Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
gevestigd te 's-Gravenhage,
wonende te [woonplaats],
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert het Centraal Administratie Kantoor (CAK) betaling van openstaande facturen van gedaagde, die verblijft in een zorginstelling en voorzieningen heeft ontvangen op basis van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Het CAK heeft gedaagde de eigen bijdrage in rekening gebracht, maar gedaagde heeft deze facturen niet betaald. De procedure is gestart na een dagvaarding op 25 april 2024, waarna gedaagde in zijn conclusie van antwoord heeft aangegeven dat hij een budgetbeheerrekening heeft bij de Stadsbank, die de betalingen aan het CAK zou hebben verricht. Gedaagde stelt dat er fouten zijn gemaakt door zowel het CAK als de Stadsbank, maar heeft de hoofdsom en bijkomende kosten niet betwist.
De kantonrechter oordeelt dat gedaagde verplicht is om de eigen bijdrage te betalen, ondanks de gestelde fouten. De hoofdsom van € 100,87 wordt toegewezen, evenals de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten van € 48,40. De proceskosten worden gecompenseerd, omdat het CAK ervoor heeft gekozen om te procederen terwijl gedaagde bereid was om de achterstand te voldoen. Het vonnis is uitgesproken op 4 juni 2024 door mr. A. Smedes.