Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1] ,wonende te [woonplaats 1] ,
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ambtshalve toetsing.
135,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert Vechtdal Wonen, de verhuurder, ontbinding van de huurovereenkomst met de huurders, die in een woning wonen met hun vier minderjarige kinderen. De verhuurder stelt dat de huurders hun betalingsverplichtingen niet zijn nagekomen, met een huurachterstand van € 6.576,56 ten tijde van de dagvaarding. De huurders hebben de achterstand deels ingelopen, maar er resteert nog een bedrag van € 3.211,32. De mondelinge behandeling vond plaats op 21 mei 2024, waarbij beide partijen aanwezig waren. De kantonrechter heeft ambtshalve beoordeeld of er bepalingen in de overeenkomst zijn die de huurders benadelen, maar dit bleek niet het geval. De huurders erkennen de achterstand, maar willen in de woning blijven wonen. De kantonrechter heeft de belangen van de minderjarige kinderen in overweging genomen, maar oordeelt dat de betalingsachterstand van voldoende gewicht is om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. De kantonrechter heeft besloten om de ontbinding en ontruiming toe te wijzen, maar met een ontruimingstermijn van drie maanden, zodat de huurders de kans krijgen om hulp te zoeken en een laatste kansovereenkomst met de verhuurder te sluiten. Daarnaast zijn de huurders veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en de proceskosten.