Uitspraak
1.De procedure
- de pleitnota van [gedaagde].
2.De samenvatting
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
toen bonste ik hard tegen de deur waardoor die open deed toen ben ik naar binnen gestapt met de voet bij de deur zodat hij de deur niet weer dicht kon doen (…) en heb hem toen gewaarschuwd niet bedreigt maar gewaarschuwd dat die moest stoppen met dat kinderachtige gedrag met dat uitlokken van hem want heb mijzelf straks niet meer in de hand en geen zin heb om bloed aan mijn handen te hebben en wat je krijgt als je iemand een bloedneus slaat? bloed aan de handen (…).In zijn uitgebreide mail schrijft [naam] verder onder meer
(…) dit is overduidelijk een samenspanning en zij worden geholpen dit is veels te voor de hand liggende alles acties duiden daarop wie dat is ga ik ook zeker achter komen die dag (…).[gedaagde] heeft aangevoerd dat [naam] een (niet aangeboren) hersenletsel heeft en daarom niet zelfstandig kan wonen. De voorzieningenrechter constateert dat in de door [gedaagde] overgelegde aanvraag bij het CIZ van 22 april 2024 is beschreven dat bij [naam] de grens (om te incasseren) steeds kleiner geworden is, dat hij risicovol maatschappelijk probleemgedrag vertoont en zelf niet gemotiveerd is voor behandeling. Ook staat vermeld dat, gelet op de conflicten in de buurt, het niet langer houdbaar is dat [naam] samen met zijn moeder in één woning verblijft. Bovendien vermeldt deze aanvraag dat door zijn problematiek en het onvoorspelbare gedrag (het niet kunnen omgaan met emoties en overvraging) maar de vraag is hoelang het duurt voordat er fysieke escalatie dreigt.