In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 11 juni 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Qredits Microfinanciering Nederland en een gedaagde die handelde in de uitoefening van zijn inmiddels opgeheven eenmanszaak. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 17.742,10 aan Qredits, bestaande uit hoofdsom, rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde had geen bekende woon- en verblijfplaats, waardoor de rechtbank verstek heeft verleend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde correct is opgeroepen en dat de rechtbank bevoegd is op basis van de vestigingsplaats van de eiser. De vordering van Qredits is toegewezen, met uitzondering van een aantal punten die zijn afgewezen. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van de gedaagde gesteld, die binnen veertien dagen na aanschrijving moet betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.