ECLI:NL:RBOVE:2024:3142

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 juni 2024
Publicatiedatum
13 juni 2024
Zaaknummer
10752306 \ CV EXPL 23-2333
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst paard wegens non-conformiteit en aansprakelijkheid

In deze zaak hebben partijen een koopovereenkomst gesloten voor een paard, waarbij eiser na de levering van het paard een incident meldt waarbij het paard tegen een paal is opgesprongen. Eiser stelt dat het paard niet voldoet aan de overeenkomst, omdat het niet geschikt is als rijpaard. De kantonrechter oordeelt dat de koopovereenkomst ontbonden moet worden, omdat het paard non-conform is. Eiser vordert de terugbetaling van de koopprijs van € 11.250,00 en een schadevergoeding van € 490,05. De rechter wijst de vorderingen van eiser gedeeltelijk toe, waarbij de kantonrechter oordeelt dat de gebreken zich binnen een jaar na aflevering hebben geopenbaard. De rechter concludeert dat gedaagde niet heeft aangetoond dat de klachten het gevolg zijn van een omstandigheid die zich na de aflevering heeft voorgedaan. De kantonrechter ontbindt de koopovereenkomst en veroordeelt gedaagde tot terugbetaling van de koopprijs en schadevergoeding aan eiser.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 10752306 \ CV EXPL 23-2333
Vonnis van 11 juni 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. F. [naam 1] ,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. F. Kolkman.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de akte van [eiser] overlegging producties en vermindering eis van 12 februari 2024
- de mondelinge behandeling van 19 februari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt voorzien van de spreekaantekeningen van partijen
- de akten van partijen op 2 april 2024
- de antwoordakte van [gedaagde] van 30 april 2024 en
- de akte niet dienen van [eiser] op de rol van 14 mei 2024.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben op 21 mei 2022 naar aanleiding van een advertentie van [gedaagde] een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot het paard [naam paard] (hierna: [naam paard] ), tegen een koopprijs van € 11.250,00.
In de advertentie stond onder meer:
For sale:
Mega brave 5 jarige ruin van 1.74 groot. [naam paard] heeft 3 zeer goede gangen. En laat goede dingen zien in de training. [naam paard] is braaf op vreemd terrein en totaal niet spooky. Ondanks zijn leeftijd echt 100% braaf, super eerlijk paard.
Super leuk paard die graag voor je wil werken.
Recent klinisch en röntgenologisch incl rug/hals goed gekeurd.
Staat correct op de benen en heeft geen (stal) gebreken.
2.2.
Bij de levering kreeg koper [eiser] diverse documenten, waaronder het paspoort van [naam paard] , een keuringsrapport van 28 april 2022 en cd’s met daarop röntgenfoto’s van 28 april 2022 van de benen van het paard (met rapport) en röntgenfoto’s van 11 mei 2022 van de hals en rug van het paard. In het rapport van 11 mei 2022, dat volgens [eiser] bij levering van [naam paard] niet bij de röntgenfoto’s zat, wordt door dierenarts [dierenarts 1] geconcludeerd:
Mijns inziens en op basis van het klinische beeld een positief koopadvies.
2.3.
Na levering van [naam paard] (op 22 mei 2022) heeft op 28 mei 2022 bij [eiser] een incident plaatsgevonden waarbij [naam paard] tegen een paal is opgesprongen. Van de verwonding is de volgende foto overgelegd:
[afbeelding]
2.4.
Hierna volgt fysiotherapie voor [naam paard] (op 31 mei 2022) en een behandelperiode van 3 tot en met 16 juni 2022, zoals blijkt uit het overgelegde medisch dossier van Dierenkliniek [dierenkliniek 1] . In het medisch dossier staat onder meer:
03-06-2022 vorige maand 5 geworden. Heeft sinds een paar dagen een wond aan de bovenkant van het bovenbeen. Leek mee te vallen, mevr. Heeft het elke dag schoongespoeld en honingzalf opgesmeerd, sinds gister is het wat dikker. Bij het longeren kwam er ook wat pus uit, heeft geen koorts maar lijkt me wel verstandig om langs te gaan.
Wond RV, ter hoogte van elleboog. Kleine opening, komt vocht/ontstekingsvocht uit. Geen koorts. Behandelen met Novacam en wond insprayen met dermiel.
07-06-2022 Sinds +- week een wond op humerus RV, komt prut uit. Niet heel kreupel, maar loopt ook niet helemaal goed met been. Wel pijnlijk aan, rondom de won wat dik. Temp 37,9. Wordt sinds vorige bezoek elke dag afgespoeld en ingesprayd met dermiel. N0ovacam is op. Nu ik er ben net gelaserd, is wat warm, maar kan dus ook daardoor komen. Wel erg productief, ook te zien aan streep vuil op been. Mevr. Vraagt om AB, lijkt mij niet heel veel toegevoegde waarde te hebben, maar apart dat wond niet dichtgroeit. Advies RX om sequester/CA uit te sluiten, verder doorgaan met behandeling zoals ingezet.
