ECLI:NL:RBOVE:2024:3227

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 juni 2024
Publicatiedatum
20 juni 2024
Zaaknummer
08.047710.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen van opzettelijk handelen in drugs en produceren van synthetische drugs

Op 20 juni 2024 heeft de Rechtbank Overijssel in Almelo uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen van opzettelijk handelen in drugs en het produceren van synthetische drugs. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het medeplegen van de productie van methamfetamine en MDMA, en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren. De verdachte was betrokken bij een drugslaboratorium dat op 1 februari 2022 werd ontdekt in een mestkelder op een perceel in de gemeente Hof van Twente. Tijdens het onderzoek zijn meer dan 12.000 liter vervuilde drugsgerelateerde vloeistof aangetroffen, evenals diverse chemicaliën en laboratoriumbenodigdheden die gebruikt werden voor de productie van synthetische drugs. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met medeverdachten, een essentiële rol heeft gespeeld in de opzet en uitvoering van het drugslaboratorium. De verdachte had eerder al voor soortgelijke feiten een straf opgelegd gekregen, wat meegewogen werd in de strafmaat. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de volksgezondheid, en oordeelde dat een langdurige gevangenisstraf noodzakelijk was om de samenleving te beschermen en een afschrikwekkende werking te hebben.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.047710.22 (P)
Datum vonnis: 20 juni 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1946 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats]
.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 14 mei 2024, 16 mei 2024 en 6 juni 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. M.A. Prins, advocaat in 's-Hertogenbosch, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 10 november 2022, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:al dan niet samen met anderen, methamfetamine en/of MDMA heeft geproduceerd, dan wel dat hij daaraan medeplichtig is geweest;
feit 2:al dan niet samen met anderen, de productie van methamfetamine en/of MDMA heeft voorbereid.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2020 tot en met 1 februari 2022 te
[plaats 1] , gemeente Hof van Twente, in een of meer pand(en) gelegen
aan of bij de [adres 1] , aldaar,
meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht
en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, (telkens)
(grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende methamfetamine
(crystal meth) en/of MDMA en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de
bij de Opiumwet behorende lijst I, zijnde methamfetamine (crystal meth)
en/of MDMA en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de
Opiumwet behorende lijst I (telkens) (elk) een middel als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
onbekend gebleven verdachte(n), althans een ander of anderen dan
verdachte, in of omstreeks de periode van 1 juni 2020 tot en met 1 februari
2022 te [plaats 1] , gemeente Hof van Twente,
in een of meer pand(en) gelegen aan of bij de [adres 1] , aldaar,
meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen,
opzettelijk heeft/hebben bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht
en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, (telkens)
(grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende methamfetamine
(crystal meth) en/of MDMA en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de
bij de Opiumwet behorende lijst I, zijnde methamfetamine (crystal meth)
en/of MDMA en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de
Opiumwet behorende lijst I (telkens) (elk) een middel als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van die wet
bij en/of tot voornoemd misdrijf hij, verdachte, toen en aldaar opzettelijk
behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft
verschaft door toen en daar
- de eigenares/pachter (te weten: [medeverdachte 1] ) van het perceel [adres 1]
te [plaats 1] en/of [medeverdachte 2] en/of (een) (andere) perso(o)n(en), te
benaderen met de vraag of hij/zij - al dan niet in ruil voor substantiële
vergoedingen - de beschikking had(den) over ruimte om synthetische drugs
te vervaardigen en/of
- daarbij zelf de ruimte (te weten een mestkelder) met (een) ander(en)
heeft/hebben geïnspecteerd om te bezien of deze voldeed (aan de
afmetingen) voor het produceren van synthetische drugs en/of
- daarbij [medeverdachte 2] en/of (een) ander(en) heeft benaderd om die ruimte/
mestkelder schoon/leeg te maken en/of aan te passen en/of
- contant geld van (een) ander(en) in ontvangst heeft genomen en dit heeft
overgedragen aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of (een) ander(en) als
vergoeding voor de verhuur/het ter beschikking stellen van de
mestkelder/ruimte en/of andere kosten die samen hingen met de inrichting
van de mestkelder/ruimte en/of het (doen) vervaardigen van synthetische
drugs en/of
- veelvuldig contact te hebben met andere personen die betrokken zijn bij het
kiezen/organiseren van een locatie, de inrichting van een locatie, de aanvoer
van goederen en materialen die gebruikt worden voor de vervaardiging van
de drugs en/of de daadwerkelijke vervaardiging van de drugs en/of het
transport van de vervaardigde drugs en/of de afvoer van het ontstane afval;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2020 tot en met 1 februari 2022 te
[plaats 1] , gemeente Hof van Twente,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een
feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te
weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren,
verstrekken, vervoeren van methamfetamine en/of MDMA, in elk geval een
hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine en/of MDMA,
zijnde methamfetamine en/of zijnde MDMA, telkens een middel vermeld op
de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen en
daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft en/of daartoe
voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen
voorhanden heeft gehad door
- de eigenares/pachter (te weten: [medeverdachte 1] ) van het perceel [adres 1]
te [plaats 1] en/of [medeverdachte 2] en/of (een) (andere) perso(o)n(en), te
benaderen met de vraag of hij/zij - al dan niet in ruil voor substantiële
vergoedingen - de beschikking had (den) over ruimte om synthetische drugs
te vervaardigen en/of
- daarbij zelf de ruimte (te weten een mestkelder) met (een) ander(en)
heeft/hebben geïnspecteerd om te bezien of deze voldeed (aan de
afmetingen) voor het produceren van synthetische drugs en/of
- daarbij [medeverdachte 2] en/of (een) ander(en) heeft benaderd om die ruimte/
mestkelder schoon/leeg te maken en/of aan te passen en/of
- contant geld van (een) ander(en) in ontvangst heeft genomen en dit heeft
overgedragen aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of (een) ander(en) als
vergoeding voor de verhuur/het ter beschikking stellen van de
mestkelder/ruimte en/of andere kosten die samen hingen met de inrichting
van de mestkelder/ruimte en/of het vervaardigen van synthetische drugs
en/of
- veelvuldig contact te hebben met andere personen die betrokken zijn bij het
kiezen/organiseren van een locatie, de inrichting van een locatie, de aanvoer
van goederen en materialen die gebruikt worden voor de vervaardiging van
de drugs en/of de daadwerkelijke vervaardiging van de drugs en/of het
transport van de vervaardigde drugs en/of de afvoer van het ontstane afval
waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd
zijn tot het plegen van dat feit/die feit(en).

3.De bewijsoverwegingen

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten – waarbij het onder 1 ten laste gelegde in de subsidiaire variant – wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht verdachte (verder ook [verdachte] ) van het onder 1 primair ten laste gelegde vrij te spreken. Het handelen van verdachte is in feite gelijk te stellen met het beschikbaar stellen van een ruimte voor de productie van drugs, hetgeen in de bestendige rechtspraak gekwalificeerd wordt als ‘medeplichtigheid’. Ten aanzien van de feiten 1 subsidiair en 2 heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met dien verstande dat volgens de raadsman de onder feit 1 ten laste gelegde periode moet worden beperkt tot de periode van januari 2021 tot en met september 2021.
3.3
De overwegingen van de rechtbank
3.3.1
Inleiding
Hierna stelt de rechtbank op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de feiten en omstandigheden vast. Deze feiten en omstandigheden kunnen op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen als vaststaand worden aangemerkt.
De rechtbank overweegt verder, al dan niet in reactie op gevoerde verweren, waarom zij op basis van die feiten en omstandigheden tot conclusies en beantwoording van de bewijsvraag komt. De voor de bewezenverklaring redengevende bewijsmiddelen zijn opgenomen in de bijlage bij dit vonnis
3.3.2
Achtergrond onderzoek
[verdachte] en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] (verder [medeverdachte 1] ), [medeverdachte 2] (verder [medeverdachte 2] ) en [medeverdachte 3] (verder [medeverdachte 3] ) zijn allen verdachten in het opsporingsonderzoek ‘Electra22’. Dit betreft het opsporingsonderzoek rondom de ontdekking van een deels ontmanteld drugslaboratorium in een mestkelder op het perceel [adres 1] in [plaats 1] op
1 februari 2022. In de kelder werd een groot aantal vaten met in totaal meer dan 12.000 liter vervuilde drugsgerelateerde vloeistof aangetroffen.
3.3.3.
Aantreffen drugslaboratorium
[bedrijf 1] is eigenaar van het perceel met opstallen aan de [adres 1] in [plaats 1] . In de periode van 2 september 2015 tot 6 januari 2022 heeft [bedrijf 1] het perceel in erfpacht uitgegeven aan [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] was daarmee in genoemde periode pachter van het perceel en had daarmee de beschikkingsmacht over het perceel en de opstallen. De opstallen bestaan uit een overdekte rijbak met paardenstallen (pand 1), een boerderijwoning die is opgedeeld in meerdere appartementen en een kantoor (pand 2), een voormalige koeienstal met mestkelder die is omgebouwd tot een paardenstal met twintig paardenboxen (pand 3), een kapschuur (pand 4), een Twickelschuur met zolder (pand 5) en een deels overdekte tredmolen (pand 6).
[bedrijf 1] heeft per 1 november 2021 de erfpachtovereenkomst opgezegd wegens het uitblijven van betaling van de erfpachtcanon. Op 6 januari 2022 is de beschikkingsmacht over het perceel en de opstallen weer overgegaan naar [bedrijf 1] .
Op 1 februari 2022 heeft de rentmeester van [bedrijf 1] bij de politie melding gemaakt van een ondergronds drugslaboratorium op het perceel [adres 1] .
De politie heeft die dag in pand 3 onder een paardenstal de restanten van een voormalig synthetisch drugslaboratorium aangetroffen.
Onder de paardenstal bevond zich een gierkelder met een lengte van circa 31,33 meter, een breedte van circa 11,34 meter en een hoogte van circa 2,16 meter. De gierkelder bestond oorspronkelijk uit vier afzonderlijke gangen met verschillende breedtes.
In een paardenbox in pand 3 was een betonvloerplaat met lamellen verwijderd. Onder de ontstane opening was op de vloer van de gierkelder een schaarlift geplaatst. Van de schaarlift bevond zich de laadvloer op het vloerniveau van de paardenstal. Hierdoor was een mangat aanwezig waardoor de gierkelder vanuit de paardenbox bereikbaar was.
Door het verwijderen van delen van enkele muren stonden de afzonderlijke gangen van de gierkelder met elkaar in verbinding. Door het plaatsen van watervaste gipsplaten waren een gang en een doorgang afgesloten. In enkele gangen waren door raggelwerk met watervaste gipsplaten en binnendeuren compartimenten gerealiseerd. Ook waren in de gierkelder een elektrische installatie (groepenkast, wandcontactdozen, verlichting), een luchtbehandeling systeem (afzuigsysteem, gaswassers) en watervoorzieningen (waterleiding, kranen) gerealiseerd.
