3.2De beoordeling van de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel
De rechtbank acht op basis van de wettige bewijsmiddelen aannemelijk dat de veroordeelde voordeel heeft genoten van de bij hem aangetroffen hennepkwekerij en de rechtbank ontleent aan de inhoud van die bewijsmiddelen tevens de schatting van dat voordeel.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder het met deze vordering
samenhangende strafdossier en het in de onderhavige zaak opgemaakte rapport berekening
wederrechtelijk verkregen voordeel van 18 december 2019.
Op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting acht de
rechtbank aannemelijk dat de veroordeelde eenmaal met succes heeft geoogst en dat toen 262 hennepplanten (verdeeld over twee kweekruimtes) zijn geteeld. De rechtbank heeft daarbij onder meer gelet op de indicatoren voor meerdere oogsten die zijn vermeld in het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel op pagina 2 tot en met 5.
Bij het vaststellen van het wederrechtelijk verkregen voordeel hanteert de rechtbank de
standaardberekening en normen uit het rapport ‘Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij Binnenteelt onder kunstlicht’ van het Functioneel Parket Afpakken (hierna: FPA), zoals genoemd in het hiervoor genoemde rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel.
De rechtbank neemt bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel als
uitgangspunt de berekening van het Openbaar Ministerie, waarbij overeenkomstig de door FPA gehanteerde normen in kweekruimte 1 (7,2 m2 x 15 planten) is uitgegaan van een opbrengst van 28,2 gram hennep per plant (opbrengst = 3,045 kilogram) en in kweekruimte 2 (10,3 m2 x 15 planten) is uitgegaan van een opbrengst van 28,2 gram hennep per plant (opbrengst is 4,3428 kilogram), met een gemiddelde opbrengst van € 4.070,00 per kilogram.
De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt voor kweekruimte 1 minimaal
3,0456 kilogram x € 4.070,00 = € 12.395,59.
De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt voor kweekruimte 2 minimaal
4,3428 kilogram x € 4.070,00 = € 17.675,20.
De rechtbank houdt bij de berekening rekening met door de veroordeelde gemaakte kosten zoals deze volgen uit voornoemd rapport.
Vorenstaande leidt bij eenmaal oogsten in twee kweekruimtes tot de volgende berekening:
Kweekruimte 1: Bruto opbrengst 1 oogst x € 12.395,59: € 12.395,59
Totale kosten 1 oogst x € 1.003,20: € 1.003,20 -
Kweekruimte 2: Bruto opbrengst 1 oogst x € 40.840,01: € 17.675,20
Totale kosten 1 oogst x € 1.366,66 € 1.366,60 -
Wederrechtelijk verkregen voordeel:
€ 27.700,99
De rechtbank stelt op grond van wettige bewijsmiddelen de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel vast op een bedrag van € 27.700,99.
In geval van hoger beroep zullen de gebruikte bewijsmiddelen worden opgenomen in een aanvulling bij dit vonnis.