08-06-2022 Kan bijna niet de stal uit, bewegingskreupel, hele lichaam stijf. Wondje veel te pijnlijk voor alleen huidbeschadiging. Morgen komt er RX aan huis. BO van wondvocht genomen. Bloed afgenomen voor SAA bepaling en algemeen bloedbeeld (leuco’s, spierenenzymen, anderszins) Starten met antibiotica en novacam verhogen naar 2x/dag
16-06-2022 Tijdens visite andere patient op stal verzoek om paard te bekijken. Enkele weken geleden aangekocht. Krampig?? Bekeken in stap en draf op rechte lijn en stap/draf harde volte. Niet kreupel, achter wel wijdbeens, benen hoog optillen kan het paard probleemloos (wat niet de verwachting zou zijn bij kramperigheid), kort omdraaien link/rechts geen probleem. Paard is ontsnapt tijdens longeren, uiteindelijk in de wei kunnen vangen, maar daarna volledig over de toeren, niet verder bekeken.
2.5.
Ook hierna blijft [naam paard] problemen houden. Er volgen meerdere onderzoeken (thermisch onderzoek 11 september 2022 en 13 april 2023), Osteopathie (19 januari 2023) en Cranio Sacraal therapie (verslag van 28 maart 2023). Vanaf 2 september 2022 is patientinformatie van [naam paard] overgelegd van [dierenkliniek 2] . Daaruit blijken klachten over kreupelheid, atactisch lopen en kramperigheid. In de laatste vermelding van 25 april 2023 staat:
Algemeen- anamnese: Paard heeft thermografie gehad, heeft allerlei problemen. Gaat nog niet echt goed, in principe nog nauwelijks gereden. Bevindingen: IP: kogel ziet er wel goed uit, verder geen bijz., geen ijzers. Paard loopt nog atactisch. Beide achterbenen fors kramperig.
Longe: loopt aan de longe ook behoorlijk atactisch, lijkt wel moeilijk om goed rijpaard van te maken
Rö: distale hals wat grof, geen duidelijke artrose
Echo: heeft rechts toch ook wat overvulling aan distale facetgewrichten
Diagnose: Röntgenfoto’s bekeken van DAP Oost Nederland met printgegevens [naam paard] van opnamedatum 11-05-2022:
Deze beelden van de hals laten hetzelfde beelden zien als op onze hals opnamen. Op de rug is ook kissing spines thoracaal te zien met minimale benige veranderingen aan spinaaluitsteeksels
2.6.
Dierenarts [dierenarts 2] van [dierenkliniek 2] verklaart op 8 mei 2023 onder meer:
Het paard is gerevalideerd van een kreupelheid LV maar bleef slecht lopen, waardoor het gebruik als rijpaard nog niet mogelijk was. Bij het klinisch onderzoek bleek het paard atactisch en kramperig aan beide achterbenen.
Bij röntgenologisch onderzoek bleken de facetgewrichten van de distale hals wat onregelmatig. Bij aanvullend echografisch onderzoek waren de facetgewrichten aan de rechterkant van C6-C7 en C5-C6 overvuld.
De klinische bevindingen zijn van chronische aard, want bij een eerste kreupelheidsonderzoek op 2 september 2022 werd dit beeld hier ook al waargenomen.
Dit paard is verminderd geschikt als rij-/sportpaard
2.7.
Op 19 mei 2023 stelt [eiser] [gedaagde] aansprakelijk. In de brief staat onder meer:
Dierenarts [dierenarts 2] heeft op 25 april 2023 na klinisch, röntgenologisch en echografisch onderzoek geconstateerd dat het paard atactisch en kramperig is aan beide achterbenen. Volgens [dierenarts 2] zijn de facetgewrichten van het paard onregelmatig en overvuld, hetgeen een oorzaak kan zijn van de problemen met de benen van het paard. Hij heeft geconcludeerd dat de klinisch bevindingen van chronische aard zijn, omdat dit beeld bij het kreupelheidsonderzoek op 2 september 2022 ook al is waargenomen. Het paard is volgens [dierenarts 2] verminderd geschikt als rij/sportpaard. Client heeft naar aanleiding van deze bevindingen de beelden behorende bij de aankoopkeuring van 28 april 2022 en 11 mei 2022 op dat moment ook laten beoordelen door [dierenarts 2] . Hierop bleken dezelfde problemen/afwijkingen te zien te zijn in de hals en de rug van het paard als op de foto’s van 25 april 2023 naar voren kwam. [dierenarts 2] gaf aan dat het paard op basis van die beelden niet goedgekeurd had mogen worden. Het bevreemdt overigens dat het verslag behorend bij de beelden van de keuring van 11 mei 2022 (hals en rug) ontbreekt.
Het paard krijgt permanent pijnstillers toegediend, omdat het niet meer zonder kan leven.
Hieruit blijkt dat het paard niet beantwoordt aan de overeenkomst. Het paard heeft een gebrek, waardoor het niet geschikt is voor het doel waarvoor client het heeft aangekocht (als allround rij/sportpaard). Het gebrek heeft zich binnen een jaar na aflevering geopenbaard, zodat wordt vermoed dat het paard al niet aan de overeenkomst beantwoordde ten tijde van de levering.
Herstel of vervanging is onmogelijk. Client vermindert de koopprijs in evenredigheid met de mate van afwijking van het overeengekomene. Het paard is niet geschikt als rijpaard, zodat een prijsvermindering van € 10.750,00 gerechtvaardigd is.
Daarnaast stelt client u aansprakelijk voor de schade die zij heeft geleden door uw wanprestatie. De schade bedraagt tot op heden € 10.074,24 inclusief btw (zie bijlage).
2.8.
