ECLI:NL:RBOVE:2024:2884

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
31 mei 2024
Publicatiedatum
31 mei 2024
Zaaknummer
08/273077-22 en 05/317741-20 (t.tz.gev.) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een verdachte voor drugshandel, diefstal en vuurwerkbezit

Op 31 mei 2024 heeft de Rechtbank Overijssel een verdachte, een 37-jarige man, veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren. De man was beschuldigd van het medeplegen van handel in harddrugs, diefstal door middel van inbraak, exploitatie van een hennepkwekerij, diefstal van stroom en het bezitten van illegaal vuurwerk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij de productie van amfetamine in twee verschillende drugslaboratoria en dat hij een hennepplantage heeft geëxploiteerd. De rechtbank heeft de feiten bewezen verklaard op basis van getuigenverklaringen, forensisch bewijs en analyses van chatberichten via Encrochat. De verdachte heeft ontkend betrokken te zijn geweest bij de drugslaboratoria, maar zijn DNA werd aangetroffen op de plaats delict. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de ernst van de feiten en de maatschappelijke impact van de drugshandel. De officier van justitie had een gevangenisstraf van zes jaren geëist, maar de rechtbank heeft de straf verlaagd vanwege een overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De verdachte is ook veroordeeld voor diefstal van stroom en het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/273077-22 en 05/317741-20 (t.tz.gev.) (P)
Datum vonnis: 31 mei 2024
Verstekvonnis in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1986 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 5 maart 2024 en 17 mei 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:
Parketnummer 08/273077-22
feit 1:het samen met anderen werkzaam zijn in een drugslab om amfetamine-olie te produceren in [plaats 1] ;
feit 2:het samen met anderen voorbereiden en bevorderen van feiten bedoeld in artikel 10, lid 4 of 5 van de Opiumwet;
feit 3:het samen met anderen werkzaam zijn in een drugslab om amfetamine-olie te produceren in [plaats 2] , [plaats 3] , [plaats 4] , [plaats 1]
feit 4:het samen met anderen voorbereiden en bevorderen van feiten bedoeld in artikel 10, lid 4 of 5 van de Opiumwet;
Parketnummer 05/317741-20
feit 1:het samen met anderen werkzaam zijn in een hennepplantage, en het aanwezig hebben van hennepgruis;
feit 2:diefstal van stroom;
feit 3:het voorhanden hebben van vuurwerk.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Parketnummer 08/273077-22
1
hij op op of omstreeks 17 december 2019, te Overasselt, gemeente Heumen, in elk
geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervaardigd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad een (grote) hoeveelheid van een
materiaal bevattende amfetamine(olie), zijnde amfetamine, een middel als bedoeld
in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde
lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op of omstreeks 17 december 2019, te Overasselt, gemeente Heumen, in elk
geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen
te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van mfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal/ stof bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te

plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of

- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen
voorhanden heeft, waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige
reden had(den) om te vermoeden dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen
van dat/die feit(en),
immers heeft/hebben verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s):
-(een deel van) een loods/bedrijfspand aan de (als opslagruimte voor chemicaliën en/of grondstoffen en/of als productieruimte) verhuurd en/of ter beschikking gesteld en/of ter beschikking laten stellen en/of
- aanpassingen en/of verbouwingen in/aan die loods/dat pand aangebracht en/of laten aanbrengen en/of verricht en/of laten verrichten en/of toegestaan ten behoeve van de opslag van chemicaliën en/of grondstoffen en/of ten behoeve van de productie van BMK en/of amfetamine en/of

-(een of meer onderdelen van) een in werking zijnde productieopstelling(en) aangeschaft en/of laten aanschaffen en/of voorhanden gehad, waaronder twee RVS-reactieketels en/of twee destillatieketels en/of opstellingen en/of een industriële afzuigkast en/of

- een grote hoeveelheid (laboratorium)benodigdheden voorhanden gehad, waaronder een of meer scheitrechter en/of maatbekers en/of handschoen(en) en/of koelbuizen en/of jerrycan(s) en/of klemdekselvaten en/of dopvaten en/of vloeistofpompen en/of slngen en/of gasbranders en/of (een) afzuiginstallatie(s) en/of (een) pollepel(s) en/of koolstoffilter(s) en/of
- een grote hoeveelheid/hoeveelheden chemicaliën en/of grondstoffen aangeschaft en/of laten aanschaffen en/of vervoerd en/of laten vervoeren en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad, waaronder fosforzuur en/of formamide en/of mierenzuur en/of caustic soda(natriumhydroxide) en/of zoutzuur en/of Benzylmethylketon/BMK(-glycidezuur) en/of MAPA (aldus) een laboratorium- en/of productieopstelling voor het vervaardigen van

precursoren en/of amfetamine en/althans synthetische drugs voorhanden gehad;

3
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 26 maart 2020 tot en met
10 april 2020 te Didam en/of Ede en/of Wijchen en/of Overasselt, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk
heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd
en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval (telkens) opzettelijk
aanwezig heeft gehad (ongeveer) 40,6 liter amfetamine-olie, in elk geval een (grote)
hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde
amfetamine,(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst
I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 26 maart 2020 tot en met
1 juni 2020 te Didam en/of Ede en/of Wijchen en/of Overasselt,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) om
een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te
bereiden en/of te bevorderen
te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen,
afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland
brengen van amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal/ stof
bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, een middel vermeld op de bij de
Opiumwet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van
de Opiumwet
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te
plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van
dat feit heeft getracht te verschaffen
door
- het (laten) regelen van een productielocatie en/of
- contact te onderhouden met één of meerdere medeverdachten ten aanzien van
het verloop van het productieproces (van amfetamine en/of BMK) in het lab en/of
het geven van instructies welke materialen en/of grondstoffen nodig zijn en/of
instructies ten behoeve van het productieproces in het lab en/of
- werkers voor in het lab (bedoeld voor de productie van amfetamine en/of BMK) te
regelen en/of contact met deze personen te onderhouden en/of deze personen aan
te sturen en/of
- het (laten) faciliteren en/of aanleveren van materialen, waaronder ketels en/of
luchtsystemen en/of koelers bestemd voor het de productie van amfetamine en/of
BMK in een lab en/of
- (onderde(e)l(en) van) een (in werking zijnde) productieopstelling(en), (bedoeld
voor de productie van amfetamine en/of bedoeld voor de productie van MAPA naar
BMK) en/of (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) (laboratorium)benodigdheden en/of
hardware voorhanden gehad, waaronder een of meerdere (reactie)ketel(s) en/of
drukvat(en) en/of afzuiginstallatie(s) en/of gasmasker(s) en/of gasfles(sen) en/of
ketel(s) en/of koeler(s) en/of roermotor(s) en/of stoomgenerator en/of
- grondstoffen waaronder een hoeveelheid BMK-glycidezuur en/of BMK en/of
formamide en/of mierenzuur en/of caustic soda en/of fosforzuur en/of methanol
en/of isopropylalcohol en/of MAPA, waterstofgas voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of de medeverdachte(n) wist(en) of ernstig reden had(den) te vermoeden, dat deze bestemd waren tot het plegen van die feiten;
Parketnummer 05/317741-20
1
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 7 oktober 2019
tot en met 17 december 2019, althans in de periode vanaf 1 mei 2018 tot en met 1
augustus 2018, althans in het jaar 2018 te Overasselt, althans in Nederland,
opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht
en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig
heeft gehad (in een pand aan de [adres 2] ) een hoeveelheid van (in
totaal) ongeveer 262 planten, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten
en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een
materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van die wet,
en/of
hij op of omstreeks 17 december 2019 te Overasselt, althans in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 320 gram hennepgruis/-resten, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennepgruis/-resten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij in of omstreeks de periode van 7 oktober 2019 tot en met 17 december 2019,
althans in de periode vanaf 1 mei 2018 tot en met 1 augustus 2018, althans in het
jaar 2018 te Overasselt, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit/stroom, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf] N.V., waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van braak en/of verbreking;
3
hij op of omstreeks 17 december 2019 te Overasselt, althans in Nederland, al dan
niet opzettelijk, een hoeveelheid professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- ongeveer (in totaal) 126 kg Flowerbeds, althans een hoeveelheid Flowerbed(s) (lijst

III), in elk geval een hoeveelheid professioneel vuurwerk (lijst III), voorhanden heeft gehad en/of heeft opgeslagen in een loods/pand gelegen aan of nabij de [adres 2] en/of 6a te Overasselt.

