Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Woningstichting Domijn,
gevestigd en kantoorhoudende te Enschede,
wonende te [woonplaats],
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Enschede, op 2 januari 2024 uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen Woningstichting Domijn en een gedaagde die onder bewind is gesteld. De gedaagde had een huurachterstand van € 3.687,66 tot en met oktober 2023, welke door de rechtbank is vastgesteld. De gedaagde, die niet in staat was zijn financiën zelf te regelen na het overlijden van zijn broer, heeft hulp gezocht en een bewindvoerder aangesteld. De kantonrechter heeft geoordeeld dat, ondanks de huurachterstand, de gedaagde nog een kans moet krijgen om zijn situatie te verbeteren. De vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning is afgewezen, omdat de gedaagde jarenlang zijn huurverplichtingen is nagekomen en nu onder bewind staat. De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het achterstallige bedrag aan de Woningstichting, inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten, en heeft de proceskosten aan de zijde van de Woningstichting begroot op € 1.146,27, met een toevoeging van € 132,00 aan nakosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.