[gedaagde] heeft hierop gereageerd bij brief van 28 juli 2023 en onder meer gesteld dat uit de medische onderzoeken en verklaringen blijkt dat het paard ten tijde van de verkoop op 21 mei 2022 niet kreupel was, geen kramperigheid had en geen ataxie had. Er is volgens [gedaagde] geen sprake van een gebrekkig paard en hij acht zich niet aansprakelijk voor de gestelde schade. De brief sluit af met:
Omdat client erg begaan is met het welzijn van [naam paard] , is client bereid om ter plaatse [naam paard] te onderzoeken en te bezien of hij het paard zelf kan helpen te herstellen. Afhankelijk van het onderzoek ter plaatse, staat client ervoor open om het paard weer terug te kopen voor een redelijk bedrag en te bezien of partijen op deze manier een passende oplossing kunnen vinden. Indien u bereid bent om op deze weg een passende oplossing te vinden, waarbij het welzijn van [naam paard] mee dient te wegen, dan verneem ik dat graag”.
2.9.
Hierna heeft telefonisch overleg plaatsgevonden tussen de vader van [gedaagde] en mr. [naam 1] , zonder resultaat.
2.10.
Met betrekking tot de vraag of er sprake is van non-conformiteit van het paard zijn nog de volgende verklaringen van dierenartsen overgelegd:
A.
Een verklaring van dierenarts [dierenkliniek 3] van eind juli 2023 waarin deze als volgt antwoordt (cursief weergegeven) op door [eiser] gestelde vragen:
“…
Ik zal zowel de röntgenbeelden van 11 mei 2022 als de röntgenbeelden van 25 april 2023 via We Transfer naar jou toezenden.
- Zie jij afwijkingen in de röntgenbeelden hals en rug van 11 mei 2022?
Ik zie 2 doornuitsteeksels die elkaar raken ongv mid thoracaal, zogenaamde kissing spines.
- Zie jij (dezelfde of andere) afwijkingen in de röntgenbeelden hals en rug van 25 april 2023?
Ik heb geen fotos’s van de rug van 25 april, alleen hals en echobeelden van de hals.
Ik zie wat haakvorming/vormverandering van het facetgewricht van C6-C7
- Wat is jouw jarenlange praktijkervaring? Kunnen de zichtbare “afwijkingen” in zijn hals en rug de oorzaak zijn van zijn chronische kreupelheden, kramperigheid, etc.etc.?
Dat is zeker mogelijk.
- Zou jij dit paard goedkeuren voor de sport?
Goed of afkeuren doe ik niet, en zou een collega ook niet moeten doen.
Echter er is wel een verhoogd risico op problemen in de toekomst als je met een paard met deze foto’s gaat beginnen en dat soort problemen heb je dus nu begrijp ik.
- Had de verkoper ons vooraf op de hoogte moeten stellen van deze bevindingen in hals en rug?
Als hij daarvan op de hoogte was, zeker wel.
- Kan je in dit geval spreken van “zonder bemerkingen/bevindingen” goedgekeurd voor de sport?
Als je bedoelt zonder verhoogd risico, dan zeker niet.
B
Een verklaring van dierenarts [dierenarts 1] , die ook het keuringsrapport van 11 mei 2022 heeft opgesteld, waarin onder meer staat:
Bemerkingen:
● 2-de thermografie verslag bevat geen datum
● Bij verschillende data en onderzoeken wordt geen ataxie en kramperigheid vermeld.
● Ik heb mijn bedenkingen bij de combinatie van ataxie en kramperigheid. Bij ataxie is er sprake van slapte en gebrek aan spierspanning, terwijl er bij kramperigheid net een verhoogde spierspanning is.
● De originele röntgenfoto’s zijn pas na 1 jaar bekeken.
Algemene Vragen advocaat:
1. Bij ataxie hangt het af van de mate van incoördinatie of een paard nog bruikbaar is als rijpaard.
Bij Kramperigheid zijn paarden vaak nog bruikbaar. Vooral hoefbeslag kan wel lastig zijn. Van kramperigheid is ook bekend dat het kan ontstaan na langdurige periodes van pijn waarbij het neurologisch systeem langdurig overprikkeld is.
2. Deze aandoening ontstaat vaak acuut (bijvoorbeeld trauma) maar wordt van vaak chronisch en kan progressief zijn. Dit is echter allemaal heel variabel en per geval verschillend.
3. Ataxie kan in alle gradaties voorkomen; van lichte incoördinatie en nog perfect bruikbaar als rijpaard tot parese en paralyse. Dit wil zeggen dat een paard niet standaard onbruikbaar is
4. Overvulde facetgewrichten wijzen op irritatie, overbelasting. Dit kan vaak symptoomloos zijn en onder invloed van allerlei externe en interne factoren getriggerd worden en klachten geven.
Dit geeft zeker niet direct ataxie. Heel erg overvulde facetgewrichten kunnen uiteindelijk welverhoogde druk geven op het ruggenmerg.
5. Oorzaken van Ataxie zijn vaak van traumatische oorsprong waarbij er beschadiging van het ruggenmerg optreedt.
6. Het is een optie om de overvulde facetgewrichten in te spuiten corticosteroïden met de
verwachting dit te doen afnemen en verbetering van de symptomen te bekomen.
Specifieke vragen Advocaat:
1. Deze gradaties vallen binnen de normen waarbij een paard naar mijn mening als dierenarts een positief advies krijgt voor het gebruik als rijpaard.