3. De bewijsmotivering [1]
3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
3.2
Het oordeel van de rechtbank
Hierna stelt de rechtbank op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de feiten en omstandigheden vast. De rechtbank overweegt verder, waarom zij op basis van die feiten en omstandigheden tot conclusies en beantwoording van de bewijsvraag komt.
Leeswijzer
Gelet op de samenhang tussen de strafzaken van verdachte en zijn medeverdachten zal, met het oog op de leesbaarheid van het vonnis, verdachte hierna telkens worden aangeduid met verdachte of [verdachte] . De medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 10] , [medeverdachte 11] , [medeverdachte 12] , [medeverdachte 13] en [medeverdachte 14] zullen aangeduid worden met hun achternamen.
Inleiding en aanleiding onderzoek
In verschillende districten van de politie-eenheid Oost Nederland hebben in 2020 meerdere onderzoeken gelopen, waarbij telkens dezelfde verdachten in wisselende samenstelling betrokken leken te zijn. De verdenking bestond steeds uit het produceren van synthetische drugs en/of bezig zijn met het transport en de opslag van goederen voor het produceren van synthetische drugs.
Dit betreffen de onderzoeken in:
[plaats 2], productielocatie/laboratorium, onderzoek genaamd ‘Berkel’;
[plaats 3], opslaglocatie hardware en grondstoffen, onderzoek genaamd ‘Hawk’;
[plaats 5], transport van 1200 kilo grondstoffen, onderzoek genaamd ‘Coquille’;
[plaats 6], voorbereidingen voor productielocatie/laboratorium, onderzoek genaamd ‘Elrits’;
waaraan, gedurende het onderzoek, zijn toegevoegd:
[plaats 7], productielocatie/laboratorium, onderzoek genaamd ‘Elrits’,
[plaats 8] (België),productielocatie/laboratorium, onderzoek genaamd ‘Gruutlab’.
Op 13 juli 2020 worden deze onderzoeken samengevoegd en ondergebracht bij de Dienst Regionale Recherche en start het regionaal onderzoek ‘Elrits’.
3.2.1
Identificatie Encrochat/SKY-ECC-accounts, telefoonnummers en bijnamen
Het dossier van het onderzoek Elrits bevat vele chats. Deze chats werden uitgewisseld via encrypted telefoons met Encrochat-accounts, telkens met een door de gebruiker al dan niet zelfgekozen naam, en door middel van SKY-ECC accounts, met een cijfer/lettercombinatie. De inhoud van de chats en de data en tijdstippen van verzenden van de chats vormen een substantieel deel van de bewijsvoering van het Openbaar Ministerie. De politie heeft onderzoek gedaan naar de identiteit van de Encrochat- en SKY-ECC gebruikers en heeft in processen-verbaal van bevindingen de redengevende feiten en omstandigheden opgenomen op grond waarvan een verdachte aan een bepaalde account kan worden gekoppeld. Datzelfde geldt voor verschillende bijnamen die voor een aantal verdachten werd gebruikt en voor telefoonnummers die door de verdachten zijn gebruikt. Uit de processen-verbaal blijkt dat de politie onder meer heeft gekeken naar de onderlinge verbanden tussen de inhoud van de chatberichten, het taalgebruik, zendmastgegevens van de encrypted telefoons en van andere mobiele telefoons, de inhoud van telefoontaps, tijdstippen van chatberichten, observaties, stem-identificaties, verstuurde foto’s en de persoonlijke omstandigheden van de in het onderzoek naar voren gekomen verdachten. Op grond van de inhoud van de diverse processen-verbaal dienaangaande, in onderling verband en samenhang bezien, heeft de rechtbank geen enkele reden om te twijfelen aan de conclusies die de politie in de proces-verbalen trekt.
De politie heeft de volgende accounts en door verdachten gebruikte bijnamen geïdentificeerd.
- [medeverdachte 14] gebruikte de accounts [gebruikersnaam 1] en [gebruikersnaam 2] en wordt aangeduid met de bijnamen ‘ [alias 1] / [alias 2] / [alias 2] / [alias 4] ’. [2] [medeverdachte 14] wordt door middel van stemidentificatie door de politie gekoppeld aan diverse telefoonnummers. [3]
- [medeverdachte 4] gebruikte het account [gebruikersnaam 3] en heeft als bijnamen onder andere ’ [alias 5] / [alias 2] / [alias 5] ’. [4] [medeverdachte 4] wordt door middel van stemidentificatie door de politie gekoppeld aan de telefoonnummers [telefoonnummer 1] , [telefoonnummer 2] [5]
- [medeverdachte 12] gebruikte het account [gebruikersnaam 4] en heeft als bijnamen onder andere ‘ [alias 6] / [alias 7] / [alias 7] ’. [6]
- [medeverdachte 9] gebruikte het account [gebruikersnaam 5] en heeft als bijnamen ‘ [alias 8] / [alias 8] ’. [7] De politie koppelt de telefoonnummers [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 4] op basis van stemidentificatie aan [medeverdachte 9] . [8]
- [verdachte] gebruikte het account [gebruikersnaam 6] en heeft als bijnaam ‘ [alias 9] ’ [9]
- [medeverdachte 10] gebruikte het account [gebruikersnaam 7] en heeft als bijnamen ‘ [alias 10] / [alias 11] / [alias 11] ’. [10]
- [medeverdachte 11] gebruikte het account [gebruikersnaam 8] en heeft als bijnamen ‘ [alias 12] / [alias 13] ’. [11]
- [medeverdachte 2] gebruikte het account [gebruikersnaam 9] of [gebruikersnaam 10] en heeft als bijnaam ‘ [alias 14] ’. [12]
- [medeverdachte 1] gebruikte het account [gebruikersnaam 11] en heeft als bijnaam ‘ [alias 9] / [alias 15] ’. [13]
- [medeverdachte 13] gebruikte het account [gebruikersnaam 12] en heeft als bijnamen ‘ [alias 4] / [alias 16] ’. [14]
- [medeverdachte 3] gebruikte als account [gebruikersnaam 13] en heeft als bijnamen ‘ [alias 17] / [alias 18] / [alias 19] ’. [15]
- [medeverdachte 14] gebruikte een SKY-account met de naam [gebruikersnaam 14] , [medeverdachte 13] gebruikte de SKY-accounts [gebruikersnaam 15] en [gebruikersnaam 16] en [medeverdachte 12] gebruikte een SKY-account met de accountnaam [gebruikersnaam 17] . [16]
Onderstaande verdachten maken alleen gebruik van een reguliere telefoon:
[medeverdachte 8] maakt gebruik van de telefoonnummers [telefoonnummer 5] , [telefoonnummer 6] en [telefoonnummer 7] [17] en telefoonnummer [telefoonnummer 8] en is door middel van stemidentificatie door de politie gekoppeld aan deze verschillende telefoonnummers. [18] [medeverdachte 8] wordt aangeduid met de bijnaam ‘ [alias 17] / [alias 20] ’. [19]
- [medeverdachte 5] maakt gebruik van telefoonnummer [telefoonnummer 9] . [20]
- [medeverdachte 7] maakt gebruik van de telefoonnummers [telefoonnummer 10] en [telefoonnummer 11] . [21]
De rechtbank hanteert (volgens vaste jurisprudentie) als uitgangspunt dat een Encrochat – en/of SKY-ECC account in beginsel – behoudens expliciete aanwijzingen voor het tegendeel – door één persoon wordt gebruikt en dat die gebruiker ook bekend was bij de andere partij in een chat/conversatie.
