ECLI:NL:RBOVE:2024:2882

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
31 mei 2024
Publicatiedatum
31 mei 2024
Zaaknummer
05/161202-21 en 08/178242-22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor deelname aan een criminele organisatie en het produceren van amfetamine in Nederland en België

Op 31 mei 2024 heeft de Rechtbank Overijssel een 31-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden voor zijn betrokkenheid bij een criminele organisatie die zich bezighield met de productie van amfetamine. De verdachte was actief in een drugslaboratorium in Wildervank, waar hij samen met anderen opzettelijk amfetamine-olie heeft bereid en bewerkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende de ten laste gelegde periode, van 1 augustus 2020 tot en met 19 augustus 2020, betrokken was bij de productie van ongeveer 135 liter amfetamine-olie. Daarnaast heeft hij deelgenomen aan een organisatie die tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in de Opiumwet. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij een drugslaboratorium in Gent, België, waar hij samen met anderen opzettelijk amfetamine heeft bereid en bewerkt in de periode van 8 mei 2020 tot en met 21 mei 2020. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, met aftrek van de tijd die hij reeds in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank heeft de schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven, gezien de ernst van de feiten en de recidivegrond.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 05/161202-21 en 08/178242-22 (P)
Datum vonnis: 31 mei 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1992 in [geboorteplaats] ,
nu verblijvende in de [locatie] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 15 maart 2024 en 17 mei 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. I. Azarkan, advocaat in Roosendaal, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:
Parketnummer 05/161202-21
feit 1:het samen met anderen werkzaam zijn in een drugslab om amfetamine-olie te produceren in [plaats 1]
;feit 2:het samen met anderen voorbereiden en bevorderen van feiten bedoeld in artikel 10, lid 4 of 5 van de Opiumwet;
feit 3:de deelname aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van Opiumwetmisdrijven en het voorbereiden en bevorderen van die misdrijven;
Parketnummer 08/178242-22
feit 1:samen met anderen werkzaam zijn in een drugslab om amfetamine-olie te produceren in [plaats 2] (België);
feit 2:het samen met anderen voorbereiden en bevorderen van feiten bedoeld in artikel 10, lid 4 of 5 van de Opiumwet.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Parketnummer 05/161202-21
1
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 01 augustus 2020 tot en
met 19 augustus 2020 te Wildervank, gemeente Veendam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk
heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of
verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (ongeveer) 135 liter amfetamine-olie, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een
materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 01 augustus tot en met 19
augustus 2020 te Wildervank, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met
een of meer anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of
vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (telkens) opzettelijk
bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of
binnen het grondgebied van Nederland brengen van amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine,
een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of
te bevorderen (telkens)
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te
plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van

dat feit heeft getracht te verschaffen,

- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen
voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, en/of diens mededaders, wist(en)
of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door (telkens)
- een of meerdere stoffen waaronder phosphoric acid en/of MAPA en/of caustic
soda en/of mierenzuur en/of formamide en/of BMK(-glycidezuur) en/of fosfaatzout
en/of N-formylalamfetamine en/of fosforzuur en/of methanol en/of aceton en/of
tolueen (Wildervank) en/of
- een of meerdere ketel(s) voorhanden te hebben, waaronder (RVS)
destillatieketel(s) al dan niet met destillatiebuis(zen) en/of (RVS) (reflux)koeler(s),
en/of (RVS) (druk)reactieketel(s) al dan niet met (reflux)buis/koeler en/of
stoomgenerator(en) al dan niet gebruikt als reactievat voorhanden te hebben
(Wildervank) en/of
- een of meer (andere) benodigdheden voor een synthetisch drugslab voorhanden
te hebben, waaronder gaswasser(s) en/of IBC-bak(ken) en/of jerrycan(s) en/of
klemdekselvat(en) en/of scheitrechter(s) en/of Au bain mariebak(ken) en/of
gasfles(sen) en/of compressor(s) en/of maatbeker(s) en/of gasbrander(s) en/of
(RVS) koelbuizen en/of maatbeker(s) en/of gelaatsmasker(s) al dan niet met
bijbehorende filter(s) (Wildervank);
3
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 01 mei 2020 tot en met 19
augustus 2020 te Wildervank, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een
organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten
(onder andere) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4]
en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 8]
en/of [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 10] en/of een of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde, vijfde lid, artikel 10a eerste lid, artikel 11 derde, vierde, vijfde lid en/of artikel 11a Opiumwet;
Parketnummer 08/178242-22
1
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in de periode van 8 mei 2020 tot en met 21 mei
2020 te Gent (België), althans in België, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, meermalen (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt
en/of verwerkt en/of vervaardigd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad een
grote hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine(olie), zijnde
amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan
wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in de periode van 8 mei 2020 tot en met 21 mei
2020 te Gent (België), in elk geval in België tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid
van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen
te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen,
afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland
brengen van amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal/ stof
bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, een middel vermeld op de bij de
Opiumwet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van
de Opiumwet
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van
dat feit heeft getracht te verschaffen
door contact te onderhouden met één of meerdere medeverdachten ten aanzien
van het verloop van het productieproces (van amfetamine en/of BMK) in het lab
en/of het geven van instructies welke materialen en/of grondstoffen nodig zijn ten
behoeve van het productieproces in het lab en/of
-(onderde(e)l(en) van) een (in werking zijnde) productieopstelling(en), (bedoeld
voor de productie van amfetamine en/of bedoeld voor de productie van MAPA naar
BMK) en/of (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) (laboratorium)benodigdheden en/of
hardware voorhanden gehad, waaronder een of meerdere drukvat(en) en/of
afzuiginstallatie(s) en/of gasmaker(s) en/of gasfles(sen) en/of ketel(s) en/of
emmer(s) en/of jerrycan(s) en/of pollepel(s) en/of maatbeker(s) en/of een
roermotor en/of meter(s) en/of slang(en) en/of gascilinder(s) en/of gasbrander(s)
en/of één of meerdere stoomdestillatie(s) en/of
- grondstoffen waaronder een hoeveelheid BMK(olie) en/of ongeveer 125 kilogram
MAPA en/of ongeveer 18 kilogram APAA en/of een hoeveelheid fosforzuur en/of
een hoeveelheid formamide en/of een hoeveelheid mierenzuur en/of een
hoeveelheid methanol en/of een hoeveelheid caustic soda (nattriumhydroxide)
en/of een hoeveelheid dimethylformamide en/of een hoeveelheid
formylamfetamine-olie en/of 120 kilogram BMK-glycidezuur.
voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of medeverdachte(n) wist(en) of
ernstig reden had(den) te vermoeden, dat deze bestemd waren tot het plegen van
die feiten.