2. Aangezien paarden levende dieren zijn röntgenfoto's maar voor een korte periode
betrouwbaar. Het lichaam en dus ook gewrichten veranderen door allerlei invloeden en
gebeurtenissen. Hierdoor accepteren verzekeringsmaatschappijen alleen maar foto’s welke
maar maximaal 3 maanden oud zijn. Het paard vertoonde op het moment van de keuring geen gebreken en heeft op dat moment het advies gekregen dat het geschikt was als rijpaard.
3. In het verslag van [dierenkliniek 2] staat bij de beoordeling van de röntgenfoto’s "distale hals wat grof, geen duidelijke artrose" en "Röntgenfoto's bekeken van DAP Oost Nederland met printgegevens [naam paard] van opnamedatum 11/05/2022: Deze beelden van de hals laten hetzelfde beelden zien als op onze hals opnamen". Dus kan men concluderen dat er op de röntgenfoto's geen artrose te zien is.
Ten Aanzien van de diagnose van Drs. [dierenarts 2] en overige stukken:
1. In de verklaring van collega [dierenarts 2] staat niet dat deze bevinden al aanwezig waren op het moment van aankoop. Of zijn conclusie kloppen kan ik geen mening geven want ik ben niet in het bezit van filmmateriaal en de medische beeldvorming waarop hij deze mening gebaseerd heeft.
2. Zoals al aangegeven in mijn chronologisch overzicht is pas in december sprake van ataxie en kramperigheid. Eerdere verslagen en onderzoeken spreken dit zelfs tegen.
3. Zoals al aangegeven in mijn chronologisch overzicht: Thermografie is op locatie
onbetrouwbaar wegens het gebrek aan gestandaardiseerde meetomstandigheden. Dit is
humaan al lang duidelijk en uitgebreid omschreven. Daarom is deze uitslag discutabel wegens de beïnvloeding van vele externe en interne factoren.
Op het beeldmateriaal is er trouwens geen verschil tussen hals links en rechts te zien, terwijl
dit wel in het verslag vermeld wordt.
4. Ja. Extern trauma kan dit veroorzaken
5. Er is geen video en medisch beeldmateriaal aanwezig.
6. Sowieso had de koper dhr. [gedaagde] veel eerder op de hoogte moeten stellen over de gang van zaken. Verder is er een gat tussen juni en september. Is het paard toen beter geweest? Is er toen gereden op het paard? Er is over deze periode geen enkele verslaglegging? Misschien controleren bij de knhs of het paard toen op wedstrijd is uitgebracht?
Zij hebben ook nagelaten om het paard te laten behandelen aan de opgezette
facetgewrichten.
7. Deze zijn al terloops in de tekst vermeld.
C
Een nadere verklaring van dierenarts [dierenarts 2] van 5 februari 2024, die vragen van [eiser] als volgt (cursief aangegeven) beantwoordt:
Ik kan me herinneren (en teruglezen patiëntendossier) dat de oorzaak van de lam kreupelheid LV moeilijk te achterhalen was.
Wat was uiteindelijk de oorzaak van de overvulde kogel LV? Is die gevonden? (Ik meen iets te lezen van een ontsteking aan de pees tussen de sesambeentjes? Klopt dat of lees ik dat verkeerd?)
Dit is ongeveer correct. De blessure is een verscheuring van het intersesamoidale ligament, dit is een bindweefsel structuur, die beide sesambeentjes met elkaar verbindt.
De tegenpartij geeft aan dat de oorzaak van een peesontsteking bij de sesambeentjes LV het gevolg is van een trauma en niet door overbelasting van dat been door compensatie van het paard i.v.m. ataxie achterhand .
Wat is uw mening in deze in het geval van [naam paard] ?
(- Indien dit ook kan gebeuren door een trauma, van wat voor trauma zou er dan sprake
kunnen/moeten zijn geweest?)
Een trauma is niet erg waarschijnlijk, omdat er dan ook schade aan andere structuren in de omgeving gevonden zou zijn. Het intersesamoidale ligament ligt ingesloten in tal van andere structuren. De enige mogelijkheid zou een extreme landing op het been kunnen zijn, maar dan is ook nog steeds de verwachting, dat er meer schade zou zijn.
In zijn patiëntendossier staat bij 4-1-2023: "Recht: toch niet helemaal goed LV, heeft ook
wat met de artaxiete maken".
Waarmee volgens u nog meer dan de ataxie?
[naam paard] was op dat moment nog niet vrij van de pijn aan zijn blessure aan het intersesamoidale ligament.
Mijn (stief-/bonus)dochter [naam 2] heeft [naam paard] in de periode van aankoop (23 mei 2022) tot medio aug. 2022 ca 2-3 keer per week ca 20 min dressuurmatig gereden en ca 2 keer per week gelongeerd.
Daarnaast liep [naam paard] overdag in de wei en s'nachts op stal.
Toen namelijk nog in de veronderstelling dat het wijdbeens wegzetten van de achterbenen en kramperigheid achterbenen een kwestie van aansterken van de pezen en spieren van een jong paard betrof. Hierna werd [naam paard] dus (lam) kreupel LV.
Terugkijkend in het patiëntendossier:
- Van eind aug. 2022 t/m 8-11-2022 volledige boxrust gehad.
- Van 9-11-2022 t/m 4-1-2023 dagelijks aan de hand wat stappen.
- Vanaf 4-1-2023 eerst begonnen met 2-3 x per week longeren en daarna ook proberen te stappen en draven onder het zadel
- Consult 25-4-2023 omdat paard nog steeds atactisch liep, beide achterbenen nog steeds fors kramperig en rijden onder het zadel meer atactische problemen gaf en dus eigenlijk niet mogelijk.
