ECLI:NL:RBOVE:2024:3020

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
6 juni 2024
Publicatiedatum
6 juni 2024
Zaaknummer
08.045760.24 en 08.151555.23 (gev. ttz) en 08.222307.23 (vnvv) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak tegen een 32-jarige man wegens diefstal, verduistering en belediging van opsporingsambtenaren

Op 6 juni 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 32-jarige man. De rechtbank legde de verdachte een voorwaardelijke maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) op voor de duur van twee jaren, met een proeftijd van twee jaren. De verdachte kreeg ook een meldplicht bij de reclassering. De man was schuldig bevonden aan meerdere feiten, waaronder diefstal door middel van inbraak van koperen telecomkabels, verduistering van een portemonnee en diefstal met valse sleutels. De feiten vonden plaats in Zwolle tussen februari en juni 2024. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal van een hoeveelheid koperen telecomkabels die toebehoorden aan Koninklijke KPN N.V. en dat hij opzettelijk een portemonnee met inhoud had verduisterd. Daarnaast beledigde hij ambtenaren tijdens de rechtmatige uitoefening van hun functie. De rechtbank overwoog dat de verdachte geen respect toonde voor het openbaar gezag en andermans eigendommen, en dat zijn strafblad wees op een patroon van veelplegen. De rechtbank besloot de ISD-maatregel voorwaardelijk op te leggen, zodat de verdachte de kans kreeg om aan zijn problemen te werken, met de mogelijkheid dat de maatregel alsnog ten uitvoer kan worden gelegd als hij zich niet aan de voorwaarden houdt.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 08.045760.24 en 08.151555.23 (gev. ttz) en 08.222307.23 (vnvv) (P)
Datum vonnis: 6 juni 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1992 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 23 mei 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. P.L. Hellinga, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:
08.045760.24
feit 1 primair:diefstal van een hoeveelheid koperen telecomkabels toebehorende aan Koninklijke KPN N.V. in de periode van 6 februari 2024 tot 8 februari 2024 door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 1 subsidiair:poging tot diefstal van een hoeveelheid koperen telecomkabels toebehorende aan Koninklijke KPN N.V. in de periode van 6 februari 2024 tot 8 februari 2024 door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 2:verduistering van een portemonnee met inhoud (waaronder twee bankpassen) op 7 februari 2024;
feit 3:diefstal van geldbedragen door onbevoegd met bankpassen van anderen te pinnen op 7 februari 2024;
08.151555.23
belediging van buitengewone opsporingsambtenaren op 21 juni 2023.
Voluit luiden de tenlasteleggingen aan verdachte, dat:
08.045760.24
1. primair.
hij in of omstreeks de periode van 06 februari 2024 tot en met 08 februari 2024 te
Zwolle een hoeveelheid koperen telecomkabels, in elk geval enig goed, dat/die geheel of
ten dele aan Koninlijke KPN N.V., in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die
weg te nemen koperen telecomkabels onder zijn bereik heeft gebracht door middel
van braak, verbreking en/of inklimming;
1. subsidiair.
hij in of omstreeks de periode van 06 februari 2024 tot en met 08 februari 2024 te
Zwolle ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een hoeveelheid koperen telecomkabels, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Koninlijke KPN N.V., in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- zich heeft begeven naar de afgesloten bouwplaats gevestigd op de locatie Groot Wezenland te Zwolle en/of
- een of meerdere koperen telecomkabels aanwezig op voornoemde bouwplaats heeft gestript en/of gezaagd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 7 februari 2024 te Zwolle opzettelijk een portemonnee met inhoud (waaronder twee bankpassen), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als vinder, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
3.
