ECLI:NL:RBOVE:2024:3190
Rechtbank Overijssel
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot medewerking aan verkoop van een woning na echtscheiding
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 18 juni 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen twee partijen, die voorheen gehuwd waren en samen eigenaar zijn van een woning. Partij A vorderde dat partij B zou meewerken aan de verkoop van de woning, terwijl partij B in verzet kwam tegen een eerder verstekvonnis waarin haar medewerking was opgelegd. De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van partij A toewijsbaar waren, omdat partij B niet tijdig had voldaan aan de voorwaarden voor de overname van de woning. De rechtbank bevestigde dat de eerdere uitspraken van de rechtbank en het hof gezag van gewijsde hebben en dat de partijen moeten meewerken aan de onderhandse verkoop van de woning. De rechtbank heeft partij B veroordeeld om binnen veertien dagen haar medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van de woning, met de bepaling dat het vonnis in de plaats zal treden van de benodigde handtekeningen indien partij B niet meewerkt. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.