Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
Je gaat eraan!" en "
In een kist terug naar Turkije!". Volgens [getuige 2] leek het alsof verdachte een doel had en hij niet te stoppen was. [getuige 2] heeft verder verklaard dat hij zag dat het mes van verdachte in het lichaam van [slachtoffer] ging en dat verdachte zei “
Ik maak je dood”. [4]
“doe dat niet”, “ [verdachte] alsjeblieft” en “stop” en dat er onder meer van dezelfde persoon de volgende uitlatingen te horen zijn:
“Vuile klootzak, godverdomme. Ik maak je af, vuile klootzak. Je gaat naar Turkije toe in een doos”, “Zo, je gaat eraan.”, “Je gaat niet meer praten jongen. Jij gaat met Allah praten”, “ga je godverdomme... tot je dood wordt”, “ga je nog niet dood”, “oeaaah, heerlijk, ohh.”, “Je ziet wat ervan komt. Het is afgelopen, voor jullie allemaal.”, “ja, ja, daarom doe ik dit” en “en hij gaat het nu aan Allah vertellen. Zo doe ik dat”. [5]
Ik ga hem afmaken e”(16:10:56 uur),
“Vandaag” (16:11:12 uur) en
“8k doe het zelf, ik heb dit veroorzaakt en ik maak het af”(16:44:40 uur). [6]
hij had gedaan wat hij moest doen”.
hij had gedaan wat er gedaan moest worden". [7]
Poging? Ik hoop dat hij dood gaat”. [9]
pogingtot moord of doodslag werd aangehouden en zei hij dat hij hoopte dat [slachtoffer] dood ging. Het gegeven dat verdachte een geluidsopname van het incident heeft gemaakt, levert evenmin een contra-indicatie voor het aannemen van voorbedachte raad. Op het geluidsfragment is immers te horen hoe verdachte zegt dat het is afgelopen en dat ‘hij’ het aan Allah gaat vertellen en dat verdachte zegt “Zo doe ik dat”. Verdachte heeft weliswaar verklaard dat hij de geluidsopname maakte, omdat hij [slachtoffer] wilde confronteren, maar op het geluidsfragment is te horen dat verdachte al meteen na binnenkomst zonder iets te zeggen overgaat tot geweld.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
moord.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De schade van benadeelden
- Vliegticket [broer van slachtoffer] en zijn vrouw en goede vriend 18/19 dec heen € 1502,85
- Vliegtickets upgrade heenweg vrouw [broer van slachtoffer] , 3 dochters &
- Vliegticket [broer van slachtoffer] en zijn vrouw 23 dec terug € 288,20
- Vliegticket [broer van slachtoffer] en zijn vrouw 26 dec terug € 538,08
- Vliegticket ouders 15 dec heen € 677,90
- Vliegticket ouders 29 dec terug € 558,58
- [locatie 2] [broer van slachtoffer] & zijn vrouw 223-26 dec € 470,40
- [locatie 3] dochters 21-22 december € 324,80
- Reiskosten auto 13 december 23 naar ziekenhuis € 28,91
- Reiskosten auto 16 december 23 naar wassing € 14,45
- Reiskosten auto 18 en 28 december 23 € 58,94
- Reiskosten Turkije 18 en 28 december 23 naar begraafplaats € 192,72
- Parkeerkosten Schiphol € 99,95
- Vliegticket partner [naam 5] € 539,85
- Vliegticket [zus 1 van slachtoffer] [slachtoffer] en 2 dochters € 1.559,29
- Reiskosten auto 13 december 23 naar ziekenhuis € 31,68
- Reiskosten auto 15 en 29 december 23 € 58,94
- Reiskosten Turkije 15 en 29 december 23 naar begraafplaats € 192,72
- Vliegticket partner [naam 7] € 539,85
- Vliegticket [zus 2 van slachtoffer] en zoon en dochter € 1.619,55
- Medicijnen, pijnstillers ivm trauma door dood broer, aanhoudende hoofd-, Nek-en schouderpijn € 50,-
- Kosten opvragen medische informatie € 71,84
- de aard, de toedracht en de gevolgen van de jegens het primaire slachtoffer gepleegde onrechtmatige daad, waaronder de intentie van de dader en de aard en ernst van het aan het primaire slachtoffer toegebrachte leed;
- de wijze waarop het secundaire slachtoffer wordt geconfronteerd met de jegens het primaire slachtoffer gepleegde onrechtmatige daad en de gevolgen daarvan. Daarbij kan onder meer worden betrokken of hij door fysieke aanwezigheid of anderszins onmiddellijk kennis kreeg van het onrechtmatige handelen jegens het primaire slachtoffer, of dat hij nadien met de gevolgen van dit handelen werd geconfronteerd. Bij een latere confrontatie kan een rol spelen in hoeverre zij onverhoeds was;
- de aard en hechtheid van de relatie tussen het primaire slachtoffer en het secundaire slachtoffer, waarbij geldt dat bij het ontbreken van een nauwe relatie niet snel onrechtmatigheid kan worden aangenomen.
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
moord;
gevangenisstrafvoor de duur van
17 (zeventien) jaren;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 30.000,00, (zegge: dertigduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 december 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 57 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 30.000,00, (zegge: dertigduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 december 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 57 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 32.500,00, (zegge: tweeëndertigduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 december 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 61 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [moeder van slachtoffer] toe tot een bedrag van € 17.500,00 (bestaande uit immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [moeder van slachtoffer] van een bedrag van € 17.500,00 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 17.500,00, (zegge: zeventienduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 december 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 37 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 17.500,00, (zegge: zeventienduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 december 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 37 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.770,55, (zegge: drieduizend zevenhonderdzeventig euro en vijfenvijftig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 juni 2024 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 14 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [zus 1 van slachtoffer] toe tot een bedrag van € 914,74 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [zus 1 van slachtoffer] van een bedrag van € 914,74 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 juni 2024);
- legt de
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [zus 2 van slachtoffer] van een bedrag van € 945,03 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 juni 2024);
- legt de