N.a.v. conclusie uit röntgenbeelden CD mei 2022 en april 2023 is [naam paard] in overleg met u sindsdien niet meer belast (gelongeerd en/of bereden).
Hij heeft sindsdien alleen dagelijks in een paddock gelopen, ca 10 min aan de hand gestapt of 10 min in de stapmolen gestapt. Blijft atactisch, wijdbeens en kramperig achter, maar is in stap niet meer kreupel geworden LV.
Aangezien het een jong paard is wat "wel graag wil, maar niet kan", laten we hem ca. 1 x per 2 weken even los in een grotere paddock waar hij kan rennen en gek doen en zo zijn energie kwijt kan.
Na ca 5 min wordt hij LV weer kreupel, gaat hij LV zijn been op tillen, begint hij te trillen over zijn hele lijf, en wordt de achterhand slapper/atactischer, dus geeft blijk van overbelasting van zijn lichaam. Dan geven wij hem weer 2 dagen boxrust met Metacam, en dan gaat het wel weer en mag hij weer dagelijks in de paddock en 10 min aan de hand stappen of 10 min in de stapmolen.
Wetende van bovenstaande informatie; Zou er een andere oorzaak hiervoor kunnen zijn dan de geconstateerde afwijkingen in zijn hals en rug? Zo ja, welke?
Ataxie is een lastig probleem, waarbij meer oorzaken mogelijk zijn. Het ontstaan van druk het ruggenmerg is een van de oorzaken en die kan ontstaan door afwijkingen aan de wervelkolom, waar het ruggenmerg doorheen loopt. Zelfs bij sectie is het vaak nog lastig vast te stellen, wat de uiteindelijke oorzaak was.
Deelt u de mening van de heer [naam 3] en/of bent u (ergens) een andere mening toegedaan?
Ik kan mij vinden in de mening van collega [dierenkliniek 3] .

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert -samengevat en na vermindering van eis- voor recht te verklaren dat de koopovereenkomst (gedeeltelijk) is ontbonden, althans deze te ontbinden en om te verklaren voor recht dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de door [eiser] geleden schade. [gedaagde] dient veroordeeld te worden om aan [eiser] te betalen de koopprijs van
€ 11.250,00 en een schadevergoeding van € 16.801,39 (nog te vermeerderen met verdere stallingskosten van € 475,00 per maand vanaf 1 mei 2024), te vermeerderen met rente en (buiten-)gerechtelijke kosten.
3.2.
[eiser] stelt dat er sprake is van non-conformiteit van [naam paard] nu hij niet is te gebruiken als sport/rijpaard zoals overeengekomen. [naam paard] wordt nog steeds niet bereden. Hij staat af en toe in een kleine weide en soms in een grote; als hij meer beweging krijgt nemen de klachten toe en krijgt het paard pijnstillers toegediend. [eiser] stelt dat bij de levering van [naam paard] wel alle foto’s zijn overgelegd maar niet het rapport van dierenarts Vlierbergen, behorende bij de foto’s van 11 mei 2022 waarin hij de hals gradatie 2 geeft en de rug gradatie 3 en waarbij hij op basis van het klinische beeld een positief verkoopadvies geeft. Als [eiser] dat had geweten had hij het paard niet gekocht: hij had al heel wat blessureleed gehad bij eerdere aankopen. [eiser] stelt te hebben voldaan aan de klachtplicht. Hij kwam er niet eerder dan op 23 april 2023 achter dat de foto’s niet goed waren en dat de klachten van [naam paard] (atactisch en kramperig aan beide achterbenen) door het daar waargenomen euvel worden veroorzaakt (gebrek in de facetgewrichten en kissing spines in de rug).
3.3.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert -samengevat- tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure. Volgens [gedaagde] is van een consumentenkoop geen sprake geweest en heeft [eiser] niet tijdig geklaagd als bedoeld in art. 7:23 BW. [eiser] heeft voor het laatst gecorrespondeerd met [gedaagde] op 16 juni 2022 en stelt hem pas op 22 mei 2023 aansprakelijk, [gedaagde] is door het tijdsverloop in zijn belangen geschaad. [gedaagde] betwist een onjuiste mededeling te hebben gedaan bij de verkoop gelet op het keuringsrapport. Ten tijde van de verkoop was er geen sprake van ongeschiktheid van [naam paard] als rijpaard, en geen sprake van non-conformiteit. Alles wijst er op dat de gebreken zijn ontstaan na de verkoop en veroorzaakt zijn door een trauma (het ongeval op 28 mei 2022), dan wel een of meerdere blessures. Ook is, anders dan [eiser] stelt, herstel wèl mogelijk: er bestaan medische behandelingen voor de klachten die [naam paard] nu heeft. [gedaagde] is het ook niet eens met de hoogte van de gevorderde schade.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Consumentenkoop? ja
4.1.
Volgens [gedaagde] komt [eiser] onder de omstandigheden geen beroep op consumentenrechtelijke bepalingen toe. [eiser] heeft bij [gedaagde] het beeld opgeroepen dat hij zelf (ook) bedrijfsmatig handelde. [eiser] heeft in twee jaar tijd zeker acht paarden gekocht, hij heeft een grote paardenvrachtwagen met daar op de reclame uiting N&N Sporthorses en zijn dochter [naam 2] brengt meerdere paarden op wedstrijd uit, aldus [gedaagde] .
