In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt de omgevingsvergunning voor het bouwen van een bedrijfshal en het kappen van 12 bomen door het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg beoordeeld. De vergunning is verleend op 15 september 2022, maar eisers, die hun bedrijf nabij de bouwlocatie hebben, hebben bezwaar gemaakt en beroep ingesteld tegen het besluit van 28 maart 2023, waarin hun bezwaar ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft op 2 mei 2024 de zaak behandeld.
De rechtbank oordeelt dat de beschikbaarheid van 64 parkeerplaatsen, die noodzakelijk zijn voor de vergunning, onvoldoende is geborgd. De eisers stellen dat alle 84 parkeerplaatsen op het eigen terrein gerealiseerd moeten worden, terwijl het college een afwijking heeft verleend voor het realiseren van 64 parkeerplaatsen op een ander perceel. De rechtbank stelt vast dat de regelgeving omtrent de parkeerplaatsen niet voldoende waarborgen biedt voor de beschikbaarheid van deze parkeerplaatsen op de lange termijn.
De rechtbank geeft het college de gelegenheid om het gebrek in de vergunning te herstellen, waarbij het college binnen twee weken moet meedelen of het gebruik maakt van deze gelegenheid. De rechtbank stelt een termijn van acht weken voor het herstel van het gebrek en houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak. De uitspraak is gedaan door rechter J.W.M. Bunt, in aanwezigheid van griffier J.C. Smitstra.