ECLI:NL:RBOVE:2024:2888

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
31 mei 2024
Publicatiedatum
31 mei 2024
Zaaknummer
08/211438-20 en 05/035913-21 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor deelname aan criminele organisatie en drugshandel

Op 31 mei 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie en het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het deelnemen aan een criminele organisatie die zich bezighield met de productie van synthetische drugs, waaronder amfetamine. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een belangrijke rol speelde in de organisatie door transporten te regelen en problemen op te lossen in het drugslaboratorium. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 maart 2020 tot en met 19 augustus 2020 betrokken was bij de productie van amfetamine en het voorbereiden van drugshandel. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de organisatie meegewogen in de strafoplegging. De verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen en heeft zich beroepen op zijn zwijgrecht. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn en heeft de straf met zes maanden verminderd.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/211438-20 en 05/035913-21 (P)
Datum vonnis: 31 mei 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1975 in [geboorteplaats] ,
thans verblijvende in de PI [locatie] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 8 maart 2024 en 17 mei 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. F. Putmans-de Kok, advocaat in Eindhoven, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na een aanpassing omschrijving feiten van de tenlastelegging met parketnummer 08/211438-20 als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 23 september 2021 en een wijziging van de tenlastelegging met parketnummer 05/035913-21 als bedoeld in artikel 313 Sv van 29 juni 2021, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:
Parketnummer 08/211438-20
feit 1:het samen met anderen werkzaam zijn in een drugslab om amfetamine-olie te produceren in [plaats 1] ;
feit 2:het samen met anderen werkzaam zijn in een drugslab om amfetamine-olie te produceren in [plaats 2] ;
feit 3:het samen met anderen voorbereiden en bevorderen van feiten bedoeld in artikel 10, lid 4 of 5 van de Opiumwet;
Parketnummer 05/035913-21
de deelname aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van Opiumwetmisdrijven en het voorbereiden en bevorderen van die misdrijven.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Parketnummer 08/211438-20
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 27 maart 2020 tot en met 10 april 2020 te [plaats 1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad (ongeveer) 40,7 liter amfetamine-olie, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2 .

hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 11 juni 2020 tot en met 19 augustus 2020 te [plaats 2] , gemeente Veendam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (ongeveer) 135 liter amfetamine-olie, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 01 maart 2020 tot en met 19 augustus 2020 te [plaats 3] en/of [plaats 1] en/of Zwolle en/of [plaats 4] en/of [plaats 5] en/of [plaats 2] , althans in Nederland, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
amfetamine, zijnde amfetamine, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen (telkens)
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, en/of diens mededaders, wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door (telkens)
- een of meerdere stashplek(ken) voor de opslag van chemicaliën en/of ketel(s) en/of andere benodigdheden voor de productie van synthetische drugs (zoals hieronder genoemd), althans goederen, te gebruiken en/of beheren en/of aldaar (drugsgerelateerde) goederen te stallen ( [plaats 3] en/of Zwolle en/of [plaats 4] en/of [plaats 5] ) en/of
- door op een of meer locatie(s) controle(s) uit te voeren ( [plaats 1] en/of [plaats 2] ) en/of
- de sleutel van de locatie in [plaats 2] in zijn bezit te hebben ( [plaats 2] ) en/of
- het huren van een of meerdere voertuigen ten behoeve van het vervoeren van chemicaliën en/of ten behoeve van het vervoer naar een lab toe (Zwolle en/of [plaats 2] ) en/of
- een of meerdere goed(eren) te kopen ten behoeve van (de opbouw van) drugslab(s) ( [plaats 1] en/of Deventer en/of [plaats 2] ) en/of
- een of meerdere transport(en) van (grote) hoeveelheden chemicaliën, (waaronder maar niet alleen) (ongeveer) 200 kilo APAAN en/of (ongeveer) 1200 kg APAAN, te verzorgen/uit te voeren (Zwolle en/of Deventer en/of [plaats 4] en/of [plaats 5] en/of [plaats 2] ) en/of
- een of meerdere stoffen waaronder phosphoric acid en/of MAPA en/of caustic soda en/of mierenzuur en/of formamide en/of BMK(-glycidezuur) en/of fosfaatzout en/of N-formylalamfetamine en/of fosforzuur en/of methanol en/of aceton en/of tolueen en/of

waterstofgas en/of propaangas en/of isopropylalcohol ( [plaats 1] en/of [plaats 2] ) en/of

- een of meerdere ketel(s) voorhanden te hebben, waaronder (RVS) destillatieketel(s) al dan niet met destillatiebuis(zen) en/of (RVS)koeler(s), en/of (RVS) (dmk)reactieketel(s) al dan niet met roerwerk en/of al dan niet met (reflux)buis/koeler en/of (RVS) stoomketel(s) en/of

stoomgenerator(en) al dan niet gebruikt als reactievat voorhanden te hebben ( [plaats 1] en/of Deventer en/of [plaats 4] en/of [plaats 5] en/of [plaats 2] ) en/of

- een of meer (andere) benodigdheden voor een synthetisch drugslab voorhanden te hebben, waaronder gaswasser(s) en/of IBC’s en/of jerrycan(s) en/of klemdekselvat(en) en/of scheitrechter(s) en/of Au bain mariebak(ken) en/of gasfles(sen) en/of compressor(s) en/of

maatbeker(s) en/of gasbrander(s) en/of (RVS) koelhuizen en/of maatbeker(s) en/of gasslang(en) en/of gelaatsmasker(s) al dan niet met bijbehorende filter(s) en/of vacuumpomp(en) en/of veiligheidsbril(len) en/of koolstoffïlter(s) en/of dopvat(en) ( [plaats 1] en/of [plaats 2] );

Parketnummer 05/035913-21
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 01 maart 2020 tot en met 19 augustus 2020 te [plaats 3] en/of [plaats 1] en/of Zwolle en/of [plaats 4] en/of Foil en/of [plaats 2] , althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 8] en/of [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 10] en/of een of meer
anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven
als bedoeld in artikel 10 derde, vierde, vijfde lid, artikel 10a eerste lid, artikel 11 derde, vierde, vijfde lid en/of artikel 1 la Opiumwet.
3. De bewijsmotivering [1]
3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat verdachte van het met parketnummer 08/211438-20 onder 1 ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken, nu het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat om te kunnen vaststellen dat verdachte een rol heeft gespeeld bij het vervaardigen van drugs in het laboratorium in [plaats 1] . Van het onder 2 ten laste gelegde dient verdachte te worden vrijgesproken nu zich ook daarvoor te weinig wettig en overtuigend bewijs in het dossier bevindt. Voor het geval de rechtbank van oordeel is dat voor feit 2 wel een bewezenverklaring dient te volgen, heeft de raadsvrouw een partiële vrijspraak verzocht van het bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen van 135 liter amfetamine. Wat betreft het onder 3 ten laste gelegde kan enkel tot een bewezenverklaring worden gekomen van het voorhanden hebben en huren van een vervoermiddel. Van het overige dient verdachte te worden vrijgesproken. Gelet op de geringe rol van verdachte kan niet worden gekomen tot een bewezenverklaring van het feit met parketnummer 05/035913-21 en dient verdachte ook van dat feit te worden vrijgesproken, aldus de raadsvrouw.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Hierna stelt de rechtbank op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de feiten en omstandigheden vast. De rechtbank overweegt verder, al dan niet in reactie op gevoerde verweren, waarom zij op basis van die feiten en omstandigheden tot conclusies en beantwoording van de bewijsvraag komt.
Leeswijzer
Gelet op de samenhang tussen de strafzaken van verdachte en zijn medeverdachten zal, met het oog op de leesbaarheid van het vonnis, verdachte hierna telkens worden aangeduid met verdachte of [verdachte] . De medeverdachten [medeverdachte 9] , [medeverdachte 10] , [medeverdachte 11] , [medeverdachte 12] , [medeverdachte 13] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] zullen aangeduid worden met hun achternamen.
