Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 1 juli 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiseres en gedaagden, die een huurwoning huren van eiseres. Eiseres vorderde dat gedaagden het gehuurde zouden ontruimen, omdat zij van mening was dat de huurovereenkomst voor bepaalde tijd was gesloten en deze was geëindigd. Gedaagden betwistten dit en stelden dat zij een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd hadden, omdat eiseres hen niet tijdig had geïnformeerd over het einde van de huur. De kantonrechter oordeelde dat eiseres onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat de huurovereenkomst rechtsgeldig was geëindigd en wees de vorderingen van eiseres af. De rechter gaf partijen de suggestie om te onderhandelen over een praktische oplossing, gezien de omstandigheden van beide partijen. Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagden.