Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De vordering van de officier van justitie
2.De procedure
3.Het afdoeningsvoorstel
- het Openbaar Ministerie past ter terechtzitting de ontnemingsvordering aan en vordert dat het genoten wederrechtelijk verkregen voordeel wordt vastgesteld op een bedrag van € 113.100,-- en dat aan verdachte de verplichting wordt opgelegd tot betaling van dit bedrag aan de Staat;
- de verdediging voert ten aanzien van het gewijzigde geschatte voordeel en de betalingsverplichting geen verweer. Verdachte geeft aan betalingsbereid te zijn, in staat te zijn te betalen (op basis van een nog met het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) te maken betalingsregeling) en geen draagkrachtverweer te zullen voeren voor wat betreft zijn financiële verplichtingen voortvloeiende uit de ontnemingszaak. Verdachte stemt er mee in dat een afschrift van de procesafsprakenovereenkomst aan het CJIB wordt verstrekt;
- de verdachte zal aanwezig zijn ter terechtzitting zodat de rechtbank de totstandkoming van het afdoeningsvoorstel kan toetsen;
- het Openbaar Ministerie en de verdediging zien af van het instellen van hoger beroep, als en nadat de rechtbank overeenkomstig de inhoud van het afdoeningsvoorstel vonnis wijst;
- het afdoeningsvoorstel vervalt indien en voor zover dat niet wordt gevolgd door de rechtbank.
medeplegen van valsheid in geschrift;
medeplegen van een gewoonte maken van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich of een ander de beschikking over die goederen te verzekeren;
valsheid in geschrift;
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
gewoontewitwassen.
4.De wettelijke voorschriften
5.De beslissing
- stelt het bedrag waarop het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op een bedrag van € 113.100,--;
- legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling van € 113.100,-- aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel;
- bepaalt de duur van de gijzeling die met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering ten hoogste kan worden gevorderd op 1.080 dagen.