ECLI:NL:RBOVE:2024:3709

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 juli 2024
Publicatiedatum
12 juli 2024
Zaaknummer
11024715 \ CV EXPL 24-762
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting tot betaling van medische kosten door gedaagde aan Euregio ondanks verzekeringskwesties

In deze zaak vordert Euregio, een ziekenhuis gevestigd in Duitsland, betaling van medische kosten door gedaagde, die een behandeling heeft ondergaan. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat haar verzekeraar Univé heeft beloofd de kosten te vergoeden. De kantonrechter erkent de frustraties van gedaagde in haar communicatie met Univé, maar benadrukt dat gedaagde als opdrachtgever verantwoordelijk is voor de betaling van de facturen aan Euregio. De rechter wijst de vordering toe, ondanks de betalingsregeling die gedaagde en Euregio hebben getroffen, omdat deze onder verband van vonnis is overeengekomen. De proceskosten worden gecompenseerd, aangezien gedaagde al vóór de dagvaarding een betalingsregeling had voorgesteld, wat Euregio onnodig op kosten heeft gejaagd door de rechtszaak aan te spannen. De rechter oordeelt dat gedaagde € 1.707,79 aan hoofdsom moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente, en dat de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 11024715 \ CV EXPL 24-762
Vonnis van 9 juli 2024
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
EUREGIO-GESUNDHEITSEINRICHTUNGEN GRAFSCHAFT BENTHEIM GMBH,
te Nordhorn (Duitsland),
eisende partij,
hierna te noemen: Euregio,
gemachtigde: IkinkBekman Incasso & Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.Samenvatting

1.1.
[gedaagde] heeft een medische behandeling ondergaan bij Euregio. Euregio vordert betaling van de facturen voor die behandeling. [gedaagde] is het daarmee oneens en voert aan dat zij met haar verzekeraar Univé heeft besproken dat de kosten door de verzekeraar zouden worden betaald.
1.2.
De kantonrechter heeft begrip voor de problemen en frustratie die [gedaagde] ervaart in haar contact met haar verzekeraar. De moeilijkheden in het contact met de verzekeraar veranderen echter niet dat [gedaagde], als opdrachtgever van de behandelingen, in de eerste plaats zelf verantwoordelijk is voor de betaling van de facturen aan Euregio. Dat betekent dat [gedaagde] de facturen eerst zelf moet betalen aan Euregio, ongeacht of zij deze vergoed krijgt. [gedaagde] en Euregio zijn weliswaar een betalingsregeling overeengekomen, maar onder verband van vonnis. De vordering wordt daarom toegewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, omdat [gedaagde] al vóór de dagvaarding een betalingsregeling heeft voorgesteld en Euregio haar onnodig op kosten jaagt door haar eerst te dagvaarden en daarna pas een betalingsregeling te treffen.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties,
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek met producties,
- de conclusie van dupliek.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Euregio is een ziekenhuis in Duitsland.
3.2.
[gedaagde] heeft een medische behandeling ondergaan bij Euregio.
3.3.
Op 16 juni 2023 heeft Euregio een factuur van € 850,92 en op 3 augustus 2023 een factuur van € 856,87 naar [gedaagde] gestuurd voor de behandelingen. Op beide facturen staat een betalingstermijn van 21 dagen vermeld.
3.4.
Op 1 en 28 september 2023 heeft Euregio [gedaagde] gesommeerd om de openstaande bedragen binnen veertien dagen na bezorging of ontvangst van de brieven te betalen.
3.5.
Op 6 november 2023 heeft de incassogemachtigde van Euregio [gedaagde] verzocht om € 1.707,79, vermeerderd met rente en incassokosten, te betalen.
3.6.
Op 5 december 2023 heeft de incassogemachtigde van Euregio [gedaagde] nogmaals verzocht om het openstaande bedrag te betalen.
3.7.
Op 7 december 2023 heeft [gedaagde] per e-mail aan de incassogemachtigde van Euregio medegedeeld dat de rekening nog in behandeling is bij haar verzekeraar Univé en dat zij het bedrag zelf niet kan betalen. Zij heeft voorgesteld om elke maand € 50,00 te betalen.
3.8.
Op 5 februari 2024 heeft de incassogemachtigde van Euregio per e-mail gereageerd dat [gedaagde] de facturen zelf moet indienen bij haar verzekeraar en dat zij de zaak nog twee weken zal aanhouden in afwachting van de betaling.
3.9.
Op 27 maart 2024 is [gedaagde] gedagvaard. Op 29 maart 2024 heeft [gedaagde] per email medegedeeld dat alles nog steeds bij Univé ligt en heeft zij nogmaals een betalingsregeling voorgesteld. Zij heeft verklaard dat zij op 18 april 2024 € 100,00 kan betalen en vanaf eind mei € 200,00.
3.10.
Op 12 april 2024 heeft de incassogemachtigde van Euregio gereageerd dat zij akkoord gaat met betaling van € 100,00 rond 18 april 2024 en daarna € 200,00 per maand, onder verband van vonnis. Het vonnis zal volgens haar niet ten uitvoer worden gelegd, zolang de regeling wordt nagekomen.

