Op 4 juni 2024 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, een tussenvonnis gewezen in een ontnemingsprocedure met parketnummer 08.952202.18. De rechtbank heeft besloten dat het onderzoek ter terechtzitting moet worden hervat, omdat tijdens de beraadslaging is gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest. De officier van justitie had eerder een vordering ingediend om het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde vast te stellen, dat aanvankelijk werd geschat op € 137.262,00, maar later werd gewijzigd naar € 202.579,00. De veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.B.A. Kalk, heeft zich verzet tegen de ontnemingsvordering en heeft gepleit voor afwijzing. De rechtbank heeft in haar beslissing aangegeven dat het onderzoek in de hoofdzaak niet tot een einduitspraak kon komen en heeft daarom het onderzoek in de ontnemingszaak ook geschorst. De rechtbank heeft de officier van justitie opgedragen om nader onderzoek te verrichten naar de verklaring van de betrokkene, met een deadline van 15 september 2024. De verdediging moet voor 14 oktober 2024 een conclusie van antwoord indienen, waarna het Openbaar Ministerie tot 11 november 2024 de gelegenheid heeft om te repliceren. Het tussenvonnis is openbaar uitgesproken en is ondertekend door de rechters en de griffier.