Parketnummer 08/273077-22
3.2.2
Ten aanzien van feit 1: [plaats 1]
Aantreffen amfetaminelaboratorium
Op 17 december 2019 heeft de politie een veiligheidscontrole uitgevoerd op het adres [adres 2] te [plaats 1] . Daarbij concludeert een medewerker van de brandweer , op basis van de geur, dat zich in het pand een drugslab bevindt. Vervolgens worden er metingen gedaan in verband met explosiegevaar. [22] In het pand treffen de experts van de LFO aan de achterzijde diverse ruimtes aan die ingericht zijn en in gebruik zijn geweest voor de vervaardiging/bewerking van synthetische drugs. In de ruimtes wordt onder meer het volgende aangetroffen: productiemiddelen, zoals reactie- en destillatieketels, verpakkingen met chemicaliën, zoals MAPA, fosforzuur, BMK, formamide, mierenzuur en caustic soda en scheitrechters/maatbekers met kleine hoeveelheden amfetaminebase. De experts concluderen dat het achterste gedeelte van de loods waarschijnlijk is gebruikt voor het op grote schaal bewerken van BMK van uit een pre-precursor met behulp van een sterk zuur, waarna de vervaardigde BMK middels de Leuckart methode werd omgezet in ruwe amfetamine base met behulp van een zuur. Vervolgens werd de amfetaminebase gezuiverd door middel van twee stoomdestillatie-opstellingen. [23] Door het LFO worden monsters genomen en veiliggesteld. [24] Onderzoek van het NFI naar deze monsters bevestigt het vermoeden van de aanwezigheid van een amfetaminelaboratorium, in die zin dat het onderzochte materiaal onder meer BMK, N-formylamfetamine, mierenzuur, formamide, amfetamine, fosforzuur, methanol en MAPA bevat, zijnde grondstoffen voor de productie van amfetamine en ook daadwerkelijk amfetamine. [25]
De politie heeft forensisch onderzoek uitgevoerd en sporen veiliggesteld en monsters genomen aan de binnenzijde van twee (wegwerp)handschoenen. [26] Uit deze bemonstering werden weer verschillende sporen verkregen (onder andere SIN-nummer AANU7910NL). [27] Uit onderzoek van het NFI blijkt dat uit het spoor met SIN-nummer AANU7910NL een DNA-profiel is verkregen met een matchkans van kleiner dan één op één miljard. Het DNA-profiel van [verdachte] komt overeen met dit DNA-profiel. De rechtbank concludeert hieruit dat [verdachte] de donor is van het celmateriaal aan de binnen zijde van de handschoen. [28]
Conclusie
Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden stelt de rechtbank vast dat op het adres [adres 2] in [plaats 1] sprake is geweest van een locatie voor de productie van amfetamine. De rechtbank stelt vast dat sprake is geweest van een actief productieproces waarin daadwerkelijk amfetamine(olie) is geproduceerd.
[verdachte] heeft bij de politie verklaard dat hij samen met zijn ouders woonde aan de [adres 2] en dat hij de ruimte in de loods heeft verhuurd aan drie onbekende personen die de ruimte wilden gebruiken om auto’s te repareren. De mannen hebben de ruimte van binnenuit afgesloten zodat [verdachte] er niet meer in kon. De afgesproken huurprijs van € 1.500,00 hebben de mannen nooit betaald. Na ongeveer drie weken, waarin er veel heen en weer werd gereden met bestelbusjes, zijn de mannen verdwenen. [verdachte] heeft verklaard dat hij daarna in de loods een drugslab aantrof en dat hij heeft besloten om dit lab samen met zijn vader op te ruimen, omdat hij bang was voor de gevolgen.
De rechtbank acht deze verklaring van verdachte niet geloofwaardig. In het dossier bevindt zich geen enkele ondersteuning voor de verklaring. Daar tegenover staat dat verdachte, die zelf in het pand woonde waar de loods bij hoort, bekend is met het kookproces van amfetamine en zijn DNA in het laboratorium is aangetroffen. Dat verdachte het lab heeft willen opruimen blijkt verder niet, nu de LFO juist allerlei apparatuur en grondstoffen heeft aangetroffen in de loods. Ook heeft verdachte niet concreet kunnen of willen zeggen aan wie hij de loods zou hebben verhuurd. Dit alles duidt op betrokkenheid van verdachte bij het drugslaboratorium.
De rechtbank acht, gelet op al het voorgaande, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte werkzaam is geweest in het drugslaboratorium in [plaats 1] om amfetamine-olie te produceren. Dat daarbij sprake is geweest van medeplegen acht de rechtbank niet bewezen, nu daarvan uit het dossier niet is gebleken.
3.2.3
Ten aanzien van feit 2: voorbereidingshandelingen [plaats 1]
Hiervoor heeft de rechtbank vastgesteld dat verdachte betrokken is geweest bij een drugslab in [plaats 1] . Uit het dossier blijken verder onder meer de volgende feiten en omstandigheden.
Verdachte heeft verklaard bij de politie dat hij het achterste gedeelte van de schuur heeft leeggehaald en er vervolgens een afgesloten ruimte van heeft gemaakt.
Op grond van de bewijsmiddelen van feit 1 in onderling verband en samenhang bezien, stelt de rechtbank vast dat verdachte gedurende de ten laste gelegde periode chemische stoffen, ketels en andere benodigdheden ten behoeve van een synthetisch drugslaboratorium voorhanden heeft gehad.
Uit het bovenstaande, in samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen, blijkt dat [verdachte] zich bezig hield met het treffen van voorbereidingshandelingen voor productie van amfetamine, in elk geval van een verdovend middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I. De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen. Dat daarbij sprake is geweest van medeplegen acht de rechtbank niet bewezen, nu daarvan uit het dossier niet is gebleken.
3.2.4
Ten aanzien van feit 3: [plaats 2]
Aantreffen amfetaminelaboratorium
Op 10 april 2020 krijgt de politie een melding om naar de [adres 3] in [plaats 2] te gaan, in verband met een woningbrand. De melder ruikt een chemische lucht en ziet rook uit het dak komen. Ook de verbalisant die ter plaatse komt ruikt een penetrante anijslucht. [29] In het pand treffen experts van de Landelijke Faciliteit Ontmantelen (hierna: LFO) diverse ruimtes aan die in gebruik zijn als opslag- en/of productieruimte ten behoeve van de productie van BenzylMethylKeton (hierna: BMK) en amfetamine. In de ruimtes wordt onder meer het volgende aangetroffen: een drukreactieketel met een inhoud van 240 liter, twee reactieketels met koeler met een inhoud van respectievelijk 1.000 en 140 liter, een reactieketel voorzien van koeler en roermotor met een inhoud van 960 liter en een destillatieketel met destillatiebuis en aangesloten stoomgenerator. Daarnaast worden diverse verpakkingen aangetroffen met daarin formamide, mierenzuur, caustic soda, fosforzuur, methanol, isopropylalcohol, zout, MAPA en waterstofgas, propaangas en lachgas. [30] Tevens worden twee aantekeningbladen aangetroffen met daarop aantekeningen die te relateren zijn aan de vervaardiging van amfetamine volgens de Leuckart methode. [31]
In het proces-verbaal van de LFO is opgenomen dat een deel van het productieproces in werking is geweest. Dit wordt afgeleid uit het feit dat de reactieketel, waarvan de koeler werd gekoeld en de roermotor draaide, op het moment van betreden van het laboratorium een hoeveelheid van circa 400 liter vloeistof (geur BMK) met een temperatuur van 54 graden Celcius bevatte. Tevens was de luchtafzuiging ingeschakeld. In de scheidingsruimte is 40,6 liter amfetamine-olie aangetroffen. [32] Het LFO heeft monsters genomen van goederen en stoffen. [33] Onderzoek van het NFI naar deze monsters bevestigt het vermoeden van de aanwezigheid van een amfetaminelaboratorium, in die zin dat het onderzochte materiaal onder meer formamide, fosforzuur, mierenzuur, BMK-glycidezuur, amfetamine, MAPA, BMK in fosforzuur en N-formyl-amfetamine bevat, zijnde grondstoffen voor de productie van amfetamine en daadwerkelijk amfetamine. [34] Na de instap worden meerdere personen op- en buiten heterdaad aangehouden, onder andere: [naam 2] (hierna [naam 2] ) en M.A. [naam 1] (hierna [naam 1] ).
Tussenconclusie
Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden stelt de rechtbank vast dat op het adres [adres 3] in [plaats 2] sprake is geweest van een locatie voor de productie van amfetamine. De rechtbank stelt vast dat sprake is geweest van een actief productieproces waarin daadwerkelijk amfetamine(olie) is geproduceerd.
