Uitspraak
[verweerder] B.V.,
1.De procedure
- de akte van [verzoeker], met producties, ontvangen op 17 april 2024;
2.De (verdere) beoordeling
2.3. In de tussenbeschikking is reeds vastgesteld dat de cao E-commerce (hierna: de cao) van toepassing is op de arbeidsovereenkomst tussen [verzoeker] en [verweerder]. In zijn akte betwist [verzoeker] de toepasselijkheid van de cao, maar de kantonrechter gaat aan deze betwisting voorbij. Immers, in de opdrachtbevestigingen en arbeidsovereenkomsten (zie artikel 1.2.) van 13 maart 2023 en 15 juni 2023 is de cao op de arbeidsovereenkomst van toepassing verklaard.
- Na uiterlijk 4 tijdelijke arbeidsovereenkomsten in 2 jaar bij de Werkgever, ontstaat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
- Arbeidsovereenkomsten met uitzenders en payrollers tellen niet mee voor het hiervoor genoemde maximum van 4 arbeidsovereenkomsten. De duur van arbeidsovereenkomsten met uitzenders en payrollers, met aftrek van de eerste 12 maanden, telt wel mee voor de hiervoor genoemde maximale duur van 2 jaar. Dit alles geldt natuurlijk alleen voor zover het gaat om een opdracht bij de Werkgever.
- [verzoeker] heeft met [bedrijf 1] een arbeidsovereenkomst gesloten met een looptijd van
29 december 2021 tot en met 28 juli 2022;
- [verzoeker] heeft met [bedrijf 1] een arbeidsovereenkomst gesloten met een looptijd van
28 juli 2022 tot en met 27 januari 2023. Per 1 augustus 2022 is deze arbeidsovereenkomst en alle daaruit voortvloeiende rechten en plichten van [bedrijf 1] overgenomen door [verweerder];
- [verzoeker] heeft met [verweerder] een arbeidsovereenkomst gesloten met een looptijd van 30 januari 2023 tot en met 17 juli 2023;
e-mail wordt echter alleen meegedeeld dat het contract, naar de kantonrechter begrijpt het (toen nog lopende) contract met de looptijd van 30 januari 2023 tot en met 17 juli 2023, is verlengd en dat [verzoeker] spoedig van [verweerder] zal horen. Uit dit enkele e-mailbericht kan in ieder geval niet worden afgeleid dat [bedrijf 2]/[bedrijf 1] een arbeidsovereenkomst aan [verzoeker] heeft aangeboden en dat [verzoeker] dat aanbod heeft geaccepteerd.
3.De beslissing
3.1. wijst de overige verzoeken van [verzoeker], waarop bij tussenbeschikking nog niet is beslist, af;