ECLI:NL:RBOVE:2024:3600
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens onvoldoende bewijs van diefstal en mishandeling
Op 9 juli 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van diefstal met geweld en mishandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaring van de slachtoffers onvoldoende bewijs bood om de verdachte te veroordelen. De zaak was gebaseerd op een incident dat plaatsvond op 12 maart 2024 in Deventer, waar de verdachte samen met een medeverdachte de woning van slachtoffer [slachtoffer 1] binnenging en goederen ontvreemde. De officier van justitie had betoogd dat de feiten wettig en overtuigend bewezen konden worden, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de slachtoffers inconsistent en niet altijd coherent waren, wat leidde tot twijfels over de feitelijke gang van zaken. Hierdoor was er onvoldoende bewijs om de verdachte te veroordelen voor de ten laste gelegde feiten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen en verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken van de feiten waar de vordering op was gebaseerd.