4.2.
[eiser] betwist dat hij het beeld heeft opgeroepen dat hij bedrijfsmatig handelde. Het paard is voor privé gekocht. Dat hij een bedrijf heeft doet niet ter zake want dat bedrijf heeft niets met de handel in paarden te maken. Het paard is gekocht voor de hobby van zijn stiefdochter [naam 2] . In de drie jaar voor de aankoop van [naam paard] heeft hij wel drie paarden gekocht maar weer laten ophalen in verband met gebreken aan de paarden.
4.3.
De kantonrechter komt onder de gegeven omstandigheden tot de conclusie dat in dit geval sprake is geweest van een consumentenkoop. Art. 7:5 lid 1 onder a BW definieert consumentenkoop als de koop met betrekking tot een roerende zaak die wordt gesloten door een verkoper die handelt in het kader van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit en een koper, natuurlijk persoon, die handelt voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit. Bij de beantwoording van de vraag of de koper wel of niet heeft gehandeld voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit is onder meer van groot belang wat daarover is verklaard en wat men te dien aanzien over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen heeft mogen afleiden. Al bij het allereerste contact is [eiser] (althans mevrouw [naam 4] namens [eiser] ) wat dat betreft duidelijk: ze zijn op zoek naar “een jonge brave potentiële allrounder als 2-e paard voor de dochter” (productie 3 achter de dagvaarding). [gedaagde] erkent ook dat [eiser] (althans mevrouw [naam 4] namens [eiser] ) op zoek was naar een allrounder voor haar dochter en dat de dochter [naam paard] heeft geprobeerd en dat daarna de koop is gesloten. Hieruit blijkt voldoende dat [naam paard] is gekocht voor doeleinden buiten de bedrijfs- en beroepsactiviteit van [eiser] . Dat [eiser] in de periode voor de aankoop van [naam paard] meerdere paarden heeft gekocht en dat [naam paard] is opgehaald met een paardenvrachtwagen met daarop bedrijfsreclame, maakt dat niet anders.
Voldaan aan klachtplicht? ja
4.4.
Volgens [gedaagde] heeft [eiser] niet tijdig geklaagd over de gebreken. Op 13 juni 2022 heeft [naam 4] via Whatsapp laten weten dat ze een vermoeden hadden dat [naam paard] leed aan kramperigheid, maar die klacht is vervolgens ingetrokken en hierna is er tot 19 mei 2023 geen contact meer geweest over [naam paard] . Volgens [gedaagde] vertoonde [naam paard] in september 2022 al gebreken en toen heeft hij zich niet tot [gedaagde] gewend. [eiser] had na de eerste behandelingen van [naam paard] al voldoende aanwijzingen dat [naam paard] was behept met een gebrek en had daarover binnen bekwame tijd moeten klagen. [gedaagde] is de mogelijkheid ontnomen om zich in een vroeg stadium een oordeel te vormen over de aard en de omvang van de klachten en is daardoor in zijn bewijspositie geschaad. Dat geldt temeer nu het gaat om levende have en consumentenkoop.
4.5.
Volgens [eiser] heeft hij wel tijdig geklaagd. Hij heeft lange tijd in onzekerheid verkeerd over de oorzaak van de kreupelheid/kramperigheid. Het kon liggen aan gewenning of veroorzaakt worden door onvoldoende balans en spieren, wat soms voorkomt bij jonge paarden. De oorzaak van de non-conformiteit heeft hij pas ontdekt na het onderzoek van dierenarts [dierenarts 2] op 25 april 2023. Uit dat onderzoek bleek de oorzaak van het kramperig en atactisch lopen aan de achterbenen.
4.6.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eiser] voldoende aannemelijk gemaakt dat hij pas na het onderzoek van dierenarts [dierenarts 2] op de hoogte was van de oorzaak van de klachten van [naam paard] , en dat die oorzaak niet was gelegen in gewenning of omstandigheden verband houdende met balans of spieren bij jonge paarden in het algemeen. Dat [eiser] de (oorzaak van de) gebreken mogelijk eerder had kunnen ontdekken speelt in het kader van de klachtplicht geen rol, omdat het hier gaat om een consumentenkoop. Bij een consumentenkoop gaat de termijn als bedoeld in art. 7:23 lid 1 BW lopen op het moment dat de consument heeft ontdekt dat hetgeen is afgeleverd niet aan de overeenkomst beantwoordt en niet al op het moment waarop de koper dit redelijkerwijs had behoren te ontdekken. Het standpunt van [gedaagde] dat [eiser] niet tijdig heeft geklaagd, of dat sprake is geweest van rechtsverwerking door het lange tijdsverloop, wordt daarom verworpen.
Non-conformiteit binnen een jaar? Ja
4.7.
[eiser] heeft ook voldoende aannemelijk gemaakt dat [naam paard] op 19 mei 2023 klachten en gebreken had die een normaal gebruik als rijpaard/allrounder, zoals overeengekomen, in de weg stonden. [eiser] heeft bijna een jaar en met inschakeling van vele deskundigen geprobeerd van [naam paard] een rijpaard/allrounder te maken, en dit was tot op 19 mei 2023 niet gelukt. Ook de dierenarts [dierenarts 2] verklaart hierover op 8 mei 2023. Hij stelt onder meer dat [naam paard] na revalidatie van een kreupelheid slecht bleef lopen, waardoor het gebruik als rijpaard nog niet mogelijk was, dat de klinische bevindingen chronisch zijn en dat [naam paard] verminderd geschikt is als rij-/sportpaard.
