3.1.[eiseressen] c.s. vorderen, na toegestane wijziging/vermeerdering van eis, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Ten aanzien van de nalatenschap van de heer [de erflater] (vader), geboren [geboortedatum 1] en overleden [overlijdensdatum 1] :
I voor recht verklaart dat betreffende de op de overlijdensdatum aanwezige banktegoeden een bedrag groot € 16.173,31 toebehoort aan het nagelaten vermogen van vader, alsmede een auto merk Renault Grand Scenic, een auto merk Mitsubishi Colt, twee elektrische fietsen, een laptop en een televisie;
II [gedaagde] veroordeelt om binnen vier weken na de betekening van het te wijzen vonnis een boedelbeschrijving te overleggen aan [eiseressen] c.s., opgemaakt bij notariële akte, inhoudende een uitvoerige omschrijving van de bezittingen en schulden van vader, op het moment van overlijden, derhalve [overlijdensdatum 1] , met inachtneming het gestelde hiervoor in de punten 25 en 26, en [gedaagde] veroordeelt om [eiseressen] c.s. voor deze beschrijving behoorlijk en tijdig dient op te roepen;
III [gedaagde] veroordeelt om binnen vier weken na de betekening van het te wijzen vonnis te overleggen een bewijs waaruit blijkt dat het vermogen van vader afgescheiden van het vermogen van gedaagde wordt geadministreerd;
IV [gedaagde] veroordeelt om binnen vier weken na de betekening van het te wijzen vonnis te overleggen een eerste, ondertekende en nauwkeurige opgaaf van de goederen die niet meer aanwezig zijn, van de goederen die daarvoor in de plaats zijn gekomen, en van de voordelen die de goederen hebben opgeleverd die geen vruchten zijn, betreffende de periode [overlijdensdatum 1] tot en met [datum] , alles betreffende het vermogen van vader;
V [gedaagde] veroordeelt om voorts jaarlijks te overleggen een ondertekende en nauwkeurige opgaaf van de goederen die niet meer aanwezig zijn, van de goederen die daarvoor in de plaats zijn gekomen, en van de voordelen die de goederen hebben opgeleverd die geen vruchten zijn, alsmede een bewijs van de afgescheiden administratie van het vermogen van vader, steeds betreffende de periode van
[overlijdensdatum 1] van het afgelopen jaar tot en met [datum] van het lopende jaar, telkens uiterlijk op 31 december van het lopende jaar, een en ander totdat het bezwaarde recht zal zijn geëindigd;
VI bepaalt dat [gedaagde] een dwangsom van € 250,- zal verbeuren voor iedere dag dat [gedaagde] in gebreke blijft te voldoen aan het te wijzen vonnis, met een maximum van € 50.000,-;
VII
primair:
- voor recht verklaart dat het recht van [gedaagde] als bezwaarde is geëindigd met ingang van 1 januari 2022 dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
- voor recht verklaart dat hetgeen [gedaagde] vanaf het einde van het vruchtgebruik heeft verteerd onrechtmatig is onttrokken aan het vermogen van [eiseressen] c.s.;
- [gedaagde] veroordeelt om binnen een week na het opmaken van de onder II tot en met V bedoelde stukken hetgeen onverteerd is gebleven in het bezit dient te stellen van [eiseressen] c.s. alsmede hetgeen onrechtmatig is onttrokken aan [eiseressen] c.s. te betalen;
subsidiair:
het beheer van het nagelaten vermogen toe kent aan [eiseressen] c.s. dan wel het
vruchtgebruik van dit nagelaten vermogen onder bewind stelt, onder benoeming van [eiseressen] c.s. gezamenlijk tot bewindvoerders en daarbij bepaalt dat de kosten voor de onderbewindstelling van het vruchtgebruik voor rekening van [gedaagde] komen;
VIII [gedaagde] veroordeelt om binnen één week na betekening van het te wijzen vonnis een bedrag groot € 15.000,- plus € 3.728,65, terug te boeken aan de ervenrekening met nummer [rekeningnummer 1] , onder behoorlijk bewijs van kwijting, welk bewijs dient te worden getoond aan [eiseressen] c.s. binnen dezelfde termijn;
Ten aanzien van de nalatenschap van mevrouw [de erflaatster] (moeder), geboren op [geboortedatum 2] en overleden op [overlijdensdatum 2] :
- dat moeder op [overlijdensdatum 2] , behoudens de woning, een bedrag groot € 89.534,50 heeft nagelaten:
- dat het ingevolge haar testament ingestelde vruchtgebruik is geëindigd door het overlijden van vader op [overlijdensdatum 1] ;
- dat genoemd bedrag ad € 89.534,50, voor zover nodig krachtens
zaaksvervanging, als vruchtgebruik kapitaal met ingang van de dag van het te wijzen vonnis ter beschikking staat aan [eiseressen] c.s.,
II [gedaagde] veroordeelt tot betaling aan [eiseressen] c.s., binnen één week
na betekening van het te wijzen vonnis de aan hen toekomende vordering vanwege het
erfdeel van moeder ten bedrage van € 89.534,50, verhoogd met de wettelijke rente vanaf het
moment van beëindiging van het vruchtgebruik, te weten [overlijdensdatum 1] , dan wel een
door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag of ingangsdatum,
in de beide nalatenschappen alsmede primair en subsidiair:
met veroordeling van [gedaagde] in de door [eiseressen] c.s. gemaakte proceskosten.
Tevens hebben [eiseressen] c.s. bij akte vermeerdering van eis gevorderd dat
[gedaagde] wordt veroordeeld in de door hen gemaakte beslagkosten van
€ 848,10.