3. De bewijsmotivering [1]
3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat er wat betreft de feiten 1 en 2 met parketnummer 05/161202-21 tot een bewezenverklaring kan worden gekomen, alleen voor een kortere periode dan ten laste gelegd. De raadsman heeft verzocht verdachte vrij te spreken van feit 3, omdat er geen sprake is geweest van een organisatie met een duurzaam en structureel samenwerkingsverband. De raadsman heeft zich gerefereerd aan een bewezenverklaring van de feiten 1 en 2 met parketnummer 08/178242-22, met dien verstande dat verdachte bij die feiten een meer ondergeschikte rol heeft gespeeld. Verdachte was slechts een uitvoerder die opdrachten kreeg van anderen, aldus de raadsman.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Hierna stelt de rechtbank op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de feiten en omstandigheden vast. De rechtbank overweegt verder, al dan niet in reactie op gevoerde verweren, waarom zij op basis van die feiten en omstandigheden tot conclusies en beantwoording van de bewijsvraag komt.
Leeswijzer
Gelet op de samenhang tussen de strafzaken van verdachte en zijn medeverdachten zal, met het oog op de leesbaarheid van het vonnis, verdachte hierna telkens worden aangeduid met verdachte of [verdachte] . De medeverdachten [medeverdachte 9] , [medeverdachte 10] , [medeverdachte 11] , [medeverdachte 12] , [medeverdachte 13] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] zullen aangeduid worden met hun achternamen.
Inleiding en aanleiding onderzoek
In verschillende districten van de politie-eenheid Oost Nederland hebben in 2020 meerdere onderzoeken gelopen, waarbij telkens dezelfde verdachten in wisselende samenstelling betrokken leken te zijn. De verdenking bestond steeds uit het produceren van synthetische drugs en/of bezig zijn met het transport en de opslag van goederen voor het produceren van synthetische drugs.
Dit betreffen de onderzoeken in:
[plaats 3], productielocatie/laboratorium, onderzoek genaamd ‘Berkel’;
[plaats 4], opslaglocatie hardware en grondstoffen, onderzoek genaamd ‘Hawk’;
[plaats 5], transport van 1200 kilo grondstoffen, onderzoek genaamd ‘Coquille’;
[plaats 6], voorbereidingen voor productielocatie/laboratorium, onderzoek genaamd ‘Elrits’;
waaraan, gedurende het onderzoek, zijn toegevoegd:
[plaats 1], productielocatie/laboratorium, onderzoek genaamd ‘Elrits’,
[plaats 2] (België),productielocatie/laboratorium, onderzoek genaamd ‘Gruutlab’.
Op 13 juli 2020 worden deze onderzoeken samengevoegd en ondergebracht bij de Dienst Regionale Recherche en start het regionaal onderzoek ‘Elrits’.
3.3.1
Identificatie Encrochat/SKY-ECC-accounts, telefoonnummers en bijnamen
Het dossier van het onderzoek Elrits bevat vele chats. Deze chats werden uitgewisseld via encrypted telefoons met Encrochat-accounts, telkens met een door de gebruiker al dan niet zelfgekozen naam, en door middel van SKY-ECC accounts, met een cijfer/lettercombinatie. De inhoud van de chats en de data en tijdstippen van verzenden van de chats vormen een substantieel deel van de bewijsvoering van het Openbaar Ministerie. De politie heeft onderzoek gedaan naar de identiteit van de Encrochat- en SKY-ECC gebruikers en heeft in processen-verbaal van bevindingen de redengevende feiten en omstandigheden opgenomen op grond waarvan een verdachte aan een bepaalde account kan worden gekoppeld. Datzelfde geldt voor verschillende bijnamen die voor een aantal verdachten werd gebruikt en voor telefoonnummers die door de verdachten zijn gebruikt. Uit de processen-verbaal blijkt dat de politie onder meer heeft gekeken naar de onderlinge verbanden tussen de inhoud van de chatberichten, het taalgebruik, zendmastgegevens van de encrypted telefoons en van andere mobiele telefoons, de inhoud van telefoontaps, tijdstippen van chatberichten, observaties, stem-identificaties, verstuurde foto’s en de persoonlijke omstandigheden van de in het onderzoek naar voren gekomen verdachten. Op grond van de inhoud van de diverse processen-verbaal dienaangaande, in onderling verband en samenhang bezien, heeft de rechtbank geen enkele reden om te twijfelen aan de conclusies die de politie in de proces-verbalen trekt.
De politie heeft de volgende accounts en door verdachten gebruikte bijnamen geïdentificeerd.
- [medeverdachte 3] gebruikte de accounts [gebruikersnaam 1] en [gebruikersnaam 2] en wordt aangeduid met de bijnamen ‘ [alias 1] / [alias 2] / [alias 3] / [alias 4] ’. [2] [medeverdachte 3] wordt door middel van stemidentificatie door de politie gekoppeld aan diverse telefoonnummers. [3]
- [medeverdachte 4] gebruikte het account [gebruikersnaam 3] en heeft als bijnamen onder andere ’ [alias 5] / [alias 2] / [alias 6] ’. [4] [medeverdachte 4] wordt door middel van stemidentificatie door de politie gekoppeld aan de telefoonnummers [telefoonnummer 1] , [telefoonnummer 2] [5]
- [medeverdachte 2] gebruikte het account [gebruikersnaam 4] en heeft als bijnamen onder andere ‘ [alias 7] / [alias 8] / [alias 9] ’. [6]
- [medeverdachte 8] gebruikte het account [gebruikersnaam 5] en heeft als bijnamen ‘ [alias 10] / [alias 11] ’. [7] De politie koppelt de telefoonnummers [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 4] op basis van stemidentificatie aan [medeverdachte 8] . [8]
- [medeverdachte 12] gebruikte het account [gebruikersnaam 6] en heeft als bijnaam ‘ [alias 12] ’ [9]
- [verdachte] gebruikte het account [gebruikersnaam 7] en heeft als bijnamen ‘ [alias 13] / [alias 14] / [alias 15] ’. [10]
- [medeverdachte 5] gebruikte het account [gebruikersnaam 8] en heeft als bijnamen ‘ [alias 16] / [alias 17] ’. [11]
- [medeverdachte 10] gebruikte het account [gebruikersnaam 9] of [gebruikersnaam 10] en heeft als bijnaam ‘ [alias 18] ’. [12]
- [medeverdachte 9] gebruikte het account [gebruikersnaam 11] en heeft als bijnaam ‘ [alias 12] / [alias 19] ’. [13]
- [medeverdachte 1] gebruikte het account [gebruikersnaam 12] en heeft als bijnamen ‘ [alias 4] / [alias 20] ’. [14]
- [medeverdachte 11] gebruikte als account [gebruikersnaam 13] en heeft als bijnamen ‘ [alias 21] / [alias 22] / [alias 23] ’. [15]
- [medeverdachte 3] gebruikte een SKY-account met de naam [gebruikersnaam 14] , [medeverdachte 1] gebruikte de SKY-accounts [gebruikersnaam 15] en [gebruikersnaam 16] en [medeverdachte 2] gebruikte een SKY-account met de accountnaam [gebruikersnaam 17] . [16]
Onderstaande verdachten maken alleen gebruik van een reguliere telefoon:
[medeverdachte 6] maakt gebruik van de telefoonnummers [telefoonnummer 5] , [telefoonnummer 6] en [telefoonnummer 7] [17] en telefoonnummer [telefoonnummer 8] en is door middel van stemidentificatie door de politie gekoppeld aan deze verschillende telefoonnummers. [18] [medeverdachte 6] wordt aangeduid met de bijnaam ‘ [alias 21] / [alias 24] ’. [19]
- [medeverdachte 13] maakt gebruik van telefoonnummer [telefoonnummer 9] . [20]
- [medeverdachte 7] maakt gebruik van de telefoonnummers [telefoonnummer 10] en [telefoonnummer 11] . [21]
De rechtbank hanteert (volgens vaste jurisprudentie) als uitgangspunt dat een Encrochat – en/of SKY-ECC account in beginsel – behoudens expliciete aanwijzingen voor het tegendeel – door één persoon wordt gebruikt en dat die gebruiker ook bekend was bij de andere partij in een chat/conversatie.