hij op of omstreeks 7 februari 2024 te Zwolle een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), door een of meer bankpas(sen) op naam van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] aan te bieden bij en/of boven een apparaat te houden, welke geschikt is om contactloos te betalen, in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was;
08.151555.23
hij op of omstreeks 21 juni 2023 te Zwolle opzettelijk ambtenaren, te weten [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , beiden werkzaam als buitengewoon opsporingsambtenaar in dienst van gemeente Zwolle, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening,
in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hun de woorden toe te voegen: "Handhaving kan de kanker krijgen" en/of "kankerflikkers", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen voor alle ten laste gelegde feiten, met dien verstande dat bij het met parketnummer 08.045760.24 onder 1 ten laste gelegde feit het primair ten laste gelegde kan worden bewezen verklaard.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
08.045760-24 feit 1
De rechtbank oordeelt dat op grond van de wettige bewijsmiddelen kan worden bewezen dat verdachte zich op 8 februari 2024 heeft schuldig gemaakt aan diefstal van een hoeveelheid koperen telecomkabels, toebehorende aan Koninklijke KPN N.V.. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op 8 februari 2024 heeft [aangever] namens Koninklijke KPN N.V. aangifte [2] gedaan van diefstal van koperen telecomkabels aan het Groot Wezenland in Zwolle, welke kabels eigendom zijn van [bedrijf] . Op 6 februari 2024 rond 16:00 uur zijn de grote bundels telecomkabels achtergelaten op het terrein en op 8 februari 2024 rond 08:00 uur werd geconstateerd dat een deel van de kabels was weggenomen en dat de kabels afgekort waren.
Uit het proces-verbaal van aanhouding van verdachte blijkt dat verbalisanten op 8 februari 2024 omstreeks 3:43 uur een man uit de richting van een gesloten bouwplaats zien komen. Nadat de surveillanten te voet gingen surveilleren, hoorden ze geritsel en knappende geluiden. Op het moment dat ze een knappend geluid hoorden, zagen ze een man voorover gebukt staan. Ze zagen dat hij de enige persoon was in de buurt van het plaats delict. Nadat de man de politie zag, sloeg hij op de vlucht. Toen de man werd aangehouden, bleek het verdachte te zijn. Verbalisant zag op de plaats delict dat er meerdere lange stukken kabel lagen, waarvan een deel al was gestript. De stukken van de kabels waren uit de grond afgezaagd. Verder lag er een ijzerzaag bij de kabels. Toen verdachte werd aangehouden, was zijn trui warm en nat en zijn jassen lagen op de bouwplaats. [3]
Uit de processen-verbaal van bevindingen d.d. 8 februari 2024 blijkt dat verbalisanten op de bouwplaats meerdere schoenafdrukken in het zand tussen het koper zagen staan. Nadat de verbalisanten foto's maakten van de onderzijde van de schoenen van verdachte zagen zij dat de afdrukken overeen kwamen met de afdrukken op de bouwplaats. [4]
Nu vastgesteld kan worden dat verdachte zich in de holst van de nacht als enige bleek te hebben bevonden op een gesloten bouwplaats en een aantal lange stukken kabel reeds door hem waren afgezaagd, gestript en klaar gelegd waren, waardoor hij de feitelijke heerschappij over die goederen heeft verkregen, is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van een hoeveelheid koperen telecomkabels.
08.045760-24 feiten 2 en 3
De rechtbank oordeelt dat op grond van de wettige bewijsmiddelen kan worden bewezen dat verdachte zich op 7 februari 2024 heeft schuldig gemaakt aan verduistering van een portemonnee met daarin twee bankpassen en diefstal van twee geldbedragen op dezelfde dag met een valse sleutel, te weten de bankpassen uit de portemonnee. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
[slachtoffer 1] heeft op 8 februari 2024 aangifte [5] gedaan van diefstal van zijn portemonnee waarin onder meer zijn pinpas en de pinpas van zijn vriendin [slachtoffer 2] zaten. Verder heeft hij mede namens [slachtoffer 2] aangifte gedaan van diefstal van geld met hun pinpassen. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij op 7 februari 2024 omstreeks 21:50 uur bij de bushalte A8 op het station in Zwolle zijn portemonnee per ongeluk was vergeten en op een bankje had laten liggen en dat er vervolgens zonder hun toestemming op 7 februari 2024 om 23:05 uur bij restaurant [restaurant] in Zwolle met zijn pinpas voor 3 euro is gepind en om 22:43 uur een bedrag van € 3,60 bij tankstation Esso de Vrolijkheid aan de Ceintuurbaan in Zwolle met de pinpas van [slachtoffer 2] .