De aangetroffen compartimenten zijn onderverdeeld in vijf ruimtes A tot en met E.
In ruimte A stonden diverse gebruikte/vervuilde goederen opgeslagen, waaronder regentonnen, waterstofzuigers, slakkenhuizen, ijsemmers en elektrische straalkachels. Ook stonden er jerrycans en dop- en klemdekselvaten die gevuld waren met gerelateerd (synthetisch)drugs afval.
In ruimte B was door het verwijderen van een vloerplaat in de bovengelegen paardenbox een opening ontstaan naar de ondergelegen gierkelder. Door een geplaatste schaarlift konden goederen, personen en/of benodigdheden de gierkelder in/uit worden gebracht. In de ruimte stonden twee IBC’s (Intermediate Bulk Containers) die als gaswasser gemodificeerd waren en in gebruik waren.
In ruimte C stonden negentien waterstofgascilinders van 50 liter, vier propaan gascilinders, vijfendertig lege jerrycans en twee lege klemdekselvaten.
Ruimte D had gezien de inrichting vermoedelijk dienst gedaan als productieruimte. Gezien
vanuit ruimte C was aan de wand een werkblad/tafel gemonteerd waarop enkele kunststofbakken en overig klein materiaal stonden. Ook stonden er tien jerrycans met zoutzuur, kunststofbakken en overige goederen.
In ruimte E was direct naast de scheidingswand met ruimte D een werkblad/tafel aan de wand gemonteerd. Ter hoogte van de weggebroken tussenwand was ook een werkblad/tafel aan de wand gemonteerd met aan de muur een groepenkast. In de ruimte stonden jerrycans, dop- en klemdekselvaten, drie stoelen en een waterstofgascilinder met daaraan een reduceerventiel met een stuk gasslang. Verder stond er op omgekeerde speciekuipen een werktafel met daarop enkele jerrycans met tapkraan. In een jerrycan werd een restant donkere olie aangetroffen dat als MDMA werd geïdentificeerd.
In de kelder werden twintig waterstofgascilinders en de restanten van MDMA en methamfetamine aangetroffen. In de aangetroffen ijsemmers werden restanten methamfetamine olie en kristallen aangetroffen; in de klemdekselvaten werden restanten MDMA kristallen aangetroffen. Hierdoor werd waarschijnlijk de geproduceerde MDMA- en methamfetamine olie(base) ter plaatse gekristalliseerd.
Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft vastgesteld dat in het onderzochte materiaal MDMA en methamfetamine is aangetoond. Ook zijn methamfetamine HCI en MDMA HCI aangetroffen en dit zijn zouten van methamfetamine en MDMA. Het NFI heeft verder PMK (piperonylmethylketon), methylamine, BMK (benzylmethylketon), aceton, methanol en tolueen aangetroffen.
In relatie tot drugs is PMK een grondstof voor de vervaardiging van MDMA. Methylamine is een grondstof voor de vervaardiging van MDMA en methamfetamine. BMK is een grondstof voor de vervaardiging van amfetamine en methamfetamine. Aceton, methanol en tolueen worden in de chemische industrie veelvuldig toegepast en in relatie tot drugs kunnen deze stoffen worden gebruikt bij de vervaardiging en/of bewerking van diverse drugs.
Eerder op het perceel aangetroffen vaten met chemische inhoud
Al voor de ontdekking van het drugslaboratorium heeft de politie in december 2021 twintig blauwe en zwarte vaten aangetroffen waarin voornamelijk chemische vloeistof zat, dan wel had gezeten, en die door de politie zijn herkend als stoffen die veelvuldig worden aangetroffen bij de productie van synthetische drugs.
Bij een nacontrole heeft de politie geconstateerd dat een drietal vaten niet meer aanwezig waren en dat sommige vaten waren gecamoufleerd met paardendekens.
In een van de vaten waren gaten geboord en daaruit kwamen gassen in de vorm van witte rook. In het vat was derhalve een chemische reactie gaande. Ook roken de verbalisanten een synthetische geur.
3.3.4
Tussenconclusie van de rechtbank
Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden stelt de rechtbank vast dat in de mestkelder van pand 3 een weliswaar deels ontmantelde, maar niettemin professionele productieopstelling voor de grootschalige vervaardiging van methamfetamine en MDMA is aangetroffen en dat de voor de synthese van methamfetamine en MDMA benodigde chemicaliën en laboratoriumbenodigdheden aanwezig waren. Op het perceel is ruim 12.000 liter drugsgerelateerde vervuilde vloeistof aangetroffen en het grootste deel hiervan betrof aceton met lage concentraties MDMA en PMK (precursor voor MDMA).
Naar het oordeel van de rechtbank waren die stoffen en voorwerpen ook met dat doel op de genoemde locatie aanwezig. De aangetroffen restanten van MDMA en methamfetamine én de restanten methamfetamine olie en -kristallen en de in de klemdekselvaten aangetroffen restanten MDMA-kristallen sterkt de rechtbank in die conclusie. Daar komt bij dat noch gesteld noch gebleken is dat de aangetroffen stoffen en voorwerpen een andere bestemming zouden hebben gehad.
Evenmin is gebleken dat op andere plaatsen op het terrein drugs is geproduceerd.
3.3.5
Werkzaamheden ten behoeve van het drugslaboratorium
De mestkelder
Voor de productie van de synthetische drugs methamfetamine en MDMA is de mestkelder gereed gemaakt.
Op 17 september 2020 heeft het bedrijf [bedrijf 3] werkzaamheden uitgevoerd in pand 3. Het kreeg de opdracht één mestrooster te verwijderen door deze er tussenuit te zagen. Op
28 oktober 2020 is de mestkelder in opdracht van [medeverdachte 2] leeggepompt. In de laatste week van november 2020 heeft De [bedrijf 4] de mestkelder schoongemaakt. Het bedrijf [bedrijf 2] heeft daarvoor een trekker en een tank met water geleverd. Omdat de werkzaamheden enkele dagen duurden heeft [medeverdachte 2] voor de werknemers van de [bedrijf 4] hotelovernachtingen bij het [locatie] Delden geboekt en betaald.
Het stroomverbruik
Uit de bevindingen met betrekking tot het stroomverbruik op de [adres 1] volgt dat vanaf december 2020 een sterk stijgende lijn is te zien in het elektriciteitsverbruik ten opzichte van het jaar daarvoor. In december 2020 en januari en februari 2021 zijn de hoogste pieken gemeten, maar ook in maart en april 2021 is het verbruik aanzienlijk hoger. Dat geldt ook voor het verbruik in de maanden oktober en november 2021.
Voor de betaling van de factuur van Essent heeft [medeverdachte 2] op 28 september 2021 zijn bankrekeningnummer laten veranderen in het ING-bankrekeningnummer van [medeverdachte 1] . Ook hebben [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] veelvuldig overleg over de betaling van de jaarafrekening van Essent van € 14.370,99.
Zowel [medeverdachte 2] als [verdachte] maken zich zorgen over het uitblijven van de betaling van de energierekening en [verdachte] regelt geld bij de jongens om de rekening betaald te krijgen. [medeverdachte 2] heeft contact met ene “ [naam 9] ” over de betaling van een bedrag van minimaal
€ 10.000,-- omdat anders de stroom er af gaat. Op 5 oktober 2021 zegt [medeverdachte 1] tegen [medeverdachte 2] dat ze nerveus wordt als het met Essent niet lukt.
3.3.6
De verdachten
[medeverdachte 1]
heeft verklaard dat korte tijd nadat haar toenmalige partner [medeverdachte 3] in november 2020 terugkwam aan de [adres 1] , de kelder werd leeggepompt. Zij wist dat er drugs werden geproduceerd in de mestkelder. Er kwamen in januari 2021 mensen bij haar op het erf wonen die niet overdag maar 's nachts in de mestkelder werkten. Zij denkt dat deze jongens er drie à vier maanden hebben gewoond en in april 2020 weer zijn weggegaan.
[medeverdachte 1] heeft ook verklaard dat [medeverdachte 2] heeft geregeld dat de jongens daar gingen wonen.
Van [medeverdachte 2] , of van [verdachte] , ontving zij geld. Zij is vijf keer bij [verdachte] geweest om geld te halen en het geld zat altijd in een envelop of in een tasje.
[medeverdachte 1] wist ook dat het een motorclub was die zich bezig hield met het drugslaboratorium. De club kwam uit Amsterdam. Het gebeuren in de mestkelder ging door tot oktober of november 2021.
[medeverdachte 2]
hielp [medeverdachte 1] met alle voorkomende werkzaamheden op het terrein en hij had de beschikking over de sleutels van alle panden. Hij heeft [verdachte] in contact gebracht met [medeverdachte 1] . Hij kende [verdachte] al vijftien jaren en zolang hij hem kent, regelt [verdachte] locaties voor drugsgerelateerde zaken. Hij zoekt boerenlocaties en vraagt [medeverdachte 2] wekelijks of hij locaties weet, omdat [medeverdachte 2] op veel boerenbedrijven komt.
[verdachte] heeft [medeverdachte 1] gevraagd of het niet interessant was om wat handel te doen. Volgens [medeverdachte 2] is het allemaal drugsgerelateerd. [verdachte] noemde als handel het maken van olie en had het over A-olie. [1]
[medeverdachte 2] heeft, samen met [verdachte] , metingen verricht in de mestkelder om te kijken hoe diep de kelder was. Hen werd duidelijk dat de ruimte groot genoeg was om een laboratorium in te bouwen en [verdachte] heeft hem gevraagd of [medeverdachte 2] iemand wist die de mestkelder kon schoonmaken.
Het schoonmaken van de mestkelder is besproken met [medeverdachte 1] en in november 2020 is de mestkelder schoongemaakt. In opdracht van [medeverdachte 1] en [verdachte] heeft [medeverdachte 2] loonwerker [bedrijf 2] , De [bedrijf 4] en het [locatie] voor het verblijf van de werknemers van De [bedrijf 4] , geregeld. De rekening van het [locatie] heeft hij betaald met geld dat hij ontving van [verdachte] . De rekening van de [bedrijf 4] en [bedrijf 2] zijn door [medeverdachte 1] en [verdachte] betaald.
[medeverdachte 2] heeft verder verklaard dat hij gedurende zes maanden maandelijks € 2200,-- ontving. Het bedrag haalde hij op bij [verdachte] en kreeg hij contant.
Toen hij in faillissementsgijzeling verbleef gingen de betalingen door omdat dat de afspraak was. Zijn partner ging dan naar [verdachte] om het geld op te halen. Het geld was tipgeld.
Ook ging hij met [medeverdachte 1] mee om geld bij [verdachte] op te halen. Soms waren daar andere mensen bij. Ook [medeverdachte 1] werd contant betaald; de ene keer ging het om € 7.500,--, de andere keer om € 15.000,--.