Inleiding en aanleiding onderzoek
In verschillende districten van de politie-eenheid Oost Nederland hebben in 2020 meerdere onderzoeken gelopen, waarbij telkens dezelfde verdachten in wisselende samenstelling betrokken leken te zijn. De verdenking bestond steeds uit het produceren van synthetische drugs en/of bezig zijn met het transport en de opslag van goederen voor het produceren van synthetische drugs.
Dit betreffen de onderzoeken in:
[plaats 1], productielocatie/laboratorium, onderzoek genaamd ‘Berkel’;
[plaats 3], opslaglocatie hardware en grondstoffen, onderzoek genaamd ‘Hawk’;
Zwolle, transport van 1200 kilo grondstoffen, onderzoek genaamd ‘Coquille’;
Deventer, voorbereidingen voor productielocatie/laboratorium, onderzoek genaamd ‘Elrits’;
waaraan, gedurende het onderzoek, zijn toegevoegd:
[plaats 2], productielocatie/laboratorium, onderzoek genaamd ‘Elrits’,
[plaats 6] (België),productielocatie/laboratorium, onderzoek genaamd ‘Gruutlab’.
Op 13 juli 2020 worden deze onderzoeken samengevoegd en ondergebracht bij de Dienst Regionale Recherche en start het regionaal onderzoek ‘Elrits’.
3.3.1
Identificatie Encrochat/SKY-ECC-accounts, telefoonnummers en bijnamen
Het dossier van het onderzoek Elrits bevat vele chats. Deze chats werden uitgewisseld via encrypted telefoons met Encrochat-accounts, telkens met een door de gebruiker al dan niet zelfgekozen naam, en door middel van SKY-ECC accounts, met een cijfer/lettercombinatie. De inhoud van de chats en de data en tijdstippen van verzenden van de chats vormen een substantieel deel van de bewijsvoering van het Openbaar Ministerie. De politie heeft onderzoek gedaan naar de identiteit van de Encrochat- en SKY-ECC gebruikers en heeft in processen-verbaal van bevindingen de redengevende feiten en omstandigheden opgenomen op grond waarvan een verdachte aan een bepaalde account kan worden gekoppeld. Datzelfde geldt voor verschillende bijnamen die voor een aantal verdachten werd gebruikt en voor telefoonnummers die door de verdachten zijn gebruikt. Uit de processen-verbaal blijkt dat de politie onder meer heeft gekeken naar de onderlinge verbanden tussen de inhoud van de chatberichten, het taalgebruik, zendmastgegevens van de encrypted telefoons en van andere mobiele telefoons, de inhoud van telefoontaps, tijdstippen van chatberichten, observaties, stem-identificaties, verstuurde foto’s en de persoonlijke omstandigheden van de in het onderzoek naar voren gekomen verdachten. Op grond van de inhoud van de diverse processen-verbaal dienaangaande, in onderling verband en samenhang bezien, heeft de rechtbank geen enkele reden om te twijfelen aan de conclusies die de politie in de proces-verbalen trekt.
De politie heeft de volgende accounts en door verdachten gebruikte bijnamen geïdentificeerd.
- [medeverdachte 3] gebruikte de accounts [e-mailadres 1] en [e-mailadres 2] en wordt aangeduid met de bijnamen ‘ [alias 1] ’. [2] [medeverdachte 3] wordt door middel van stemidentificatie door de politie gekoppeld aan diverse telefoonnummers. [3]
- [medeverdachte 4] gebruikte het account [e-mailadres 3] en heeft als bijnamen onder andere ’ [alias 2] ’. [4] [medeverdachte 4] wordt door middel van stemidentificatie door de politie gekoppeld aan de telefoonnummers [telefoonnummer 1] , [telefoonnummer 2] [5]
- [medeverdachte 2] gebruikte het account [e-mailadres 4] en heeft als bijnamen onder andere ‘ [alias 3] ’. [6]
- [medeverdachte 8] gebruikte het account [e-mailadres 5] en heeft als bijnamen ‘ [alias 4] ’. [7] De politie koppelt de telefoonnummers [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 4] op basis van stemidentificatie aan [medeverdachte 8] . [8]
- [medeverdachte 12] gebruikte het account [e-mailadres 6] en heeft als bijnaam ‘ [alias 5] ’ [9]
- [medeverdachte 7] gebruikte het account [e-mailadres 7] en heeft als bijnamen ‘ [alias 6] ’. [10]
- [medeverdachte 5] gebruikte het account [e-mailadres 8] en heeft als bijnamen ‘ [alias 7] ’. [11]
- [medeverdachte 10] gebruikte het account [e-mailadres 9] of [e-mailadres 10] en heeft als bijnaam ‘ [alias 8] ’. [12]
- [medeverdachte 9] gebruikte het account [e-mailadres 11] en heeft als bijnaam ‘ [alias 9] ’. [13]
- [medeverdachte 1] gebruikte het account [e-mailadres 12] en heeft als bijnamen ‘ [alias 10] ’. [14]
- [medeverdachte 11] gebruikte als account [e-mailadres 13] en heeft als bijnamen ‘ [alias 11] ’. [15]
- [medeverdachte 3] gebruikte een SKY-account met de naam [accountnaam 1] , [medeverdachte 1] gebruikte de SKY-accounts [accountnaam 2] en [accountnaam 3] en [medeverdachte 2] gebruikte een SKY-account met de accountnaam [accountnaam 4] . [16]
Onderstaande verdachten maken alleen gebruik van een reguliere telefoon:
[verdachte] maakt gebruik van de telefoonnummers [telefoonnummer 5] , [telefoonnummer 6] en [telefoonnummer 7] [17] en telefoonnummer [telefoonnummer 8] en is door middel van stemidentificatie door de politie gekoppeld aan deze verschillende telefoonnummers. [18] [verdachte] wordt aangeduid met de bijnaam ‘ [alias 12] ’. [19]
- [medeverdachte 13] maakt gebruik van telefoonnummer [telefoonnummer 9] . [20]
- [medeverdachte 6] maakt gebruik van de telefoonnummers [telefoonnummer 10] en [telefoonnummer 11] . [21]
De rechtbank hanteert (volgens vaste jurisprudentie) als uitgangspunt dat een Encrochat – en/of SKY-ECC account in beginsel – behoudens expliciete aanwijzingen voor het tegendeel – door één persoon wordt gebruikt en dat die gebruiker ook bekend was bij de andere partij in een chat/conversatie.
Parketnummer 08/211438-20
3.3.2
Ten aanzien van feit 1: [plaats 1]
De rechtbank overweegt dat uit het dossier weliswaar blijkt dat verdachte op 18, 19 en 24 maart 2020 in de buurt van de loods in [plaats 1] is geweest, maar dat er geen bewijsmiddelen zijn waaruit volgt dat verdachte is aan te merken als medepleger van de productie van amfetamine op deze locatie. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 ten laste gelegde.
3.3.3
Ten aanzien van feit 2: [plaats 2]
Aantreffen amfetaminelaboratorium
Op 19 augustus 2020 krijgt de politie een melding dat er een verduisterd voertuig zou staan bij een loods op het terrein aan de [adres 1] in [plaats 2] . De verbalisanten zien op die locatie een bezweet persoon met besmeurde kleding naar buiten komen. In de loods ruikt de verbalisant een weeïge, zoete geur en hij ziet gasflessen en blauwe vaten liggen. [22] In het pand treffen de experts van de LFO meerdere ruimtes aan, waarin goederen en chemicaliën aanwezig zijn die passen bij de omzetting van een pre-precursor met een sterk zuur naar BMK en de vervaardiging van amfetamine met de Leuckart methode op industriële schaal. Er worden jerrycans, gasflessen, RVS-koelers, caustic soda, dopvaten, klemdekselvaten en een afzuigunit aangetroffen. Ook worden lege verpakkingen met MAPA en lege jerrycans met het etiket ‘Phosphoric Acid’ aangetroffen, hetgeen past bij de omzetting naar BMK. Op een kar staan twee witte 30-liter jerrycans en twee rode 25-liter jerrycans gevuld met een bruine basische vloeistof. Naast de kar staat een rode 25-liter jerrycan gevuld met een bruine basische vloeistof. De jerrycans zijn ruim boven de 30 graden Celsius. In de loods bevinden zich twee ronde reactieketels van 935 liter en drie vierkante reactieketels van 893 liter. Daarnaast is een destillatieketel van 893 liter aangetroffen. In de aangetroffen bestelbus worden nog drie koelbuizen en een destillatiebuis aangetroffen. De koelbuizen pasten op de reactieketels in de productieruimte. De destillatiebuis paste precies op de destillatieketel. Er worden tijdens het onderzoek door de LFO monsters genomen van goederen en stoffen. [23] Onderzoek van het NFI naar deze monsters bevestigt het vermoeden van de aanwezigheid van een amfetaminelaboratorium, in die zin dat het onderzochte materiaal onder meer MAPA, amfetamine, BMK gerelateerde syntheseverontreinigingen, N-formylamfetamine, formamide, mierenzuur en fosforzuur bevat, zijnde grondstoffen voor de productie van amfetamine en daadwerkelijk amfetamine. [24] Bij de instap worden [verdachte] en (een gewonde) [medeverdachte 5] op heterdaad aangehouden. [25]
Tussenconclusie
Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden stelt de rechtbank vast dat op het adres [adres 1] in [plaats 2] sprake is geweest van een locatie voor productie van amfetamine. De rechtbank stelt vast dat sprake is geweest van een actief productieproces waarin daadwerkelijk amfetamine(olie) is geproduceerd.