Verbalisant [verbalisant 1] heeft de beveiligingsbeelden van voornoemde Esso veilig gesteld en bekeken. Op de beveiligingsopnames die gemaakt zijn op 7 februari 2024 tussen 22:39 en 22:44 uur heeft verbalisant [verbalisant 1] verdachte herkend. [6] Ook verbalisant [verbalisant 2] heeft verdachte op de camerabeelden van de Esso herkend. Verder heeft verbalisant [verbalisant 2] geconstateerd dat de persoon op de camerabeelden dezelfde kleding droeg als verdachte bij zijn aanhouding op 8 februari 2024. [7]
In het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 februari 2024 staat dat de verbalisant bij de aanhouding van verdachte op 8 februari 2024 bankpassen bij hem heeft aantroffen, die niet op zijn naam stonden, waaronder een bankpas met de naam [slachtoffer 2] . Verdachte heeft toen verklaard dat hij de portemonnee op het station in Zwolle heeft gevonden. [8]
Nu verdachte beide pinpassen heeft gevonden voordat ermee betaald is, nog bij zich had op het moment van de aanhouding, te weten na de pintransacties, en met beide pinpassen is betaald op 7 februari 2024 laat op de avond, is de rechtbank van oordeel dat verdachte degene is geweest die met de pinpassen heeft betaald.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat iemand anders met de betaalpassen heeft betaald gelet op voorgaande bewijsmiddelen niet geloofwaardig.
Doordat verdachte de gevonden portemonnee onder zijn bereik heeft gebracht en met de bankpassen is gaan betalen, is verdachte als heer en meester gaan beschikken over de portemonnee en de pinpassen. De rechtbank acht daarom bewezen dat sprake is van verduistering van de portemonnee met inhoud.
Uit vaste jurisprudentie volgt dat het contactloos betalen zonder toestemming met andermans pinpas onder diefstal door middel van een valse sleutel valt. De rechtbank acht daarom ook diefstal met een valse sleutel wettig en overtuigend bewezen.
08.151555.23
Op 21 juni 2023 bevonden de verbalisanten [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] , beiden aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar bij de gemeente Zwolle, zich op de Burgemeester Roelenweg te Zwolle. De verbalisanten hoorden verdachte naar hen roepen "handhaving kan de kanker krijgen!". Verder hoorden de verbalisanten dat verdachte "kankerflikkers!" naar hen riep. [9]
Tijdens het verhoor van verdachte bij de politie op 21 juni 2023 heeft verdachte verklaard dat het wel zal kunnen dat hij “kankerlijers” heeft gezegd in de richting van de BOA’s omdat dat zijn mening is. [10]
De verdediging heeft vrijspraak bepleit, omdat de verbalisanten hun taken niet uitoefenden in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, nu verdachte overdag sliep op een openbare plaats en niet ’s nachts.
De rechtbank overweegt dat een buitengewoon opsporingsambtenaar de orde mag handhaven en uit het op ambtseed opgemaakte proces-verbaal blijkt dat de Burgemeester Roelenweg een locatie is waar een groep dak- en thuislozen veel overlast veroorzaakt. Naar het oordeel van de rechtbank traden de verbalisanten op in het kader van ordehandhaving en oefenden zij hun taken daarom uit in de rechtmatige uitoefening van hun bediening.
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat het wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte op 21 juni 2023 [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] , beiden werkzaam als buitengewoon opsporingsambtenaar in dienst van gemeente Zwolle, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, mondeling heeft beledigd door tegen hen te zeggen “Handhaving kan de kanker krijgen" en "kankerflikkers”.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
08.045760-24
1
primair
Hij op 08 februari 2024 te Zwolle een hoeveelheid koperen telecomkabels, die aan Koninklijke KPN N.V. toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen koperen telecomkabels onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
2.
hij op 7 februari 2024 te Zwolle opzettelijk een portemonnee met inhoud (waaronder twee bankpassen) toebehorende aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als vinder, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
3.
hij op 7 februari 2024 te Zwolle een geldbedrag dat aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, door bankpassen op naam van voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aan te bieden bij en/of boven een apparaat te houden, welke geschikt is om contactloos te betalen, tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was;
08.151555.23
hij op 21 juni 2023 te Zwolle opzettelijk ambtenaren, te weten [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] , beiden werkzaam als buitengewoon opsporingsambtenaar in dienst van gemeente Zwolle, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hun de woorden toe te voegen: "Handhaving kan de kanker krijgen" en "kankerflikkers".