Tegenbewijs tegen bewijsvermoeden? nee
4.8.
De volgende vraag is waardoor [naam paard] nu de klachten heeft die een gebruik als rijpaard/allrounder in de weg staan (atactisch zijn en kramperig aan beide achterbenen). Volgens [eiser] zijn dit de overvulde facetgewrichten en kissing spines, zoals zichtbaar op de röntgenfoto’s van 11 mei 2022, en zoals dierenarts [dierenkliniek 3] voor mogelijk houdt. Volgens [gedaagde] kan het meerdere oorzaken hebben, zoals een trauma door het forse ongeluk dat [naam paard] heeft gehad vlak na de aankoop. Dat ongeluk is volgens [gedaagde] waarschijnlijk de oorzaak van de klachten. Dierenarts [dierenarts 1] houdt dit voor mogelijk, als zijnde de oorzaak van de klachten.
4.9.
Art. 7:18a lid 2 BW bepaalt dat bij een consumentenkoop wordt vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien de afwijking van hetgeen is overeengekomen zich binnen één jaar na aflevering openbaart, tenzij de verkoper anders aantoont of de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet. De klachten (ataxie en kramperig aan beide achterbenen) hebben zich binnen één jaar na aflevering geopenbaard en er zijn geen aanknopingspunten voor toepasselijkheid van de uitzonderingssituatie (tenzij de verkoper anders aantoont of de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet). Dat het hier om een levend dier, een paard, gaat maakt niet dat er om die reden sprake is van uitzondering. Vermoed wordt daarom dat [naam paard] bij de aflevering niet aan de overeenkomst beantwoordde. Het is niet aan [eiser] om de precieze oorzaak van het gebrek aan overeenstemming te bewijzen maar aan verkoper [gedaagde] om te bewijzen dat het gebrek aan overeenstemming het gevolg is van of zijn oorsprong vindt in een omstandigheid die zich na aflevering van het paard heeft voorgedaan, zoals bijvoorbeeld het incident op 28 mei 2022.
4.10.
[gedaagde] is in het leveren van dat (tegen-)bewijs niet geslaagd. In het dossier zitten drie verklaringen van dierenartsen over de oorzaak van de klachten van [naam paard] . Dierenarts [dierenarts 1] , destijds de keuringsarts, stelt in zijn verklaring dat de aandoening vaak acuut ontstaat (bijvoorbeeld trauma) en over oorzaken van ataxie dat deze vaak van traumatische oorsprong zijn, waarbij er beschadiging van het ruggenmerg optreedt. Aangezien [naam paard] vlak na aankoop een fors ongeval heeft gehad, zou dit ongeval een causaal verband kunnen hebben met de klachten die [naam paard] nu heeft.
Daartegenover staat de verklaring van Dierenarts [dierenkliniek 3] , die onder meer verklaart dat het zeker mogelijk is dat de klachten van [naam paard] worden veroorzaakt door de zichtbare afwijkingen in de hals en rug van [naam paard] . Dierenarts [dierenarts 2] lijkt in zijn verklaring ook een relatie te leggen tussen de klachten en hetgeen op de foto’s is te zien. Tijdens de mondelinge behandeling is afgesproken om nog een dierenarts te laten kijken naar [naam paard] en naar de (oorzaak van de) klachten, maar dat is er niet van gekomen; volgens [gedaagde] omdat [eiser] het onderzoek probeerde te manipuleren, wat [eiser] op zijn beurt een onterechte beschuldiging noemt. Beide partijen hebben hierna de kantonrechter verzocht om zo spoedig mogelijk eindvonnis te wijzen.
4.11.
Gelet op de verklaringen van de deskundigen kan de kantonrechter niet tot de conclusie komen dat [gedaagde] heeft bewezen dat het gebrek aan overeenstemming het gevolg is van of zijn oorsprong vindt in een omstandigheid die zich na aflevering van het paard heeft voorgedaan. Dat dierenarts [dierenarts 1] verklaart dat de klachten
kunnenkomen door het forse ongeval van [naam paard] vlak na de aankoop, is gelet op de andere verklaringen onvoldoende. De kantonrechter neemt daarom aan dat er sprake is van non-conformiteit van [naam paard] en de mate van non-conformiteit is voldoende voor ontbinding van de koopovereenkomst. [naam paard] is in de praktijk immers niet of verminderd geschikt als rijpaard. [gedaagde] heeft nog gesteld dat in dit geval herstel mogelijk is, door behandelingen als plaatselijk inspuiten of mesotherapie maar de kantonrechter gaat daaraan voorbij. De kantonrechter neemt aan dat, als de klachten relatief eenvoudig en definitief waren te verhelpen, één van de vele deskundigen in dit dossier wel met die oplossing zouden zijn gekomen.
Gevolg: Ontbinding
4.12.
[gedaagde] heeft verder gemotiveerd verweer gevoerd tegen de buitengerechtelijke partiele ontbinding bij brief van 19 mei 2023, onder meer ten aanzien van de verhouding tussen het letsel en de waarde van [naam paard] , daar waar [eiser] stelt dat [naam paard] nu nog maar € 500,00 waard zou zijn. Op dat punt heeft [eiser] onvoldoende aangetoond dat [naam paard] inderdaad nog maar € 500,00 waard is en de partiële ontbinding op 19 mei 2023 wat dat betreft rechtsgeldig is geweest. De kantonrechter zal de koopovereenkomst ontbinden per heden, en dat houdt in dat [naam paard] na dit vonnis terug moet naar [gedaagde] en [gedaagde] de koopprijs terug dient te betalen aan [eiser] .
