Op 2 juli 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekers, bewoners van de omgeving, hebben bezwaar gemaakt tegen de op 28 februari 2024 verleende omgevingsvergunning voor de bouw van 24 flexwoningen. Zij hebben op 13 juni 2024 de voorzieningenrechter verzocht om de vergunning te schorsen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 25 juni 2024 behandeld, waarbij de gemachtigden van verzoekers, het college van burgemeester en wethouders van Borne, en de vergunninghouder aanwezig waren.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de aanvraag om de omgevingsvergunning is ingediend vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet, waardoor de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van toepassing blijft zoals die gold vóór 1 januari 2024. De rechter heeft beoordeeld of het project kan worden aangemerkt als een stedelijk ontwikkelingsproject, wat zou vereisen dat een uitgebreide voorbereidingsprocedure wordt gevolgd. De voorzieningenrechter concludeert dat het project, gezien de aard en omvang, niet als een stedelijk ontwikkelingsproject kan worden gekwalificeerd. De realisatie van 24 tijdelijke flexwoningen heeft een beperkte ruimtelijke uitstraling en vindt plaats in een bestaand binnenstedelijk gebied.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat het college terecht gebruik heeft gemaakt van de reguliere voorbereidingsprocedure en de kruimelgevallenregeling heeft toegepast. Er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.