Betrokkenheid verdachten
Om de betrokkenheid van de verdachten te kunnen vaststellen heeft de politie gebruik gemaakt van informatie uit onderzoek ‘Elrits’ en onderzoek ‘Coquille’, getapte telefoongesprekken en berichten, observaties en analyses van Encrochat- en SKY-ECC gesprekken met betrekking tot het drugslab in [plaats 2] .
[medeverdachte 1] bericht aan [medeverdachte 3] op 12 juni 2020, nadat het in aanbouw zijnde drugslab in Deventer ontruimd is, dat hij al een nieuwe locatie heeft, een boerderij in Groningen. [26] Op 20 juli 2020 worden [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gezien op een terras in Deventer , waar ze met twee anderen mogelijk een ‘werkbespreking’ hebben. [27] Een dag later, op 21 juli 2020, stuurt [medeverdachte 4] om 14.25 uur een sms dat ‘hij er bijna is en alles even uit zet’. Om 22.07 uur, diezelfde dag, straalt de telefoon van [medeverdachte 4] een telefoonmast in [plaats 2] aan. [28]
Op 23 juli 2020 komen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 8] bij de woning van [medeverdachte 3] , waar ze goederen in een bedrijfsauto laden, om vervolgens via een tussenstop in [plaats 4] de loods aan de [adres 1] in [plaats 2] binnen te rijden. [29] Op 29 juli 2020 vervoeren [medeverdachte 4] en [verdachte] vanaf een boerderij in [plaats 5] drie roestvrijstalen ketels naar de loods in [plaats 2] . [30] Op 8 augustus 2020 hebben [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] telefonisch contact en gaat het over personele problemen en met name over [medeverdachte 8] . [medeverdachte 4] zegt: “
die [alias 4] (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 8]
) stond met zijn kaak te trekken en loopt te zeiken.” [medeverdachte 3] reageerde hierop: “
dat doet ie één keer, dat doet hij EEN keer.... hoeft hij nooit meer te komen...”. [31] Op 9 augustus 2020 bespreken [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in een groepsapp de werkzaamheden. [medeverdachte 2] zegt dat ze al drie weken onderweg zijn. [medeverdachte 3] zegt dat er altijd opstartproblemen zijn, maar dat er deze dag olie was. Vervolgens zegt hij dat Tattoo en rooiekool (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 5] ) er van de week ook waren. [32]
Op 10 augustus 2020 rijdt [medeverdachte 4] naar een garagebox van [medeverdachte 3] , hij heeft een ontmoeting met [medeverdachte 10] en [verdachte] , waarna [medeverdachte 4] en [verdachte] grote rode flessen Acetyleen kopen in [plaats 7] en deze naar Noord Nederland brengen (de gasflessen worden bij de inval op 19 augustus 2020 aangetroffen in het lab in [plaats 2] ). [33] ’s Avonds informeert [medeverdachte 4] bij [verdachte] ‘hoe het stond, omdat mensen zich ongerust maken’. [verdachte] vertelt dat ‘die met vijf minuten weg was’ (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 8] ) en ‘elke keer als het zwaar wordt en er iets gedaan moet worden dan is die er niet en staat hij er alleen voor’. [34]
Op 11 augustus 2020 bericht [medeverdachte 4] [verdachte] dat 'ze gewoon moeten luisteren'. [verdachte] vindt dat ook, [medeverdachte 4] is, nu [medeverdachte 3] op vakantie is, ‘degene is die alles regelt, dus dan moet men ook naar [medeverdachte 4] luisteren’. [35]
Ze spreken vervolgens over hoe [medeverdachte 7] , [medeverdachte 8] en [medeverdachte 5] naar binnen kunnen in de loods in [plaats 2] . [36] [medeverdachte 4] geeft vervolgens aan [medeverdachte 8] door wat hij heeft afgesproken met [medeverdachte 7] en zegt dat ze het samen moeten oplossen. [medeverdachte 8] geeft dan aan dat hij gewond is aan zijn voet, omdat ‘die koffie overal lag’. [37] Op 12 augustus 2020 lijkt [medeverdachte 8] mogelijk onwel en paranoïde te zijn geworden, hij ziet ‘allemaal lichtjes’. Hij bericht [verdachte] :
‘de pisstraal is goed en ze zijn al aan het plassen’. [38] In hun groepsapp op Sky hebben [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] veel contact op 11 en 12 augustus 2020. Ze praten over [medeverdachte 5] die er een puinhoop van maakt en [medeverdachte 7] die orde op zaken moet stellen. [medeverdachte 2] is boos dat een deel van de olie naar ‘[naam]’ gaat en hij vraagt of [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] wel in de gaten hebben van wie ‘het hok’ is. [39] Op 13 augustus 2020 is er weer contact tussen [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de groepsapp. Het gaat over apaan die die dag moet komen, [alias 7] en [alias 4], waarvan [medeverdachte 3] zegt dat hij ze niet meer vertrouwt, [medeverdachte 4] die dingen moet regelen en de investeringen van het drietal die gedaan zijn, waarna de winst moet worden gedeeld door vier, omdat [medeverdachte 3] een frisse start wil gaan maken met ‘[alias 13]’. [40]
Op 14 augustus 2020 gaan [medeverdachte 8] , [medeverdachte 7] en [verdachte] weer naar [plaats 2] . [medeverdachte 4] haalt IBC-containers en een kannetje methanol en vraagt [verdachte] waarom ze alweer van ‘die lange dingen’ (de rechtbank begrijpt gasflessen) moeten hebben, omdat ‘ze niets hebben gedaan’. [41] [medeverdachte 3] chat op de Sky-app op 14 augustus 2020 dat er drie man in het lab zijn en dat er aan het einde van de dag olie is en hij vraagt [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] of ze straks een klant hebben. [medeverdachte 3] bericht dat hij gaat regelen dat de spullen worden opgehaald en naar [medeverdachte 1] / [medeverdachte 2] worden gebracht, zodat zij het kunnen mixen en wegbrengen. [42]
Op 15 augustus 2020 zegt [medeverdachte 7] dat hij er 55 liter uit heeft gehaald. Zowel [medeverdachte 8] als [medeverdachte 7] hebben last van de dampen en kunnen slecht uit hun woorden komen. [43] [medeverdachte 3] appt naar [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en rekent voor dat ze deze week per man 25 [alias 7] even zo hebben overgehouden. [medeverdachte 1] stuurt foto’s van jerrycans met een vloeibare stof en laat het gewicht zien. [44]
Op 17 augustus 2020 treffen [medeverdachte 4] en [verdachte] elkaar en vervolgens koopt [verdachte] twee gasflessen bij een bedrijf in [plaats 7] en brengt deze met [medeverdachte 4] naar de garagebox van [medeverdachte 3] . [45] [medeverdachte 3] chat op Sky op 17 augustus 2020 dat het niet loopt zoals hij wil en dat hij naar een andere plek wil samen met de kok die er nu staat. [46]
Op 18 augustus 2020 gaat [verdachte] naar [plaats 2] en hij bericht [medeverdachte 3] dat hij ook [medeverdachte 4] heeft gesproken en vertelt dat hij niet wist of ze moe of ‘wappie’ waren, maar ze zagen er niet nuchter uit. [medeverdachte 5] had helemaal niets gezegd. [verdachte] zegt dat alles er nog staat, ook binnen bij de ketels was alles hetzelfde. [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] hebben een overleg in Zevenaar en praten over maskers en over ‘die [alias 7]’ (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 5] ). [verdachte] rijdt op diezelfde dag vanaf de woning van [medeverdachte 3] naar [plaats 2] en pikt onderweg [medeverdachte 9] op. In [plaats 2] wordt gezien dat [medeverdachte 9] met een gele Jumbotas en handschoenen aan uit de loods komt, de tas in de caravan zet en de loods weer ingaat. Na een aantal uren vertrekt enkel [verdachte] weer uit de loods. [47]
[medeverdachte 3] bericht op de chat op18 augustus 2020 dat hij er 20 had opgehaald en de volgende ochtend weer een lading gaat halen. Hij had nu 12 blank en 20 licht geel staan en de volgende dag komt weer. [48]
Op 19 augustus 2020 vertrekt [medeverdachte 7] uit [plaats 2] omdat hij hoort dat de politie onderweg is. [medeverdachte 4] stuurt [verdachte] naar [plaats 2] , die daar alleen [medeverdachte 5] nog aantreft. [medeverdachte 4] draagt [verdachte] op de locatie te ontmantelen. [49]
