ECLI:NL:RBOVE:2024:3380

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 juni 2024
Publicatiedatum
27 juni 2024
Zaaknummer
08/324837-23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van zware mishandeling met onduidelijke dader

Op 27 juni 2024 heeft de Rechtbank Overijssel in Zwolle uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van zware mishandeling. De tenlastelegging betrof het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan het slachtoffer, [slachtoffer], op 23 juni 2023 in het Weezenlandenpark te Zwolle. De officier van justitie had primair en subsidiair bewijs gepresenteerd, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. Zowel de verdachte als het slachtoffer waren op de avond van het incident in het park aanwezig, maar er waren geen getuigen die konden bevestigen dat de verdachte de dader was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet herkend werd door het slachtoffer en dat de verdachte zelf ontkende betrokken te zijn geweest bij de mishandeling. Hierdoor heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.

Daarnaast heeft de benadeelde partij, [slachtoffer], een schadevergoeding gevorderd van in totaal € 8.751,21, maar omdat de verdachte werd vrijgesproken, verklaarde de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering. De rechtbank heeft bepaald dat de benadeelde partij zijn vordering alleen bij de burgerlijke rechter kan indienen. De kosten van de procedure zijn op nihil begroot, en beide partijen dragen hun eigen kosten. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. M. ter Riet, en is openbaar uitgesproken op 27 juni 2024.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/324837-23 (P)
Datum vonnis: 27 juni 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1993 in [geboorteplaats],
wonende aan de [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 13 juni 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. J.H. Rump, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van wat namens de benadeelde partij [slachtoffer] door [naam] van Slachtofferhulp Nederland is aangevoerd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte [slachtoffer] zwaar heeft mishandeld. Dit feit is subsidiair ten laste gelegd als een poging tot zware mishandeling en meer subsidiair als mishandeling, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 23 juni 2023 te Zwolle aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten hersenschudding/kneuzing en/of een schedelbreuk en/of subdurale bloeding en/of epidurale bloeding, althans hersenletsel/hersenschade, heeft toegebracht door die [slachtoffer]
  • één of meermalen (krachtig) tegen/op het lichaam en/of het hoofd te slaan en/of te stompen en/of te duwen en/of
  • ten val te brengen;
subsidiair:
hij op of omstreeks 23 juni 2023 te Zwolle ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
  • één of meermalen (krachtig) tegen/op het lichaam en/of het hoofd van die [slachtoffer] heeft geslagen en/of gestompt en/of geduwd en/of
  • die [slachtoffer] ten val heeft gebracht,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

meer subsidiair:
hij op of omstreeks 23 juni 2023 te Zwolle [slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer]
-
één of meermalen (krachtig) tegen/op het lichaam en/of het hoofd te slaan en/of

te stompen en/of te duwen en/of

-
ten val te brengen,

terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, te weten hersenschudding/kneuzing en/of een schedelbreuk en/of subdurale bloeding en/of epidurale bloeding, althans hersenletsel/hersenschade ten gevolge heeft gehad.

3.Vrijspraak

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van het primair en subsidiair ten laste gelegde en dat het meer subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken, wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat zowel verdachte als aangever [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer]) op de avond van 23 juni 2023 in het in het Weezenlandenpark te Zwolle aanwezig waren. De rechtbank stelt eveneens vast dat [slachtoffer] aan het eind van de avond bewusteloos en met hoofdletsel door de politie is aangetroffen op de betonen trap in het park. De rechtbank overweegt echter dat geen van de door de politie gehoorde getuigen heeft verklaard dat hij of zij heeft gezien dat het verdachte is geweest die [slachtoffer] de bewuste klap heeft gegeven waardoor [slachtoffer] van de trap is gevallen. Ook [slachtoffer] zelf heeft verdachte niet herkend als degene die hem heeft geslagen. Verdachte ontkent dat hij [slachtoffer] heeft geslagen.
De rechtbank acht daarom niet wettig en overtuigend bewezen wat aan verdachte primair, subsidiair en meer subsidiair is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

4.De schade van benadeelde

4.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 8.751,21 (achtduizend zevenhonderdeenenvijftig euro en eenentwintig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- eigen risico ziekenhuis (€ 331,21);
- ziekenhuis daggeld (€ 420,00);
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 8.000,00 gevorderd.
4.2
Het oordeel van de rechtbank
Omdat verdachte wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.

5.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. ter Riet, voorzitter, mr. J. de Ruiter en mr. D.E. Schaap, rechters, in tegenwoordigheid van mr. G.J. Leyendijk en mr. E.M.A. van den Hoek, griffiers, en is in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2024.