Betrokkenheid verdachten
Om de betrokkenheid van de verdachten te kunnen vaststellen heeft de politie gebruik gemaakt van informatie uit onderzoek ‘Proet’, getapte telefoongesprekken en berichten, observaties en analyses van Encrochatgesprekken met betrekking tot het drugslab in [plaats 2] . Hieruit blijkt het volgende.
Op 3 februari 2020 vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 14] en [medeverdachte 7] , waarin [medeverdachte 7] meldt dat hij iemand kent die iets heeft van 5 bij 5. [35] Later, op 18 februari 2020 tijdens een telefoongesprek, meldt [medeverdachte 7] dat hij íets ‘anders’ heeft. Diezelfde dag vindt een ontmoeting plaats tussen [medeverdachte 14] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 4] en [naam 1] bij de Burger King in Zevenaar. [36] Op 28 februari 2020 instrueert [medeverdachte 14] [medeverdachte 7] om versluierde taal te gebruiken door over ‘auto’s’ te spreken als het over locaties gaat:
“Ik heb gezien dat je een auto te koop had in [plaats 2] ”. [37] Op 17 en 18 maart 2020 blijkt uit telefooncontacten van [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8] dat ze in de buurt van [plaats 9] en [plaats 2] zijn en belt [medeverdachte 7] naar zijn vriendin dat ‘die [alias 21] ’ (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 8] ) bij ‘die schele’ is en dat er geen ‘vierkanten’ (de rechtbank begrijpt IBC-containers) zijn. [38] Op 18 maart 2020 regelt [medeverdachte 7] op verzoek van [medeverdachte 4] dat [medeverdachte 8] om 13:50 uur op het station in [plaats 2] is. [medeverdachte 8] moet eerst wachten en brengt later [medeverdachte 7] op de hoogte van de problemen in het lab. Om 21:38 uur belt [medeverdachte 7] met [medeverdachte 8] . [medeverdachte 8] zegt dat ze niet verder zijn gegaan en dat er dan ook niets weg moest. De nachtdienst is niet doorgegaan omdat de apparatuur niet goed was. [39] De volgende dag bellen [medeverdachte 7] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 8] met elkaar over een jongen die moet worden opgehaald van het station. Uit de mastgegevens van de telefoon van [medeverdachte 7] blijkt dat deze op 18 en 19 maart 2020 in de buurt van het station in [plaats 2] is geweest. [40] Op 21 maart 2020 belt [medeverdachte 7] naar [medeverdachte 8] en zegt dat er nog iets draaiende is en dat het nog niet is afgelopen. [41] [medeverdachte 7] belt op 24 maart 2020 met [medeverdachte 8] en [medeverdachte 8] zegt dat er afgelopen nacht iemand met een kale kop nachtdienst heeft gehad. [42]
Op 27 maart 2020 belt [medeverdachte 14] met [naam 1] en zegt dat hij de enige is die geld inlegt. [medeverdachte 14] wil op een andere plek met [naam 1] verder. [43] Op 31 maart 2020 zijn er weer problemen en vinden er vanaf 13.06 uur besprekingen plaats bij [medeverdachte 14] , waarbij [medeverdachte 4] , [medeverdachte 7] , [naam 1] en [naam 2] aanwezig zijn. [44]
Om 17.36 uur belt [medeverdachte 7] met [naam 1] en zegt dat [medeverdachte 14] ‘zal zeggen hoe het moet’. Hij zegt dat ‘ [alias 2] ’(de rechtbank begrijpt [medeverdachte 4] ) iets aan het halen is wat erop gelast moet worden en spullen en een lasser zal regelen. [naam 1] reageert door te zeggen dat het materiaal het probleem is. [45] Op 1 april 2020 belt [medeverdachte 7] naar [medeverdachte 4] . [medeverdachte 4] zegt dat hij er mee wil stoppen omdat het een drama is. [46] Uit de gesprekken van [medeverdachte 7] , [naam 1] en [medeverdachte 14] , blijkt dat de problemen de dagen er na nog niet zijn opgelost. [47] [naam 1] stuurt op 1 april 2020 een sms-bericht naar [medeverdachte 14] met de tekst:
“Heer ik heb 6 liter lemon troebel met nol zou correctie ma niet gdaan zijn 2 vschil” [48]
[medeverdachte 14] bericht op 1 april 2020 aan een persoon in [plaats 10] of hij 5 liter vacuüm olie kan halen voor een pomp en een perslucht nippel. [49] Op 2 april 2020 stuurt [naam 1] een sms-bericht naar [medeverdachte 14] met de vraag of de machine olie er nog komt. [50] [medeverdachte 14] vraagt [naam 1] of hij de autoclaaf heeft, omdat ‘ [alias 17] ’ (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 3] ) anders die avond niets kon doen. [51] Op 7 april 2020 belt [medeverdachte 7] met [medeverdachte 8] en [medeverdachte 8] zegt dat hij nog van twee keer geld moet ontvangen. [52]
Op 9 april 2020 belt [naam 1] naar [medeverdachte 7] en zegt dat er ruzie is tussen de directieleden. Een van de directieleden wil pas weer geld investeren als hij er iets uithaalt. [naam 1] zegt dat ‘ [alias 4] ’ (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 14] ) een dikke onvoldoende krijgt en dat het niet goed is gegaan door ‘ [alias 17] ’ en ‘ [alias 8] ’ (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 3] en [medeverdachte 9] ) en dat ‘de [alias 22] ’ (de rechtbank begrijpt [verdachte] ) weer snel is weggegaan. [53] Op 10 april 2020 belt [naam 1] naar [medeverdachte 7] en zegt dat [medeverdachte 9] er niets van kan: “
Hij zat ook maar wat een de knoppen te draaien en te doen. Nou en het werd niet beter.” [54]
Uit de historische verkeersgegevens van de telefoon van [naam 1] blijkt dat hij op de genoemde data gebruik heeft gemaakt van het basisstation [adres 4] te [plaats 2] . Dit basisstation heeft de locatie van het drugslaboratorium binnen zijn bereik. [55] [medeverdachte 14] heeft op 16 en 20 maart 2020 gebruik gemaakt van het basisstation [adres 4] in [plaats 2] door middel van dataverbindingen. [56] [medeverdachte 7] heeft op
18 en 19 maart 2020 [57] en [medeverdachte 4] heeft op 28, 29 maart en 6, 8 en 9 april 2020 gebruik gemaakt van genoemd basisstation. [58] [medeverdachte 4] is voorts tijdens observaties gezien, terwijl hij de lablocatie aan de [adres 3] te [plaats 2] binnen ging op 1 april 2020 [59] en 9 april 2020. [60]
Uit het proces-verbaal analyse Encrochats komt naar voren dat de organisatie van [medeverdachte 14] in [plaats 2] samenwerkt met de organisatie van [naam 2] . [naam 2] stuurt [medeverdachte 14] de volgende berichten, waarin ze praten over afspraken over de winst, het aansturen van mensen en het leveren van materialen:
  • “Zorg er maar voor dat iedereen die gaat werken hier 13:00 uur is want dan kunnen ze meteen doorwerken”
  • “En mijn investering dan, de ketel, stomer en locatie is dat geen inverstering?”
  • “Gister 100 ap gesmolten”
  • “3 ton verloren in 6 maanden tijd, ik ga zelf ook de keuken in duiken om te redden wat te redden valt, zodat die andere gwn mdma kan maken”
  • “ik zei dat de eerste winst naar ons gaat tot de 70 kop, daarna weer 75 lietr voor ons, rest voor jou, meer hoeven ze niet te weten.”