Door het forensisch onderzoeksteam zijn na de instap monsters genomen van mogelijke sporen op gebruiksvoorwerpen en deze zijn veiliggesteld. [50] Door het NFI is onderzoek gedaan. Uit de bemonstering met SIN-nummer [nummer 1] is een DNA-profiel verkregen, met een matchkans van kleiner dan één op één miljard. Het DNA-profiel van [medeverdachte 7] komt overeen met dit DNA-profiel. De rechtbank concludeert hieruit dat [medeverdachte 7] de donor is van het celmateriaal op de drinkrand van een waterflesje op de werkbank. Uit de bemonstering met SIN-nummer [nummer 2] is een DNA-profiel verkregen, met een matchkans van kleiner dan één op één miljard. Het DNA-profiel van [medeverdachte 5] komt overeen met dit DNA-profiel. De rechtbank concludeert hieruit dat [medeverdachte 5] de donor is van het celmateriaal op de binnenzijde van de handschoen. [51]
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, ondubbelzinnig naar voren komt dat [verdachte] een belangrijke uitvoerende rol heeft gehad in de organisatie van het drugslaboratorium in [plaats 2] . Hij regelt spullen, haalt en brengt (eind)producten en personeel en is daarnaast diverse keren aanwezig op de locatie om problemen op te lossen. De rol die [verdachte] heeft vervuld bij de opzet en het laten draaien van het drugslaboratorium was belangrijk en onmisbaar en van zodanig gewicht dat deze kan worden aangemerkt als medeplegen van de productie van amfetamine gedurende de gehele ten laste gelegde periode. De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
3.3.4
Ten aanzien van feit 3: voorbereidingshandelingen
Hiervoor heeft de rechtbank vastgesteld dat sprake is geweest van een drugslab in [plaats 2] . Uit het dossier blijken verder de volgende feiten en omstandigheden.
3.3.4.1 Andere locaties
Transport (nep)apaan Zwolle
De politie ontvangt op 12 mei 2020 een MMA-melding dat er een witte bestelbus merk Renault met kenteken [kenteken] is vertrokken uit Breda met in het voertuig honderden kilo’s apaan bestemd voor de productie van amfetamine. De bestelbus wordt gesignaleerd door een ANPR-camera en er wordt gezien dat de bus een loods aan de [adres 2] binnenrijdt. [52] De politie doet een inval in de loods en treft daar de bestelbus aan met in de laadruimte drie pallets met daarop 60 kartonnen dozen. [53] De dozen werden in beslaggenomen en er werden monsters genomen van de inhoud. [54] Het NFI heeft onderzoek gedaan naar de samenstelling van de monsters. Het onderzoeksmateriaal blijkt voornamelijk zetmeel te bevatten met daarin lage concentraties MAPA en APAAN. [55]
Stashlocatie [plaats 3]
Op 25 mei 2020 wordt na TCI-informatie en een MMA-melding dat zich mogelijk een opslaglocatie voor drugs zou bevinden op het adres [adres 3] te [plaats 3] , door de politie een inval gedaan op genoemd adres. [56] In de loods worden door de politie hennepgerelateerde goederen aangetroffen. Daarnaast worden er harddrugsgerelateerde goederen aangetroffen, zoals een 200-liter vat met schroefdeksel, een zwarte emmer, jerrycans, een maatbeker en een metalen drum. Het LFO heeft de laatstgenoemde goederen onderzocht en van de aangetroffen sporen monsters genomen en verzonden naar het NFI. [57] Door het NFI is vastgesteld dat zich in de jerrycans sporen van amfetamine bevonden en dat zich in de zwarte emmer MAPA bevond. [58]
3.3.4.2 Betrokkenheid verdachte bij voorbereidingshandelingen
Uit het dossier blijkt dat verdachte en zijn medeverdachten meerdere drugslabs en opslagplaatsen voor grondstoffen en hardware hebben gehad. De betrokkenheid van verdachte bij de ten laste gelegde handelingen blijkt, naast het hiervoor reeds genoemde, uit de volgende feiten en omstandigheden.
-
Stashplekken gebruiken/goederen stallen:Op 18 maart 2020 worden drie mannen, waaronder [verdachte] gezien bij de loods in [plaats 3] , waar ze samen een vrachtwagen hebben uitgeladen en goederen (een groot cilindervormig voorwerp en gesealde goederen op een pallet) de loods binnen brachten. [59] Uit camera-observatie blijkt dat op 23 maart 2020 [verdachte] en [medeverdachte 4] spullen komen ophalen uit de loods in [plaats 3] . [60] Op 29 juli 2020 is bij een observatie gezien dat [medeverdachte 4] en [verdachte] , beiden in een eigen bedrijfsvoertuig, in [plaats 5] onder meer drie roestvrijstalen ketels inlaadden en daarmee naar de locatie in [plaats 2] aan de [adres 1] reden. [61] Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 12 mei 2020 de witte bestelbus met kenteken [kenteken] een loods in gereden heeft in Zwolle aan de [adres 2]. [verdachte] was door derden gevraagd om dit te doen. [62]
-
Controles uitvoeren:In de nacht van 17 op 18 augustus 2020 kan [medeverdachte 3] geen contact krijgen met de mensen in het lab in [plaats 2] . Hij vraagt [verdachte] om te gaan kijken. [verdachte] gaat naar [plaats 2] en bericht [medeverdachte 4] dat er niets aan de hand is en iedereen lag te slapen. Op 18 augustus 2020 bericht [verdachte] zijn bevindingen ook aan [medeverdachte 3] . [63]
-
Sleutel:Op 16 augustus 2020 vraagt [medeverdachte 4] aan [verdachte] een sleutel, die ‘ze’ nodig hebben en spreekt dan af dat [verdachte] met de sleutel naar de Mac in Heteren komt, waar [medeverdachte 7] de sleutel komt ophalen, omdat hij toch ‘die kant’ op moet. De telefoon van [medeverdachte 7] straalt dan een mast in Meppel aan, waaruit blijkt dat [medeverdachte 7] noordwaarts rijdt. [64] Bij zijn aanhouding op 19 augustus 2020 is bij [verdachte] een sleutelbos in beslag genomen met sleutels die passen op het toegangshek en de toegangsdeur van het drugslab in [plaats 2] . [65]
-
Huren voertuig/ transporten regelen en uitvoeren:Uit de gegevens van het verhuurbedrijf van de Renault blijkt [verdachte] degene is die de bestelbus voor het apaan-transport naar Zwolle heeft gehuurd. [66]
-
Goederen kopen:Op 10 augustus 2020 blijkt dat [verdachte] en [medeverdachte 4] gasflessen kopen bij een gashandel in [plaats 7], waarna [verdachte] ze naar het lab in [plaats 2] heeft gebracht. [67]
Op grond van de bewijsmiddelen van feit 2 in onderling verband en samenhang bezien, stelt de rechtbank verder vast dat verdachte gedurende de ten laste gelegde periode chemische stoffen, ketels en andere benodigdheden ten behoeve van een synthetisch drugslaboratorium voorhanden heeft gehad
Uit het bovenstaande, in samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen, blijkt dat [verdachte] zich samen met anderen bezig hield met het treffen van voorbereidingshandelingen voor de productie van amfetamine. De rechtbank stelt verder op grond van de bewijsmiddelen vast dat alle verdachten zich in de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking met deze handelingen hebben bezig gehouden. De rechtbank acht het onder 3 ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Parketnummer 05/035913-21
3.3.5
deelname aan een criminele organisatie
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij heeft deelgenomen aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 11b van de Opiumwet (Ow), een organisatie die zich specifiek bezig houdt met drugshandel. Dit betreft een zogenoemde lex specialis van artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Van een organisatie in de zin van deze artikelen is sprake bij een samenwerkingsverband tussen verdachte en ten minste één andere persoon met een zekere duurzaamheid en structuur. Een dergelijk samenwerkingsverband bestaat wanneer sprake is van een onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie. De samenstelling van het samenwerkingsverband hoeft niet steeds hetzelfde te zijn en niet is vereist dat een deelnemer aan de organisatie samenwerkt of bekend is met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie. Het oogmerk van de organisatie moet gericht zijn op het plegen van misdrijven als bedoeld in de Opiumwet. De gedragingen van de deelnemers kunnen bestaan uit het (mede)plegen van die misdrijven, maar ook het verrichten van hand- en spandiensten (die op zichzelf niet strafbaar zijn) kan daaronder vallen. Voor een bewezenverklaring is voldoende dat het plegen van misdrijven door de organisatie wordt beoogd en dat de verdachte weet dat de organisatie dat oogmerk heeft. In het bestanddeel deelneming aan een organisatie ligt tevens het opzet van verdachte besloten.