Vanaf juni 2021 is [medeverdachte 2] de administratie voor [medeverdachte 1] gaan verzorgen en had hij de beschikking over de bankpas behorende bij de ING-bankrekening met nummer [rekeningnummer 1] van [medeverdachte 1] . In de maanden oktober en november 2021 heeft [medeverdachte 2] voor in totaal € 20.450,-- aan contant geld op de bankrekening van [medeverdachte 1] gestort. Ook heeft [medeverdachte 2] verklaard dat tussen mei/juni 2021 en oktober/november 2021 een tweede groep gebruik heeft gemaakt van het drugslaboratorium.
[verdachte]
kende al een aantal jaren twee mannen uit Tilburg. Zij zeiden tegen hem dat ze een ruimte nodig hadden om te draaien. Hoewel zij niet zeiden wat ze daarmee bedoelden, wist [verdachte] dat het om drugslabs ging. [verdachte] kreeg de opdracht boeren te zoeken die het water aan de lippen stond en die geld nodig hadden en dat een schuur van 140 tot 150 vierkante meter perfect was.
Volgens [verdachte] werd hij gebeld door [medeverdachte 2] om langs te komen, omdat [medeverdachte 2] wist dat [verdachte] locaties zocht voor drugslabs. Volgens [medeverdachte 2] had de kelder onder de paardenstal geschikte afmetingen en [medeverdachte 2] heeft [verdachte] de stal laten zien. [verdachte] heeft [medeverdachte 2] gezegd dat als hij het wilde verhuren, eerst de mest eruit moest.
[verdachte] heeft daarop de twee mannen laten weten dat hij een geschikt adres had voor een drugslaboratorium. Zij spraken af dat elke keer als ze gedraaid hadden, [verdachte] een paar duizend euro kreeg. [verdachte] heeft verklaard dat hij tien tot twaalf keer geld heeft gekregen en er dus tien tot twaalf weken is geproduceerd. Hij kreeg € 2.000,-- per keer.
Volgens [verdachte] werd er eerst crystal meth geproduceerd. Later werd MDMA geproduceerd.
Ook heeft [verdachte] verklaard dat hij met [medeverdachte 2] een oplossing is gaan zoeken voor de betaling van de energierekening voor de [adres 1] omdat daar anders de stroom zou worden afgesloten.
3.3.7
Tussenconclusie met betrekking tot de periode van het drugslaboratorium
Op grond van het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat vanaf januari 2021 het drugslaboratorium aanwezig was, dat dit drugslaboratorium werd gebruikt in twee verschillende periodes door twee verschillende groepen, dat [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] daar wetenschap van hadden en dat zij wisten dat er methamfetamine en MDMA werd geproduceerd.
3.3.8
De specifieke betrokkenheid van [verdachte]
Feit 1
Medeplegen of medeplichtigheid.
Volgens de officier van justitie moet [verdachte] van het primair ten laste gelegde medeplegen worden vrijgesproken en moet het handelen van [verdachte] gekwalificeerd worden als medeplichtigheid.
Bij het antwoord op de vraag of het handelen van verdachte als ‘medeplegen’ of ‘medeplichtigheid’ gekwalificeerd moet worden, stelt de rechtbank het volgende voorop.
Voor medeplegen is vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking. Die kwalificatie is slechts gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde - intellectuele en/of materiële - bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. Een en ander brengt mee dat indien het ten laste gelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering, maar uit gedragingen die met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), op de rechter de taak rust om in het geval dat hij toch tot een bewezenverklaring van het medeplegen komt, in de bewijsvoering dat medeplegen nauwkeurig te motiveren.
Bij de vorming van het oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Bij medeplichtigheid daarentegen betreft het kernverwijt het bevorderen en/of vergemakkelijken van een door een ander begaan misdrijf.
Hoewel op grond van de bewijsmiddelen is komen vast te staan dat [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zelf geen bemoeienis hebben gehad met de daadwerkelijke productie van methamfetamine en MDMA, dient aan de hand van het voorgaande beoordeeld te worden of de handelingen die zij wel hebben verricht, gekwalificeerd kunnen worden als medeplegen.
De rechtbank is van oordeel dat het medeplegen bewezen kan worden verklaard. De rechtbank motiveert dit als volgt.
Vast staat dat in een van opstallen (pand 3) waarvan [medeverdachte 1] eigenaar (pachter) was, zich een professioneel ingericht en producerend drugslaboratorium heeft bevonden, en dat op het perceel een grote hoeveelheid synthetisch drugsafval ten behoeve van de productie van methamfetamine en MDMA is aangetroffen.
De rechtbank is van oordeel dat ten behoeve van het drugslab de verdachten in ieder geval met elkaar, en wellicht ook met (een) ander(en), een samenwerkingsverband met ieder een eigen rol vormden. [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hebben daarvoor onderling nauw en bewust samengewerkt. Hun opzet was daarbij gericht op het realiseren van een ruimte voor een drugslaboratorium waar harddrugs geproduceerd kon worden én werd door anderen.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat het initiatief voor het drugslaboratorium volledig bij verdachten lag. [verdachte] was al jarenlang actief in aanvankelijk de hennepwereld, maar kenden ook de jongens uit de synthetische drugs. Hij zocht voor hen passende locaties waar een drugslaboratorium gevestigd kon worden en deed dit tegen vergoedingen. [verdachte] had contacten met zowel [medeverdachte 2] als [medeverdachte 1] . Hij wist niet alleen dat in het drugslaboratorium methamfetamine en (later) MDMA werd geproduceerd, maar heeft bij het tot stand brengen van de contacten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ook geïnformeerd over de productie van A-olie.
[verdachte] heeft met [medeverdachte 2] de mestkelder geïnspecteerd en deze goed bevonden. Gezamenlijk hebben zij geregeld en er voor gezorgd dat de mestkelder werd schoongemaakt en aangepast tot een drugslaboratorium: er werd een rooster uit de paardenstal gezaagd en een hydraulische lift geïnstalleerd.
Bij de betaling van diverse kosten daarvan waren allen betrokken. Ook hadden zij regelmatig overleg met elkaar over betalingen. Voor de betaling van de factuur van de [bedrijf 4] heeft [verdachte] gezorgd. Ook voor de betaling van de factuur van Essent hadden zij regelmatig telefonisch overleg om te voorkomen dat de stroomvoorziening werd afgesloten. [medeverdachte 2] heeft contact gezocht met een van de mannen van het drugslab om zo de energienota betaald te krijgen, en [verdachte] is naar zijn opdrachtgevers gegaan om geld te vragen.
[medeverdachte 1] heeft de huurders toegang verschaft op haar terrein en zowel via als samen met [medeverdachte 2] , die de beschikking had over de sleutels van de opstallen, hen onderdak verschaft. [medeverdachte 2] was bij voortduring op het perceel aanwezig.
Na een eerste productieronde in het voorjaar van 2021 zijn verdachten niet gestopt. Integendeel; zij zijn doorgegaan met het zoeken van een nieuwe groep die vervolgens in oktober en november 2021 gebruik heeft gemaakt van het drugslaboratorium.
[verdachte] zorgde niet alleen voor een locatie voor de drugsjongens, maar onderhield ook tijdens de productie van de drugs de contacten.
In september 2021 heeft [verdachte] iemand gebeld en gezegd dat hij die pegeltjes [2] in de aanbieding heeft.
Na iedere productieronde kreeg [verdachte] betaald en in zijn woning vonden steeds de contante betalingen aan hem, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] plaats. Gedurende de productierondes onderhield ook [medeverdachte 1] contact met [verdachte] .
Bovendien heeft [verdachte] ook in de periode nadat het drugslaboratorium aan de [adres 1] was ontdekt, nog veelvuldig geprobeerd nieuwe locaties te vinden voor drugslaboratoria.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachten in samenwerking met elkaar essentiële werkzaamheden hebben verricht ten behoeve van de voorbereiding en het functioneren van het laboratorium om methamfetamine en MDMA te produceren. Uit de aard en de coördinatie van de handelingen van [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] naar het oordeel van de rechtbank dat allen opzet had op het verweten gronddelict, alsmede op het medeplegen daarvan.
In de overweging betrekt de rechtbank ook dat [verdachte] , anders dan hij heeft willen doen voorkomen, in de drugswereld precies weet hoe de hazen lopen. Hij heeft de contacten en hij weet dat hij met zijn voorkomen, een serieuze voorkomende oudere man met kennis van zaken in de paardenhandel en het boerenbedrijf, eerder kans maakt bij boeren en landeigenaren om locaties beschikbaar te krijgen, dan de jongere types uit de drugswereld.
[verdachte] heeft zich bovendien op geen enkele wijze gedistantieerd van het drugslaboratorium aan de [adres 1] .
Gelet op de wijze waarop [verdachte] deel uitmaakte van de organisatie van dit drugslaboratorium is de rechtbank van oordeel dat zijn handelen zonder meer leidt tot het bewijs dat hij zich als medepleger heeft bezig gehouden met (voorbereidingshandelingen voor) de productie van methamfetamine en MDMA.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat in onderling verband en samenhang bezien wettig en overtuigend bewezen kan worden dat [verdachte] zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het produceren van methamfetamine en MDMA.
De rechtbank acht daarmee het onder 1 primair ten laste gelegde medeplegen wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen en overwegingen acht de rechtbank eveneens bewezen dat [verdachte] samen met anderen voorbereidingshandelingen voor de productie van methamfetamine en MDMA heeft verricht. De rechtbank acht daarmee ook het onder 2 ten laste gelegde medeplegen wettig en overtuigend bewezen.
Partiële vrijspraak
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de inhoud van het dossier niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat in de ten laste gelegde periode daadwerkelijk het verkopen, het afleveren, het verstrekken en het vervoeren van methamfetamine en MDMA heeft plaatsgevonden, zodat de rechtbank [verdachte] daarvan zal vrijspreken.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 primair en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair.
hij in de periode van 1 juni 2020 tot en met 1 februari 2022 te [plaats 1] , gemeente Hof van Twente, in een pand gelegen aan de [adres 1] aldaar, meermalen tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervaardigd, telkens grote hoeveelheden van een materiaal bevattende methamfetamine (crystal meth) en/of MDMA, zijnde methamfetamine (crystal meth) en MDMA telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij in de periode van 1 juni 2020 tot en met 1 februari 2022 te [plaats 1] , gemeente Hof van Twente, tezamen en in vereniging met anderen om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken van methamfetamine en/of MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine en/of MDMA, zijnde methamfetamine en MDMA telkens een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen en daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft en/of daartoe voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen
voorhanden heeft gehad door
- de eigenaresse/pachter [medeverdachte 1] van het perceel [adres 1] te [plaats 1] en [medeverdachte 2] te benaderen met de vraag of zij - in ruil voor substantiële vergoedingen - de beschikking hadden over ruimte om synthetische drugs te vervaardigen en
- daarbij zelf de ruimte (te weten een mestkelder) met een ander heeft geïnspecteerd om te bezien of deze voldeed aan de afmetingen voor het produceren van synthetische drugs en
- daarbij [medeverdachte 2] heeft benaderd om die mestkelder schoon/leeg te maken en aan te passen en
- contant geld van (een) ander(en) in ontvangst heeft genomen en dit heeft overgedragen aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] als vergoeding voor de verhuur/het ter beschikking stellen van de mestkelder en andere kosten die samen hingen met de inrichting
van de mestkelder en/of het vervaardigen van synthetische drugs en
- veelvuldig contact te hebben met andere personen die betrokken zijn bij het
kiezen/organiseren van een locatie, de inrichting van een locatie, de aanvoer van goederen en materialen die gebruikt worden voor de vervaardiging van de drugs en/of de daadwerkelijke vervaardiging van de drugs en/of het transport van de vervaardigde drugs en/of de afvoer van het ontstane afval waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van die feiten.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair en 2 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging, zijn verbeterd in de bewezenverklaring.
Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
De eendaadse samenloop van
feit 1 primair
het misdrijf:
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B en D, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
en
feit 2
het misdrijf:
medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, door daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 28 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht bij een strafoplegging rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte: verdachte is thans 78 jaar oud, heeft reeds 179 dagen in voorlopige hechtenis verbleven, houdt zich goed aan de schorsingsvoorwaarden en heeft vele medische klachten (longproblemen en hart- en vaatziekten). Zijn documentatie is gedateerd en de reclassering twijfelt aan de detentiegeschiktheid van verdachte en een taakstraf kan verdachte niet uitvoeren.
Gezien dit alles en gelet op de lijn van de rechtspraak in vergelijkbare gevallen, heeft de verdediging verzocht verdachte een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest op te leggen, zo nodig met daarnaast een voorwaardelijk deel.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De feiten
Verdachte heeft zich samen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan de productie van methamfetamine en MDMA en aan het plegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van methamfetamine en MDMA.
Op 1 februari 2022 heeft de politie op een perceel met opstallen in het buitengebied van [plaats 1] in een schoongemaakte en verbouwde mestkelder onder een paardenstal een deels ontmanteld drugslaboratorium aangetroffen. Ook werden stoffen aangetroffen die in verband konden worden gebracht met de productie van synthetische drugs en er werd bijna 13.000 kilo aan drugsafval op het perceel aangetroffen. Het drugslaboratorium was dus geschikt en bedoeld voor een productie op grote schaal. Zowel bij het opbouwen van dit groot en professioneel drugslaboratorium als bij de productie van de drugs heeft verdachte een essentiële rol gespeeld. Hij werd gezien als ‘de makelaar’ en heeft gedurende jaren voor zijn Brabantse contacten goed verscholen locaties gezocht en boeren en landeigenaren benaderd die in een financieel ongunstige positie verkeerden om op hun land een drugslaboratorium te laten zetten.
Voor dit drugslaboratorium heeft verdachte samen met zijn mededaders ook de opdracht tot verbouwingen en aanpassingen en schoonmaken van de mestkelder gegeven. Daarnaast heeft verdachte steeds het contact met drugsjongens onderhouden en zorgde hij er voor dat, nadat de eerste groep in het voorjaar van 2021 was vertrokken, in het najaar een nieuwe groep gebruik kon maken van het drugslaboratorium.
In zijn woning vond telkens de financiële afwikkeling plaats na de productie van de drugs.
Ook heeft verdachte zich er voor ingespannen om lopende kosten zoals de energienota betaald te krijgen omdat anders de stroom zou worden afgesloten en het drugslaboratorium niet langer meer zou werken.
Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat het productieproces van methamfetamine en MDMA een ingewikkeld en gevaarlijk chemisch proces betreft. Brand- en ontploffingsgevaar is aanwezig en het productieproces vergt specifieke kennis en vaardigheden om op een veilige manier tot een hoogwaardig eindproduct te komen.
Methamfetamine - ook wel crystal meth genoemd - is voor de volksgezondheid een van de meest gevaarlijke drugs. Het werkt bijzonder verslavend en deze drug heeft op de mens een verwoestende uitwerking. Door een drugslaboratorium te laten bouwen en zich hiermee in te laten heeft ook verdachte de volksgezondheid in gevaar gebracht. Ook ontstaat vaak milieuschade door de vele illegale lozingen van afvalstoffen, en bij tijdige ontdekking brengt het zeer hoge kosten voor de samenleving met zich omdat de afvalstoffen zorgvuldig moeten worden verwijderd en alsnog voor een verantwoorde verwerking van deze afvalstoffen moet worden gezorgd.
De vervaardiging van synthetische drugs dient dan ook krachtig te worden bestreden.
Verdachte heeft evenwel bij het plegen van de feiten gehandeld uit puur winstbejag – hij had financiële problemen, zo heeft verdachte ter terechtzitting verklaard – en heeft niet alleen geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn eigen handelen, maar zich evenmin iets aangetrokken van de verwoestende gevolgen die de productie van deze middelen uiteindelijk met zich brengt.
De rechtbank houdt de verdachte dan ook ten volle verantwoordelijk voor zijn bemoeienissen met het op 1 februari 2022 aangetroffen drugslaboratorium.
De persoon van verdachte
Uit de justitiële documentatie van verdachte van 11 april 2024 volgt dat verdachte eerder voor soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld (tot gevangenisstraffen van aanzienlijke duur). Zijn strafblad begint met een veroordeling in 1989 en verdachte noemt de omgang met mensen in de hennepwereld nog steeds “ouwe-jongens-krentenbrood”. Hij zegt geschrokken te zijn van de hardheid van de drugswereld, maar uit de bewezenverklaring volgt dat dat voor hem geen onbekende wereld is. Uit niets volgt dat verdachte enkel op legale wijze van zijn pensioen geniet of anderszins afstand heeft genomen van het criminele circuit. De rechtbank heeft ook acht geslagen op het reclasseringsadvies van 7 december 2023 waaruit de persoonlijke omstandigheden van verdachte blijken. De reclassering adviseert een onvoorwaardelijke straf zonder bijzondere voorwaarden.
De op te leggen straf
Nu de rechtbank tot een bewezenverklaring komt van het onder 1 primair ten laste gelegde (het medeplegen van de productie van synthetische drugs) gaat de rechtbank voorbij aan de eis van de officier van justitie en zal een zwaardere straf opleggen dan gevorderd.
Bij haar beslissing over de strafsoort en de hoogte van de straf heeft de rechtbank onder meer aansluiting gezocht bij de binnen de rechtspraak ontwikkelde oriëntatiepunten en rekening gehouden met de straffen die in soortgelijke gevallen doorgaans worden opgelegd.
Voor deelname aan een dergelijk professioneel amfetaminelaboratorium in georganiseerd verband worden in de regel langdurige gevangenisstraffen opgelegd. De straffen moeten immers voldoende afschrikkende werking hebben ten opzichte van het lucratieve karakter van de productie van synthetische drugs. Mede gelet op de ernst van de feiten, de aantoonbare essentiële rol die verdachte heeft gehad en de schade die het gebruik van methamfetamine en MDMA veroorzaken in de maatschappij acht de rechtbank ook hier het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden.
Alles afwegende komt de rechtbank tot de slotsom dat een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden is.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.
De voorlopige hechtenis
Op de terechtzitting van 11 november 2022 is de voorlopige hechtenis van verdachte onder voorwaarden voor onbepaalde tijd geschorst. Gezien de bewezenverklaarde feiten, de duur van de aan verdachte opgelegde vrijheidsbenemende straf en het feit dat de gronden voor de voorlopige hechtenis naar het oordeel van de rechtbank nog steeds aanwezig zijn, zal de rechtbank de schorsing van de voorlopige hechtenis opheffen. De rechtbank acht het maatschappelijk niet aanvaardbaar als verdachte, van wie thans de betrokkenheid bij een drugslab is vastgesteld en die in het verleden veelvuldig voor soortgelijke feiten is veroordeeld, een (eventueel) hoger beroep in vrijheid zou mogen afwachten.
In de op de terechtzitting aangevoerde persoonlijke omstandigheden van verdachte, ziet de rechtbank vanwege de ernst van de gepleegde feiten, geen aanleiding om anders te beslissen.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 47, 55 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
De eendaadse samenloop van
feit 1 primair, het misdrijf:
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B en D, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
en
feit 2, het misdrijf:
medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, door daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 primair en 2 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft op de schorsing van de voorlopige hechtenis. Deze beslissing is ook afzonderlijk opgemaakt.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. M.A.H. Heijink en
mr. R .G. J . Gehring, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W. J . van der Leest, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 juni 2024.
Mr. Gehring is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer ON2R022005/Electra22 van
29 september 2022. Tenzij anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het ongedateerde proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] ,
[verbalisant 2] en [verbalisant 3] , allen werkzaam als LFO-expert, (pag. 617), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 1 februari 2022 hebben wij een onderzoek ingesteld op het perceel [adres 1] te [plaats 1] . Op het perceel bevonden zich diverse opstallen bestaande uit een woonhuis, enkele paardenstallen, een stampmolen, een paardenbak en overige opstallen.
Een paardenstal betrof een voormalige koeienstal waarin paardenboxen waren gerealiseerd. Onder de paardenstal bevond zich een gierkelder met een lengte van circa 31,33 meter, een breedte van circa 11,34 meter en een hoogte van circa 2,16 meter. De gierkelder bestond oorspronkelijk uit 4 afzonderlijke gangen met verschillende breedten, te weten, circa 2,82 meter, 2,93 meter, 2,44 meter en 2,84 meter.
In een paardenbox was een betonvloerplaat met lamellen verwijderd. Onder de ontstane opening was op de vloer van de gierkelder een schaarlift geplaatst. Van de schaarlift bevond zich de laadvloer op het vloerniveau van de paardenstal, hierdoor was er nog een mangat aanwezig waardoor de gierkelder vanuit de paardenbox bereikbaar was. Via het mangat werd de gierkelder bereikt.
Uit onderzoek bleek dat door het verwijderen van delen van enkele muren de afzonderlijke gangen van de gierkelder met elkaar in verbinding stonden. Door middel van het plaatsen van enkele delen watervaste gipsplaten was een gang en een doorgang afgesloten. Uit het ingestelde oriëntatie onderzoek bleek dat in enkele gangen door middel van raggelwerk met watervaste gipsplaten en binnendeuren compartimenten gerealiseerd waren. Tevens waren in de gierkelder voorzieningen zoals een elektrische installatie (groepenkast, wandcontactdozen, verlichting), een luchtbehandeling systeem (afzuigsysteem, gaswassers) en watervoorzieningen (waterleiding, kranen) gerealiseerd.
De compartimenten waarin zich aan de vervaardiging en of bewerking van (synthetische) drugs gerelateerde stoffen en goederen werden aangetroffen werden door ons gecodeerd.
Deze codering betrof:
Ruimte A (opslag van afval en goederen)
Ruimte B (ruimte van schaarlift en gaswassers)
Ruimte C (opslag van chemicaliën en gascilinders)
Ruimte D (voormalige productieruimte)
Ruimte E (scheidingsruimte)
[Afbeelding]
Ruimte A
In ruimte A stonden diverse gebruikte/vervuilde goederen opgeslagen, waaronder
regentonnen, drie waterstofzuigers, twee slakkenhuizen, ijsemmers, vier elektrische straalkachels en overige goederen. Tevens stond er een hoeveelheid aan jerrycans, dop- en klemdekselvaten, die allen gevuld waren met gerelateerd (synthetisch)drugs afval.
