ECLI:NL:RBOVE:2024:3087

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 juni 2024
Publicatiedatum
10 juni 2024
Zaaknummer
08-124378-23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor ontuchtige handelingen met een minderjarige

Op 10 juni 2024 heeft de Rechtbank Overijssel een 29-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 22 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De man heeft zich schuldig gemaakt aan ontuchtige handelingen met een minderjarige van veertien jaar, waaronder het seksueel binnendringen van het slachtoffer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en het slachtoffer elkaar hebben ontmoet via een online game en dat de verdachte op meerdere momenten seksuele handelingen heeft gepleegd met het slachtoffer, die op dat moment nog niet de leeftijd van zestien jaren had bereikt. De rechtbank heeft de verklaringen van zowel de verdachte als het slachtoffer als betrouwbaar beoordeeld en heeft de verdachte veroordeeld op basis van de bewezenverklaring van de tenlastelegging. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de ernst van het feit en de impact die dit heeft gehad op het slachtoffer, dat na de gebeurtenissen suïcidale gedachten ontwikkelde. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke straf verbonden, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een contactverbod met het slachtoffer.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-124378-23 (P)
Datum vonnis: 10 juni 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1994 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 27 mei 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. A.R. Maarsingh, advocaat in Deventer, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van de namens [slachtoffer] door haar moeder, mevrouw [moeder van slachtoffer] , voorgedragen slachtofferverklaring en van wat door de raadsman van de benadeelde partij, mr. M Tijken, advocaat in Oldenzaal, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte meermalen ontucht heeft gepleegd, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam, met de op dat moment veertienjarige [slachtoffer] .
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 februari 2023 tot en met 25 februari 2023 te Enschede, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2008, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten:
op of omstreeks 17 februari 2023,
- het (tong)zoenen van die [slachtoffer] en/of
- het over en/of onder de kleding betasten van de borsten van die [slachtoffer] en/of
- het betasten van de vagina/schaamlippen van die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen van zijn, verdachtes, vinger(s) tussen de schaamlippen en/of op de clitoris en/of in de vagina van die [slachtoffer] en/of
op of omstreeks 25 februari 2023,
- het over de kleding betasten van en/of wrijven over de schaamstreek en/of vagina van die [slachtoffer] en/of
- het (tong)zoenen van die [slachtoffer] en/of
- het betasten/strelen van de ontblote borst(en) van die [slachtoffer] en/of
- het likken van en/of zuigen aan de borsten en/of tepels van die [slachtoffer] en/of
- het betasten van de ontblote vagina/schaamlippen van die [slachtoffer] en/of het brengen/duwen van zijn, verdachtes, vinger(s) tussen de schaamlippen en/of in de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het likken/beffen van de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of anus van die [slachtoffer] en/of
- het laten aanraken/vastpakken en/of aftrekken van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer] en/of
- het in de mond van die [slachtoffer] laten nemen van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer] aan haar hoofd en/of haren vast te pakken en/of het laten pijpen door die [slachtoffer] door haar hoofd op en neer te bewegen en/of
- het ejaculeren in de mond van die [slachtoffer] .