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat uit de opgenomen bewijsmiddelen naar voren komt dat tussen diverse verdachten sprake was van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband dat tot oogmerk had het plegen van misdrijven, in die zin dat de organisatie zich bezig hield met het initiëren, opzetten en coördineren van productielocaties van amfetamine(olie). Dit samenwerkingsverband was dus gericht op het produceren, verwerken en afleveren van synthetische drugs en het voorbereiden en bevorderen van die productie. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Er bestonden twee productielocaties ( [plaats 1] en [plaats 2] ) waar het verhandelbare eindproduct amfetamine werd gemaakt. In Deventer is een drugslab ingericht, maar niet in gebruik genomen en op locaties in [plaats 3] , [plaats 4] en [plaats 5] bevonden zich opslagplaatsen/loodsen waarin grondstoffen en hardware werden bewaard. [68] Uit de (encrypted) gesprekken tussen de verdachten in het onderzoek Elrits blijkt dat verschillende verdachten hierbij steeds gezamenlijk betrokken zijn geweest. Er wordt in de chats gesproken over het fabriceren, vervoeren en verhandelen van drugs en precursoren van drugs en er vinden regelmatig overleggen plaats. De rechtbank leidt uit de gesprekken af dat sprake was van een duurzame organisatiestructuur. Verdachten gingen een zakelijke relatie aan die ongeveer vijf maanden duurde, onderhielden bijna dagelijks contact en werkten intensief samen. Er was sprake van continuïteit, een vaste kern met aansturing vanuit eigen leden en contacten met andere organisaties.
De samenwerking in de top van de organisatie blijkt onder meer uit de volgende chats.
Op 27 maart 2020 stuurt [medeverdachte 1] een bericht naar [medeverdachte 2]
:”hok gaan we door 3en doen, dus hij en wij. Je hebt 126 flappen in de week kwijt aan spullen gedeelt door 3, elke week draaien. Dan moeten wij 84 ruggen trekken in de week. Krijgen we 66%. Morgen afspraak met [alias 14]”(de rechtbank begrijpt [medeverdachte 3] ). [medeverdachte 2] antwoordt:
“krijgen we 300 L. olie terug, pak je 110 ruggen ongeveer per x”. [69] Op 5 april 2020 zegt [medeverdachte 3] tegen [medeverdachte 1] in een chat:
“we moeten nog ff praten, ik maak ff lijst wat alles kost, praten met elkaar en financielen etc. doorspreken. Duidelijke afspraken maken.” [70] Op 6 mei 2020 bericht [medeverdachte 3] [medeverdachte 2] :
“ff zitten jij, ik en [alias 10]”(de rechtbank begrijpt [medeverdachte 1] ). [71] Op 18 mei 2020 zegt [medeverdachte 3] tegen [medeverdachte 1] in een chat:
“dacht we gaan samen ff goeie afspraken maken, we gaan wel een samenwerking aan.”[medeverdachte 1] antwoordt:
“vertrouw jou, en twijfel ap je me, wij hebben de kok wie het kan, hij de plek.” [72]
Er wordt in de chats verder veel gesproken over betalingen en investeringen.
[medeverdachte 1] chat met [medeverdachte 2] op 25 april 2020:
‘die [alias 5] (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 12]
) heb jij vorog week niet betaald, moest [alias 8] (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 10]
) dat geven van jou? Betalen plek voor 4 liter olie. Hebben nu 1 plek nodig voor speed en hasj en bende. En dan heb [alias 8] er nog 3. Plek van [alias 5] is voor inpakken. Maandag wel ff zitten, zet ff 15 meijer stash op papier.” [73] Op 5 mei 2020 bericht [medeverdachte 3] [medeverdachte 1] :
“vrijdag ff cash bij mekaar doen voor de eerste 1200 broer”en
“vrijdag ook even de res damen afrekenen, heb bonnetjes gemaakt van die extra ketels, chauffeurskosten, kosten filters, palletwagen, steekwagen, gasflessen, wokbranders, zuurpomp, die wand, etc. [74] Op
9 juni 2020 zegt [medeverdachte 3] tegen [medeverdachte 2] in een chat:
zou je lovi kennen sturen voor de laatste dingen, pakt allemaal iets anders uit. Was het drukvat voor stomer vergeten. 1950 de man.” [75] [medeverdachte 2] bericht [medeverdachte 3] op 10 juni 2020:
“maat ik zit hier ff met [alias 10] wij zijn hier ook alles aan het betalen, panden en lasser en kok.” [76]
Uit de inhoud van de chats blijkt dat [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zich bezig hielden met het aansturen van de anderen. [medeverdachte 1] bericht [medeverdachte 3] op 7 mei 2020:
“en kok zet ik 17u in”. [77] Op 8 mei 2020 chat [medeverdachte 3] :
maat, kan je je neef bereiken? Hij is al 1,5 uur onderweg van [plaats 3] naar eindhoven. Die gasten staan daar met apaan en hij pakt de telefoon niet op”. [78]
[medeverdachte 3] bericht [medeverdachte 2] op 12 mei 2020:
“stuur jij anders ff mannetje die gaat ruiken broer”en [medeverdachte 2] antwoordt:
“ga ff [alias 8] zenden” [79] [medeverdachte 1] vraagt [medeverdachte 3] op 14 mei 2020 in een chat:
“wie ga je laten kijken?”en [medeverdachte 3] antwoordt:
“uhm ja zeg maar die [alias 5] ”. [80] [medeverdachte 3] bericht [medeverdachte 1] op 10 juni 2020:
“ik haal even electraspullen en lange(de rechtbank begrijpt [medeverdachte 4] )
maakt het.” [81]
Op 12 juni 2020 bericht [medeverdachte 1] [medeverdachte 3] :
“Breek alles maar weer af, we gaan weer weg daar [82] en [medeverdachte 3] geeft de opdracht door aan [medeverdachte 5] :
“Breek alles maar af, ben nu met [alias 10].” [83]
Uit de berichten volgt dat sprake was van een duidelijke hiërarchie en taakverdeling. Naast de drie verdachten die zich aan de top van de organisatie bevinden ( [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ), onderscheidt zich een middenkader dat functioneert tussen de top van de organisatie en de werkvloer ( [medeverdachte 4] ). Daaronder bevinden zich de verdachten die werkzaam zijn op de vloer, als kok, bouwer, klusjesman, chauffeur of manusje-van-alles ( [medeverdachte 6] , [verdachte] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 10] en [medeverdachte 9] ). De rechtbank stelt op basis van het dossier de onderlinge rolverdeling als volgt vast.