[medeverdachte 14] antwoordt onder meer:
“Kijk je moet het zo zien vn die app 200 vsn jou en die b olie geen probleem.” [61]
Op 10 april 2020 stuurt [medeverdachte 14] een foto naar [gebruikersnaam 18] van het persbericht dat het drugslab in [plaats 2] is opgerold door de politie. [gebruikersnaam 18] vroeg of hij daar geen gezeik mee had en [medeverdachte 14] antwoordt:
“ja wel bri, maar heb er 3 he :), deze was over ze houdbaar heid datum”. [62]
Uit een Encrochat-conversatie van [medeverdachte 9] met [medeverdachte 14] op 31 maart en 1 april 2020 blijkt dat [medeverdachte 9] fungeerde als kok in het drugslab in [plaats 2] en druk was met de apparatuur die daar stond opgesteld en met de verschillende stoffen. De foto’s die [medeverdachte 9] aan [medeverdachte 14] stuurt, blijken later overeen te komen met het drugslab in [plaats 2] . [63] Op 31 maart 2020 stuurt [medeverdachte 9] een foto naar [medeverdachte 14] met daarop een ketel met vuur eronder en daaronder de tekst:
“Kampvuur hahaha.” [64]
[medeverdachte 14] bericht op Encrochat aan een derde over [medeverdachte 4] :
“das de jonge van mij die alle tp overal naar toe regeld, chaf, bussen etc. die doet de distributie eigen is hij onze concierge.” [65]
Uit Encrochat-berichten van [verdachte] met [naam 2] blijkt dat zij in de periode tussen 27 maart 2020 en 9 april 2020 veelvuldig met elkaar communiceerden over werkzaamheden in een drugslab. Er wordt onder meer overlegd over de werkwijze. [verdachte] bericht:
“100k 200 fos en een kan erbij of 2 maar die pomp je bij andere 200k strax tog weer terug”en
“maar dan gaat ie al een beetje roken omdat te vermeiden 50 is beter”. Daarbij worden foto’s gestuurd die overeenkomen met foto’s van het drugslab in [plaats 2] . [66] [verdachte] communiceert met [medeverdachte 9] over het productieproces in de nacht van 31 maart 2020. [medeverdachte 9] zegt dat hij er al 8 dagen staat. [67]
Uit berichtenverkeer via Encrochat tussen [verdachte] en [medeverdachte 4] op 9 april 2020 blijkt dat [verdachte] aan [medeverdachte 4] opdracht geeft om ‘alles op te halen’. [medeverdachte 4] moet tellen hoeveel liters er zijn. In de avonduren van 9 april 2020 vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 4] ‘
en maat, was de oli mooi of had jr niet gekeken’,waarop [medeverdachte 4] reageert
: ‘... tint en appel ... Heb alles meegenomen ...”waarna [medeverdachte 4] foto’s zend van twee witte jerrycans met de opschriften ‘tint 10’ en ‘appel 11.2’. [68]
[medeverdachte 3] stuurt [medeverdachte 9] op 3 april 2020 een bericht door wat hij eerder verzond aan ‘ [alias 2] ’: dat ‘ [alias 2] ’ moet zorgen dat ‘Turk’ moet wegblijven uit de keuken zodat zij hun werk kunnen blijven doen. [69] Op 3 en 4 april 2020 bericht [medeverdachte 3] dat er iets is fout gegaan en dat er drab uit de smalle ketel komt. Hij stuurt vervolgens foto’s die overeenkomen met de politiefoto’s van het drugslab in [plaats 2] . [70] Op 10 april bericht [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 9] dat ‘hok [plaats 2] weg is’. [71] Na forensisch onderzoek zijn er in het lab in [plaats 2] DNA-sporen veiliggesteld, die zijn aangetroffen op de binnenzijde van een vogelaatsmasker en de binnenzijde van een werkhandschoen. [72] Na onderzoek door het NFI blijken de DNA-profielen overeen te komen met het DNA-profiel van [medeverdachte 3] . [73] Over [medeverdachte 3] wordt verder bericht door [medeverdachte 14] :
“vooral [alias 17] . Moet er zijn om aan te wijzen wat hij gelast wilt hebben” [74] en
“maar als ik ice kok regel dan, doet [alias 17] m en die andere ice” [75] en
“en de m ja daar zitten we ook met. [naam 3] enz in en [alias 17] natuurlijk dus dat moet gewoon gedeeld worden”. [76]
[medeverdachte 4] en [medeverdachte 9] hebben contact op 10 april 2020 na de instap in [plaats 2] . [medeverdachte 9] bericht:
“ik ben daar binen geweest snapje, weekenr (de rechtbank begrijpt: een weekend) lang”. En [medeverdachte 4] stuurt terug:
“Ja ik ook maat, laatste paar dagen vaker.” [77]
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, ondubbelzinnig naar voren komt dat [verdachte] een essentiële rol heeft gehad in de organisatie van het drugslaboratorium in [plaats 2] . Hij stuurt foto’s van de productie-opstellingen, overlegt met en instrueert medeverdachten over het proces en heeft financiële belangen in het laboratorium. De rol die [verdachte] heeft vervuld bij de opzet en het laten draaien van het drugslaboratorium was belangrijk en onmisbaar en van zodanig gewicht dat deze kan worden aangemerkt als medeplegen van de productie van amfetamine in de gehele ten laste gelegde periode. De rechtbank acht het onder 3 ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
3.2.5
Ten aanzien van feit 4: voorbereidingshandelingen [plaats 2] en [plaats 3]
Hiervoor heeft de rechtbank vastgesteld dat verdachte betrokken is geweest bij het drugslab in [plaats 2] . Uit het dossier blijken verder onder meer de volgende feiten en omstandigheden.
-
Contact over productieproces:[verdachte] bericht [naam 2] op 3 april 2020:
“zet je gewoon branders iets zachter, hoeven niet constant full aan, lekker laten borrelen hoor je vanzelf wel als je m.rustig erin drukt” en
“heb je hem getest vantevoren voor je m erop zette?? [78] Daarna gaat het gesprek verder over de hoeveelheid olie en hoeveelheden en temperatuur fos. [79] Op 4 april 2020 bericht [verdachte] [naam 2] :
“moet je olie ammaal ff en andere 200l doen deksel erop klaa, op 50 l., krijgen we dalijk amaal pegels. [80]
-
leveren grondstoffen en materialen:Op 3 april 2020 is er onenigheid tussen [verdachte] en [naam 2] in de chat: [verdachte] zegt:
“wie zegt er ff heeeel duidelijk he dat ik gvd helemaal nix heb geinvesteerd, wie zegt dat?” en “
maat luister nu kk mongool alles eruit nu all!!!!! Onze spullen , onze grondstoffen, alles”en “
praat niet dat ik nix investeer [81] “die fora en Mier heb ik betaald [82]
-
personeel leveren en aansturen:Op 2 april 2020 vraagt [medeverdachte 9] wie er gaat smelten en [verdachte] antwoordt
: “ [alias 23] , Mount of jij.” [83] Op 3 april 2020 zegt [verdachte] tegen [naam 2] :
“ze moeten luisteren naar wat ik zeg” [84] en ‘
vanavond leid ik jou er doorheen en knake binnen halen, want er staat teveel open en bij iedereen dus normaal oplossen dit klaar en luister naar een iemand.” [85] Op 8 april 2020 heeft [verdachte] contact met ‘dressmen’ via de Encrochat. ‘ [alias 24] ’ is door de politie geïdentificeerd als [naam 4] (aangehouden in het lab te [plaats 2] op 10 april 2020). [naam 4] geeft in die chats op 8 april 2020 aan dat hij ‘
het toch niet gaat doen’, ‘
Jullie zijn fijne gasten wel, maar vind het te groots en risicovol en best eng. Ik ben toch meer van een bescheiden klein labje en gewoon 100 tot 150K smelten zeg maar…’. [verdachte] antwoordt
‘Ohw khoorde anders maar we hebben meerdere locas maat dn fijne mensen mee te werken dus nix eng maatje”. [86] Op 7 april 2020 zegt [naam 2] tegen [verdachte] :
“laat iemand halen“[verdachte] zegt: “
ja heb iedereen bericht krijg van niemand antwoord. Slang wordt geregeld, [alias 5] is rije.” [87] Op 5 april 2020 zegt [verdachte] tegen [medeverdachte 14] : “
kzal [naam 5] ff uitleggen wat ie moet doen en kan klaar zetten enzo issie wel ff zoet mee vraag jij als je wilt even aan mounten hoeel loo hun hebeebn gebruikt anders moet er water op en opkoken snel scheiden en aftappen.” [88] Op 1 april 2020 zegt [verdachte] via Encrochat tegen [medeverdachte 4] (‘ [gebruikersnaam 3] ’) dat hij hem moet oppikken en een lasapparaat in de bus moet zetten en naar [plaats 3] moet gaan. [medeverdachte 4] vraagt dan of hij in [plaats 3] wil gaan lassen in verband met brandgevaar, met ‘al die grondstoffen daar’. [verdachte] zegt dat het goed komt. [medeverdachte 4] zegt dat hij naar [alias 2] rijdt, koelers ophaalt en dan naar [plaats 3] gaat. [89] Tijdens een observatie op 1 april 2020 zijn [verdachte] en [medeverdachte 4] samen gezien in [plaats 3] , waarbij op het laadgedeelte van de autoambulance waarin [verdachte] reed een lasapparaat stond. [90]
- Op grond van de bewijsmiddelen van feit 3 in onderling verband en samenhang bezien, stelt de rechtbank verder vast dat verdachte gedurende de ten laste gelegde periode chemische stoffen, ketels en andere benodigdheden ten behoeve van een synthetisch drugslaboratorium voorhanden heeft gehad.
