Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 6 februari 2024 met bijlagen
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de aanvullende producties van [eiser]
2.De inleiding: waar de zaak over gaat
3.De feiten
€ 2.541,00 in rekening gebracht aan [gedaagde] terzake herstelwerkzaamheden van verkeerd gespoten delen bij de Porsche.
‘(…)
Wanneer we de concrete inventarisatie hebben gezien en nadat het verrekend is met de openstaande posten en dan ook nog niet te vergeten de factuur van de Porsche te hebben verrekend zijn wij bereid het eindbedrag te betalen. Zolang dit niet is gebeurd zijn wij ook niet in staat om te betalen..(…)’.
4.Het geschil
- de hoofdsom van € 15.364.85,
- de incassokosten van € 928,65,
- de wettelijke handelsrente tot 27 december 2023 van € 1.689,41,
5.De beoordeling
AkzoNobel is die de voorraad Sikkens bij [gedaagde] heeft geleverd en opgehaald. [eiser] heeft daar niets mee van doen gehad, zo volgt ook uit de e-mail van 16 maart 2023. Om deze reden komt [gedaagde] geen beroep toe op verrekening ter zake de opgehaalde voorraad.
[eiser] de voorraad Sikkens hebben opgehaald, hij nog steeds geen geslaagd beroep kan doen op verrekening in deze procedure. Dat komt omdat in de e-mailberichten tussen partijen geen concrete toezegging is gedaan met betrekking tot de verrekening. Ook is de gestelde tegenvordering niet op eenvoudige wijze vast te stellen, omdat, zo blijkt uit de e-mail van 16 maart 2023, volgens Sikkens alle water gedragen mengkleuren vernietigd zijn vanwege blootstelling aan vorst. Dat brengt met zich dat de waarde van de Sikkens voorraad niet eenvoudig is vast te stellen en daartoe verder bewijs nodig zou zijn. Dit geldt ook voor de door [gedaagde] gestelde schade. Zo ver rijkt een beroep op verrekening niet.
e-mailberichten (bijvoorbeeld de e-mail 22 oktober 2021 van Keuning aan [naam 2] en van 23 maart 2022 van [naam 2] aan Keuning), dat er verrekend zou mogen worden. [eiser] betwist dat er verrekend kan worden.
- dagvaarding € 116,39
- griffierecht € 1.409,00
- salaris gemachtigde € 792,00 (2 punt x tarief van € 396,00)
- nakosten
€ 135,00
6.De beslissing
11 juni 2024.