Aanvullende schadevergoeding? nee
4.13.
Ten aanzien van de door [eiser] gevorderde aanvullende schadevergoeding wordt als volgt overwogen. Dat hiervoor is geoordeeld dat [eiser] tijdig heeft geklaagd als bedoeld in art. 7:23 BW neemt niet weg dat het lange tijdsverloop en het feit dat [gedaagde] op geen enkele wijze is betrokken in de medische behandeling van [naam paard] een rol speelt in de beoordeling van de door [eiser] gevorderde schadevergoeding. [gedaagde] wordt nu door de gang van zaken plotsklaps en bijna een jaar later, geconfronteerd met een schadepost die hoger is dan de verkoopprijs van [naam paard] , terwijl hij niet de mogelijkheid heeft gehad om schadebeperkend op te treden en om tijdig, vóór het ontstaan van de diverse schadeposten, te komen tot een praktische oplossing als bijvoorbeeld het terugkopen van [naam paard] . Dat eerder/tijdig terugkopen van [naam paard] een serieuze optie was blijkt uit het feit dat [gedaagde] nog heeft aangeboden om [naam paard] (na een keuring) terug te kopen.
4.14.
Gelet op de hele gang van zaken lag het naar het oordeel van de kantonrechter op de weg van [eiser] om vroeg na de eerste tekenen van kramperigheid (juni 2022), althans eerder dan mei 2023, naar een gespecialiseerde dierenarts te gaan en om daarbij alle relevante informatie die hij over [naam paard] had te betrekken, waaronder ook de foto’s en de keuringsrapporten. Voor zover [eiser] daarbij wat zou missen zou hij dat op kunnen en moeten vragen bij [gedaagde] . Uiteindelijk zijn de foto’s van mei 2022 pas op 8 mei 2023 bekeken door [dierenkliniek 2] . Dat [gedaagde] in het begin mededelingen heeft gedaan als “uit het klinische en röntgenologische onderzoek van [naam paard] kwam totaal niets” doet daar niets aan af. Als [eiser] de foto’s eerder had bekeken/laten bekijken waren de kosten van de diverse niet-dierenartsen niet zo hoog opgelopen. Door het tijdsverloop is [gedaagde] bovendien de mogelijkheid ontnomen om schadebeperkend te handelen en om in een eerder stadium aan te bieden het paard terug te nemen. [eiser] heeft in dat verband met zoveel woorden gesteld dat hij vreest dat [naam paard] dan weer de handel in gaat, maar, wat daar ook van zij, de gevolgen daarvan, de vaste kosten van het houden van het paard, kunnen dan in redelijkheid niet voor rekening van [gedaagde] worden gebracht. Dat de schadeposten zo hoog zijn opgelopen is dus ook aan de handelwijze en houding van [eiser] te wijten. Daarbij komt dat [eiser] ook betaling van kosten vordert die hij hoe dan ook zou hebben gemaakt en die niet in verband staan met de non-conformiteit. Kosten van stalling en kosten van behandeling van andere medische aandoeningen zou [eiser] ook hebben gehad als er geen sprake was van non conformiteit. Zo zijn de facturen die (deels) betrekking hebben op behandeling na het ongeval op 28 mei 2022, kosten die vanzelfsprekend niet ten laste van [gedaagde] zijn te brengen. Onder de gegeven omstandigheden is het ook niet redelijk om alle kosten die [eiser] voor [naam paard] heeft gemaakt voor rekening van [gedaagde] te brengen als schade.
4.15.
De kantonrechter ziet onder deze omstandigheden aanleiding om van de kosten die [eiser] heeft gevorderd slechts een bedrag van € 490,05 toe te wijzen, zijnde de onderzoekskosten van [dierenkliniek 2] van 8 mei 2023. De voor de schade afzonderlijk gevorderde verklaring voor recht zal bij gebrek aan belang, worden afgewezen.
4.16.
De vordering van [eiser] zal worden toegewezen als volgt. De gevorderde buitengerechtelijke kosten zullen deels, gerelateerd aan de toegewezen hoofdsom en qua hoogte aan de als redelijk aan te merken tarieven voor buitengerechtelijke kosten volgens het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, worden toegewezen.
Gelet op de uitkomst van de procedure, de vordering is ongeveer voor de helft toegewezen, zullen de proceskosten worden gecompenseerd. Dit sluit ook aan bij de indruk die de rechtbank heeft dat deze procedure er niet zou zijn geweest als partijen eerder in alle redelijkheid met elkaar in overleg waren getreden en in der minne tot een oplossing waren gekomen. De gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter:
met in achtneming van overweging 4.12: ontbindt de koopovereenkomst met betrekking tot het paard [naam paard] per heden,
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen de koopprijs van € 11.250,00, te vermeerderen met wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek hierover als de koopprijs niet binnen veertien dagen na aanschrijving is voldaan,
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van een schadevergoeding van € 490,05, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW hierover vanaf 19 mei 2023 tot de dag van volledige betaling,
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van € 1.073,88 incl. btw voor buitengerechtelijke kosten en veroordeelt [gedaagde] in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over deze kosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Smedes, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken door mr. U van Houten op 11 juni 2024.