Parketnummer 05/161202-21
3.3.2
Ten aanzien van feit 1: [plaats 1]
Aantreffen amfetaminelaboratorium
Op 19 augustus 2020 krijgt de politie een melding dat er een verduisterd voertuig zou staan bij een loods op het terrein aan de [adres 1] . De verbalisanten zien op die locatie een bezweet persoon met besmeurde kleding naar buiten komen. In de loods ruikt de verbalisant een weeïge, zoete geur en hij ziet gasflessen en blauwe vaten liggen. [22] In het pand treffen de experts van de LFO meerdere ruimtes aan, waarin goederen en chemicaliën aanwezig zijn die passen bij de omzetting van een pre-precursor met een sterk zuur naar BMK en de vervaardiging van amfetamine met de Leuckart methode op industriële schaal. Er worden jerrycans, gasflessen, RVS-koelers, caustic soda, dopvaten, klemdekselvaten en een afzuigunit aangetroffen. Ook worden lege verpakkingen met MAPA en lege jerrycans met het etiket ‘Phosphoric Acid’ aangetroffen, hetgeen past bij de omzetting naar BMK. Op een kar staan twee witte 30-liter jerrycans en twee rode 25-liter jerrycans gevuld met een bruine basische vloeistof. Naast de kar staat een rode 25-liter jerrycan gevuld met een bruine basische vloeistof. De jerrycans zijn ruim boven de 30 graden Celsius. In de loods bevinden zich twee ronde reactieketels van 935 liter en drie vierkante reactieketels van 893 liter. Daarnaast is een destillatieketel van 893 liter aangetroffen. In de aangetroffen bestelbus worden nog drie koelbuizen en een destillatiebuis aangetroffen. De koelbuizen pasten op de reactieketels in de productieruimte. De destillatiebuis paste precies op de destillatieketel. Er worden tijdens het onderzoek door de LFO monsters genomen van goederen en stoffen. [23] Onderzoek van het NFI naar deze monsters bevestigt het vermoeden van de aanwezigheid van een amfetaminelaboratorium, in die zin dat het onderzochte materiaal onder meer MAPA, amfetamine, BMK gerelateerde syntheseverontreinigingen, N-formylamfetamine, formamide, mierenzuur en fosforzuur bevat, zijnde grondstoffen voor de productie van amfetamine en daadwerkelijk amfetamine. [24] Bij de instap worden [medeverdachte 6] en (een gewonde) [medeverdachte 5] op heterdaad aangehouden. [25]
Tussenconclusie
Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden stelt de rechtbank vast dat op het adres [adres 1] sprake is geweest van een locatie voor productie van amfetamine. De rechtbank stelt vast dat sprake is geweest van een actief productieproces waarin daadwerkelijk amfetamine(olie) is geproduceerd.
Betrokkenheid verdachten
Om de betrokkenheid van de verdachten te kunnen vaststellen heeft de politie gebruik gemaakt van informatie uit onderzoek ‘Elrits’ en onderzoek ‘Coquille’, getapte telefoongesprekken en berichten, observaties en analyses van Encrochat- en SKY-ECC gesprekken met betrekking tot het drugslab in [plaats 1] .
[medeverdachte 1] bericht aan [medeverdachte 3] op 12 juni 2020, nadat het in aanbouw zijnde drugslab in [plaats 6] ontruimd is, dat hij al een nieuwe locatie heeft, een boerderij in [plaats 7] . [26] Op 20 juli 2020 worden [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gezien op een terras in [plaats 6] , waar ze met twee anderen mogelijk een ‘werkbespreking’ hebben. [27] Een dag later, op 21 juli 2020, stuurt [medeverdachte 4] om 14.25 uur een sms dat ‘hij er bijna is en alles even uit zet’. Om 22.07 uur, diezelfde dag, straalt de telefoon van [medeverdachte 4] een telefoonmast in [plaats 1] aan. [28]
Op 23 juli 2020 komen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 8] bij de woning van [medeverdachte 3] , waar ze goederen in een bedrijfsauto laden, om vervolgens via een tussenstop in [plaats 8] de loods aan de [adres 1] in [plaats 1] binnen te rijden. [29] Op 29 juli 2020 vervoeren [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] vanaf een boerderij in [plaats 9] drie roestvrijstalen ketels naar de loods in [plaats 1] . [30] Op 8 augustus 2020 hebben [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] telefonisch contact en gaat het over personele problemen en met name over [medeverdachte 8] . [medeverdachte 4] zegt: “
die [alias 10] (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 8]
) stond met zijn kaak te trekken en loopt te zeiken.” [medeverdachte 3] reageerde hierop: “
dat doet ie één keer, dat doet hij EEN keer.... hoeft hij nooit meer te komen...”. [31] Op 9 augustus 2020 bespreken [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in een groepsapp de werkzaamheden. [medeverdachte 2] zegt dat ze al drie weken onderweg zijn. [medeverdachte 3] zegt dat er altijd opstartproblemen zijn, maar dat er deze dag olie was. Vervolgens zegt hij dat [alias 10] en [gebruikersnaam 8] (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 5] ) er van de week ook waren. [32]
Op 10 augustus 2020 rijdt [medeverdachte 4] naar een garagebox van [medeverdachte 3] , hij heeft een ontmoeting met [medeverdachte 10] en [medeverdachte 6] , waarna [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] grote rode flessen Acetyleen kopen in Rhenen en deze naar Noord Nederland brengen (de gasflessen worden bij de inval op 19 augustus 2020 aangetroffen in het lab in [plaats 1] ). [33] ’s Avonds informeert [medeverdachte 4] bij [medeverdachte 6] ‘hoe het stond, omdat mensen zich ongerust maken’. [medeverdachte 6] vertelt dat ‘die met vijf minuten weg was’ (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 8] ) en ‘elke keer als het zwaar wordt en er iets gedaan moet worden dan is die er niet en staat hij er alleen voor’. [34]
Op 11 augustus 2020 bericht [medeverdachte 4] [medeverdachte 6] dat 'ze gewoon moeten luisteren'. [medeverdachte 6] vindt dat ook, [medeverdachte 4] is, nu [medeverdachte 3] op vakantie is, ‘degene is die alles regelt, dus dan moet men ook naar [medeverdachte 4] luisteren’. [35]
Ze spreken vervolgens over hoe [verdachte] , [medeverdachte 8] en [medeverdachte 5] naar binnen kunnen in de loods in [plaats 1] . [36] [medeverdachte 4] geeft vervolgens aan [medeverdachte 8] door wat hij heeft afgesproken met [verdachte] en zegt dat ze het samen moeten oplossen. [medeverdachte 8] geeft dan aan dat hij gewond is aan zijn voet, omdat ‘die koffie overal lag’. [37] Op 12 augustus 2020 lijkt [medeverdachte 8] mogelijk onwel en paranoïde te zijn geworden, hij ziet ‘allemaal lichtjes’. Hij bericht [medeverdachte 6] :
‘de pisstraal is goed en ze zijn al aan het plassen’. [38] In hun groepsapp op Sky hebben [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] veel contact op 11 en 12 augustus 2020. Ze praten over [medeverdachte 5] die er een puinhoop van maakt en [verdachte] die orde op zaken moet stellen. [medeverdachte 2] is boos dat een deel van de olie naar ‘ [naam 1] ’ gaat en hij vraagt of [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] wel in de gaten hebben van wie ‘het hok’ is. [39] Op 13 augustus 2020 is er weer contact tussen [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de groepsapp. Het gaat over apaan die die dag moet komen, [alias 16] en [alias 10] , waarvan [medeverdachte 3] zegt dat hij ze niet meer vertrouwt, [medeverdachte 4] die dingen moet regelen en de investeringen van het drietal die gedaan zijn, waarna de winst moet worden gedeeld door vier, omdat [medeverdachte 3] een frisse start wil gaan maken met ‘die Marokkaan’. [40]