Uit het bovenstaande, in samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen, blijkt dat [verdachte] zich samen met anderen bezig hield met het treffen van voorbereidingshandelingen voor productie van amfetamine. De rechtbank stelt verder op grond van de bewijsmiddelen vast dat alle verdachten zich in de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking met deze handelingen hebben bezig gehouden. De rechtbank acht het onder 4 ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Parketnummer 05/317741-20
3.2.6
Ten aanzien van feit 1: hennepplantage
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van dit feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van verhoor verdachte op 20 december 2019, bevattende de bekennende verklaring van verdachte, pagina 319;
- het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van 18 december 2019, pagina 68 ev.
3.2.7
Ten aanzien van feit 2: diefstal stroom
Door [bedrijf] N.V. is aangifte gedaan van diefstal van stroom. Op 17 december 2019 wordt door de fraudespecialist van [bedrijf] geconstateerd dat de ijkschroefgleuven op de elektriciteitsmeter op het adres van verdachte zijn beschadigd en de op de elektriciteitsmeter aangebrachte ijkzegels zijn verbroken en beschadigd. Uit onderzoek is gebleken dat er in de periode van 7 oktober 2019 tot en met 17 december 2019 illegaal stroom is afgenomen. [91]
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij de hennepplantage alleen heeft aangelegd, maar hij heeft ontkent dat hij zegels heeft verbroken. Niemand wist van de hennepplantage, alleen hij zelf.
De rechtbank overweegt als volgt. Gelet op het feit dat verdachte fulltime in het pand verbleef, hij de hennepplantage zelf en alleen exploiteerde en ook zelf de kwekerij heeft aangelegd kan het niet anders zijn dan dat verdachte heeft geweten dat de stroom illegaal werd afgetapt. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de diefstal van stroom wettig en overtuigend is bewezen.
3.2.8
Ten aanzien van feit 3: voorhanden hebben van vuurwerk
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van dit feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van de zitting op 17 december 2019, bevattende de bekennende verklaring van verdachte, pagina 307;
- het proces-verbaal van bevindingen, pagina 57;
- het proces-verbaal van onderzoek aan in beslag genomen vuurwerk, pagina 176 ev.
3.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 08/273077-22
1
hij op 17 december 2019, te [plaats 1] , gemeente Heumen, telkens opzettelijk heeft bereid en bewerkt en verwerkt en vervaardigd, een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine(olie), zijnde amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2
hij op 17 december 2019, te [plaats 1] , gemeente Heumen, telkens om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen
te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, van amfetamine, zijnde amfetamine, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I
- zich gelegenheid enmiddelen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en
- voorwerpen en stoffen voorhanden heeft, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten,
immers heeft verdachte:
- aanpassingen en/of verbouwingen in/aan die loods aangebracht ten behoeve van de opslag van chemicaliën en grondstoffen en ten behoeve van de productie van BMK en/of amfetamine en
- (een of meer onderdelen van) in werking zijnde productieopstellingen voorhanden gehad, en
- (laboratorium)benodigdheden voorhanden gehad, en
- chemicaliën en/of grondstoffen voorhanden gehad, aldus een laboratorium- en/of productieopstelling voor het vervaardigen van precursoren en amfetamine voorhanden gehad;
3
hij in de periode 26 maart 2020 tot en met 10 april 2020 te Didam tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk heeft bereid en bewerkt en verwerkt en vervaardigd, (ongeveer) 40,6 liter amfetamine-olie, zijnde amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
4
Hij in de periode 26 maart 2020 tot en met 1 juni 2020 te Didam en Ede en Overasselt
tezamen en in vereniging met anderen, telkens om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen
te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, van amfetamine, zijnde amfetamine, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, mede te
plegen, om daarbij behulpzaam te zijn en
- zich en een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van
dat feit heeft getracht te verschaffen
door
- contact te onderhouden met medeverdachten ten aanzien van het verloop van het productieproces (van amfetamine en/of BMK) in het lab en het geven van instructies welke materialen en grondstoffen nodig zijn en instructies ten behoeve van het productieproces in het lab en
- werkers voor in het lab (bedoeld voor de productie van amfetamine en/of BMK) te regelen en contact met deze personen te onderhouden en deze personen aan te sturen en
- het (laten) faciliteren en/of aanleveren van materialen, bestemd voor het de productie van amfetamine en BMK in een lab en
- (onderdelen van) (in werking zijnde) productieopstellingen, (bedoeld voor de productie van amfetamine en/of bedoeld voor de productie van MAPA naar BMK) en (laboratorium)benodigdheden en hardware voorhanden gehad, en
- grondstoffen voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en de medeverdachten wisten of ernstig reden hadden te vermoeden, dat deze bestemd waren tot het plegen van die feiten;
Parketnummer 05/317741-20
1
hij in de periode van 7 oktober 2019 tot en met 17 december 2019, te Overasselt ,
opzettelijk heeft geteeld en bereid en bewerkt en verwerkt (in een pand aan de Rotsetraat 6 en 6A) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 262 planten en delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II,
en
hij op 17 december 2019 te Overasselt , opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 320 gram hennepgruis/-resten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2
hij in de periode van 7 oktober 2019 tot en met 17 december 2019, te Overasselt , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit/stroom toebehorende aan Liander N.V., waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
3
hij op 17 december 2019 te Overasselt , opzettelijk, een hoeveelheid professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- ongeveer (in totaal) 126 kg Flowerbeds, (lijst III), voorhanden heeft gehad en heeft opgeslagen in een loods/pand gelegen aan de [adres 2] te [plaats 1] .
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 311 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en de artikelen 2, 3, 10, 10a en 11 van de Opiumwet, artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit, artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer en de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet economische delicten. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 08/273077-22
De eendaadse samenloop van de feiten 1 en 2:
feit 1
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod;
en
feit 2
het misdrijf:
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, tezamen en in vereniging met anderen, voor te bereiden of te bevorderen,
zich gelegenheid en middelen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen
en
voorwerpen, en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
De eendaadse samenloop van de feiten 3 en 4:
feit 3
het misdrijf:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod;
en
feit 4
het misdrijf:
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, tezamen en in vereniging met anderen, voor te bereiden of te bevorderen,
een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, mede te
plegen, om daarbij behulpzaam te zijn en
zich en een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van
dat feit heeft getracht te verschaffen.
Parketnummer 05/317741-20
feit 1
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
en
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 2
het misdrijf:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
feit 3
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer juncto artikel 1.2.2 Vuurwerkbesluit, opzettelijk begaan.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte wordt opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren me aftrek van de tijd die verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht.
De officier van justitie heeft daarbij gevorderd een bevel gevangenneming te gelasten met ingang van de datum van de einduitspraak.
6.2
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich bezig gehouden met het medeplegen van voorbereidingshandelingen die zagen op het produceren van synthetische harddrugs en de daadwerkelijke productie daarvan in twee verschillende drugslaboratoria. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk en heeft hij een hennepkwekerij geëxploiteerd, waarbij hij zich tevens schuldig heeft gemaakt aan diefstal van stroom.
