ECLI:NL:RBOVE:2024:3188

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 juni 2024
Publicatiedatum
19 juni 2024
Zaaknummer
ak_24_2743
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening sluiting woning burgemeester Dalfsen

In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker afgewezen. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de burgemeester van Dalfsen om zijn woning te sluiten voor een periode van drie maanden, ingaande op 25 mei 2024. De voorzieningenrechter heeft op 13 juni 2024 de zaak behandeld, waarbij verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de burgemeester. De voorzieningenrechter oordeelt dat de ernst van de gebeurtenissen, waaronder de aanhouding van verzoeker op 22 mei 2024 met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, en de eerdere meldingen van overlast en bedreiging door verzoeker, zwaarder wegen dan de belangen van verzoeker. De burgemeester heeft op basis van artikel 174a van de Gemeentewet gehandeld, waarbij de openbare orde ernstig verstoord was. De voorzieningenrechter concludeert dat de burgemeester niet evident onbevoegd heeft gehandeld, ondanks motiveringsgebreken in het besluit. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen, en verzoeker heeft geen recht op vergoeding van griffierecht of proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 24/2743

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], uit [woonplaats] , verzoeker,
(gemachtigde: mr. D. Kisteman),
en

de burgemeester van Dalfsen (de burgemeester).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker in verband met het besluit van de burgemeester van 24 mei 2024 – voor zover in deze procedure van belang – tot sluiting van de woning van verzoeker op het adres [adres] ingaande op zaterdag 25 mei 2024 vanaf 20.00 uur voor een periode van drie maanden. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Ook heeft hij de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
1.1.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 13 juni 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verzoeker en namens de burgemeester [naam 1] en [naam 2] .

