3.5De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair.
hij op 28 augustus 2023 in Nederland en in België, een ander, te weten [betrokkene], geboren op [geboortedatum 2] 2001 te [geboorteplaats 2] (Syrië), uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, door
- die [betrokkene] vanaf de luchthaven Zaventem, België, naar Nederland en door Nederland te vervoeren en over de grens te brengen in een door hem, verdachte, bestuurd voertuig en dus het transport van die [betrokkene] te faciliteren, en
- afspraken te maken over de betaling van voornoemd transport,
terwijl hij, verdachte, wist dat dat verblijf wederrechtelijk was;
2.
hij in de periode 1 juni 2022 tot en met 19 september 2023 in Nederland en/of te Turkije en/of te Griekenland, tezamen en in vereniging met anderen,
ter voorbereiding van het door verdachte en zijn medeverdachte(n) voorgenomen misdrijf mensensmokkel ten aanzien van één of meer te smokkelen personen, opzettelijk,
- een mobiele telefoon voorhanden heeft gehad, waarmee hij, verdachte, contact heeft onderhouden met en instructies heeft gegeven aan medeverdachten en/of derden over te smokkelen personen en over het ter beschikking (laten) stellen van reisdocumenten aan deze te smokkelen personen en over het betalen en innen van gelden voor het vervoer en reisdocumenten van deze te smokkelen personen, en
- een personenauto voorhanden heeft gehad, met het doel om personen op te halen en te vervoeren en/of over de grens te brengen, en
- valse of vervalste look-a-like documenten voorhanden heeft gehad voor de te smokkelen personen, en
- een grote hoeveelheid afbeeldingen van niet op zijn, verdachtes, naam gestelde paspoorten en ID-kaarten en verblijfsvergunningen en rijbewijzen voorhanden heeft gehad,
terwijl hij, verdachte, daarvan een gewoonte heeft gemaakt;
3.
hij op 19 september 2023 te [plaats], een reisdocument, te weten een (Syrisch) nationaal paspoort met nummer [nummer], op naam gesteld van [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1977 te [geboorteplaats 1] (Syrië), waarvan hij wist dat deze vervalst was, voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.