Op 27 juni 2024 heeft de Rechtbank Overijssel in Zwolle uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van zware mishandeling. De tenlastelegging betrof het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan het slachtoffer, [slachtoffer], op 23 juni 2023 in het Weezenlandenpark te Zwolle. De officier van justitie had primair en subsidiair bewijs gepresenteerd, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. Zowel de verdachte als het slachtoffer waren op de avond van het incident in het park aanwezig, maar er waren geen getuigen die konden bevestigen dat de verdachte de dader was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet herkend werd door het slachtoffer en dat de verdachte zelf ontkende betrokken te zijn geweest bij de mishandeling. Hierdoor heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.
Daarnaast heeft de benadeelde partij, [slachtoffer], een schadevergoeding gevorderd van in totaal € 8.751,21, maar omdat de verdachte werd vrijgesproken, verklaarde de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering. De rechtbank heeft bepaald dat de benadeelde partij zijn vordering alleen bij de burgerlijke rechter kan indienen. De kosten van de procedure zijn op nihil begroot, en beide partijen dragen hun eigen kosten. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. M. ter Riet, en is openbaar uitgesproken op 27 juni 2024.