3.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
08.045760-24 feit 1
De rechtbank oordeelt dat op grond van de wettige bewijsmiddelen kan worden bewezen dat verdachte zich op 8 februari 2024 heeft schuldig gemaakt aan diefstal van een hoeveelheid koperen telecomkabels, toebehorende aan Koninklijke KPN N.V.. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op 8 februari 2024 heeft [aangever] namens Koninklijke KPN N.V. aangiftegedaan van diefstal van koperen telecomkabels aan het Groot Wezenland in Zwolle, welke kabels eigendom zijn van [bedrijf] . Op 6 februari 2024 rond 16:00 uur zijn de grote bundels telecomkabels achtergelaten op het terrein en op 8 februari 2024 rond 08:00 uur werd geconstateerd dat een deel van de kabels was weggenomen en dat de kabels afgekort waren.
Uit het proces-verbaal van aanhouding van verdachte blijkt dat verbalisanten op 8 februari 2024 omstreeks 3:43 uur een man uit de richting van een gesloten bouwplaats zien komen. Nadat de surveillanten te voet gingen surveilleren, hoorden ze geritsel en knappende geluiden. Op het moment dat ze een knappend geluid hoorden, zagen ze een man voorover gebukt staan. Ze zagen dat hij de enige persoon was in de buurt van het plaats delict. Nadat de man de politie zag, sloeg hij op de vlucht. Toen de man werd aangehouden, bleek het verdachte te zijn. Verbalisant zag op de plaats delict dat er meerdere lange stukken kabel lagen, waarvan een deel al was gestript. De stukken van de kabels waren uit de grond afgezaagd. Verder lag er een ijzerzaag bij de kabels. Toen verdachte werd aangehouden, was zijn trui warm en nat en zijn jassen lagen op de bouwplaats.
Uit de processen-verbaal van bevindingen d.d. 8 februari 2024 blijkt dat verbalisanten op de bouwplaats meerdere schoenafdrukken in het zand tussen het koper zagen staan. Nadat de verbalisanten foto's maakten van de onderzijde van de schoenen van verdachte zagen zij dat de afdrukken overeen kwamen met de afdrukken op de bouwplaats.
Nu vastgesteld kan worden dat verdachte zich in de holst van de nacht als enige bleek te hebben bevonden op een gesloten bouwplaats en een aantal lange stukken kabel reeds door hem waren afgezaagd, gestript en klaar gelegd waren, waardoor hij de feitelijke heerschappij over die goederen heeft verkregen, is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van een hoeveelheid koperen telecomkabels.
08.045760-24 feiten 2 en 3
De rechtbank oordeelt dat op grond van de wettige bewijsmiddelen kan worden bewezen dat verdachte zich op 7 februari 2024 heeft schuldig gemaakt aan verduistering van een portemonnee met daarin twee bankpassen en diefstal van twee geldbedragen op dezelfde dag met een valse sleutel, te weten de bankpassen uit de portemonnee. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
[slachtoffer 1] heeft op 8 februari 2024 aangiftegedaan van diefstal van zijn portemonnee waarin onder meer zijn pinpas en de pinpas van zijn vriendin [slachtoffer 2] zaten. Verder heeft hij mede namens [slachtoffer 2] aangifte gedaan van diefstal van geld met hun pinpassen. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij op 7 februari 2024 omstreeks 21:50 uur bij de bushalte A8 op het station in Zwolle zijn portemonnee per ongeluk was vergeten en op een bankje had laten liggen en dat er vervolgens zonder hun toestemming op 7 februari 2024 om 23:05 uur bij restaurant [restaurant] in Zwolle met zijn pinpas voor 3 euro is gepind en om 22:43 uur een bedrag van € 3,60 bij tankstation Esso de Vrolijkheid aan de Ceintuurbaan in Zwolle met de pinpas van [slachtoffer 2] .
Verbalisant [verbalisant 1] heeft de beveiligingsbeelden van voornoemde Esso veilig gesteld en bekeken. Op de beveiligingsopnames die gemaakt zijn op 7 februari 2024 tussen 22:39 en 22:44 uur heeft verbalisant [verbalisant 1] verdachte herkend.Ook verbalisant [verbalisant 2] heeft verdachte op de camerabeelden van de Esso herkend. Verder heeft verbalisant [verbalisant 2] geconstateerd dat de persoon op de camerabeelden dezelfde kleding droeg als verdachte bij zijn aanhouding op 8 februari 2024.
In het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 februari 2024 staat dat de verbalisant bij de aanhouding van verdachte op 8 februari 2024 bankpassen bij hem heeft aantroffen, die niet op zijn naam stonden, waaronder een bankpas met de naam [slachtoffer 2] . Verdachte heeft toen verklaard dat hij de portemonnee op het station in Zwolle heeft gevonden.
Nu verdachte beide pinpassen heeft gevonden voordat ermee betaald is, nog bij zich had op het moment van de aanhouding, te weten na de pintransacties, en met beide pinpassen is betaald op 7 februari 2024 laat op de avond, is de rechtbank van oordeel dat verdachte degene is geweest die met de pinpassen heeft betaald.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat iemand anders met de betaalpassen heeft betaald gelet op voorgaande bewijsmiddelen niet geloofwaardig.
Doordat verdachte de gevonden portemonnee onder zijn bereik heeft gebracht en met de bankpassen is gaan betalen, is verdachte als heer en meester gaan beschikken over de portemonnee en de pinpassen. De rechtbank acht daarom bewezen dat sprake is van verduistering van de portemonnee met inhoud.
Uit vaste jurisprudentie volgt dat het contactloos betalen zonder toestemming met andermans pinpas onder diefstal door middel van een valse sleutel valt. De rechtbank acht daarom ook diefstal met een valse sleutel wettig en overtuigend bewezen.
08.151555.23
Op 21 juni 2023 bevonden de verbalisanten [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] , beiden aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar bij de gemeente Zwolle, zich op de Burgemeester Roelenweg te Zwolle. De verbalisanten hoorden verdachte naar hen roepen "handhaving kan de kanker krijgen!". Verder hoorden de verbalisanten dat verdachte "kankerflikkers!" naar hen riep.
Tijdens het verhoor van verdachte bij de politie op 21 juni 2023 heeft verdachte verklaard dat het wel zal kunnen dat hij “kankerlijers” heeft gezegd in de richting van de BOA’s omdat dat zijn mening is.
De verdediging heeft vrijspraak bepleit, omdat de verbalisanten hun taken niet uitoefenden in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, nu verdachte overdag sliep op een openbare plaats en niet ’s nachts.
De rechtbank overweegt dat een buitengewoon opsporingsambtenaar de orde mag handhaven en uit het op ambtseed opgemaakte proces-verbaal blijkt dat de Burgemeester Roelenweg een locatie is waar een groep dak- en thuislozen veel overlast veroorzaakt. Naar het oordeel van de rechtbank traden de verbalisanten op in het kader van ordehandhaving en oefenden zij hun taken daarom uit in de rechtmatige uitoefening van hun bediening.
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat het wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte op 21 juni 2023 [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] , beiden werkzaam als buitengewoon opsporingsambtenaar in dienst van gemeente Zwolle, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, mondeling heeft beledigd door tegen hen te zeggen “Handhaving kan de kanker krijgen" en "kankerflikkers”.