Overwegingen

De voorlopige voorzieningenprocedure
2.1
Als tegen een besluit voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de bestuursrechter, die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, bezwaar is gemaakt, kan de voorzieningen-rechter op verzoek een voorlopige voorziening treffen als onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
Dit staat in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De beoordeling die de voorzieningenrechter hierin maakt is voorlopig van aard. De rechtbank die in een later stadium op het eventuele beroep beslist is niet aan het oordeel van de voorzieningenrechter gebonden.
Waar gaat deze zaak over?
2.2
Verzoeker staat ingeschreven op het adres [adres] . Hij huurt de woning van Woonstichting Vechthorst te Nieuwleusen. De woning is als gevolg van het bestreden besluit tot 24 augustus 2024 gesloten. De woningstichting heeft de huurovereenkomst op 27 mei 2024 met onmiddellijke ingang ontbonden wegens het besluit van de burgemeester tot sluiting van de woning.
2.3
Op woensdagavond 22 mei 2024 rond 20.00 uur is verzoeker met inzet van de Dienst Speciale Interventie en na het lossen van schoten met zogenaamde bean bags aangehouden nadat hij zich met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft opgehouden rond zijn woning. Voorafgaand aan dit incident heeft verzoeker filmpjes op social media geplaatst waar volgens de burgemeester de nodige dreiging vanuit ging.
Ook zijn er in de afgelopen jaren volgens de burgemeester diverse meldingen rondom verzoeker bij politie, justitie en gemeente binnengekomen, waardoor het gevoel van onveiligheid is vergroot. Deze meldingen komen voort uit bejegeningen, dreigende houding en uitlatingen richting buurtbewoners, (politie-)functionarissen, medewerkers van de gemeente enzovoort.
Heeft verzoeker een spoedeisend belang?
3.1
De voorzieningenrechter stelt voorop dat de voorlopige voorzieningenprocedure is bedoeld om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een voorlopige maatregel te treffen als die uitkomst niet kan worden afgewacht. Daarom speelt bij de beoordeling van een verzoek om een voorlopige voorziening de spoedeisendheid een belangrijke rol.
3.2
De woning is als gevolg van het bestreden besluit tot 24 augustus 2024 gesloten en verzoeker heeft geen bestendige vervangende woonruimte. Verzoeker kan weliswaar tot eind juni 2024 bij zijn ex-stiefvader in [plaats 1] overnachten maar een beslissing op bezwaar is niet eerder te verwachten dan op zijn vroegst eind september 2024.
3.3
Deze situatie levert een voldoende spoedeisend belang op, ook omdat, zo is ter zitting gebleken, verzoeker, zich niet bij de ontbinding van de huurovereenkomst zal neerleggen en verweer zal voeren tegen de vordering tot ontruiming die op 15 juli 2024 door de kantonrechter zal worden behandeld.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek af
4. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel is komt en welke gevolgen dat heeft.
Was de burgemeester bevoegd om de woning te sluiten?
5.1
De burgemeester is op grond van artikel 174a, eerste lid, van de Gemeentewet bevoegd om een woning te sluiten, indien:
a.door gedragingen in de woning of het lokaal of op het erf de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord;
b.door ernstig geweld, of bedreiging daarmee, in of in de onmiddellijke nabijheid van de woning of het lokaal of op het erf of in de onmiddellijke nabijheid van het erf, de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring;
c.door het aantreffen in de woning of het lokaal of op het erf van een wapen als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring.
5.2
In het bestreden besluit staat dat de woningsluiting is gebaseerd op artikel 174a, eerste en tweede lid van Gemeentewet. Ter zitting heeft de gemachtigde van de burgemeester toegelicht dat de woningsluiting is gebaseerd op zowel de a-, de b-, als de c-grond van het eerste lid van artikel 174a van de Gemeentewet. Dit blijkt echter niet uit het bestreden besluit. Het besluit lijdt in zoverre aan een motiveringsgebrek, dat in bezwaar is te herstellen.
5.2.1
Aan het bestreden besluit heeft de burgemeester ten grondslag gelegd de incidenten die plaatsvonden op 22 mei 2024 en de daaraan voorafgaande meldingen.
Incidenten 22 mei 2024
5.3
Uit de bestuurlijke rapportage blijkt dat verzoeker, na een bezoek van de wijkagent van [plaats 2] aan zijn deur naar aanleiding van een melding geluidsoverlast, waarbij de wijkagent na tikken op het openstaande raam, fluiten en roepen geen contact met verzoeker kreeg
via Instagram op het politie account heeft gebeld met de camera van zijn telefoon aan. Zichtbaar was dat verzoeker bij de deur van het politiesteunpunt bij het gemeentehuis in [plaats 2] stond. Verzoeker is direct op de politie gaan schelden en omdat geen gesprek mogelijk was en vermoed werd dat verzoeker dronken was heeft de politiemedewerker de verbinding verbroken. Vervolgens belde verzoeker opnieuw via het instagramaccount met de politie waarbij verzoeker een hele andere toon aansloeg, netjes en zonder scheldwoorden, en vroeg welke politieagent bij hem was geweest omdat verzoeker zich onjuist bejegend voelde omdat de politiemedewerker aan de deur naar verzoeker had geroepen en gefloten ‘alsof hij een hond was’.
Na het gesprek werd er door hem een screenshot gestuurd met drugs gerelateerde informatie. Hij zette daaronder ‘beschouw dit als een bedankje voor uw hulp madam’. Ten tijde van dit gesprek stond hij nog steeds bij het gemeentehuis in [plaats 2] .
Op facebook werd een filmpje geplaatst waarbij hij veelvuldig ‘NSB’ roept ter hoogte van de ingang van het politiesteunpunt en dat hij op zoek is naar zijn weggelopen hondje genaamd NSB. Verzoeker is niet in het bezit van een hond en deze woorden lijken gericht op de wijkagent. Deze berichten werden na het hele incident ook door buurtbewoners ontvangen en gezien.
5.4