Ruimte B
In ruimte B was door middel van het verwijderen van een vloerplaat in de boven gelegen paardenbox een opening ontstaan naar de ondergelegen gierkelder. Door middel van een geplaatste schaarlift kon goederen/personen en/of benodigdheden de gierkelder in/uit gebracht worden. In ruimte B stonden twee IBC’s (Intermediate Bulk Containers) die als gaswasser gemodificeerd en in gebruik waren.
Ruimte C
Ruimte C had zeer waarschijnlijk dienst gedaan als opslagruimte. In ruimte C stonden 19 waterstofgascilinders van 50 liter, 4 propaan gascilinders, 35 lege jerrycans en twee lege klemdekselvaten.
Ruimte D
Ruimte D had gezien zijn inrichting vermoedelijk dienst gedaan als productieruimte. Gezien vanuit de richting van ruimte C was aan de wand een werkblad/tafel gemonteerd. Op het werkblad/tafel stonden enkele kunststofbakken en overig klein materiaal. Naast en deels voor het werkblad/tafel stonden 10 jerrycans met zoutzuur. Onder het werkblad/tafel stonden op de vloer kunststofbakken een emmer en overige goederen.
Ruimte E
Ruimte E had, omdat er een deel van een scheidingsmuur was weggebroken, een L-vorm.
Direct naast de scheidingswand van ruimte D met ruimte E was aan de wand een
werkblad/tafel gemonteerd. Een soortgelijke werkblad/tafel was aan deze wand gemonteerd ter hoogte de weggebroken tussenwand die de L-vorm creëerde. Naast deze werkblad/tafel hing aan de muur een groepenkast. Verspreidt in de ruimte stonden jerrycans, dop- en klemdekselvaten en drie stoelen. Gezien vanuit de richting van ruimte D stond rechts voor de wand een waterstofgascilinder met daaraan een reduceerventiel met een stuk gasslang. Ter hoogte van het weggebroken stuk scheidingswand stond direct in de andere ruimte voor de wand op omgekeerde speciekuipen een werktafel met daarop enkele jerrycans met tapkraan.
In een jerrycan werd een restant donkere olie aangetroffen dat als MDMA werd
geïdentificeerd.
Inventarislijst
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
In de gierkelder is vermoedelijk op een eerder moment met een reactieketel door middel van de hoge drukmethode methamfetamine- en MDMA olie(base) geproduceerd. Dit wordt ondersteund door het aantreffen van 20 waterstofgascilinders en de restanten van MDMA en methamfetamine. Ook werd in ruimte E een waterstofgascilinder met reduceerventiel aangetroffen. Vanaf ruimte E waren in de richting van de schaarlift in ruimte B delen van de gecreëerde tussenwanden (raggelwerk met watervast gipsplaat) verwijderd. Dit is waarschijnlijk gedaan, omdat bijvoorbeeld een reactie- en/of destillatie ketel breder was dan de eerder gecreëerde doorgangen in de tussenwanden.
Ook werd waarschijnlijk de geproduceerde MDMA- en methamfetamine olie(base) ter plaatse gekristalliseerd. Dit wordt ondersteund door de aangetroffen ijsemmers met restanten methamfetamine olie en kristallen en de klemdekselvaten met restanten MDMA kristallen. Gezien de inrichting en de hoeveelheid aangetroffen gerelateerde (synthetisch)drugs afval heeft in de gierkelder een grote productie van methamfetamine en MDMA plaats gevonden.
2.
Het deskundigenverslag van het NFI, opgemaakt door ing. [verbalisant 4] van
8 april 2022 (pag. 646), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
[Afbeelding]
2) Methamfetamine HCI is het zoutzure zout van methamfetamine, MDMA HCI is het zoutzure zout van MDMA
[Afbeelding]

6.Conclusie

Vraagstelling 1
In het onderzoeksmateriaal zijn MDMA en methamfethamine aangetoond. MDMA en methamfethamine zijn vermeld op lijst I van de Opiumwet.
In artikel 1 lid 2 van de Opiumwet worden - voor toepassing van de Opiumwet en de
daarop berustende bepalingen - zouten van methamfetamine en MDMA gelijkgesteld
aan methamfetamine en MDMA zelf. Daarmee valt methamfetamine HCI als zout van
methamfetamine en MDMA HCI als zout van MDMA onder lijst I van de Opiumwet.
Vraagstelling 2
In relatie tot drugs is PMK (piperonylmethylketon) een grondstof voor de
vervaardiging van MDMA. Methylamine is een grondstof voor de vervaardiging van
o.a. MDMA en methamfetamine. BMK (benzylmethylketon) is een grondstof voor de vervaardiging van amfetamine en methamfetamine.
Aceton, methanol en tolueen worden in de chemische industrie veelvuldig toegepast.
In relatie tot drugs kunnen deze stoffen worden gebruikt bij de vervaardiging en/of
bewerking van diverse drugs.
3.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 10 februari 2022 (pag. 1168), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 1 september 2015 heeft [bedrijf 1] de [adres 1] in erfpacht uitgegeven aan mevrouw [medeverdachte 1] , dochter van de heer [naam 1] die tevens hypotheekhouder is.
4.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 10 februari 2022 (pag. 1165), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Sinds wanneer weet [medeverdachte 1] mogelijk dat de stallen verkocht worden?
A: Vanaf de zomer 2021. Juridisch konden we het vanaf toen ontbinden. Vanaf december 2021 is het verkopen concreet geworden. Het zou kunnen dat de mensen zijn verrast dat we eerder gingen overdragen dan 7-7. Dat werd 6 januari 2022.
5.
Het proces-verbaal van verbalisanten [verbalisant 5] van 29 september 2022 (pag. 25), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 1 februari 2022 deed de heer [getuige 1] een melding van het aantreffen van mogelijk een ondergronds drugslaboratorium op het adres [adres 1] te [plaats 1] . De heer [getuige 1] is de rentmeester van [bedrijf 1] . [bedrijf 1] is vanaf 6 januari 2022 de nieuwe eigenaar van het voornoemde adres.
De politie trof diezelfde dag op voornoemde locatie in een mestkelder onder een paardenstal (voormalige koeienstal) de restanten aan van een voormalig synthetisch drugslaboratorium.
Uit een combinatie van de LFO-rapportage en de rapportage van het NFI kan worden opgemaakt dat in totaal minimaal grofweg 13.000 liter drugsgerelateerde vervuilde vloeistof is aangetroffen. Dit is minimaal omdat niet van alle aangetroffen jerrycans de inhoud door het LFO is gemeten. Het grootste gedeelte hiervan betreft aceton met lage concentraties MDMA en PMK (precursor voor MDMA).
6.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] van 31 maart 2022 (pag. 509), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
[bedrijf 3] B.V. is een bedrijf dat gespecialiseerd is in betonboringen en zagen.
Op 30 maart 2022 hoorde ik [naam 2] zeggen dat iemand aan de [adres 1] te [plaats 1] is geweest namens [bedrijf 3] . Daar zijn op 16 of 17 september 2020 werkzaamheden verricht die contant zijn afgerekend.
7.
Het proces-verbaal van verhoor ge [getuige 2] van 26 april 2022 (pag. 1248), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Welke werkzaamheden heb je verricht?
A: Zaagwerk. Een deel van die mestroosters moest weg. Dat zijn platen en er moest er één
tussenweg gezaagd worden. Eén rooster moest er tussenweg.
8.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 7] van 3 april 2022 (pag. 512) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 24 maart was ik bij het bedrijf de [bedrijf 4] .
De eigenaar [naam 3] verklaarde: In augustus 2020 werd ik gebeld door [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] vroeg ons een offerte te maken voor het schoonmaken van een mestkelder aan de [adres 1] te [plaats 1] .
Op 20 augustus 2020 heb ik de offerte voor het schoonmaken van de mestkelder verstuurd naar [medeverdachte 2] , buiten de kosten van het uurloon vroegen wij ook een slaapplaats en eten en drinken voor onze medewerkers te verzorgen. Ook diende er een tractor met een tank water, twee tractoren om het mest af te voeren en genoeg water voorraad aanwezig te zijn. Ook moesten de roosters uit de mestkelder verwijderd zijn zodat wij gemakkelijk in en uit de mestkelder konden. In overleg met [medeverdachte 2] hebben wij duidelijk gemaakt waar de roosters verwijderd moesten worden.
Eind november hebben wij de afgesproken werkzaamheden uitgevoerd aan de [adres 1] .
We verbleven tijdens onze werkzaamheden in een hotel vlakbij genaamd [locatie] .
We hebben ter plaatse alleen gesproken en zaken gedaan met [medeverdachte 2] . Er was ook een vrouw aanwezig, zij had een sportief uiterlijk, droeg paardrijkleding, had donkerblond haar en hield zich vooral bezig met het verzorgen en rijden van de paarden.
Wij hebben de rekening van ongeveer 19.400 euro na het afronden van onze werkzaamheden naar de [adres 1] gestuurd.
Op een gegeven moment werden wij gebeld door een man waar wij niet eerder contact mee hadden gehad. Hij gaf aan dat we de rekening naar de vader van de eigenaresse konden sturen. Deze vader zou in Duitsland wonen.
Wij zijn uiteindelijk naar de woning gereden van deze man, een plaatsje tussen Gelderland en Brabant in. Wij kregen bij deze woning 15000 euro cash betaald.
9.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 8] van 11 april 2022 (pag. 556) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Telefonisch contact [verdachte] - De [bedrijf 4]
Uit het onderzoek Tetra is gebleken dat in de periode van 24 februari 2021 tot en met 3 juni 2021 tussen het telefoonnummer [telefoonnummer 1] van [verdachte] en de telefoonnummers
[telefoonnummer 2] / [telefoonnummer 3] van De [bedrijf 4] meerdere keren contact is geweest. Tijdens het eerste gesprek werd met het telefoonnummer van [verdachte] naar De [bedrijf 4] gebeld. Hierna vonden meerdere telefoongesprekken plaats.
Hofstra verklaarde (…) wij zijn uiteindelijk naar de woning gereden van deze man, een plaatsje tussen Gelderland en Brabant in. Wij kregen bij deze woning 15000 euro cash betaald.
Mbt [verdachte]
woont in [woonplaats] .
10.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 8] van 13 april 2022 (pag. 567) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
In de periode van 28 februari 2022 tot en met 11 maart 2022 heeft de politie de telefoonnummers [telefoonnummer 4] en [telefoonnummer 1] afgeluisterd. Deze twee telefoonnummers zijn in gebruik bij [verdachte] , wonende te [woonplaats] .
07 maart 2022 te 16:30:32 uur
[telefoonnummer 5] [naam 4] belt naar [telefoonnummer 4] [verdachte] .