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 266, 267, 311 en 321 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
08.045760-24
feit 1: primair
het misdrijf: diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
feit 2:
het misdrijf: verduistering;
feit 3:
het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
08.151555.23
het misdrijf: eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) zal worden opgelegd voor de duur van twee jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Mocht de rechtbank tot een bewezenverklaring komen heeft de raadsvrouw verzocht het advies van de reclassering over de op te leggen straf te volgen.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal, verduistering en belediging van opsporingsambtenaren. Daarmee heeft hij laten zien geen respect te hebben voor het openbaar gezag en voor andermans eigendommen.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 15 maart 2024. Daaruit blijkt dat verdachte veelvuldig door de strafrechter is veroordeeld voor met name vermogensdelicten. Dit heeft hem er kennelijk niet van weerhouden om de bewezen verklaarde feiten te plegen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het rapport van GGZ Tactus Zwolle van 1 mei 2024. Dit rapport houdt –zakelijk weergegeven– onder meer het volgende in:
Sinds de schorsing van preventieve hechtenis verblijft verdachte bij de nachtopvang in Zwolle. Hij staat open voor een beschermde woonvorm en hoopt op termijn weer zelfstandig te kunnen wonen. Zijn verslavingsproblematiek is hierin belemmerend aangezien de meeste beschermde woonvormen abstinentie vereisen. Verdachte uit zich ambivalent ten aanzien van zijn cannabis- en speedgebruik. Hij lijkt nog niet overtuigd van een drugsvrij bestaan. Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog. Aangezien zijn drugsgebruik verband lijkt te houden met zijn delict gedrag is abstinentie ons inziens noodzakelijk om te komen tot recidivereductie.
Anders dan tijdens voorgaande reclasseringstrajecten, die allen een negatieve afloop kenden, uit verdachte zich ontvankelijk voor behandeling en begeleiding. De ambulante behandeling in het kader van het schorsingstoezicht bij de forensische polikliniek van
Tactus Verslavingszorg bevindt zich in een opstartende fase waardoor er nog geen concreet
behandelaanbod is vormgegeven. Wenselijk is dat er ingezet wordt op diagnostiek om zicht te krijgen op eventuele onderliggende psychische problematiek zoals cognitieve schade vanwege het langdurige drugsgebruik. Voor een betrouwbaar resultaat is hiervoor abstinentie vereist waardoor er eerst ingezet zal worden op de verslavingsproblematiek.
Tactus Reclassering ziet dit reclasseringstraject als een laatste kans voor verdachte om middels een stevig drangkader, zoals een voorwaardelijke isd-maatregel, te komen tot recidivereductie.
De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van de bewezen geachte feiten aan alle voorwaarden is voldaan die artikel 38m Sr aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt. Hiervoor is bewezen verklaard dat verdachte een misdrijf heeft begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Uit het strafblad van 15 maart 2024 blijkt dat verdachte gedurende de vijf jaren voorafgaand aan deze feiten ten minste driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf, terwijl de in dit vonnis bewezen verklaarde feiten onder parketnummer 08.045760-24 zijn begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen en er, zoals blijkt uit de hiervoor genoemde rapportage, ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan. Ook is voldaan aan de eisen die de “Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers” van het Openbaar Ministerie stelt: verdachte is een zeer actieve veelpleger, die over een periode van vijf jaren processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt worden voor meer dan tien misdrijven, waarvan ten minste één in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen vanaf de pleegdatum van het laatst gepleegde feit. Verder eist de veiligheid van personen of goederen het opleggen van deze maatregel, gezien de aard en ernst en het aantal door verdachte begane soortgelijke feiten.