Op 14 augustus 2020 gaan [medeverdachte 8] , [verdachte] en [medeverdachte 6] weer naar [plaats 1] . [medeverdachte 4] haalt IBC-containers en een kannetje methanol en vraagt [medeverdachte 6] waarom ze alweer van ‘die lange dingen’ (de rechtbank begrijpt gasflessen) moeten hebben, omdat ‘ze niets hebben gedaan’. [41] [medeverdachte 3] chat op de Sky-app op 14 augustus 2020 dat er drie man in het lab zijn en dat er aan het einde van de dag olie is en hij vraagt [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] of ze straks een klant hebben. [medeverdachte 3] bericht dat hij gaat regelen dat de spullen worden opgehaald en naar [medeverdachte 1] / [medeverdachte 2] worden gebracht, zodat zij het kunnen mixen en wegbrengen. [42]
Op 15 augustus 2020 zegt [verdachte] dat hij er 55 liter uit heeft gehaald. Zowel [medeverdachte 8] als [verdachte] hebben last van de dampen en kunnen slecht uit hun woorden komen. [43] [medeverdachte 3] appt naar [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en rekent voor dat ze deze week per man 25 [alias 16] even zo hebben overgehouden. [medeverdachte 1] stuurt foto’s van jerrycans met een vloeibare stof en laat het gewicht zien. [44]
Op 17 augustus 2020 treffen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] elkaar en vervolgens koopt [medeverdachte 6] twee gasflessen bij een bedrijf in [plaats 10] en brengt deze met [medeverdachte 4] naar de garagebox van [medeverdachte 3] . [45] [medeverdachte 3] chat op Sky op 17 augustus 2020 dat het niet loopt zoals hij wil en dat hij naar een andere plek wil samen met de kok die er nu staat. [46]
Op 18 augustus 2020 gaat [medeverdachte 6] naar [plaats 1] en hij bericht [medeverdachte 3] dat hij ook [medeverdachte 4] heeft gesproken en vertelt dat hij niet wist of ze moe of ‘wappie’ waren, maar ze zagen er niet nuchter uit. [medeverdachte 5] had helemaal niets gezegd. [medeverdachte 6] zegt dat alles er nog staat, ook binnen bij de ketels was alles hetzelfde. [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] hebben een overleg in Zevenaar en praten over maskers en over ‘die [alias 16] ’ (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 5] ). [medeverdachte 6] rijdt op diezelfde dag vanaf de woning van [medeverdachte 3] naar [plaats 1] en pikt onderweg [medeverdachte 9] op. In [plaats 1] wordt gezien dat [medeverdachte 9] met een gele Jumbotas en handschoenen aan uit de loods komt, de tas in de caravan zet en de loods weer ingaat. Na een aantal uren vertrekt enkel [medeverdachte 6] weer uit de loods. [47]
[medeverdachte 3] bericht op de chat op18 augustus 2020 dat hij er 20 had opgehaald en de volgende ochtend weer een lading gaat halen. Hij had nu 12 blank en 20 licht geel staan en de volgende dag komt weer. [48]
Op 19 augustus 2020 vertrekt [verdachte] uit [plaats 1] omdat hij hoort dat de politie onderweg is. [medeverdachte 4] stuurt [medeverdachte 6] naar [plaats 1] , die daar alleen [medeverdachte 5] nog aantreft. [medeverdachte 4] draagt [medeverdachte 6] op de locatie te ontmantelen. [49]
Door het forensisch onderzoeksteam zijn na de instap monsters genomen van mogelijke sporen op gebruiksvoorwerpen en deze zijn veiliggesteld. [50] Door het NFI is onderzoek gedaan. Uit de bemonstering met SIN-nummer AALX0118NL#01 is een DNA-profiel verkregen, met een matchkans van kleiner dan één op één miljard. Het DNA-profiel van [verdachte] komt overeen met dit DNA-profiel. De rechtbank concludeert hieruit dat [verdachte] de donor is van het celmateriaal op de drinkrand van een waterflesje op de werkbank. Uit de bemonstering met SIN-nummer AANW4494NL#01 is een DNA-profiel verkregen, met een matchkans van kleiner dan één op één miljard. Het DNA-profiel van [medeverdachte 5] komt overeen met dit DNA-profiel. De rechtbank concludeert hieruit dat [medeverdachte 5] de donor is van het celmateriaal op de binnenzijde van de handschoen. [51]
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, ondubbelzinnig naar voren komt dat [verdachte] een uitvoerende rol heeft gehad in de organisatie van het drugslaboratorium in [plaats 1] . Hij is kok en is ingevlogen om bij te springen op de werkvloer als ‘probleemoplosser’. Hij is dan ook diverse keren aanwezig geweest op de locatie. De rol die [verdachte] heeft vervuld bij de opzet en het laten draaien van het drugslaboratorium was belangrijk en onmisbaar en van zodanig gewicht dat deze kan worden aangemerkt als medeplegen van de productie van amfetamine gedurende de gehele ten laste gelegde periode. De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
3.3.3
Ten aanzien van feit 2: voorbereidingshandelingen
Hiervoor heeft de rechtbank vastgesteld dat verdachte betrokken is geweest bij het drugslab in [plaats 1] . Op grond van de bewijsmiddelen van feit 1 in onderling verband en samenhang bezien, stelt de rechtbank vast dat verdachte gedurende de ten laste gelegde periode chemische stoffen, ketels en andere benodigdheden ten behoeve van een synthetisch drugslaboratorium voorhanden heeft gehad. Hieruit blijkt dat [verdachte] zich samen met anderen, in de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking, bezig hield met het treffen van voorbereidingshandelingen voor de productie van amfetamine. De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
3.3.4
Ten aanzien van feit 3: deelname aan een criminele organisatie
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij heeft deelgenomen aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 11b van de Opiumwet (Ow), een organisatie die zich specifiek bezig houdt met drugshandel. Dit betreft een zogenoemde lex specialis van artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Van een organisatie in de zin van deze artikelen is sprake bij een samenwerkingsverband tussen verdachte en ten minste één andere persoon met een zekere duurzaamheid en structuur. Een dergelijk samenwerkingsverband bestaat wanneer sprake is van een onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie. De samenstelling van het samenwerkingsverband hoeft niet steeds hetzelfde te zijn en niet is vereist dat een deelnemer aan de organisatie samenwerkt of bekend is met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie. Het oogmerk van de organisatie moet gericht zijn op het plegen van misdrijven als bedoeld in de Opiumwet. De gedragingen van de deelnemers kunnen bestaan uit het (mede)plegen van die misdrijven, maar ook het verrichten van hand- en spandiensten (die op zichzelf niet strafbaar zijn) kan daaronder vallen. Voor een bewezenverklaring is voldoende dat het plegen van misdrijven door de organisatie wordt beoogd en dat de verdachte weet dat de organisatie dat oogmerk heeft. In het bestanddeel deelneming aan een organisatie ligt tevens het opzet van verdachte besloten.