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt, op basis van de inhoud van het dossier en hetgeen op de terechtzitting is besproken, de volgende feiten en omstandigheden vast.
Verdachte en [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) ontmoeten elkaar in een online game en komen via het chatprogramma Discord met elkaar in contact. Verdachte en [slachtoffer] chatten vanaf begin februari met elkaar en de gesprekken worden op enig moment seksueel van aard. Op 17 februari 2023 volgt een eerste ontmoeting in [plaats] . Verdachte is op dat moment 28 jaar oud en [slachtoffer] is 14 jaar oud. Nadat verdachte en [slachtoffer] in het centrum wat hebben gedronken vinden in een parkeergarage in de auto van verdachte verschillende seksuele handelingen plaats tussen hen. Op 25 februari 2023 volgt een tweede ontmoeting in [plaats] . Ook op die dag vinden, op twee momenten, verschillende seksuele handelingen plaats in de auto van verdachte. Tijdens beide ontmoetingen bestonden de seksuele handelingen mede uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer] . Op 27 februari 2023 ontdekt de moeder van [slachtoffer] de chatgesprekken op Discord en doet zij, na een informatief gesprek zeden op diezelfde dag, op 7 maart 2023 namens [slachtoffer] aangifte tegen verdachte.
Verdachte bekent dat de ten laste gelegde seksuele handelingen hebben plaatsgevonden. Enkel het brengen van zijn vingers in de vagina van [slachtoffer] op 17 februari 2023 en het brengen van zijn penis in de anus van [slachtoffer] op 25 februari 2023 kan verdachte zich niet herinneren.
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan. Alle onderdelen van de tenlastelegging worden door een van de na te noemen bewijsmiddelen bedekt. Nu het wettelijk bewijsminimum niet voorschrijft dat alle onderdelen van de tenlastelegging ondersteund worden door steunbewijs en de verklaringen van [slachtoffer] en verdachte op essentiële onderdelen overeenkomen, acht de rechtbank ook die onderdelen bewezen waarover verdachte verklaart dat hij ze zich niet meer herinnert. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer] voor wat betreft deze punten te twijfelen.
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen [1] .
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 27 mei 2024, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [moeder van slachtoffer] namens [slachtoffer] van 7 maart 2023 (p. 15 e.v.);
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] van 13 maart 2023, inhoudende de verklaring van [slachtoffer] (p. 59 e.v.).
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 17 februari 2023 tot en met 25 februari 2023 te Enschede, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2008, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, telkens ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten:
op 17 februari 2023,
- het (tong)zoenen van die [slachtoffer] en
- het over en onder de kleding betasten van de borsten van die [slachtoffer] en
- het betasten van de vagina van die [slachtoffer] en
- het brengen van zijn, verdachtes, vingers tussen de schaamlippen en op de clitoris en in de vagina van die [slachtoffer] en
op 25 februari 2023,
- het over de kleding betasten van en wrijven over de schaamstreek en vagina van die [slachtoffer] en
- het (tong)zoenen van die [slachtoffer] en
- het betasten van de ontblote borsten van die [slachtoffer] en
- het likken van of zuigen aan de tepels van die [slachtoffer] en
- het betasten van de ontblote vagina van die [slachtoffer] en het brengen van zijn, verdachtes, vingers tussen de schaamlippen en in de vagina van die [slachtoffer] en
- het beffen van de vagina van die [slachtoffer] en
- het brengen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en anus van die [slachtoffer] en
- het laten aanraken van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer] en
- het in de mond van die [slachtoffer] laten nemen van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer] aan haar haren vast te pakken en het laten pijpen door die [slachtoffer] door haar hoofd op en neer te bewegen en
- het ejaculeren in de mond van die [slachtoffer] .
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf: met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 22 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met daarbij de bijzondere voorwaarden zoals die door de reclassering zijn geadviseerd.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden, zoals geadviseerd door de reclassering, in combinatie met een taakstraf passend is. De raadsman heeft verzocht om het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf op één maand te bepalen. Wat betreft de hoogte van de voorwaardelijke gevangenisstraf en de taakstraf heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich als volwassen man van 28 jaar schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen, waaronder het seksueel binnendringen van een minderjarige van veertien jaar. Dit betreft een zeer ernstig feit dat zowel lichamelijk als geestelijk een grote impact heeft gehad op [slachtoffer] , zoals blijkt uit de door haar moeder ter terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaring. Nadat het ten laste gelegde heeft plaatsgevonden, kreeg [slachtoffer] suïcidale gedachten, was zelfbeschadiging (nog meer dan voorheen) aan de orde en is zij via een crisismaatregel geplaatst binnen een high intensive care afdeling. Verdachte was op het moment van de seksuele handelingen op de hoogte van het feit dat [slachtoffer] veertien jaar oud was, dat zij kampte met verschillende mentale problemen en dat zij voorafgaand aan hun eerste ontmoeting nog geen seksuele ervaringen had. Hoewel verdachte zich meermalen heeft gerealiseerd dat zijn gedrag onaanvaardbaar was, heeft hij het contact, zowel online als fysiek, willens en wetens voortgezet. Verdachte is daarmee voorbijgegaan aan de ongelijkwaardigheid die op alle gebieden bestond en heeft de verantwoordelijkheid die hij als volwassene ten opzichte van de zeer kwetsbare [slachtoffer] had, genegeerd. Hoewel verdachte verklaart dat de seksuele handelingen plaatsvonden om [slachtoffer] gelukkig te maken en haar te weerhouden van zelfbeschadiging, is de rechtbank van oordeel dat hij zijn eigen behoeften en verlangens volledig boven de belangen van [slachtoffer] heeft geplaatst. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Persoon van verdachte
De rechtbank houdt rekening met het uittreksel uit de justitiële documentatie van
6 december 2023 van verdachte, waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
De rechtbank houdt verder rekening met het over verdachte opgemaakte reclasseringsrapport van 26 oktober 2023. Uit dit rapport komt naar voren dat verdachte naar aanleiding van het ten laste gelegde op eigen initiatief naar de huisarts is gegaan en is doorverwezen naar Transfore, waar hij sinds september 2023 zedenbehandeling volgt. Door de reclassering wordt het risico op recidive ingeschat als laag-gemiddeld. De reclassering adviseert om aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met daarbij als bijzondere voorwaarden: meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling en een contactverbod met het slachtoffer.
De straf
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Gezien de ernst van het gepleegde feit, de kwetsbaarheid van [slachtoffer] en het leed dat is aangedaan kan niet anders worden gereageerd dan met een gevangenisstraf van langere duur. Alles afwegende, acht de rechtbank een straf zoals die door de officier van justitie is geëist, passend en geboden. De rechtbank zal aan verdachte opleggen een gevangenisstraf voor de duur van 22 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De rechtbank ziet in het over verdachte opgemaakte reclasseringsrapport aanleiding om aan de voorwaardelijke gevangenisstraf de bijzondere voorwaarden te verbinden zoals die door de reclassering zijn geadviseerd.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op het hiervoor genoemde wetsartikel. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b,14c en 57 Sr.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf: met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
22 (tweeëntwintig) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende bijzondere voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak;
- zich laat behandelen door Transfore of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zoekt of heeft met het slachtoffer in
de huidige strafzaak, te weten [slachtoffer] ( [geboortedatum 2] 2008), zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.G.J. Gehring, voorzitter, mr. P.M.F. Schreurs en
mr. N.P. Heisterkamp, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.A.B. Kroeze, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 10 juni 2024.
Mr. R.G.J. Gehring en mr. P.M.F. Schreurs zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023090232. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.