1
hij op of omstreeks 20 maart 2022 te Raalte, in elk geval in Nederland, als
verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een voertuig (personenauto),
komende uit de richting van de Kastanje, gaande in de richting van Het Erf,
daarmede rijdende over de weg, de Acacialaan, en
zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft
gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl het donker was en/of
terwijl verdachte goed bekend was met de verkeerssituatie en/of
terwijl hij beginnend bestuurder was en/of
terwijl hij op dat moment drie passagiers vervoerde en/of
terwijl hij een (scherpe) bocht naar rechts naderde, en/of
terwijl voornoemde bocht aan weerszijden was voorzien van een grasberm met
bomen die door middel van betonnen banden waren gescheiden van de rijbaan
en/of
terwijl op (ongeveer) 230 meter voor die bocht een in zijn, verdachtes, rijrichting
gekeerd bord J20 stond, inhoudende: ‘pas op: slipgevaar’,
- heeft gereden met een snelheid van (ongeveer) minimaal 76 km/uur, althans met
een (aanzienlijk) hogere snelheid dan de aldaar voor hem geldende
maximumsnelheid van 50 km/uur, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere
snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was en/of
- bij het naderen en/of het inrijden van voornoemde bocht in strijd met het gestelde
in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet de
snelheid van dat door hem bestuurde voertuig zodanig heeft geregeld dat hij in staat
was dat door hem bestuurde voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand
waarover hij die weg en/of voornoemde bocht kon overzien en waarover deze vrij
was/waren en/of
- in strijd met art. 3 van voornoemd regelement niet aan zijn verplichting heeft
voldaan, zoveel mogelijk rechts te houden en/of
- in strijd met het gestelde in art. 76 van voornoemd reglement de (dubbele)
doorgetrokken strepen, die zich niet langs de rand van de rijbaanverharding
bevonden, heeft overschreden en/of zich met het door hem bestuurde voertuig
geheel of gedeeltelijk links van die doorgetrokken strepen heeft bevonden en/of
- het verloop van die weg (de Acacialaan) in of nabij de voornoemde bocht niet
heeft gevolgd en/of met het door hem bestuurde voertuig (links) van de weg is
geraakt/gereden en/of tegen een aldaar in de berm bevindende boom heeft
geschampt en/of vervolgens tegen een zich aldaar bevindende boom is gebotst,
terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, derde en/of eerste lid
van de Wegenverkeerswet 1994,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten
verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor aan (een) andere(n) te weten:
- [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat
daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale
bezigheden is ontstaan en/of
- [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat
daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale
bezigheden is ontstaan en/of
- [slachtoffer 3] ) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht,
dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale
bezigheden is ontstaan;