Uitspraak
1.Korte samenvatting van de zaak
2.De procedure
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert Milieu Service Nederland B.V. betaling van een bedrag van € 1.663,85 van [gedaagde], die voorheen vennoot was in de vennootschap onder firma [bedrijf]. De vordering betreft onbetaalde facturen die zijn verzonden over de periode van 1 oktober 2021 tot en met 11 oktober 2023, ondanks het feit dat [gedaagde] eind december 2022 uit de vennootschap is getreden. De rechtbank oordeelt dat [gedaagde] aansprakelijk blijft voor de verbintenissen die zijn aangegaan tijdens zijn lidmaatschap van de vennootschap onder firma, op basis van artikel 18 van het Wetboek van Koophandel. Dit artikel stelt dat vennoten hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de verbintenissen van de vennootschap, ook na uittreding.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de overeenkomst tussen Milieu Service en de vennootschap onder firma op 19 oktober 2020 is gesloten en dat deze overeenkomst stilzwijgend is verlengd. Milieu Service heeft de overeenkomst per 30 september 2023 beëindigd en heeft vervolgens facturen gestuurd die niet zijn betaald. De rechtbank oordeelt dat de hoofdsom van de vordering toewijsbaar is, evenals de contractuele rente van 1,5% per maand en de buitengerechtelijke incassokosten van € 249,58.
De kantonrechter heeft [gedaagde] veroordeeld tot betaling van het totaalbedrag van € 1.913,43, inclusief proceskosten van € 998,39. Het vonnis is uitgesproken op 2 juli 2024 en is uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing benadrukt dat de aansprakelijkheid van [gedaagde] voor de facturen voortvloeit uit zijn eerdere rol als vennoot, en dat de interne verhoudingen tussen de vennoten niet door deze uitspraak worden beïnvloed.