[medeverdachte 3]
heeft samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] een leidinggevende rol in de organisatie, hij is investeerder, hij gaat over de verdeling van de winst en stuurt mensen aan om werkzaamheden uit te voeren. Daarnaast verricht hij uitvoerende taken. Hij bestelt materiaal, hij regelt personeel en expertise in de rol van koks, lassers en elektriciëns en voorziet de locaties van grondstoffen. Hij is actief in het zoeken en regelen van locaties en is regelmatig in overleg met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .
[medeverdachte 1]
heeft een aansturende rol in de organisatie en is daarnaast investeerder. Hij werkt nauw samen en heeft veel overleg met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] , waarbij het gaat over betalingen en investeringen, het verdelen van de winst en het regelen en aansturen van mensen. Hij bepaalt waar de locaties komen en wanneer deze weer moeten worden ontmanteld. Zo geeft hij op 12 juni 2020 de opdracht aan [medeverdachte 3] om ‘het hok’ in Deventer weer af te breken. [84]
[medeverdachte 2]
heeft een aansturende rol in de organisatie en is daarnaast investeerder. Hij werkt nauw samen en heeft veel overleg met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] , waarbij het gaat over betalingen en investeringen, de verdeling van de winst en het regelen en aansturen van mensen. [medeverdachte 2] regelt ook een ‘stashlocatie’ voor een grote hoeveelheid apaan. [medeverdachte 2] gaat zelf niet naar de drugslabs, maar stuurt van afstand anderen aan.
[verdachte]
is een uitvoerder in de organisatie. Hij houdt zich bezig met het transport van goederen en mensen en wordt aangestuurd om locaties te bekijken en te controleren. Als er problemen zijn op een locatie wordt hij gestuurd om er te gaan kijken en de boel te regelen. Hij vervoert meerdere keren het eindproduct. Op 19 augustus 2020 wordt [verdachte] naar het lab in [plaats 2] gestuurd om dit lab te ontmantelen.
[medeverdachte 6]
verricht hand- en spandiensten en zoekt naar geschikte locaties voor de organisatie. Zo zegt hij op 18 juni 2020 in een bericht aan [verdachte] :
“Bij mij in het dorp heb ik iets gezien dat zal perfect zijn voor hun… je ziet aan de omgeving van die mensen dat er armoede is. het is ooit een groot bedrijf geweest maar dat is het lang niet meer. Ze zitten precies op een dood punt: je kan erin en eruit en niemand die het ziet”. [85]
[medeverdachte 4]
is het manusje-van-alles in de organisatie en behoort tot de ‘vaste kern’ Hij regelt praktische zaken, hij rijdt als chauffeur en doet de distributie van materiaal en grondstoffen en is bij veel overleggen aanwezig. [medeverdachte 4] neemt waar voor [medeverdachte 3] , als [medeverdachte 3] op vakantie gaat. [86] Hij legt op meerdere momenten rechtstreeks verantwoording af aan [medeverdachte 1] . [medeverdachte 3] zegt over [medeverdachte 4] :
“das de jonge van mij die alle tp overal naar toe regeld, chaf, bussen etc. die doet de distributie eigen is hij onze concierge.” [87]
[medeverdachte 5]
heeft een uitvoerende rol, hij is kok en bouwer. Op 12 mei 2020 wordt hij voor het eerst genoemd in zijn rol van kok in chatgesprekken tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . [88] Later zegt [medeverdachte 5] in een chat dat hij ook ‘gewoon dingen kan aanpassen’ en diezelfde dag wordt door [medeverdachte 3] een chat van [medeverdachte 5] doorgestuurd, waarin [medeverdachte 5] zegt:
“Nou heb nog meer slecht nieuws die app van 1400 is kuist verbrand”. [89] In Deventer heeft [medeverdachte 5] meegeholpen met de opbouw van het lab [90] en ook met het ontmantelen daarvan. [91] [medeverdachte 5] wordt gewond aangetroffen bij het drugslaboratorium in [plaats 2] op de dag van de inval, omdat hij in aanraking is gekomen met chemicaliën en is daar aangehouden door de politie.
[medeverdachte 8]
heeft een uitvoerende rol in de organisatie. Hij is kok, uitvoerder, chauffeur en bouwer. Op 31 maart 2020 stuurt [medeverdachte 8] foto’s vanuit het laboratorium in [plaats 1] , waar hij op dat moment bezig is met het chemische proces. [92] Op 10 juni 2020 zegt [medeverdachte 3] tegen [medeverdachte 2] dat [medeverdachte 8] nog twee dagen nodig heeft om het laboratorium in Deventer operationeel te krijgen. [93] werkte ook als kok in het lab in [plaats 2] . [94]
[medeverdachte 10]
beheert locaties voor [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , daarnaast is hij chauffeur en manusje-van-alles. Hij is betrokken geweest bij de opbouw van de locatie in Deventer. Op 25 april 2020 stuurt [medeverdachte 2] een opsomming van [medeverdachte 10] werkzaamheden voor de organisatie naar [medeverdachte 1] . [95]
[medeverdachte 7]
heeft een uitvoerende rol in de organisatie als kok. Hij ingevlogen om bij te springen in de productie in het laboratorium in [plaats 2] . [96]
[medeverdachte 9]
heeft een uitvoerende rol onder in de organisatie. Hij heeft toegang tot meerdere stashlocaties van de organisatie, hij transporteert drugs, hij moet escorts regelen en hij transporteert geld en personen in opdracht van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Zo krijgt hij op 9 april via [medeverdachte 10] te horen dat hij van [medeverdachte 1] twee mannen in Hellevoetsluis moet ophalen. Een van deze mannen blijkt [medeverdachte 5] te zijn. [97] Hij vraagt om loon bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . [98]
Wetenschap verdachte van het oogmerk van de organisatie
Uit de betrokkenheid van verdachte bij de productie van de synthetische drugs, de inhoud van de chats en berichten, telefoontaps en observaties, leidt de rechtbank af dat verdachte wist dat de organisatie waar hij deel van uitmaakte tot oogmerk had de productie van synthetische drugs en het voorbereiden en bevorderen van die productie.
Conclusie
Op grond van het bovenstaande concludeert de rechtbank dat verdachte wetenschap had van het oogmerk van de organisatie, behoorde tot het samenwerkingsverband binnen die organisatie en met zijn handelingen heeft bijgedragen aan het criminele oogmerk van de organisatie in de periode van 1 maart 2020 tot en met 19 augustus 2020.
De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 08/211438-20
2 .