Voorwaardelijke ISD-maatregel
De rechtbank zal gelet op het voorgaande de ISD-maatregel opleggen. Anders dan de officier van justitie ziet de rechtbank echter aanleiding deze maatregel in voorwaardelijke vorm op te leggen.
De rechtbank stelt vast dat verdachte op verschillende leefgebieden problemen heeft. Verdachte is dakloos en heeft geen werk en inkomen. Deze problemen zijn ontstaan volgens verdachte doordat hij in 2019 zijn huurwoning is kwijt geraakt. De verklaring van verdachte wordt gestaafd door zijn strafblad van 15 maart 2024, waaruit inderdaad blijkt dat verdachte eerst vanaf 2019 veelvuldig met politie en justitie in aanmerking is gekomen.
Gelet op het voorgaande vindt de rechtbank een onvoorwaardelijke oplegging van de ISD-maatregel een stap te ver. De rechtbank geeft verdachte een kans om aan de onvoorwaardelijke ISD-maatregel te ontkomen door zich te houden aan de bijzondere voorwaarden zoals die zijn geformuleerd door GGZ Tactus Zwolle in het reclasseringsadvies d.d. 1 mei 2024. Mocht verdachte zich hier niet aan houden, zal hij de voorwaardelijk opgelegde ISD-maatregel alsnog moeten ondergaan.
De rechtbank zal de ISD-maatregel in voorwaardelijke vorm opleggen voor de maximale termijn van twee jaren en een proeftijd vaststellen voor de duur van twee jaren. De tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht zal niet in mindering worden gebracht op de duur van de ISD-maatregel.

7.De vordering tenuitvoerlegging

7.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft afwijzing van de vordering gevorderd.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft eveneens om afwijzing van de vordering verzocht.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de vordering tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de Politierechter van de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, van 13 september 2023 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 14 dagen afwijzen (parketnummer 08.222307.23). Reden daarvoor is dat, gelet op de voorwaardelijke oplegging van de ISD-maatregel, toewijzing van deze vordering niet opportuun is, omdat een gevangenisstraf het huidig ingezette hulpverleningstraject zal doorkruisen.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 38n, 38p en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het met parketnummer 08.045760.24 onder feit 1 primair, feit 2 en feit 3 en het onder parketnummer 08.151555.23 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
08.045760.24
feit 1 primair: diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
feit 2: verduistering;
feit 3: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
08.151555.23
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het met parketnummer 08.045760-24 onder feit 1 primair, feit 2 en feit 3 en het onder parketnummer 08.151555.23 bewezen verklaarde;
maatregel
- legt aan de verdachte op de
maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) voor de duur van twee jaren;
- bepaalt dat deze maatregel
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende bijzondere voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
* zich gedurende de proeftijd blijft melden bij Tactus Reclassering op het adres Dokter Stolteweg 58 te Zwolle, op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
* zich laat behandelen door de forensische polikliniek JusTact van Tactus Verslavingszorg of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling is reeds gestart en duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor detoxificatie, stabilisatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal verdachte zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling;
* verblijft in een beschermde woonvorm of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
* meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd;
* zich laat begeleiden door Creating Balance of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De begeleiding is reeds gestart en duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de begeleiding;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van heden;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer 08.222307.23
-
wijstde vordering
af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. de Ruiter, voorzitter, mr. G.H. Meijer en mr. J.G.M. Fluttert, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. de Bruin, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 6 juni 2024.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2024060376. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Pagina 4.
3.Pagina 52-53.
4.Pagina 13 en 27.
5.Pagina 7.
6.Pagina 35-36.
7.Pagina 47.
8.Pagina 29.
9.het door de opsporingsambtenaren [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] op 21 juni 2023 in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aanhouding, nummer 2106202312406069330.
10.het door de opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 4] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 21 juni 2023 gesloten proces-verbaal van verhoor van verdachte, nummer PL0600-2023279422-3.