ECLI:NL:RBOVE:2024:3338
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de intrekking en terugvordering van zijn bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (PW). Eiser had een vrijstelling van arbeidsverplichtingen gekregen om een bedrijf op te starten, maar werkte inmiddels gemiddeld 63 uur per week in zijn eigen zaak. De rechtbank oordeelt dat het college de bijstandsuitkering van eiser terecht heeft ingetrokken. Eiser ontving sinds 8 april 2021 een bijstandsuitkering naar de norm van gehuwden, maar het college heeft op 12 juli 2022 besloten om de uitkering in te trekken met terugwerkende kracht tot 14 april 2022, omdat eiser als zelfstandig ondernemer werkte. Eiser was het niet eens met deze beslissing en stelde dat hij gerechtvaardigd had verwacht dat hij recht op bijstand had, maar de rechtbank oordeelt dat deze verwachting niet gerechtvaardigd was. De rechtbank concludeert dat het college zorgvuldig heeft gehandeld en dat de intrekking van de bijstandsuitkering en de terugvordering van de ontvangen bedragen terecht zijn. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.