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat uit de opgenomen bewijsmiddelen naar voren komt dat tussen diverse verdachten sprake was van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband dat tot oogmerk had het plegen van misdrijven, in die zin dat de organisatie zich bezig hield met het initiëren, opzetten en coördineren van productielocaties van amfetamine(olie). Dit samenwerkingsverband was dus gericht op het produceren, verwerken en afleveren van synthetische drugs en het voorbereiden en bevorderen van die productie. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Er bestonden twee productielocaties ( [plaats 3] en [plaats 1] ) waar het verhandelbare eindproduct amfetamine werd gemaakt. In [plaats 6] is een drugslab ingericht, maar niet in gebruik genomen en op locaties in [plaats 4] , [plaats 8] en [plaats 9] bevonden zich opslagplaatsen/loodsen waarin grondstoffen en hardware werden bewaard. [52] Uit de (encrypted) gesprekken tussen de verdachten in het onderzoek Elrits blijkt dat verschillende verdachten hierbij steeds gezamenlijk betrokken zijn geweest. Er wordt in de chats gesproken over het fabriceren, vervoeren en verhandelen van drugs en precursoren van drugs en er vinden regelmatig overleggen plaats. De rechtbank leidt uit de gesprekken af dat sprake was van een duurzame organisatiestructuur. Verdachten gingen een zakelijke relatie aan die ongeveer vijf maanden duurde, onderhielden bijna dagelijks contact en werkten intensief samen. Er was sprake van continuïteit, een vaste kern met aansturing vanuit eigen leden en contacten met andere organisaties.
De samenwerking in de top van de organisatie blijkt onder meer uit de volgende chats.
Op 27 maart 2020 stuurt [medeverdachte 1] een bericht naar [medeverdachte 2]
:”hok gaan we door 3en doen, dus hij en wij. Je hebt 126 flappen in de week kwijt aan spullen gedeelt door 3, elke week draaien. Dan moeten wij 84 ruggen trekken in de week. Krijgen we 66%. Morgen afspraak met [alias 1] ”(de rechtbank begrijpt [medeverdachte 3] ). [medeverdachte 2] antwoordt:
“krijgen we 300 L. olie terug, pak je 110 ruggen ongeveer per x”. [53] Op 5 april 2020 zegt [medeverdachte 3] tegen [medeverdachte 1] in een chat:
“we moeten nog ff praten, ik maak ff lijst wat alles kost, praten met elkaar en financielen etc. doorspreken. Duidelijke afspraken maken.” [54] Op 6 mei 2020 bericht [medeverdachte 3] [medeverdachte 2] :
“ff zitten jij, ik en [alias 4] ”(de rechtbank begrijpt [medeverdachte 1] ). [55] Op 18 mei 2020 zegt [medeverdachte 3] tegen [medeverdachte 1] in een chat:
“dacht we gaan samen ff goeie afspraken maken, we gaan wel een samenwerking aan.”[medeverdachte 1] antwoordt:
“vertrouw jou, en twijfel ap je me, wij hebben de kok wie het kan, hij de plek.” [56]
Er wordt in de chats verder veel gesproken over betalingen en investeringen.
[medeverdachte 1] chat met [medeverdachte 2] op 25 april 2020:
‘die [alias 12] (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 12]
) heb jij vorog week niet betaald, moest [alias 18] (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 10]
) dat geven van jou? Betalen plek voor 4 liter olie. Hebben nu 1 plek nodig voor speed en hasj en bende. En dan heb [alias 18] er nog 3. Plek van [alias 12] is voor inpakken. Maandag wel ff zitten, zet ff 15 meijer stash op papier.” [57] Op 5 mei 2020 bericht [medeverdachte 3] [medeverdachte 1] :
“vrijdag ff cash bij mekaar doen voor de eerste 1200 broer”en
“vrijdag ook even de res damen afrekenen, heb bonnetjes gemaakt van die extra ketels, chauffeurskosten, kosten filters, palletwagen, steekwagen, gasflessen, wokbranders, zuurpomp, die wand, etc. [58] Op
9 juni 2020 zegt [medeverdachte 3] tegen [medeverdachte 2] in een chat:
zou je lovi kennen sturen voor de laatste dingen, pakt allemaal iets anders uit. Was het drukvat voor stomer vergeten. 1950 de man.” [59] [medeverdachte 2] bericht [medeverdachte 3] op 10 juni 2020:
“maat ik zit hier ff met [alias 4] wij zijn hier ook alles aan het betalen, panden en lasser en kok.” [60]
Uit de inhoud van de chats blijkt dat [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zich bezig hielden met het aansturen van de anderen. [medeverdachte 1] bericht [medeverdachte 3] op 7 mei 2020:
“en kok zet ik 17u in”. [61] Op 8 mei 2020 chat [medeverdachte 3] :
maat, kan je je neef bereiken? Hij is al 1,5 uur onderweg van [plaats 4] naar [plaats 11] . Die gasten staan daar met apaan en hij pakt de telefoon niet op”. [62]
[medeverdachte 3] bericht [medeverdachte 2] op 12 mei 2020:
“stuur jij anders ff mannetje die gaat ruiken broer”en [medeverdachte 2] antwoordt:
“ga ff [alias 18] zenden” [63] [medeverdachte 1] vraagt [medeverdachte 3] op 14 mei 2020 in een chat:
“wie ga je laten kijken?”en [medeverdachte 3] antwoordt:
“uhm ja zeg maar die [alias 12] ”. [64] [medeverdachte 3] bericht [medeverdachte 1] op 10 juni 2020:
“ik haal even electraspullen en [alias 2](de rechtbank begrijpt [medeverdachte 4] )
maakt het.” [65]
Op 12 juni 2020 bericht [medeverdachte 1] [medeverdachte 3] :
“Breek alles maar weer af, we gaan weer weg daar [66] en [medeverdachte 3] geeft de opdracht door aan [medeverdachte 5] :
“Breek alles maar af, ben nu met [alias 4] .” [67]
Uit de berichten volgt dat sprake was van een duidelijke hiërarchie en taakverdeling. Naast de drie verdachten die zich aan de top van de organisatie bevinden ( [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ), onderscheidt zich een middenkader dat functioneert tussen de top van de organisatie en de werkvloer ( [medeverdachte 4] ). Daaronder bevinden zich de verdachten die werkzaam zijn op de vloer, als kok, bouwer, klusjesman, chauffeur of manusje-van-alles ( [medeverdachte 7] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 8] , [verdachte] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 10] en [medeverdachte 9] ). De rechtbank stelt op basis van het dossier de onderlinge rolverdeling als volgt vast.