hij in de periode 11 juni 2020 tot en met 19 augustus 2020 te [plaats 2] , gemeente Veendam, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk heeft bereid en bewerkt en verwerkt en vervaardigd (ongeveer) 135 liter amfetamine-olie, zijnde amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij in de periode 1 maart 2020 tot en met 19 augustus 2020 in Nederland, telkens om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, van amfetamine, zijnde amfetamine, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen (telkens)
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen en stoffen, waarvan hij, verdachte, en diens mededaders, wisten dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door (telkens)
- stashplekken voor de opslag van chemicaliën en/of ketels en/of andere benodigdheden voor de productie van synthetische drugs (zoals hieronder genoemd), te gebruiken en/of beheren en aldaar (drugsgerelateerde) goederen te stallen ( [plaats 3] en Zwolle en [plaats 5] ) en
- door op een locatie controle uit te voeren ( [plaats 2] ) en
- de sleutel van de locatie in [plaats 2] in zijn bezit te hebben ( [plaats 2] ) en
- het huren van voertuigen ten behoeve van het vervoeren van chemicaliën (Zwolle) en
- goederen te kopen ten behoeve van een drugslab ( [plaats 2] ) en
- een transport van chemicaliën, (waaronder maar niet alleen) APAAN, te verzorgen (Zwolle) en
- stoffen en/of chemicaliën voorhanden te hebben ( [plaats 2] ), en
- ketels voorhanden te hebben, ( [plaats 2] ) en
- benodigdheden voor een synthetisch drugslab voorhanden te hebben, ( [plaats 2] );
Parketnummer 05/035913-21
hij in de periode 1 maart 2020 tot en met 19 augustus 2020 in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8] en [medeverdachte 9] en [medeverdachte 10] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 vierde lid, artikel 10a eerste lid Opiumwet.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 2, 10, 10a en 11b van de Opiumwet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
Parketnummer 08/211438-20
Eendaadse samenloop van feit 2 en feit 3:
feit 2
het misdrijf:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod;
en
feit 3
het misdrijf:
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, tezamen en in vereniging met anderen, voor te bereiden of te bevorderen,
zich of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen
en
voorwerpen, vervoermiddelen enstoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
Parketnummer 05/035913-21
het misdrijf:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10 vierde lid en artikel 10a van de Opiumwet.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte wordt opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van vijf en een half jaar met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die gelijk is aan de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich gedurende een aanzienlijke periode, in georganiseerd verband, bezig gehouden met medeplegen van voorbereidingshandelingen die zagen op het produceren van synthetische harddrugs en de daadwerkelijke productie daarvan.
De organisatie waarvan verdachte deel uitmaakte heeft zich op professionele wijze en op haast industriële schaal bezig gehouden met het produceren van grote hoeveelheden amfetamine en BMK op wisselende locaties in Nederland. Het produceren van amfetamine is een lucratieve en specialistische bezigheid. Het spreekt voor zich dat een organisatie met als doelstelling het plegen van misdrijven als hiervoor genoemd een ernstige en ontoelaatbare ondermijning van de rechtsorde betekent. Door deel te nemen aan een dergelijke organisatie heeft verdachte geen oog gehad voor de maatschappelijke problemen die de productie van (en de daaruit logischerwijs voortvloeiende handel in) verdovende middelen met zich meebrengen. Het is algemeen bekend dat het gebruik van verdovende middelen grote gezondheidsrisico’s met zich meebrengt en kan leiden tot verslavingen, die de gebruikers dan vaak door diefstal of ander crimineel handelen trachten te bekostigen, hetgeen weer leidt tot overlast in de samenleving. Van de handel in verdovende middelen is bovendien algemeen bekend dat dit vaak gepaard gaat met verschillende vormen van andere criminaliteit.
Daarnaast schuilt in de productie van harddrugs direct gevaar voor schade aan het milieu, veroorzaakt door illegale dumpingen van vrijkomende chemische afvalstoffen in de natuur. Bovendien bestaat er ontploffingsgevaar, brandgevaar en gevaar voor het vrijkomen van giftige stoffen.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft in strafverzwarende zin acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 8 februari 2024. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor drugsgerelateerde feiten. Voorts blijkt uit het uittreksel justitiële documentatie een veroordeling die ligt na de pleegperiode van de onderhavige bewezen verklaarde feiten, waardoor toepassing gegeven dient te worden aan artikel 63 Sr. Het gaat daarbij om de veroordeling van 1 april 2021 door het gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
De rechtbank heeft voorts kennis genomen van een reclasseringsrapport van 7 november 2022, waarin de reclassering beschrijft verdachte in het kader van schorsingsvoorwaarden slechts eenmaal te hebben gesproken op 22 maart 2021, waarna verdachte niet meer op afspraken is verschenen en ook niet meer bereikbaar was. Verdachte heeft in dat ene gesprek verklaard te hebben gehandeld uit financiële noodzaak. Sinds mei 2022 stond verdachte gesignaleerd, maar was spoorloos. Op 15 augustus 2022 heeft de rechtbank de schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven wegens overtreding van de voorwaarden. Op 6 maart 2024 is verdachte vrijwillig teruggekeerd vanuit het buitenland om de terechtzitting te kunnen bijwonen.
Strafoplegging
Gezien de ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank gekeken naar de oriëntatiepunten van het LOVS en acht geslagen op rechterlijke uitspraken in soortgelijke zaken. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden passend en geboden zou zijn.
Van persoonlijke omstandigheden van verdachte die tot matiging van de straf zouden kunnen leiden is niet gebleken. Verdachte heeft verklaard dat hij slechts optrad als chauffeur. Voor het overige heeft verdachte zich beroepen op zijn zwijgrecht. Verdachte heeft daarmee geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen.
De rechtbank overweegt bij het vaststellen van de hoogte van de straf dat, hoewel verdachte geen leidende rol had in de organisatie, hij zeker geen onbelangrijke rol heeft gespeeld in de organisatie. Hij werd ingezet om transporten te regelen en werd door [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] regelmatig naar een drugslab gestuurd om problemen op te lossen. Verdachte was daarmee een belangrijke en onmisbare schakel in de organisatie.
De rechtbank overweegt tot slot dat sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn. Verdachte is in verzekering gesteld op 20 augustus 2020 en vanaf dat moment is de redelijke termijn gaan lopen. Dat betekent dat er, nu op 31 mei 2024 vonnis wordt gewezen tegen verdachte, sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn van 21 maanden. De rechtbank zal dan ook, volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, de maximale korting van zes maanden op de straf in mindering brengen.
De rechtbank zal verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van 42 maanden met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 47, 55 en 57 Sr.

8.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 van parketnummer 08/211438-20 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 2 en 3 van parketnummer 08/211438-20 en het feit met parketnummer 05/035913-21 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer 08/211438-20
Eendaadse samenloop van feit 2 en feit 3:
feit 2
het misdrijf:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod;
en
feit 3
het misdrijf:
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, tezamen en in vereniging met anderen, voor te bereiden of te bevorderen,
zich of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen
en
voorwerpen, vervoermiddelen enstoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
Parketnummer 05/035913-21
het misdrijf:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10 vierde lid en artikel 10a van de Opiumwet.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 2 en 3 van parketnummer 08/211438-20 bewezen verklaarde en het bewezen verklaarde feit met parketnummer 05/035913-21;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
42 (tweeënveertig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. Eshuis, voorzitter, mr. G.H. Meijer en
mr. D.E. Schaap, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. de Bruin, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 31 mei 2024.
Buiten staat
Mr. M.W. Eshuis is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, districtsrecherche IJsselland met onderzoeksnummer Elrits/ ON1R020059 en de aanvullingen 1 tot en met 6. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Proces-verbaal chatidentificatie met betrekking tot imei [nummer 3] [medeverdachte 3] , AD01, AH026, pagina 398 en AH165, AD01, pagina 259.
3.Proces-verbaal stemidentificatie mbt [medeverdachte 3] op [nummer 4], AD01, AH180, pagina 91 ev.
4.Proces-verbaal chatidentificatie met betrekking tot imei [nummer 5] [medeverdachte 4] , AD01, AH044, pagina 405 en AMB.090, AD01, pagina 163.
5.Proces-verbaal stemherkenning [medeverdachte 4] , AD01, AH182, pagina 113 en 114.
6.Proces-verbaal chatidentificatie met betrekking tot imei [nummer 6] [medeverdachte 2] , AD01, AH045, pagina 415.
7.Proces-verbaal chatidentificatie met betrekking tot imei [nummer 7] [medeverdachte 8] , AD01, AH050, pagina 430 en AH051, AD01, pagina 174.
8.Proces-verbaal stemidentificatie [medeverdachte 8] , AD01, AH 037, pagina 82 ev.
9.Proces-verbaal identificatie [accountnaam 5], AD01, AH054, pagina 436.
10.Proces-verbaal [accountnaam 6], AD01, AH060, pagina 451 en AH166, AD01, pagina 298.
11.Proces-verbaal [accountnaam 7], AD01, AH061, pagina 457 en AH100, AD01, pagina 187.
12.Proces-verbaal chatidentificatie [accountnaam 8], AD01, AH099, pagina 476.
13.Proces-verbaal identificatie [accountnaam 9] [medeverdachte 9] , AD01, AH192, pagina 492.
14.Proces-verbaal identificatie [e-mailadres 12] , AD01, AH200, pagina 496.
