AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Veroordeling van bestuurder voor faillissementsfraude en niet-naleving van administratieplicht
Op 20 juni 2024 heeft de Rechtbank Overijssel een 41-jarige man veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren voor faillissementsfraude. De verdachte, als bestuurder van de rechtspersoon [bedrijf 1] B.V., heeft in de periode van 7 juli 2017 tot en met 30 januari 2019 opzettelijk niet voldaan aan de wettelijke verplichtingen tot het voeren van een administratie, wat de afwikkeling van het faillissement bemoeilijkte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de administratie van [bedrijf 1] niet voldeed aan de eisen van het Burgerlijk Wetboek, en dat de administraties van [bedrijf 1] en [bedrijf 2] door elkaar liepen, wat leidde tot een administratieve chaos. De verdachte erkende dat hij op de hoogte was van deze situatie, maar stelde geen opzet te hebben gehad op het niet voldoen aan de administratieplicht. De rechtbank oordeelde echter dat hij willens en wetens de kans heeft aanvaard dat niet aan de wettelijke verplichtingen werd voldaan.
De officier van justitie had een taakstraf van 240 uren geëist, maar de rechtbank legde een lagere straf op, rekening houdend met de omstandigheden waaronder het feit was begaan en het tijdsverloop tussen de pleegperiode en de uitspraak. De rechtbank hield ook rekening met het feit dat de verdachte geen eerdere veroordelingen had en dat hij na het faillissement zijn verantwoordelijkheid had genomen door gedupeerden te compenseren. De rechtbank achtte de opgelegde taakstraf van 120 uren passend en geboden, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 60 dagen bij niet-naleving.
Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de FIOD/ Belastingdienst met nummer 69311 [bedrijf 1] B.V. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Een geschrift, zijnde een uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel van 11 februari 2021, betreffende [bedrijf 1] B.V., DOC-001, p. 97 t/m 99.
3.Een geschrift, zijnde een uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel van 11 februari 2021, betreffende [bedrijf 2] B.V., DOC-002, p. 100 t/m 102.
4.Een bijlage bij het proces-verbaal van aangifte, zijnde een vonnis van de Rechtbank Overijssel van 30 januari 2019, betreffende het vonnis tot faillietverklaring van [bedrijf 1] B.V., AG-001-01, p. 92 t/m 93.
5.Een bijlage bij het proces-verbaal van aangifte, zijnde een beschikking van de Rechtbank Overijssel van 3 juni 2019, AG-001-02, p. 94.
6.Proces-verbaal van aangifte van vermoedelijke faillissementsfraude van 6 april 2021, AG-001, p. 87 t/m 91.
7.Proces-verbaal van aangifte van vermoedelijke faillissementsfraude van 6 april 2021, AG-001, p. 88, onder 4, en p. 90, onder 9c.
8.het controlerapport van de Belastingdienst bij [bedrijf 1] B.V. van 13 juli 2020, DOC-005, p. 117, onder 3.2.1 en p. 119, onder 3.2.5
9.Zie het proces-verbaal van de terechtzitting van 5 juni 2024.