Het produceren van amfetamine en het kweken van hennep zijn lucratieve en specialistische bezigheden. Verdachte heeft met zijn handelen laten zien dat hij geen oog heeft voor de maatschappelijke problemen die de productie van (en de daaruit logischerwijs voortvloeiende handel in) verdovende middelen met zich meebrengen. Het is algemeen bekend dat het gebruik van verdovende middelen grote gezondheidsrisico’s met zich meebrengt en kan leiden tot verslavingen, die de gebruikers dan vaak door diefstal of ander crimineel handelen trachten te bekostigen, hetgeen weer leidt tot overlast in de samenleving. Van de handel in verdovende middelen is bovendien algemeen bekend dat dit vaak gepaard gaat met verschillende vormen van andere criminaliteit.
Daarnaast schuilt in de productie van harddrugs direct gevaar voor schade aan het milieu, veroorzaakt door illegale dumpingen van vrijkomende chemische afvalstoffen in de natuur. Bovendien bestaat er ontploffingsgevaar, brandgevaar en gevaar voor het vrijkomen van giftige stoffen.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 8 januari 2024. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit.
De rechtbank heeft voorts kennis genomen van een reclasseringsrapport van 8 november 2022, waarin de reclassering verdachte beschrijft als een ontkennende verdachte die hiervoor niet eerder in contact is gekomen met justitie. De reclassering constateert geen problemen op de leefgebieden van verdachte en ziet dan ook geen aanknopingspunten voor reclasseringsinterventies.
Strafoplegging
Gezien de ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank gekeken naar de oriëntatiepunten van het LOVS mee en acht geslagen op rechterlijke uitspraken in soortgelijke zaken. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 66 maanden gevangenisstraf passend en geboden.
Van persoonlijke omstandigheden van verdachte die tot matiging van de straf zouden kunnen leiden is niet gebleken. Verdachte heeft zich bij de politie steeds beroepen op zijn zwijgrecht en is niet verschenen op de terechtzittingen. Verdachte heeft daarmee geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen.
De rechtbank overweegt dat er met name in de zaak met parketnummer 05/317741-20 sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn. Verdachte is in deze zaak in verzekering gesteld op 18 december 2019 en vanaf dat moment is de redelijke termijn gaan lopen. Dat betekent dat er, nu op 31 mei 2024 vonnis wordt gewezen tegen verdachte, sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn van meer dan twee jaar. De rechtbank zal dan ook, volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, de maximale korting van zes maanden op de straf in mindering brengen.
De rechtbank zal verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van vijf jaren met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
gevangenneming
De voorlopige hechtenis van verdachte is door de rechtbank in de zaak met parketnummer 08-273077-22 opgeheven bij een gebrek aan gronden.
Het verhandelde ter zitting en de inhoud van het onderhavige vonnis vragen om een nieuwe beoordeling van de voorlopige hechtenis. Met het onderhavige vonnis zijn de ernstige bezwaren gegeven. De rechtbank is bovendien van oordeel dat er gronden zijn voor de gevangenneming. Er moet ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte een misdrijf zal begaan waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van zes jaren of meer is gesteld of waardoor de gezondheid van personen in gevaar kan worden gebracht, dan wel algemeen gevaar voor goederen kan ontstaan. Verdachte heeft zich gedurende een lange periode en op georganiseerde wijze bezig gehouden met zeer lucratieve feiten, zodat voor herhaling moet worden gevreesd.
De rechtbank zal daarom de gevangenneming als bedoeld in artikel 65 lid 2 Sv van verdachte bevelen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
6.4
De inbeslaggenomen voorwerpen (parketnummer 05/317741-20)
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat drie in beslag genomen telefoons moeten worden teruggegeven aan de rechthebbenden en dat diverse overige goederen moeten worden verbeurd verklaard.
De rechtbank stelt vast dat zich in het dossier geen beslaglijst bevindt, zodat niet duidelijk is op welke voorwerpen beslag rust en op basis van welke titel. De rechtbank kan aldus geen beslissing nemen over de door de officier van justitie genoemde goederen.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 33, 33a, 47, 55 en 57 Sr.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer 08/273077-22
De eendaadse samenloop van de feiten 1 en 2:
feit 1
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod;
en
feit 2
het misdrijf:
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, tezamen en in vereniging met anderen, voor te bereiden of te bevorderen,
zich gelegenheid en middelen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen
en
voorwerpen, en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
De eendaadse samenloop van de feiten 3 en 4:
feit 3
het misdrijf:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod;
en
feit 4
het misdrijf:
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, tezamen en in vereniging met anderen, voor te bereiden of te bevorderen,
een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, mede te
plegen, om daarbij behulpzaam te zijn en
zich en een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van
dat feit heeft getracht te verschaffen.
Parketnummer 05/317741-20
feit 1
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
en
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 2
het misdrijf:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
feit 3
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer juncto artikel 1.2.2 Vuurwerkbesluit, opzettelijk begaan.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
vordering gevangenneming
-
wijst toede vordering tot gevangenneming van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. Eshuis, voorzitter, mr. G.H. Meijer en
mr. D.E. Schaap, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. de Bruin, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 31 mei 2024.
Buiten staat
Mr. M.W. Eshuis is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, districtsrecherche IJsselland met onderzoeksnummer Elrits/ ON1R020059 en de aanvullingen 1 tot en met 6 en ten aanzien van de feiten met parketnummer 08/273077-22 wordt ook verwezen naar proces-verbaal Bubblegum met zaaksregistratienummer PL0600-2020590637. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Proces-verbaal chatidentificatie met betrekking tot imei [IMEI-nummer 1] [medeverdachte 14] , AD01, AH026, pagina 398 en AH165, AD01, pagina 259.
3.Proces-verbaal stemidentificatie mbt [medeverdachte 14] op [nummer] , AD01, AH180, pagina 91 ev.
4.Proces-verbaal chatidentificatie met betrekking tot imei [IMEI-nummer 2] [medeverdachte 4] , AD01, AH044, pagina 405 en AMB.090, AD01, pagina 163.
5.Proces-verbaal stemherkenning [medeverdachte 4] , AD01, AH182, pagina 113 en 114.
6.Proces-verbaal chatidentificatie met betrekking tot imei [IMEI-nummer 3] [medeverdachte 12] , AD01, AH045, pagina 415.
7.Proces-verbaal chatidentificatie met betrekking tot imei [IMEI-nummer 4] [medeverdachte 9] , AD01, AH050, pagina 430 en AH051, AD01, pagina 174.
8.Proces-verbaal stemidentificatie [medeverdachte 9] , AD01, AH 037, pagina 82 ev.
9.Proces-verbaal identificatie [gebruikersnaam 6] , AD01, AH054, pagina 436.
10.Proces-verbaal [gebruikersnaam 7] , AD01, AH060, pagina 451 en AH166, AD01, pagina 298.
11.Proces-verbaal [gebruikersnaam 8] , AD01, AH061, pagina 457 en AH100, AD01, pagina 187.
12.Proces-verbaal chatidentificatie [gebruikersnaam 19] , AD01, AH099, pagina 476.
13.Proces-verbaal identificatie [gebruikersnaam 11] [medeverdachte 1] , AD01, AH192, pagina 492.
14.Proces-verbaal identificatie [gebruikersnaam 12] , AD01, AH200, pagina 496.
15.Proces-verbaal identificatie [gebruikersnaam 13] , aanv dossier AD07, AH210, pagina 15868 ev.
16.[medeverdachte 13] : proces-verbaal ter beschikkingstelling Argus data, AD01, pagina 552, [medeverdachte 14] : proces-verbaal bevindingen SKY-gebruik [medeverdachte 14] , AD01, pagina 556 ev., [medeverdachte 12] : proces-verbaal ID SKY account [gebruikersnaam 17] , AD01, pagina 562 ev.
17.Proces-verbaal van bevindingen [medeverdachte 8] gebruiker telefoonnummers [telefoonnummer 5] , [telefoonnummer 6] en [telefoonnummer 7] , ZD02, AMB.078, pagina 6320 ev.
18.Proces-verbaal stemidentificatie mbt [medeverdachte 8] op [telefoonnummer 8] , AD01, AH188, pagina 153 ev.
19.Proces-verbaal van bevindingen mbt bijnaam van [medeverdachte 8] is [alias 17] , AD01, AH140, pagina 213 ev.
20.Proces-verbaal restinformatie, ZD05, pagina 9065.
