Wij hoorden de centralist vertellen dat de melder vanuit zijn werk onderweg zou zijn naar huis en op dit moment achtervolgd zou worden door een client genaamd [verdachte] . Melder zou zelf werkzaam zijn bij de [bedrijf 2] in [plaats 1] . (…) Desgevraagd hoorde ik [slachtoffer 6] vertellen dat hij momenteel op de N50 reed en de afrit Kampen-Zuid al was gepasseerd. Genoemde [verdachte] zou nog steeds in een roodkleurige Nissan achter melder aanrijden. (…) Ik adviseerde melder [slachtoffer 6] om door te blijven rijden over de parkeerplaats rondom het aldaar gesitueerde tankstation en hotel [bedrijf 4] , dit in afwachting van onze komst. (…) Blijkens de routeplanner van de ANWB is de afstand vanaf de werklocatie van melder [slachtoffer 6] ( [adres 5] in [plaats 1] ) tot aan de locatie van de aanhouding (Rijksweg N50 - 3 in Zalk) circa 23,1 kilometer en duurt het overbruggen van deze afstand circa 21 minuten.(…)