[medeverdachte 3]
heeft samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] een leidinggevende rol in de organisatie, hij is investeerder, hij gaat over de verdeling van de winst en stuurt mensen aan om werkzaamheden uit te voeren. Daarnaast verricht hij uitvoerende taken. Hij bestelt materiaal, hij regelt personeel en expertise in de rol van koks, lassers en elektriciëns en voorziet de locaties van grondstoffen. Hij is actief in het zoeken en regelen van locaties en is regelmatig in overleg met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .
[medeverdachte 1]
heeft een aansturende rol in de organisatie en is daarnaast investeerder. Hij werkt nauw samen en heeft veel overleg met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] , waarbij het gaat over betalingen en investeringen, het verdelen van de winst en het regelen en aansturen van mensen. Hij bepaalt waar de locaties komen en wanneer deze weer moeten worden ontmanteld. Zo geeft hij op 12 juni 2020 de opdracht aan [medeverdachte 3] om ‘het hok’ in [plaats 6] weer af te breken. [68]
[medeverdachte 2]
heeft een aansturende rol in de organisatie en is daarnaast investeerder. Hij werkt nauw samen en heeft veel overleg met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] , waarbij het gaat over betalingen en investeringen, de verdeling van de winst en het regelen en aansturen van mensen. [medeverdachte 2] regelt ook een ‘stashlocatie’ voor een grote hoeveelheid apaan. [medeverdachte 2] gaat zelf niet naar de drugslabs, maar stuurt van afstand anderen aan.
[medeverdachte 6]
is een uitvoerder in de organisatie. Hij houdt zich bezig met het transport van goederen en mensen en wordt aangestuurd om locaties te bekijken en te controleren. Als er problemen zijn op een locatie wordt hij gestuurd om er te gaan kijken en de boel te regelen. Hij vervoert meerdere keren het eindproduct. Op 19 augustus 2020 wordt [medeverdachte 6] naar het lab in [plaats 1] gestuurd om dit lab te ontmantelen.
[medeverdachte 7]
verricht hand- en spandiensten en zoekt naar geschikte locaties voor de organisatie. Zo zegt hij op 18 juni 2020 in een bericht aan [medeverdachte 6] :
“Bij mij in het dorp heb ik iets gezien dat zal perfect zijn voor hun… je ziet aan de omgeving van die mensen dat er armoede is. het is ooit een groot bedrijf geweest maar dat is het lang niet meer. Ze zitten precies op een dood punt: je kan erin en eruit en niemand die het ziet”. [69]
[medeverdachte 4]
is het manusje-van-alles in de organisatie en behoort tot de ‘vaste kern’ Hij regelt praktische zaken, hij rijdt als chauffeur en doet de distributie van materiaal en grondstoffen en is bij veel overleggen aanwezig. [medeverdachte 4] neemt waar voor [medeverdachte 3] , als [medeverdachte 3] op vakantie gaat. [70] Hij legt op meerdere momenten rechtstreeks verantwoording af aan [medeverdachte 1] . [medeverdachte 3] zegt over [medeverdachte 4] :
“das de jonge van mij die alle tp overal naar toe regeld, chaf, bussen etc. die doet de distributie eigen is hij onze concierge.” [71]
[medeverdachte 5]
heeft een uitvoerende rol, hij is kok en bouwer. Op 12 mei 2020 wordt hij voor het eerst genoemd in zijn rol van kok in chatgesprekken tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . [72] Later zegt [medeverdachte 5] in een chat dat hij ook ‘gewoon dingen kan aanpassen’ en diezelfde dag wordt door [medeverdachte 3] een chat van [medeverdachte 5] doorgestuurd, waarin [medeverdachte 5] zegt:
“Nou heb nog meer slecht nieuws die app van 1400 is kuist verbrand”. [73] In [plaats 6] heeft [medeverdachte 5] meegeholpen met de opbouw van het lab [74] en ook met het ontmantelen daarvan. [75] [medeverdachte 5] wordt gewond aangetroffen bij het drugslaboratorium in [plaats 1] op de dag van de inval, omdat hij in aanraking is gekomen met chemicaliën en is daar aangehouden door de politie.
[medeverdachte 8]
heeft een uitvoerende rol in de organisatie. Hij is kok, uitvoerder, chauffeur en bouwer. Op 31 maart 2020 stuurt [medeverdachte 8] foto’s vanuit het laboratorium in [plaats 3] , waar hij op dat moment bezig is met het chemische proces. [76] Op 10 juni 2020 zegt [medeverdachte 3] tegen [medeverdachte 2] dat [medeverdachte 8] nog twee dagen nodig heeft om het laboratorium in [plaats 6] operationeel te krijgen. [77] werkte ook als kok in het lab in [plaats 1] . [78]
[medeverdachte 10]
beheert locaties voor [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , daarnaast is hij chauffeur en manusje-van-alles. Hij is betrokken geweest bij de opbouw van de locatie in [plaats 6] . Op 25 april 2020 stuurt [medeverdachte 2] een opsomming van [medeverdachte 10] werkzaamheden voor de organisatie naar [medeverdachte 1] . [79]
[verdachte]
heeft een uitvoerende rol in de organisatie als kok. Hij ingevlogen om bij te springen in de productie in het laboratorium in [plaats 1] . [80]
[medeverdachte 9]
heeft een uitvoerende rol onder in de organisatie. Hij heeft toegang tot meerdere stashlocaties van de organisatie, hij transporteert drugs, hij moet escorts regelen en hij transporteert geld en personen in opdracht van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Zo krijgt hij op 9 april via [medeverdachte 10] te horen dat hij van [medeverdachte 1] twee mannen in Hellevoetsluis moet ophalen. Een van deze mannen blijkt [medeverdachte 5] te zijn. [81] Hij vraagt om loon bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . [82]
Wetenschap verdachte van het oogmerk van de organisatie
Uit de betrokkenheid van verdachte bij de productie van de synthetische drugs, de inhoud van de chats en berichten, telefoontaps en observaties, leidt de rechtbank af dat verdachte wist dat de organisatie waar hij deel van uitmaakte tot oogmerk had de productie van synthetische drugs en het voorbereiden en bevorderen van die productie.