21.Proces-verbaal van bevindingen [medeverdachte 7] gebruiker [telefoonnummer 11] . ZD02, AMB.037, pagina 6459 en 6460.
22.Proces-verbaal van bevindingen van 17 december 2019, pagina 56.
23.Proces-verbaal LFO, pagina 100.
24.Proces-verbaal LFO, pagina 129 ev.
25.Een geschrift zijnde een rapport van het NFI, drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 17 december 2019 op de locatie [adres 2] te [plaats 1] 21 april 2020, pagina 134 ev.
26.Proces-verbaal forensisch onderzoek bedrijf ( [adres 2] [plaats 1] ), pagina 79.
27.Proces-verbaal vooronderzoek lab, pagina 214.
28.Een geschrift zijnde een rapport van het NFI DNA-onderzoek aan een referentiemonster van een verdachte van 3 juni 2020, pagina 239 inclusief de bijlage.
29.Proces-verbaal van bevindingen, ZD02.01, pagina 5061.
30.Proces-verbaal LFO, ZD02.01, pagina 5318 en 5319.
31.Proces-verbaal LFO, ZD02.01, pagina 5346 en 5347.
32.Proces-verbaal LFO, ZD02.01, pagina 5318 en 5319.
33.Proces-verbaal LFO, ZD02.01, pagina 5365 ev.
34.Een geschrift zijnde een rapport van het NFI, drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 10 april 2020 op de locatie [adres 3] te [plaats 2] van 9 mei 2020, pagina 5357 ev.
35.Proces-verbaal samenvatting Proet, ZD02, AMB.091, pagina 6400.
36.Proces-verbaal samenvatting Proet, ZD02, AMB.091, pagina 6401.
37.Proces-verbaal samenvatting Proet, ZD02, AMB.091, pagina 6403.
38.Proces-verbaal samenvatting Proet, ZD02, AMB.091, pagina 6404.
39.Proces-verbaal van bevindingen rol [medeverdachte 8] in [plaats 2] , ZD02, AMB.077, pagina 6303.
40.Proces-verbaal van bevindingen rol [medeverdachte 4] in [plaats 2] , ZD02, AMB.094, pagina 6409 en proces-verbaal van bevindingen rol [medeverdachte 7] in [plaats 2] , ZD02, AMB069, pagina 6244 ev.
41.Proces-verbaal van bevindingen rol [medeverdachte 8] in [plaats 2] , ZD02, AMB.077, pagina 6304.
42.Proces-verbaal van bevindingen rol [medeverdachte 8] in [plaats 2] , ZD02, AMB.077, pagina 6304.
43.Proces-verbaal van bevindingen rol [medeverdachte 14] in [plaats 2] , ZD02, AMB.089, pagina 6356.
44.Proces-verbaal van observatie dinsdag 31 maart 2020, ZD02, PROET-200331-V, pagina 6619 en 6620.
45.Proces-verbaal van bevindingen rol [medeverdachte 7] in [plaats 2] , ZD02, AMB069, pagina 6247.
46.Proces-verbaal van bevindingen rol [medeverdachte 4] in [plaats 2] , ZD02, AMB.094, pagina 6411.
47.Proces-verbaal van bevindingen rol [medeverdachte 14] in [plaats 2] , ZD02, AMB.089, pagina 6355.
48.Proces-verbaal van bevindingen rol [medeverdachte 14] in [plaats 2] , ZD02, AMB.089, pagina 6358.
49.Proces-verbaal van bevindingen rol [medeverdachte 14] in [plaats 2] , ZD02, AMB.089, pagina 6359.
50.Proces-verbaal van bevindingen rol [medeverdachte 14] in [plaats 2] , ZD02, AMB.089, pagina 6359.
51.Proces-verbaal van bevindingen rol [medeverdachte 14] in [plaats 2] , ZD02, AMB.089, pagina 6359.
52.Proces-verbaal van bevindingen rol [medeverdachte 8] in [plaats 2] , ZD02, AMB.077, pagina 6304.
53.Proces-verbaal van bevindingen rol [medeverdachte 14] in [plaats 2] , ZD02, AMB.089, pagina 6355.
54.TA009, ZD02, pagina 6644.
55.Proces-verbaal van bevindingen rol [medeverdachte 14] in [plaats 2] , ZD02, AMB.089, vanaf pagina 6356.
56.Proces-verbaal van bevindingen rol [medeverdachte 14] in [plaats 2] , ZD02, AMB.089, pagina 6360.
57.Proces-verbaal van bevindingen rol [medeverdachte 7] in [plaats 2] , ZD02, AMB069, pagina 6245 en 6246.
58.Proces-verbaal van bevindingen rol [medeverdachte 4] in [plaats 2] , ZD02, AMB.094, pagina 6412.
59.Proces-verbaal van observatie, zesde aanvulling AD, Proet-200401-V, pagina 16199-16200.
60.Proces-verbaal van bevindingen, ZD02, AH175, pagina 6584-6586.
61.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10112 ev.
62.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10125. pagina 10123.
63.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10101 tot en met 10108.
64.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10105.
65.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10125.
66.Proces-verbaal van bevindingen Encrochatcontacten [verdachte] met [naam 2] , zesde aanvulling AD, AH232, pagina 16238 en 1257.
67.Proces-verbaal van bevindingen Encrochatcontacten [verdachte] met [medeverdachte 9] , zesde aanvulling AD, AH235, pagina 16358 ev.
68.Proces-verbaal van bevindingen Encrochatcontacten [verdachte] met [medeverdachte 4] , zesde aanvulling AD, AH235, pagina 16349 en 16350.
69.Proces-verbaal van bevindingen inhoudelijke chats [gebruikersnaam 13] , zesde aanvulling AD, AH211, pagina 1.876.
70.Proces-verbaal van bevindingen inhoudelijke chats [gebruikersnaam 13] , zesde aanvulling AD, AH211, pagina 15878.
71.Proces-verbaal van bevindingen inhoudelijke chats [gebruikersnaam 13] , zesde aanvulling AD, AH211, pagina 15885.
72.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict ( [adres 3] [plaats 2] ), ZD02.01, pagina 5421 en 5427.
73.Een geschrift zijnde een rapport vergelijkend DNA-onderzoek naar aanleiding van een overtreding van de Opiumwet in [plaats 2] , pagina 15893 ev.
74.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10112.
75.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10116.
76.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10118.
77.Proces-verbaal rol [medeverdachte 9] in Berkel vanuit encro, ZD02, pagina 6636.
78.Proces-verbaal van bevindingen encrochatcontacten [verdachte] met [naam 2] , AD07, AH232, pagina 16254.
79.Proces-verbaal van bevindingen encrochatcontacten [verdachte] met [naam 2] , AD07, AH232, pagina 16258.
80.Proces-verbaal van bevindingen encrochatcontacten [verdachte] met [naam 2] , AD07, AH232, pagina 16262.
81.Proces-verbaal van bevindingen encrochatcontacten [verdachte] met [naam 2] , AD07, AH232, pagina 16245.
82.Proces-verbaal van bevindingen encrochatcontacten [verdachte] met [naam 2] , AD07, AH232, pagina 16370.
83.Proces-verbaal van bevindingen encrochatcontacten [verdachte] met [medeverdachte 9] , AD07, AH238, pagina 16248.
84.Proces-verbaal van bevindingen encrochatcontacten [verdachte] met [naam 2] , AD07, AH232, pagina 16250.
85.Proces-verbaal van bevindingen encrochatcontacten [verdachte] met [naam 2] , AD07, AH232, pagina 16253.
86.Proces-verbaal van bevindingen, Aanvullend dossier AD07, deel 1, AH234, pagina 16331.
87.Proces-verbaal van bevindingen encrochatcontacten [verdachte] met [naam 2] , AD07, AH232, pagina 16279.
88.Proces-verbaal van bevindingen encrochatcontacten [verdachte] met [medeverdachte 14] AD07, AH233, pagina 16308.
89.Proces-verbaal van bevindingen, Aanvullend dossier AD07, deel 1, AH235 pagina 16333-16334.
90.Proces-verbaal van bevindingen, Aanvullend dossier AD07, deel 1, AH235 pagina 16339.
91.Proces-verbaal van aangifte [bedrijf] van 23 december 2019, pagina 27 ev.