4.Het geschil

4.1.
Euregio vordert – samengevat – veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 1.707,79, vermeerderd met rente en kosten.
4.2.
[gedaagde] voert verweer. Zij voert aan dat zij kanker heeft en dat zij ervoor heeft gekozen om in Duitsland behandeld te worden, omdat zij in Duitsland is geboren en omdat zij anders telkens naar Amsterdam moest reizen voor haar behandelingen. Haar verzekeraar Univé heeft medegedeeld dat dit geen probleem zou zijn voor de vergoeding van de behandelingen. Zij heeft de facturen van de behandelingen direct naar Univé doorgestuurd. Volgens Univé waren dit echter voorlopige berekeningen en wilde zij deze daarom niet in behandeling nemen. [gedaagde] heeft daarover contact opgenomen met het ziekenhuis. Vervolgens heeft zij alle papieren naar Univé gestuurd, maar daar is het nog steeds in behandeling en daar moet zij op wachten. [gedaagde] kan het bedrag zelf niet betalen. Zij heeft dit ook aan de incassogemachtigde van Euregio uitgelegd en heeft een betalingsregeling voorgesteld.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig voor de beoordeling, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
5.1.
Aangezien Euregio in Duitsland gevestigd is en [gedaagde] in Nederland woont, is er sprake van een grensoverschrijdend geschil. Daarom moet eerst ambtshalve worden vastgesteld of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft in deze zaak en, zo ja, welk recht van toepassing is.
5.2.
Op grond van artikel 4 lid 1 Verordening (EU) nr. 1215/2012 (Brussel Ibis) heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht, aangezien de gedaagde partij, [gedaagde], in Nederland woont.
5.3.
In tegenstelling tot het Nederlands recht waarop Euregio haar dagvaarding heeft gebaseerd, is op grond van artikel 4 lid 1, onder d, van Verordening (EU) nr. 593/2008 (Rome I) Duits recht van toepassing. Immers is sprake van een overeenkomst inzake dienstverlening en is de dienstverlener, Euregio, in Duitsland gevestigd.
Hoofdsom
5.4.
Tussen partijen staat vast dat [gedaagde] als consument behandelingen bij Euregio heeft ondergaan en dat de facturen daarvoor betaald moeten worden. Euregio stelt dat zij geen contracten heeft met Nederlandse verzekeraars en dat [gedaagde] de facturen zelf moet indienen bij haar verzekeraar. [gedaagde] voert aan dat zij de facturen bij Univé heeft ingediend, maar dat het daar nog steeds in behandeling is.
5.5.
De verzekering is echter iets tussen [gedaagde] en Univé. Dat staat los van het feit dat [gedaagde], als opdrachtgever van de behandelingen, aansprakelijk is tegenover Euregio voor de betaling van de facturen (§ 241 van het Bürgerliches Gesetzbuch (BGB)). [gedaagde] moet de facturen in eerste instantie dus zelf betalen aan Euregio, ongeacht of zij deze vergoed krijgt van Univé. [gedaagde] heeft naar voren gebracht dat zij de facturen niet kan betalen en dat zij talloze brieven heeft gestuurd naar Univé, maar dat deze kwestie tot haar grote frustratie, niet wordt geregeld. De kantonrechter heeft er begrip voor dat [gedaagde] zich in een lastige situatie bevindt. De problematiek tussen [gedaagde] en Univé kan echter niet voor rekening en risico van Euregio komen. Hoewel Euregio inmiddels heeft ingestemd met een betalingsregeling, betekent dit ook niet dat de vordering moet worden afgewezen. Euregio heeft de betalingsregeling namelijk onder verband van vonnis getroffen. De vordering tot betaling van € 1.707,79 zal daarom worden toegewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.6.
Euregio vordert vergoeding van een bedrag van € 309,97 aan buitengerechtelijke incassokosten. In de aan [gedaagde] verstuurde aanmaningsbrieven wordt gewezen op verschuldigde incassokosten op grond van het Besluit Vergoeding Buitengerechtelijke Incassokosten. Dit besluit is echter niet van toepassing, nu Duits recht van toepassing is. Nu de aanmaningsbrieven inhoudelijk onjuist zijn, wordt de gevorderde incassokostenvergoeding afgewezen.
Wettelijke rente
5.7.
De gevorderde rente over de hoofdsom is op de wet gegrond (§ 288 Absatz 1 BGB) en niet weersproken en zal daarom worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing is vermeld.
Proceskosten
5.8.
Hoewel [gedaagde] ongelijk krijgt, ziet de kantonrechter aanleiding om de proceskosten tussen partijen te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5.9.
[gedaagde] heeft namelijk op 7 december 2023 al een betalingsregeling voorgesteld, waar (de incassogemachtigde van) Euregio niet op heeft gereageerd. Euregio schrijft in haar conclusie van repliek dan ook ten onrechte dat [gedaagde] pas na het ontvangen van de dagvaarding ‘in beweging is gekomen’ door ‘voor de tussentijd een betalingsregeling te treffen’. Hoewel Euregio niet verplicht is om in te stemmen met een betalingsregeling, heeft zij dat inmiddels wel gedaan en had zij deze procedure kunnen voorkomen door naar aanleiding van het eerste voorstel van [gedaagde] met haar in gesprek te gaan over een betalingsregeling. Door [gedaagde] eerst te dagvaarden en kort daarna een betalingsregeling te treffen, jaagt zij [gedaagde] onnodig op kosten. De proceskosten zullen daarom worden gecompenseerd.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Euregio te betalen een bedrag van € 1.707,79 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in § 288 Absatz 1 BGB over het toegewezen bedrag, vanaf de vervaldata van de facturen, tot de dag van volledige betaling,
6.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.3.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt,
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. A.M. van Diggele en in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2024.