Conclusie
Op grond van het bovenstaande concludeert de rechtbank dat verdachte wetenschap had van het oogmerk van de organisatie, behoorde tot het samenwerkingsverband binnen die organisatie en met zijn handelingen heeft bijgedragen aan het criminele oogmerk van de organisatie gedurende de periode van 1 mei 2020 tot en met 19 augustus 2020.
De rechtbank acht het onder 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Parketnummer 08/178242-22
3.3.5
Ten aanzien van feit 1: [plaats 2]
Aantreffen amfetaminelaboratorium
Op 21 mei 2020 wordt na een melding van geurhinder door de politie en de brandweer van [plaats 2] een inval gedaan in een loods aan de [adres 2] (België). De brandweer stelt vast dat de dakdoorvoer warm aanvoelt en dat er een sterke chemische geur, een amandelgeur, is waar te nemen. [83]
De politie stelt vast dat rond de loods een doordringende zoete geur hangt en treft in de loods een installatie met nog warme ketels aan en verschillende bidons en vaten met chemische producten. [84] Vervolgens komt het Clanlab Respons Unit (hierna: CRU) ter plaatse en stelt de aanwezigheid vast van een preprecursor MAPA, die productie van BMK mogelijk maakt. De CRU stelt vast dat ook andere stoffen en vloeistoffen voor de aanmaak van amfetamine aanwezig zijn, zodat zij voorlopig concludeert dat het gaat om een amfetamine-productielab. [85] Het CRU voert een inventarisatie en monsterafname uit. [86] Er wordt onderzoek gedaan naar de monsters en bevindingen van het CRU door het laboratorium van het NICC (Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie ), waar geconcludeerd wordt dat het aangetroffen materiaal grondstoffen, resten en afval van BMK-productie en amfetamine-productie volgens de Leuckart -methode betreft. De volgende stoffen worden aangetroffen: APAA, MAPA en een mengsel van beide, een zout van BMK-glycidezuur, fosforzuur, natriumhydroxide en een sterk zuur. Verder wordt een reactieketel, een kookpot met verwarming en een destillatie-opstelling aangetroffen. [87]
Tussenconclusie
Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden stelt de rechtbank vast dat op het adres [adres 2] (België) sprake is geweest van een locatie voor productie van amfetamine. De rechtbank stelt vast dat sprake is geweest van een actief productieproces waarin daadwerkelijk amfetamine(olie) is geproduceerd.
Betrokkenheid verdachten
Om de betrokkenheid van de verdachten te kunnen vaststellen heeft de Belgische politie gebruik gemaakt van informatie uit telefoongegevens, observaties, analyses van Encrochatgesprekken en DNA/dacty-onderzoek, met betrekking tot het drugslab in [plaats 2] .
Uit onderzoek van de Belgische politie blijkt dat het laboratorium in [plaats 2] al minimaal negen maanden in bedrijf is geweest onder regie van ene [naam 2] . Het samenwerkingsverband onder leiding van [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] met als medewerkers [medeverdachte 5] en [medeverdachte 8] is ingestapt op 18 mei 2020. [verdachte] werkte onder [naam 2] en is al eerder gesignaleerd in de loods. [naam 2] communiceert van 8 tot 12 mei 2020 uitgebreid met [verdachte] over het productieproces in het lab. [88] Ook wordt gesproken over het bedrag dat [verdachte] krijgt voor zijn werk in het lab. [89]
Uit camerabeelden blijkt dat een persoon, vermoedelijk [verdachte] , op 8 mei 2020 de loods binnengaat, op 11 mei weer wegrijdt en op 18 mei 2020 de loods binnengaat. [90]
[medeverdachte 3] spreekt op 14 mei 2020 met [medeverdachte 5] over een plek in België, net over de grens. [91]
Met [medeverdachte 1] bespreekt [medeverdachte 3] hoe hij de onderhandelingen in moet gaan. [92] In een encrochatgesprek op 18 mei 2020 overlegt [naam 2] met [naam 3] en zegt:
“er is een boy die wilt werken, hij wil bij ons komen, heeft 3 ketels, 2 koks en deelt alles helft helft, NL jongen uit [plaats 6] , knaller. Heeft 5 ton liggen en deelt met ons.” [93]
In een chatconversatie op 4 mei 2020 geeft [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 1] aan dat er twee drukketels nodig zijn. Hij verstuurt een foto van een factuur waarop de machinenummers [nummer 1] en [nummer 2] staan. Later worden in het lab in [plaats 2] twee ketels aangetroffen met deze unieke nummers. [94]
Op 18 mei 2020 vraagt [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 5] of hij meegaat naar de nieuwe locatie in België, ze draaien daar al en nu gaan ze samenwerken. [medeverdachte 3] geeft een adres in [plaats 2] door. [95] [medeverdachte 5] arriveert op 18 mei 2020 in de loods [96] en zijn telefoon straalt dan aan op de mast [adres 3] in [plaats 2] . Deze mast dekt de locatie van de [adres 2] in [plaats 2] . [97]
[medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] communiceren op 19 en 20 mei 2020 over de productie in België. [medeverdachte 1] vraagt:
“Hoeveel ap kunnen afdraaien en wanneer poen”en [medeverdachte 3] zegt:
“veel broer, hun hbnen 3000 smeltketel en 3000, dus 1500/2000 kg per smelt. Kijk we hebben zoveel kapsitijd en stoffen, dus dat we nog 1500a kinnen maken. En ik heb nog 1000 fos eb 1000 for en 1000 mier en pallet caus staan. Dus we kunnen echtnveel makek.” [98] [medeverdachte 1] zegt vervolgens dat ‘ [alias 10] ’(de rechtbank begrijpt [medeverdachte 8] ) wil meerijden en moet worden opgehaald. [99]
Op 20 mei 2020 zegt [medeverdachte 8] tegen [medeverdachte 1] :
“Je hebt hier geen schone lucht, moeten afzuigers bij.”[medeverdachte 8] stuurt dan een foto, waarop de loods in [plaats 2] te herkennen is. [100] Op 21 mei 2020 stuurt [medeverdachte 8] aan [medeverdachte 3] een bericht dat de plek perfect is, maar dat de bouwtechniek ‘
kut’ is. [medeverdachte 8] klaagt dat er geen schone lucht is. [medeverdachte 3] zegt dat hij dat moet maken. [medeverdachte 8] zegt dat hij niet alles zelf kan doen. [101] Later die ochtend vraagt [medeverdachte 3] of ze al apaan kunnen hebben. [medeverdachte 8] zegt dat de keuken eerst ‘
gefixt’ moet worden en klaagt dat zijn ogen weg branden.