[verdachte] vraagt aan [naam 4] hoe hij erachter kan komen van wie een leegstaand pand is.
[naam 4] zegt via het kadaster, dan weet je op wiens naam het staat. [naam 4] kent wel iemand die dat kan.
[verdachte] : Ja. Maar... is die betrouwbaar?
08 maart 2022 te 14:51:26 uur
[telefoonnummer 5] [naam 4] belt naar [telefoonnummer 4] [verdachte] .
[naam 4] : Eigendom is van (…) [bedrijf 5] .
[verdachte] gaat het telefoonnummer daarvan opvragen.
09 maart 2022 te 13:51:50 uur
[telefoonnummer 1] [verdachte] belt naar [telefoonnummer 6] [naam 5] .
[verdachte] : Hey, ik was nou weer op zoek naar iets. Heb je iets?
[verdachte] : (…) een mooi pand zocht ik, een goed pand.
[verdachte] : Nee? En je weet ook niks? Je kunt echt veel geld verdienen.
10 maart 2022 te 10:55:35 uur
[telefoonnummer 4] [verdachte] belt naar [telefoonnummer 7]
[verdachte] wil het nummer van [naam 6] van het [adres 2] . [verdachte] zegt dat 'hij' eigenaar is van een stichting.
Hierop wordt [verdachte] doorverbonden met het genoemde nummer.
[verdachte] : Ik weet niet wie de eigenaar is. Ik bel of iemand iets weet van die boerderij in [plaats 2] .
[naam 6] : In [plaats 3]. Ja dat ben ik.
[verdachte] : (…) wat gaat er mee gebeuren? Of is die te huur of is die te koop (…).
[naam 6] : Die boerderij daar woont momenteel 1 oude man in.
(…)
[verdachte] : Ja. En die schuren. Zijn die van binnen uitgebroken dat die open zijn
(…)
[verdachte] : Je ziet geen buren je ziet geen verkeer je ziet helemaal niks.
[verdachte] : Het is wel super eigenlijk
10 maart 2022 te 15:20:13 uur
[telefoonnummer 1] [verdachte] belt naar [telefoonnummer 8] [naam 7] .
[naam 7] : Een maat belde mij op, van die olie, heb je die nog?
[verdachte] : Ja? Eh... A?
[naam 7] : Ja, da's voor die snelle dat moest ie hebben geloof ik ja.
Opmerking verbalisant [verbalisant 8] :
A-olie wordt algemeen gebruikt voor afgedraaide olie, dit is olie (BMK/amfetamine/MDMA) die uit de productieprocessen/syntheses ontstaat. Afhankelijk van de gevoerde synthese kan dit in het algemeen zijn A-olie van amfetamine, A-olie van BMK; A-olie van MDMA.
Snelle is een straatnaam voor amfetamine.
[verdachte] vraagt of [naam 7] geen grote ruimte te huur weet.
[verdachte] bedoelt bij een boer ofzo. [naam 7] zegt dat hij daar voorzichtig mee moet zijn, bij de boeren.
[verdachte] belooft [naam 7] een rooitje in de week als hij er voor zorgt. [naam 7] krijg duizend in de
week en hoeft er niets voor te doen.
(…)
Als de eigenaar erbij woont en ervan weet dat hebben we het liefst, zegt [verdachte] .
11 maart 2022 te 14:52:32 uur
[telefoonnummer 4] [verdachte] belt naar [telefoonnummer 5] [naam 4] .
[verdachte] is er heen geweest, er werd open gedaan door een man van 93.
[verdachte] zei tegen hem dat hij goed geld wilde geven waarop die oude man geantwoord had dat
hij dan vast iets doet wat niet mag. [verdachte] heeft geantwoord dat dat eigenlijk wel zo is.
11.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 31 mei 2022, onder meer inhoudende op pag. 1652, zakelijk weergegeven:
O: Wij willen u graag een tapgesprek voorleggen waarin u op 3 mei 2022 een telefoongesprek heeft met [naam 8] (…). U belt op deze dag naar [naam 8] .
Bron: Electra TAP TA008-04
[verdachte] : Daar gaat het niet om. Ik bedoel, de sloten worden veranderd, op papier is er niks behalve opslag daar. Als je het dan bij wijze van spreken 10 weken verhuurd hebt, dan heb je 72 ruggen (…).
[naam 8] : Ja alles is geld, maar ik heb geen zin om in de bajes te zitten.
(…)
[verdachte] : (…) En als er dan ooit iets gebeurd, dan ben ik degene die opgelaaien wordt. Maar daar heb ik schijt aan want daar ben ik toch na 2 dagen weg. Ik weet toch hoe dit werkt, ik doe dit werk al 20 jaar.
12.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] van 20 april 2022 (pag. 604) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
De door Engie en Essent aangeleverde gegevens over het elektriciteits- en gasverbruik van de [adres 1] te [plaats 1] zijn voor de periode november 2019 en november 2021 in onderstaande tabel vermeld:
[Afbeelding]
[Afbeelding]
Wat bij het elektriciteitsverbruik opvalt, is dat na het reinigen van de mestkelder het elektriciteitsverbruik (gereed eind november 2020) gedurende drie maanden fors hoger (tot bijna het dubbele verbruik) lag dan daarvoor. Ook in oktober en november 2021 was het elektriciteitsverbruik verhoogd.
13.
De bijlage bij het proces-verbaal van verdenking van verbalisant [verbalisant 6] van 19 augustus 2021 (onderzoek Tetra) (pagina 381), te weten een tapgesprek op 21 september 2021 om 15:11:34 uur tussen [verdachte] ( [telefoonnummer 4] ) en NNM1612 ( [telefoonnummer 9] ) (TA004) inhoudende:
[verdachte] zegt dat hij ook P eh M eh hoe heten die.. pegeltjes in de aanbieding heeft
NNM1612: Okay, morgen kom ik naar jou!
14.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] van 10 mei 2022 (pag. 1336) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
A. [medeverdachte 1] helpen met de werkzaamheden op stal. Ik heb allerhande werkzaamheden verricht.
Ik ben vanaf juni 2021 de administratie gaan doen voor [medeverdachte 1] . Dan heb ik het over de inkomende post ordenen, kasboek financiën bijhouden, ik opende dus alle post vanaf die datum en deed ook alle post van het bedrijf van [medeverdachte 1] “ [bedrijf 6] ” in ordners. [medeverdachte 1] betaalde de rekeningen. Als er rekeningen zo betaalt moest worden dan kreeg ik cash geld van [medeverdachte 1] .
Ik kon wel beschikken over alle sleutels van alle panden.
V. Wanneer bent u voor het laatst bij [verdachte] op bezoek geweest?
A. Ik denk voor 3 maand geleden. [medeverdachte 1] kent [verdachte] ook. Ik ben ook wel eens met [medeverdachte 1] bij [verdachte] op bezoek geweest. [verdachte] is ook wel eens in [plaats 1] aan de [adres 1] geweest.
V: Had u de beschikking over een bankpas van [medeverdachte 1] ?
A. Dit was een ING rekening.
A: Ik kreeg deze bankpas van [medeverdachte 1] toen zij naar Duitsland verhuisde. Dat was ergens in augustus/september 2021 tot heden. Ik heb deze bankpas nog.
V: Waarom had u deze bankpas?
A: Ik kon dan van [medeverdachte 1] de pintransacties blijven doen voor haar.
V: Wie heeft de bankrekening die bij deze bankpas hoorde geopend?
A: [medeverdachte 1] .
15.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] van 11 mei 2022 (pag. 1357) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Volgens ons gaat het hier om een bankrekening die was geopend op de naam [bedrijf 6] en had deze het bankrekeningnummer: [rekeningnummer 1] . Herkent u dit bankrekeningnummer?
A: Ja, dat klopt.
O: U heeft op 28 september 2021 bij Essent uw eigen gekoppelde bankrekeningnummer [rekeningnummer 2] laten veranderen naar [rekeningnummer 1] .
V: Waarom heeft u deze aanpassing gedaan?
A: Wij hadden toen Essent en er moest een zakelijk bankrekeningnummer aan gekoppeld worden. [medeverdachte 1] had alleen een Duitse rekening en die kon niet gekoppeld worden. Ik heb daar mijn bankrekeningnummer voor gebruikt.
A: (…) [medeverdachte 1] heeft mij een keer gevraagd geld te storten op de rekening. Ik heb toen in Hengelo een contante storting gedaan van 1600,- euro ofzo. [medeverdachte 1] heeft mij dat geld contant gegeven om dit op die rekening van [bedrijf 6] (ING eindigend op [rekeningnummer 1] ) te storten. Volgens mij was dit geld bedoeld om de energierekening te betalen.
O: Uit het onderzoek van de bankgegevens van bankrekening/ bankpas [rekeningnummer 1] ten name van [medeverdachte 1] kan worden opgemaakt dat u op de volgende dagen gebruik heeft gemaakt van deze bankpas en dus bankrekening.
Stortingen op [rekeningnummer 3] ten name van [medeverdachte 1] :
10 oktober 2021 wordt 4.000,00 euro gestort bij Geldmaat aan de Brink 22 te Eibergen
17 oktober 2021 wordt 2.000,00 euro gestort bij Geldmaat aan de Brink 22 te Eibergen
28 oktober 2021 wordt 8.450,00 euro gestort bij de Geldmaat aan de Markt 2 te Hengelo
4 november 2021 wordt 2.000,00 euro gestort bij Geldmaat aan de Brink 22 te Eibergen
9 november 2021 wordt 2.000,00 euro gestort bij de Geldmaat aan de Willem de
Merodestraat te Hengelo
13 november 2021 wordt 2.000,00 euro gestort bij Geldmaat aan de Brink 22 te Eibergen
In deze periode is in totaal 20.450 Euro op de bankrekening [rekeningnummer 1]
ten name van [medeverdachte 1] gestort.
V: Ik wist niet dat het zoveel geld was. Ik had niet verwacht dat ik zoveel geld heb gestort. [medeverdachte 1] heeft mij al dat geld gegeven en ik heb dat voor haar gestort.
Ik heb ook weleens voor [medeverdachte 1] bij [verdachte] geld moeten halen.
Ik zal u vertellen hoe het zit. [verdachte] heeft mij gevraagd of ik een locatie wist. Ik gaf aan dat de [adres 1] mogelijk een optie was. Ik heb [verdachte] in contact gebracht met [medeverdachte 1] . Hiervoor heb ik 2200,- euro per maand gekregen.
Ik heb van [verdachte] ook geld gekregen voor [medeverdachte 1] . Ik heb dat geld ook op die rekening gestort.
Ik ken [verdachte] al zo'n 15 jaar. Zolang ik hem ken, regelt hij locaties voor drugs-gerelateerde zaken. Hij zoekt boeren locaties. Hij vraagt mij wekelijks of ik locaties weet. Ik kom op heel veel boerenbedrijven. [verdachte] is via mij in contact gekomen met [medeverdachte 1] . Toen [verdachte] aan de [adres 1] verscheen, kwam [medeverdachte 1] er bij zitten.