Verzoeker plaatste na dit bericht nog een filmpje op social media met de tekst: ‘Kom dan kneus ik wacht jou op!’. In dit filmpje staat verzoeker, zoals ter zitting door de gemachtigde van de burgemeester verklaard, in zijn woning, met een sigaar in zijn mond waarbij hij een geweer toont dat lijkt op een echt wapen waarop een meshouder inclusief mes is gemonteerd. Na deze aankondiging op social media krijgt de politie een melding van buurtbewoners dat verzoeker met een luchtbuks/een vuurwapen met een groot vizier voor de woning, in de groenstrook die direct grenst aan het voetpad dat voor het duplexgebouw loopt waarin verzoeker woont. Hij hangt ook een vlag op en trekt een ‘legerachtig kleed’ om zich heen. Later haalt hij ook een honkbalknuppel van binnen naar buiten. Buurtbewoners zien het wapen voor echt aan en maken zich veel zorgen over de mogelijke gevolgen als verzoeker wel doordraait.
Het arrestatieteam wordt ingezet waarbij verzoeker veelvuldig wordt geraakt door het afvuren van beanbags. Verzoeker vlucht de woning in om via de achterzijde weer te vertrekken. Hier wordt verzoeker overmeesterd en aangehouden.
Voorafgaande meldingen
5.5
De aan het incident op 22 mei 2024 voorafgaande meldingen zijn volgens de bestuurlijke rapportage de volgende.
5.6
In november 2023 werd verzoeker in de kroeg aangesproken als kindermishandelaar waarbij de politie betrokken is geweest om dit alles te de-escaleren. Verzoeker sprak over de kindermishandelingzaak en wond zich hier zo over op waardoor hij met een harde vuistslag het reclamebord van de kroeg kapotsloeg.
Meldingen over ruzies (ook in de tuin) en huiselijk geweld nadat verzoeker een nieuwe relatie kreeg met een dame.
Onderzoek in januari 2024 na een anonieme melding over de aanwezigheid van een mogelijk drugslab in de woning van verzoeker. Bij onderzoek is geen drugslab aangetroffen. Daarna leek verzoeker lange tijd afwezig (overvolle brievenbus en een woning die onveranderd leek).
Op 15 mei 2024 melding geluidsoverlast van 2 verschillende buren van verzoeker over het al een aantal dagen draaien van harde muziek. Volgens melders leek verzoeker onder invloed en was verzoeker niet aanspreekbaar. Buren durfden verzoeker niet meer aan te spreken ook omdat verzoeker regelmatig onder invloed heen en weer over straat loopt en hard loopt te schreeuwen. Ter zitting heeft de gemachtigde van de burgemeester hieraan toegevoegd dat als omwonenden verzoeker durven aan te spreken hij vaak onsamenhangend antwoordt.
Voorlopige beoordeling bevoegdheid
5.7
De voorzieningenrechter is op dit moment, mede gelet op de jurisprudentie [1] over wanneer op grond van de a-grond tot woningsluiting kan worden overgegaan, van oordeel dat de bestuurlijke rapportage, ook met de op zitting gegeven nadere toelichting, onvoldoende grondslag biedt voor de conclusie dat sprake is van ernstige overlast gedurende langere tijd, in of rond de woning waardoor de openbare orde in of rond de woning ernstig is verstoord. Daarvoor zijn de genoemde meldingen, als ze al in of rond de woning hebben plaatsgevonden, onvoldoende concreet en ernstig. Ook blijkt onvoldoende dat de overlast de veiligheid en gezondheid van mensen in de directe omgeving van de woning heeft bedreigd.
5.8
Wel begrijpt de voorzieningenrechter dat het gedrag van verzoeker dat tot deze meldingen heeft geleid gevoelens van onveiligheid in de buurt/straat heeft veroorzaakt. Dit heeft invloed op hoe de gebeurtenissen van 22 mei 2024 moeten worden geïnterpreteerd en zijn ervaren.
5.9
Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kan niet geoordeeld worden dat de burgemeester zich gezien de incidenten op 22 mei 2024, de samenhang daartussen en de aanloop daarnaartoe evident niet op het standpunt heeft kunnen stellen dat sprake is geweest van bedreiging met ernstig geweld waardoor sprake is van een (ernstige vrees voor een) ernstige verstoring van de openbare orde rond de woning van verzoeker; de b-grond. Dat de rechter-commissaris geen ernstige bezwaren heeft gezien voor bedreiging in de zin van artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht doet daar niet aan af, nu dat een andere toets betreft.
5.1
Of de burgemeester zijn bevoegdheid ook op de c-grond heeft kunnen baseren, kan de voorzieningenrechter niet beoordelen nu op basis van de stukken noch uit wat op zitting is besproken duidelijk kan worden vastgesteld welk wapen of welke wapens verzoeker op 22 mei 2024 bij zich heeft gehad. Dit kan ook in het midden blijven gelet op het voorlopig oordeel dat de burgemeester zijn bevoegdheid op de b-grond heeft kunnen baseren.
Belangenafweging
6. Hoewel de sluiting van een woning naar de aard van de maatregel ingrijpend is en consequenties heeft voor verzoeker, is de voorzieningenrechter bij de huidige stand van zaken van oordeel dat gezien de ernst en impact van de gebeurtenissen het algemeen belang en het belang van de buren zwaarder mogen wegen dan de door verzoeker naar voren gebrachte belangen. Daarbij weegt mee dat op zitting onweersproken door de burgemeester naar voren is gebracht dat verzoeker na de woningsluiting opvang is aangeboden in de vorm van een opvangplak bij [locatie] , waar hij geen gebruik van maakt en er -gelet op het gegeven dat verzoeker in de afgelopen jaren vaker langere tijd niet op het onderhavige adres heeft verbleven- kennelijk over alternatieve vormen van huisvesting beschikt. Ook is ter zitting (nogmaals) vanuit de burgemeester het aanbod herhaald.
Conclusie
7. De voorzieningenrechter komt tot de conclusie dat de burgemeester niet evident onbevoegd heeft gehandeld door de woning van verzoeker te sluiten. Het besluit vertoont weliswaar motiveringsgebreken, maar deze kunnen in bezwaar worden hersteld.
8. De voorzieningenrecher wijst na afweging van de betrokken belangen het verzoek om voorlopige voorziening af. Dat betekent dat de burgemeester verzoeker alsnog tot 24 augustus 2024 geen toegang hoeft te geven tot de woning. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.P.K. van Rosmalen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A. Landstra, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 16 februari 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BP4697, onder 2.4.1 en 2.4.2.