Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
hierna te noemen: [verzoekster] ,
1.De procedure
- mr. A.C.W. Duiveman, advocaat te Dalfsen,
- [naam 1] en [naam 2] , beiden verbonden aan de Raad voor de Kinderbescherming;
2.Het wrakingsverzoek
in de procedure die tussen [verzoekster] en [naam 6] aanhangig is niet neutraal staat, omdat hij dwingend oplegt wat er moet gebeuren als juiste oplossing. Daarnaast krijgen beide advocaten onvoldoende tijd om daarop te reageren. De beschikking van
22 april 2024 is daarin het hoogtepunt, omdat de rechter het daarin [verzoekster] kwalijk neemt dat zij contact heeft opgenomen met GGZ Beilen, terwijl de rechter zelf meerdere keren contact heeft opgenomen met de gezinsvoogd.
3.Het standpunt van mr. drs. H.F.J.M. Schröder
10 april 2024 bezwaar tegen gemaakt. Uit de schriftelijke reactie van [verzoekster] bleek vervolgens dat zij zelf contact had opgenomen met de twee instanties, terwijl niet duidelijk was hoe [verzoekster] de casus bij deze instanties heeft gepresenteerd. In die omstandigheden zag de rechter zich genoodzaakt een nieuwe procedure voor te schrijven, waarbij [verzoekster] de gelegenheid kreeg om haar zienswijze op een voor alle betrokkenen transparante wijze kenbaar te maken. De rechter heeft het verslag van het gesprek met de speltherapeut vooralsnog buiten beschouwing gelaten, omdat dit verslag niet door de speltherapeut, maar door [verzoekster] is opgesteld. De rechter heeft gevraagd om een door de speltherapeut zelf opgesteld verslag, hetgeen hij een zorgvuldige, onpartijdige gang van zaken acht. Het aannemen van een actieve rol leidt niet tot partijdigheid in de procedure waarin alle partijen erkennen dat het lange procesverloop schadelijk is.
4.4. De beoordeling
-onafhankelijke- gezinsvoogd informatie zou inwinnen en daarover verslag zou uitbrengen. Vervolgens is in de beschikking van 22 april 2024 door de rechter uiteengezet wat de vervolgroute moet zijn met betrekking tot een informatieve voorbespreking bij GGZ Beilen. Daarbij is opnieuw een taak beschreven voor de gezinsvoogd. Dat die te volgen route kan worden ervaren als sturend maakt niet dat de rechter vooringenomen of partijdig is. Het betreft een wijziging door de rechter van een taak die al eerder, met de instemming van de ouders, aan de gezinsvoogd was gegeven Deze vorm van sturing maakt de rechter nog niet partijdig.