15.Proces-verbaal identificatie [e-mailadres 13] , aanv dossier AD07, AH210, pagina 15868 ev.
16.[medeverdachte 1] : proces-verbaal ter beschikkingstelling Argus data, AD01, pagina 552, [medeverdachte 3] : proces-verbaal bevindingen SKY-gebruik [medeverdachte 3] , AD01, pagina 556 ev., [medeverdachte 2] : proces-verbaal ID SKY account [accountnaam 4] , AD01, pagina 562 ev.
17.Proces-verbaal van bevindingen [verdachte] gebruiker telefoonnummers [telefoonnummer 5] , [telefoonnummer 6] en [telefoonnummer 7] , ZD02, AMB.078, pagina 6320 ev.
18.Proces-verbaal stemidentificatie mbt [verdachte] op [telefoonnummer 8] , AD01, AH188, pagina 153 ev.
19.Proces-verbaal van bevindingen mbt bijnaam van [verdachte] is Bril, AD01, AH140, pagina 213 ev.
20.Proces-verbaal restinformatie, ZD05, pagina 9065.
21.Proces-verbaal van bevindingen [medeverdachte 6] gebruiker [telefoonnummer 11] . ZD02, AMB.037, pagina 6459 en 6460.
22.Proces-verbaal aanhouding verdachte, ZD01, AH039.01, pagina 3357 en 3358.
23.Proces-verbaal LFO, ZD01.01, AH048, pagina 3382 ev.
24.Een geschrift zijnde een rapport van het NFI, drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 19 augustus 2020 op de locatie [adres 1] te [plaats 2] van 20 november 2020, pagina 3499 ev.
25.Proces-verbaal aanhouding verdachte, ZD01, AH039/40.01, pagina 3357 en 3359.
26.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10269.
27.Proces-verbaal van observatie 20 juli 2020, ZD01, T011, pagina 3573 ev.
28.Proces-verbaal van bevindingen, AH076, ZD01, pagina 3544
29.Proces-verbaal mbt [plaats 2] 20-29 juli 2020, ZD01, AH076, pagina 3547.
30.Proces-verbaal mbt [plaats 2] 20-29 juli 2020, ZD01, AH076, pagina 3552.
31.Proces-verbaal mbt [plaats 2] 8 augustus 2020, ZD01, AH081, pagina 3678.
32.Proces-verbaal van bevindingen mbt SKY-ECC informatie dd 8/9-08-2020,Coquille [nummer 8], pagina 4287 ev.
33.Proces-verbaal mbt [plaats 2] 10 augustus 2020, ZD01, AH083, pagina 3730.
34.Proces-verbaal mbt [plaats 2] 10 augustus 2020, ZD01, AH083, pagina 3757.
35.Proces-verbaal van bevindingen, 14 juni 2021, ZD01, AH084, pagina 3772.
36.Proces-verbaal mbt [plaats 2] 11 augustus 2020, ZD01, AH084, pagina 3766 en 3773.
37.Proces-verbaal mbt [plaats 2] 11 augustus 2020, ZD01, AH084, pagina 3771.
38.Proces-verbaal mbt [plaats 2] 12 augustus 2020, ZD01, AH085, pagina 3783.
39.Proces-verbaal van bevindingen mbt SKY-ECC informatie dd 11-08-2020,Coquille [nummer 9], pagina 4210 ev.
40.Proces-verbaal van bevindingen mbt SKY-ECC informatie dd 13/16-08-2020,Coquille [nummer 10], pagina 4226 ev.
41.Proces-verbaal mbt [plaats 2] 14 augustus 2020, ZD01, AH087, pagina 3879.
42.Proces-verbaal van bevindingen mbt SKY-ECC informatie dd 13/16-08-2020,Coquille [nummer 10], pagina 4227 ev.
43.Proces-verbaal bevindingen mbt [plaats 2] 15 augustus 2020, ZD01, AH088, pagina 3906.
44.Proces-verbaal van bevindingen mbt SKY-ECC informatie dd 13/16-08-2020,Coquille [nummer 10], pagina 4227 ev.
45.Proces-verbaal bevindingen rondom observatie op 17 augustus 2020, ZD01, AH090, pagina 3947.
46.Proces-verbaal van bevindingen mbt SKY-ECC informatie dd 17/19-08-2020,Coquille [nummer 11], pagina 4276 ev.
47.Proces-verbaal bevindingen mbt [plaats 2] 18 augustus 2020, ZD01, AH091, pagina 3992 ev.
48.Proces-verbaal van bevindingen mbt SKY-ECC informatie dd 17/19-08-2020,Coquille [nummer 11], pagina 4276 ev.
49.Proces-verbaal bevindingen mbt [plaats 2] 19 augustus 2020, ZD01, AH092, pagina 4053 ev.
50.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict [adres 1] te [plaats 2] , ZD01, AH049, pagina 3460 ev.
51.Proces-verbaal vooronderzoek lab, ZD01, AH049.03, pagina 3481 ev. en een geschrift zijn Rapport DNA-onderzoek van een maatwerkonderzoek in [plaats 2] op 19 augustus 2020 van 25 september 2020, pagina 3472 ev.
52.Proces-verbaal onderzoek ANPR gegevens, ZD04.01, pagina 8068.
53.Proces-verbaal van bevindingen [adres 2], ZD04.01, pagina 8054.
54.Proces-verbaal forensisch onderzoek voertuig,, ZD04.01, pagina 8058.
55.Een geschrift zijnde rapport NFI drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 12 mei 2020 in een vrachtwagen in Zwolle, ZD04.01, pagina 8118 ev.
56.Proces-verbaal van bevindingen doorzoekingsresultaten [adres 3] [plaats 3] , ZD03, pagina 7068.
57.Proces-verbaal van bevindingen LFO, ZD03, pagina 7112 ev.
58.Een geschrift zijnde rapport NFI drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 25 mei 2020 op de locatie [adres 3] te [plaats 3] , ZD03, pagina 7120 ev.
59.Proces-verbaal van bevindingen betrokkenheid overige verdachten bij drugslab [plaats 1] , ZD02, AH155, pagina 6542.
60.Proces-verbaal relaas drugs-stashlocatie [plaats 3] , ZD03, pagina 7021 en 7022.
61.Proces-verbaal van bevindingen, ZD01, map 2, AH076, pagina 3543.
62.Verklaring verdachte ter terechtzitting d.d. 8 maart 2024
63.Proces-verbaal van bevindingen mbt [plaats 2] dinsdag 18-08-2020, ZD01, AH091, pagina 3992 en 3993.
64.Proces-verbaal van bevindingen mbt [plaats 2] dinsdag 16-08-2020, ZD01, AH089, pagina 3927.
65.Proces-verbaal van bevindingen aangetroffen sleutels [plaats 2] , ZD01, AH.046, pagina 3379 en 3380.
66.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek bestelbus, ZD04.01, pagina 8082 ev.
67.Proces-verbaal van bevindingen mbt [plaats 2] 10 augustus 2020, ZD01, AH083, pagina 3730.
68.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10077 ev.
69.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10095.
70.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10110.
71.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10147.
72.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10184.
73.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10139 en 10140.
74.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10147.
75.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071 pagina 10233.
76.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10238.
77.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10151.
78.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10152.
79.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10162.
80.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10176.
81.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10241.
82.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10270.
83.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10276.
84.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10268.
85.Tapgesprek rol [medeverdachte 6] op 18-06-2020, TA008-892, ZD06, pagina 10627.
86.Proces-verbaal bevindingen mbt lab [plaats 2] op 11 augustus 2020, ZD01, AH084, pagina 3766.
87.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10125.
88.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10163 ev.
89.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10163 en 10169.
90.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10177.
91.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10276.
92.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10101 ev.
93.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10056.
94.Proces-verbaal relaas zaaksdossier 01 [plaats 2] , pagina 3270 en 3271
95.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10138.
96.Proces-verbaal van bevindingen, ZD01, AH088, pagina 3909-3910.
97.Proces-verbaal van bevindingen inhoud chats [medeverdachte 9] , ZD06, AH196, pagina 10368.
98.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10387 en 10397.