In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt het beroep van eiseres tegen de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap beoordeeld. Eiseres had op 9 mei 2023 een verzoek om kwijtschelding van haar studieschuld ingediend, maar de minister heeft hierop niet tijdig beslist. Op 19 januari 2024 heeft de minister alsnog een besluit genomen, waarin het verzoek werd afgewezen. Eiseres heeft het beroep handmatig ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting op 2 mei 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk is, omdat de minister inmiddels een besluit had genomen. Eiseres had geen procesbelang meer, aangezien zij het gevraagde besluit had ontvangen. De rechtbank heeft ook het beroep tegen het besluit van 19 januari 2024 ongegrond verklaard, omdat eiseres geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangevoerd die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigden. De rechtbank concludeert dat de minister niet verplicht is om het griffierecht te vergoeden, en dat het beroep van eiseres niet slaagt.