[verdachte] vroeg op enig moment aan [medeverdachte 1] of het voor haar niet interessant was om wat handel te doen. [medeverdachte 1] wilde weten wat ze daarmee kon verdienen.
Dit is allemaal drugs-gerelateerd. [verdachte] noemde toen als 'handel' het maken van olie. [verdachte] had het hierbij over A-olie. [medeverdachte 1] hoefde er helemaal niet over na te denken. Er is toen sprake van geweest dat [verdachte] de grote schuur, stal 3, zou huren. Toen stal 3 verhuurd werd, hebben er geen paarden meer gestaan.
Ik ben druk geweest om te zorgen dat de kelder van stal 3 gereinigd werd. [verdachte] had bedacht dat het lab in de mestkelder zou moeten komen. [verdachte] zei dat de kelder dan schoongemaakt moest worden. Uit elke stal moest een rooster gehaald worden. In elke stal lagen drie roosters. Ik heb uit elke stal het middelste rooster gehaald. Dat heb ik met een kraantje gedaan. Ik heb twee kraantjes gehuurd bij de [bedrijf 7] . Ik heb een opgehaald en [medeverdachte 1] heeft de ander opgehaald met een aanhanger. Deze factuur is betaald per bank. Volgens mij is er een van de Duitse rekening van [medeverdachte 1] betaald en volgens mij is de ander van mijn rekening betaald. [verdachte] heeft mij het geld contant terugbetaald.
Nadat de Indische jongen weg was gegaan met die groep jongens, is daar nog een groep geweest die gebruik hebben gemaakt van het drugslab aan de [adres 1] . Dat zou van mei/juni 2021 tot oktober/november 2021 zijn geweest. Maar zij verbleven niet in de appartementen. Er kwam dan ‘s nachts een auto op het terrein rijden.
Ik vermoed dat er toen alleen ‘s nachts werkzaamheden in het lab zijn verricht.
16.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] van 25 februari 2022 (pag. 1200) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
In oktober 2020 werd ons bedrijf gebeld door [medeverdachte 2] met de vraag of wij de mestkelder leeg en schoon wilden maken aan de [adres 1] te [plaats 1] .
Wij hebben de mestkelder leeggepompt op 28 oktober 2020.
De rekening van het leegpompen van de mestkelder stond in eerste instantie op naam van [medeverdachte 2] omdat hij de aanvraag had gedaan. Echter toen er een verzoek werd gedaan voor andere werkzaamheden op dit adres en de factuur niet was voldaan hebben wij [medeverdachte 2] gezegd dat dit eerst moest gebeuren. [medeverdachte 2] gaf aan dat alle rekeningen op naam van [medeverdachte 1] mochten.
Augustus 2021 belde [medeverdachte 1] met ons bedrijf met de vraag of wij de mestzakken leeg wilden rijden op het land. Ik heb haar toen uitgelegd dat eerdere facturen niet waren voldaan en dat dit eerst moest gebeuren. Hierop is [medeverdachte 1] naar ons bedrijf gekomen en heeft mij een envelop overhandigd met 4500 euro.
17.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] van 1 augustus 2022 (pag. 1130), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 10 september 2021 om 07:22 uur stuurt [medeverdachte 2] het volgende bericht naar [medeverdachte 1] :
Heb gezegd dat we vandaag een deel nodig hebben voor stroom en belasting.
Op 27 september 2021 stuurt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 2] fotoberichten van Essent waar het
elektriciteit- en gasverbruik van het adres [adres 1] te [plaats 1] in de maanden september 2020 tot en met augustus 2021 op staat vermeld.
Om 10:49 uur vraagt [medeverdachte 2] aan [medeverdachte 1] : Wat is jouw klantnummer bij Essent
Op 1 oktober 2021 om 11:43 uur stuurt [medeverdachte 2] drie schermafbeeldingen met een chat tussen
waarschijnlijk [medeverdachte 2] en ene [naam 9] . [medeverdachte 2] vraagt [medeverdachte 1] hem te bellen.
In de chat van 29 september met [naam 9] vraagt [medeverdachte 2] aan [naam 9] om af te spreken.
[medeverdachte 2] zegt dat er vandaag 10.000 moet komen anders gaat de stroom er vanmiddag of maandagmorgen af. [naam 9] zegt dat hij zit te wachten op de wisselaar en vraagt of [medeverdachte 2] ook tevreden is met ponden.
[naam 9] zegt vervolgens: als er geld is zijn jullie als eerste aan de beurt.
Op 5 oktober 2021 zegt [medeverdachte 1] tegen [medeverdachte 2] : lch werde nervös das es mit Essent nicht klappt.
18.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] van 19 mei 2022 (pag. 1573) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
A: in november kwam [naam 10] weer terug.
Korte tijd daarna begon men de kelder leeg te pompen.
A: Ik weet dat er drugs werd gemaakt in de mestkelder.
Er kwamen mensen wonen bij mij op het erf en die gingen wonen in het appartement in de boerderij. Ze werkten niet overdag, maar 's nachts in de mestkelder.
[medeverdachte 2] zei mij dat ik de hond niet in de nacht moest loslaten, en die jongens ’s nachts aan het werk waren.
Ik ben ook niet dom, ik wist er wel ongeveer wat ze daar deden.
V: Wanneer zijn ze daadwerkelijk begonnen met produceren en daar werken?
A: Ik denk dat dit in januari 2021 was. Omdat toen die jongens er kwamen wonen.
V: Hoelang lang hebben die jongens daar gewoond?
A: Ik denk drie maanden. In die periode hebben daar meerdere mannen gewoond.
A: [medeverdachte 2] heeft gezegd dat ze daar kwamen wonen. Hij had toch alle sleutels. Hij deed het gewoon. [medeverdachte 2] heeft geregeld dat die jongens daar gingen wonen.
V: Wanneer zijn ze dan weggegaan?
A: Ik denk ongeveer april, omdat ze er ongeveer 3 a 4 maanden zijn geweest.
A: Er is altijd geld ontvangen of van [verdachte] of van [medeverdachte 2] . Ik ben daar misschien 5 keer geweest.
Het zat altijd in een envelop of in een tasje.
A: Ik weet dat het een motorclub of zo was die zich bezig heeft gehouden met het drugslab. Ik weet dat die lui uit Amsterdam komen. [medeverdachte 2] praatte altijd over die Amsterdammers.
A: Tuurlijk wist ik dat daar dingen gebeurden, maar dat ging tot oktober of november.
19.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] van 12 mei 2022 (pag. 1363) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Hoe vaak heeft u 2200,- euro per maand ontvangen?
A: Ik denk een keer of zes.
V: Hoe kreeg u dit geld? Moest u dit ophalen bij [verdachte] thuis?
A: Ik kreeg dit contant. Ik moest dit ophalen bij [verdachte] thuis. Ik reed regelmatig naar Brabant. Dan reed ik langs [verdachte] .
[medeverdachte 1] vroeg mij ook altijd met haar mee te gaan naar [verdachte] .
V: Gingen deze betalingen ook door toen u gegijzeld was en dus vast zat?
A: Ja.
V: Hoe kreeg u toen dat geld dan?
A: Dan belde hij [naam 13] op. [naam 13] moest dan naar [woonplaats] om bij [verdachte] dit geld op te halen.
V: Waarom heeft [verdachte] u doorbetaald terwijl u in gijzeling zat?
A: Dat was de afspraak. Ik kreeg dit geld als tipgeld.
V: Toen u op 8 juli 2021 bij [verdachte] in de woning was samen met [medeverdachte 1] . Wij heeft [medeverdachte 1] daar gedaan?
A: Zij heeft met twee jongens gesproken.
V: Wanneer heeft [medeverdachte 1] daar geld ontvangen?
A: Ik ben nadat de afspraak is gemaakt dat hal 3 verhuurd zou worden, ongeveer 5 keer mee geweest met [medeverdachte 1] naar [verdachte] in [woonplaats] om geld op te halen. Er waren soms andere mensen bij. Dit waren dezelfde personen als die er op 8 juni 2021 waren. Ik ben altijd bij deze ontmoetingen geweest. [medeverdachte 1] werd altijd cash betaald. Het geld was soms vacuüm verpakt. Het bedrag dat [medeverdachte 1] ontving werd altijd benoemd. De ene keer hoorde ik dat het om 7500,- euro ging en de andere keer hoorde ik dat het om 15.000,- euro ging.
A: Het klopt dat de kelder in november 2020 schoongemaakt is.
V: Is het schoonmaken van de kelder besproken met [medeverdachte 1] ?
A: Ja. Ik heb in opdracht van [verdachte] en [medeverdachte 1] , de [bedrijf 4] , loonwerker [bedrijf 2] en het [locatie] geregeld. Ik heb de rekening van het [locatie] betaald met geld dat ik van [verdachte] heb ontvangen. De rekeningen van de [bedrijf 4] en [bedrijf 2] hebben [medeverdachte 1] en [verdachte] betaald.
20.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] van 19 mei 2022 (pag. 1373) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
O: U heeft verklaard dat u [verdachte] in contact heeft gebracht met [medeverdachte 1] .
A: Wij hebben samen metingen verricht met een stok. We hebben een stok door het rooster gestoken en zo kunnen meten. Uit die meting werd duidelijk dat de ruimte groot genoeg was om een laboratorium in te bouwen. [verdachte] heeft mij gevraagd of ik iemand wist die de mestkelder kon schoonmaken.
21.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 18 mei 2022 (pag. 1631), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Samenvatting tapgesprek
[medeverdachte 2] belt u over de hoge energierekening, een naheffing die [medeverdachte 1] van Essent heeft
gekregen. [medeverdachte 2] zegt dat hij de rekening voor zich heeft liggen en dat hij bezig is met Essent om dit te regelen. [medeverdachte 2] noemt het bedrag van de naheffing van 13.947,00 euro waar nog een nieuw maandbedrag bij komt en dan komt het op een bedrag van 14.300 uit.
Uit dit gesprek maken wij op dat u met [medeverdachte 2] verantwoordelijk bent of dat jullie zich verantwoordelijk voelen voor het betalen van deze rekening.
[medeverdachte 2] vraagt aan u of uw financiële man die avond nog komt en u moet van [medeverdachte 2] 'die jongens bellen. Daarbij zegt [medeverdachte 2] " we moeten wel even geld geven nou". U zegt dat de mannen later die avond, rond 7 uur bij u zouden komen. [medeverdachte 2] zegt hierop dat hij dan ook wel bij u zal komen. U zegt dat u ze dadelijk gaat bellen. [medeverdachte 2] zegt dat hij dat wel zeker moet weten, want daarop gaat het helemaal mis hiero.
V: Waarom bent u samen met [medeverdachte 2] een oplossing gaan zoeken voor de betaling van de
energierekening van die locatie?
A: Anders zou de [adres 1] van de stroom worden afgesloten.
V: Waarom belt [medeverdachte 2] u over deze energierekening?
A: Die jongens, dat zijn gasten uit Tilburg. Ik heb deze jongens in contact gebracht met de [adres 1] . Ik heb de mensen uit Tilburg het adres van de [adres 1] gegeven en daar kreeg ik geld voor. Je moet boeren zoeken die het water aan de lippen staat en die geld nodig hebben. Een schuur van 140 tot 150 vierkante meter is perfect.
V: Met wie heeft u de mensen uit Tilburg in contact gebracht:
A: Ik heb ze in contact gebracht met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] .
V: Hoe bent u in contact gekomen met deze mensen uit Tilburg?
A: Ik ken een van deze mannen al een aantal jaren. Hij heeft mij gezegd dat hij een ruimte nodig heeft om te draaien.
V: Wat bedoelde hij met draaien?
A: Dat heeft hij niet gezegd maar ik wist wel wat hij bedoelde. Ik weet dat dat soort jongens drugslaboratoria hebben.
A: Ik word veel gevraagd omdat ik overal kom en in de paardenwereld zit. Er zijn ook veel maneges die in financiële problemen zitten en die dan in aanmerking komen voor een drugslab.
V: Hoe ging het aan de [adres 1] te [plaats 1] ?
A: Ik werd een keer gebeld door [medeverdachte 2] die aan mij vroeg of ik langs kwam.
[medeverdachte 2] wist dat ik locaties zocht voor drugslabs. [medeverdachte 2] zei tegen mij dat hij iets wist. [medeverdachte 2] vertelde dat de kelder onder de paardenstal aan de [adres 1] de geschikte afmetingen had. [medeverdachte 2] heeft mij de stal laten zien en tilde daarbij een rooster uit een stal op zodat ik in de gierkelder kon kijken. Die zat vol mest. Ik heb [medeverdachte 2] gezegd dat als hij het wilde verhuren, hij eerst moest zorgen dat die mest eruit zou gaan.
Ik heb de volgende dag de twee mannen laten weten dat ik een geschikt adres had voor een drugslab.
Ik kreeg elke keer als ze gedraaid hadden een paar duizend euro. Ik heb regelmatig een paar rooitjes gebeurd. Ik heb wel een keer of 10 tot 12 geld gekregen dus hebben ze een week of 10 tot 12 goed gedraaid. Ik kreeg 2000,- euro per keer dat ze draaiden. Op enig moment is er Cristal Meth geproduceerd. Daar waren toen Mexicanen bij betrokken en dit is op de [adres 1] geproduceerd.
V: Wat werd er nu precies geproduceerd aan de [adres 1] in [plaats 1] ?
A: Ik heb van die twee mannen eerst gehoord dat er Crystal Meth werd geproduceerd en later werd er MDMA geproduceerd.
A: [medeverdachte 1] heeft echt van de hoed en de rand geweten. Ze kon zien wat er op haar erf gebeurde en ze heeft meerdere malen geld gehaald bij mij voor het ter beschikking stellen van de mestkelder voor het lab.
22.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 9] en [verbalisant 10] van 10 maart 2022 (pag. 204) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 6 december 2021 gingen wij naar de [adres 1] te [plaats 1] , gemeente Hof van Twente.
Ter plaatse op het terrein van de manege kwam een meneer naar ons toe.
Deze meneer was ons ambtshalve bekend als de heer [medeverdachte 2] .
Doel was om namens de gemeente Hof van Twente te constateren dan wel vast te stellen welke personen zoal op de manege woonachtig waren of aldaar verbleven. Bij eerdere controles bleken er meerdere personen te verblijven dan wel te wonen, die niet volgens de gemeentelijke basis administratie daar ingeschreven stonden.
Toen wij door de leegstaande paardenboxstal liepen, zagen wij dat in de een na laatste paardenbox tien grote blauwe en zwarte 200 liter vaten stonden.
Wij zagen dat alle vaten waren afgesloten. Wij zagen dat op één zwarte 200 liter vat een etiket zat met opschrift "ISOBUTYL ALCOHOL".
Op de overige vaten zagen wij geen etiketten.
Ik, Van den Belt, voelde dat alle vaten gevuld waren met vloeistoffen.
Vervolgens zagen wij dat in een deels afgezaagde blauw 200 liter vat een drietal frituurlepels lagen. Wij zagen dat alle vaten in het stro stonden van de paardenbox en dat de vloer niet vloeistof dicht was, waardoor de bodem zou kunnen worden verontreinigd.
23.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 11] en [verbalisant 12] van 27 januari 2022 (pag. 143) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 22 januari 2022 waren wij aan de [adres 1] te [plaats 1] .
Wij troffen in de hooischuur 20 blauwe jerrycans opgestapeld op een pallet. Het is ons ambtshalve bekend dat op het terrein eerder blauwe vaten met drugsafval zijn
aangetroffen in een aldaar gelegen schuur.
Ik hoorde van de collega van LFO dat hij deze blauwe jerrycans en het etiket met hierop de aanwezige stof herkende als zijnde een stof in combinatie met de blauwe jerrycans die vaak gezien wordt in drugslabs waar synthetische drugs geproduceerd wordt.
24.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 13] en [verbalisant 9] van 15 maart 2022 (pag. 259) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 28 december 2021 bevonden wij ons aan de [adres 1] in [plaats 1] .
Wij zagen dat de vaten in een paardenbox in een stal aan de linker achterzijde van het terrein stonden. Wij zagen dat de vaten waren gecamoufleerd met paardendekens.
Ik, [verbalisant 9] , zag dat er vaten weg waren. Wij zagen dat er donkere ronde gaten zichtbaar waren in het stro dat op de vloer van de paardenbox lag.
Door ons zijn paardendekens verwijderd zodat de vaten zichtbaar werden. Een van de vaten stond afgezonderd en deed kennelijk dienst als afvalton.
Ik, [verbalisant 13] , zag dat de blauwe vaten die bij elkaar stonden vochtig waren aan de buitenzijde omdat er vloeistof aanzat. Ik, [verbalisant 13] , zag dat er geen stofbeeld op de vaten aanwezig was. Vanwege het ontbreken van een dergelijk stofbeeld had ik de indruk dat de vat er nog niet lang stonden.
Wij voelden en hoorden dat van de zeven vaten die er nu nog stonden, er twee leeg waren. Wij zagen dat dit zwarte vaten waren. Wij hoorden en voelden dat in vijf vaten vloeistof zat.
Ten opzichte van 6 december 2021 ontbraken er dus drie vaten. Na aanleiding van deze constatering hebben wij van de heer [naam 11] inzage in een afvoerbewijs gevorderd.
Wij hoorden de heer [naam 11] zeggen dat [naam 12] waarschijnlijk de stukken had.
Wij zagen dat vijf vaten blauw van kleur waren. Hiervan waren drie grote vaten met circa 200 liter inhoud en twee blauwe vaten van circa 60 liter inhoud. Wij zagen dat de heer [naam 11] op eigen initiatief een vat opende . Wij zagen dat dit vat voor 1/3 was gevuld met een bruine vloeistof. Wij zagen dat er materiaal in de vloeistof dreef.
Wij zagen dat in een van de vaten met een inhoud van 60 liter gaten waren geboord. Wij zagen dat er een reactie in het vat gaande was omdat er gassen in de vorm van witte rook door de deksel ontsnapten. Wij roken een synthetische geur.
Wij zagen ook twee zwarte vaten. Wij zagen dat er "isobutyl alcohol" op het etiket stond. Wij voelden en hoorden dat deze vaten leeg waren. Wij zagen op het etiket staan dat de vaten afkomstig waren uit Gdansk.
Wij zagen dat op de zolder boven de paardenbox ook een dergelijk vat stond onder een gat in het dak. Aan de overzijde zag ik, [verbalisant 13] , een flexibele luchtslang liggen waarvan de isolatie donker verkleurd was.
Wij zagen een blauwe ton die vol afval zat. Wij zagen dat daarin zat:
-l afgesneden robijn fles die als vloeistof schep kon dienen.
-5 bodems van afgesneden chemie jerrycans.
-1 kunststof maatbeker 1000 ml.
-2 jerrycans methanol 5L.
-3 schuimspanen/frituur lepels.
-l matras van 180x200cm.
-l doos met sticker "Aironnect Nuova B rond 315 mmx10 m". (betreft een verpakking van een flexibele luchtslang).
-1 kunststof maatbeker 1000 ml.
-4 gecorrodeerde draadeinden.
-2 jerrycans methanol 5L.
-diverse flessen Bar le Duc en andere lege frisdrank verpakkingen.
-1 korte slang.
Bij het onderzoeken van het afval kwam een synthetische lucht vrij.
Wij zagen dat nabij de paardenbox een paardentrailer stond voorzien van kenteken [kenteken] . Wij zagen de vloer onder de vier banden van de paardentrailer vochtig was.
Vanwege het feit dat er chemische vaten ontbraken werd de achterklep van de paardentrailer geopend. Wij zagen op de vloer van de trailer geen stro of hooi liggen. Wij zagen op de vloer van de vier ronde aftekeningen die waren gezet met vloeistof. De diameter kwam overeen met de bodems van de vaten. Wij zagen dat over de klep van de paardentrailer een spoor van vloeistof was te zien.
25.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 14] van 24 juni 2022 (pag. 772 ) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tijdens de verhoren heeft verdachte [medeverdachte 2] verklaard dat er op nog in zijn bezit zijnde twee laptops mogelijk aanwijzingen staan over de stafbare feiten. Op zijn aanwijzing zijn deze op 12 mei 2022 in zijn woning in beslag genomen.
Video’s
23-10-2021 een MOV/videobestand met daarin beelden van een paardenbox met daarin zeker 13 witte jerrycans die zichtbaar gevuld zijn met een vloeistof en deels met stro zijn afgedekt.
[Afbeelding]
Gegevens en herkomst videobestand:
Het videobestand heeft de Filename IMG_1676.MOV.
De last modified date/time is 23-10-2021 18.01:22 uur. Dit betreft de date en time dat deze video is gemaakt.
Aan de bovenzijde van het videobeeld zijn paardenboxen waar te nemen die aan de
overzijde van het gangpad zijn gesitueerd. Deze paardenboxen komen qua kleurstelling en het gebruikte soort materialen overeen met de aangetroffen paardenboxen in stal 3 gevestigd aan de [adres 1] te [plaats 1] .
Stickers op de jerrycans:
Op de video staan 13 witte jerrycans afgebeeld. Op 3 jerrycans is een rode vierkante sticker zichtbaar waarop een witte vlam met daaronder een witte streep te zien is. Dit betreft een ADR 3 sticker met het symbool dat hoort bij brandbare vloeistoffen uit de gevarenklasse 3. Dit betreffen de gevarenklassen en labels die in het Europese wegvervoer gehanteerd worden. Vloeistoffen met een vlampunt tussen 23 °C en 60 °C en een kookpunt boven 35 °C.

Voetnoten

1.A-olie wordt in het drugscircuit gebruikt als aanduiding voor amfetamine-olie.
2.Het kristalliseren van methamfetamine in crystal meth/ICE wordt ‘pegelen’ genoemd.