‘We gaan nu pan koken, komt zo dadelijk meer rook. Die gaat zo roken.’ [102] Op 21 mei 2020 stuurt [medeverdachte 8] een bericht naar [medeverdachte 1] :
“ [alias 4] , eigen is boos, hun hebbe zootne van gemaak”.Om 19:34 uur bericht [medeverdachte 8] [medeverdachte 1] dat er een inval is geweest, dat hij op tijd weg was en dat [medeverdachte 5] in een hotel is. [103]
Op 22 mei 2020 klagen zowel [verdachte] als [medeverdachte 8] over last van hun ogen. [104] [verdachte] stuurt screen shots van het nieuwsbericht dat het drugslab is opgerold en [medeverdachte 8] reageert:
”hebben wij geluk bro, dat we moesten stoppen” [105] [medeverdachte 8] vraagt [verdachte] of hij nog alles klaar heeft gemaakt en alle liters meegekomen zijn. [verdachte] zegt:
‘ja, net op tijd.” [106]
Op 22 mei 2020 vraagt [medeverdachte 8] aan [medeverdachte 5]
‘bro, was die olie die klaar had gestoomd, vacuum b of was die donker?’en ‘
hoeveel was dat?’ [medeverdachte 5] reageert dat die donker was en vraagt ‘
hoezo’. [medeverdachte 8] reageert daarop dat ‘
die dan nog een keer moet’. ‘Niet zoals gisteren, zo uit die pan’. [medeverdachte 5] :
‘nee, die is ook uitgedampt.’ [medeverdachte 8] vraagt hoeveel liter het was. [medeverdachte 5] antwoordt dan dat ‘ [gebruikersnaam 10] ’ (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 3] ) zei dat het niet uit maakt.
‘Zwart, geel, paars of blauw als hij het maar doet zei die’. [medeverdachte 8] vraagt dan nogmaals hoeveel liter hij klaar gemaakt heeft. [medeverdachte 5] zegt
’75 ongeveer’en vraagt waarom iedereen altijd wil weten hoeveel. [medeverdachte 8] :
‘omdat wij toch er dat hadden gesmolten, was benieuwd, er was uitgekomen, ik heb het niet precies gemeten’. [107]
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, ondubbelzinnig naar voren komt dat [verdachte] een belangrijke uitvoerende rol heeft gehad in de organisatie van het drugslaboratorium in [plaats 2] . Hij is veel aanwezig op de locatie, werkt daar als kok. De rol die [verdachte] heeft vervuld bij de opzet en het laten draaien van het drugslaboratorium was belangrijk en onmisbaar en van zodanig gewicht dat deze kan worden aangemerkt als medeplegen van de productie van amfetamine gedurende de gehele ten laste gelegde periode.
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
3.3.6
Ten aanzien van feit 2: voorbereidingshandelingen
Hiervoor heeft de rechtbank vastgesteld dat verdachte betrokken is geweest bij het drugslab in [plaats 2] . Uit het dossier blijken verder de volgende feiten en omstandigheden.
Contact over het proces en instructies geven:Op 8 mei 2020 stuurde verdachte een foto van een ketel aan [naam 2] . Vervolgens vroeg hij om uitleg wat betreft dozen en hoeveel er gedaan moest worden. Enige tijd later stuurde verdachte een foto van een maatbeker welke voor de helft gevuld was met een gele doorzichtige vloeistof. Verdachte gaf vervolgens aan dat een ketel niet goed was, deze maakte geluid bij het uitzetten door de hitte. Daarnaast ging volgens hem het stomen te lang duren. [108] Op 21 mei 2020 zegt verdachte in een chatgesprek met [naam 2] : “
broer ik kan niet eens in die ruimte staan zonder masker. Die ouwe houdt het bij, ik kijk toe van afstand of die het goed doet. Ondertussen is die olie aan het koken in de pan, voor dampen, dat geeft ook zware lucht. B olie die hele tijd aan 't koken is zonder afzuiging of koeler want is gewoon in pan. Kan niet nou nog fos en ap koken in een ketel die klemmen mist en waarvan bubbelslang niet goed is. Je gaat gekke dampen krijgen, gekke lucht. En dan gaat iedereen hier weg bro want dat zeggen ze al hele tijd”. [109]
Op grond van de bewijsmiddelen van feit 1 in onderling verband en samenhang bezien komt de rechtbank verder tot het oordeel dat verdachte gedurende de ten laste gelegde periode chemische stoffen, ketels en andere benodigdheden ten behoeve van een synthetisch drugslaboratorium voorhanden heeft gehad.
Uit het bovenstaande, in samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen, blijkt dat [verdachte] zich samen met anderen, in de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking, bezig hield met het treffen van voorbereidingshandelingen voor productie van amfetamine. De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 05/161202-21
1
hij in de periode 1 augustus 2020 tot en met 19 augustus 2020 te Wildervank , gemeente Veendam, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft bereid en bewerkt en verwerkt en vervaardigd, (ongeveer) 135 liter amfetamine-olie, zijnde amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2
hij in de periode 1 augustus tot en met 19 augustus 2020 te Wildervank , tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, van amfetamine, zijnde amfetamine, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen
- voorwerpen enstoffen,
voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, en diens mededaders, wisten
dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door
- stoffen en/of chemicaliën voorhanden te hebben ( Wildervank ) en
- ketels voorhanden te hebben, ( Wildervank ) en
- benodigdheden voor een synthetisch drugslab voorhanden te hebben, ( Wildervank );
3
hij in de periode 1 mei 2020 tot en met 19 augustus 2020 te Wildervank , heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten ( [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8] en [medeverdachte 9] en [medeverdachte 10] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 vierde lid, artikel 10a eerste lid Opiumwet;
Parketnummer 08/178242-22
1
hij in de periode van 8 mei 2020 tot en met 21 mei 2020 te Gent (België), tezamen en in vereniging met een anderen, opzettelijk heeft bereid en bewerkt en verwerkt en vervaardigd, een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine(olie), zijnde
amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2
hij in de periode van 8 mei 2020 tot en met 21 mei 2020 te Gent (België), tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen
te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, en binnen het grondgebied van Nederland brengen van amfetamine, zijnde amfetamine, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I
- zich en een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van
dat feit heeft getracht te verschaffen
door contact te onderhouden met medeverdachten ten aanzien van het verloop van het productieproces (van amfetamine en/of BMK) in het lab en
het geven van instructies welke materialen en/of grondstoffen nodig zijn ten behoeve van het productieproces in het lab en
- (onderdelen van) een (in werking zijnde) productieopstelling, (bedoeld voor de productie van amfetamine en/of bedoeld voor de productie van MAPA naar BMK) en laboratoriumbenodigdheden en hardware voorhanden heeft gehad, en
- grondstoffen voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en medeverdachten wisten of ernstig reden hadden te vermoeden, dat deze bestemd waren tot het plegen van die feiten.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 2, 10, 10a en 11b van de Opiumwet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
Parketnummer 05/161202-21
de eendaadse samenloop van de feiten 1 en 2:
feit 1
het misdrijf:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod;
en
feit 2
het misdrijf:
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, tezamen en in vereniging met anderen, voor te bereiden of te bevorderen,
voorwerpen enstoffen, voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
feit 3
het misdrijf:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10 vierde lid en artikel 10a van de Opiumwet;
Parketnummer 08/178242-22
de eendaadse samenloop van de feiten 1 en 2:
feit 1
het misdrijf:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod;
en
feit 2
het misdrijf:
om een feit, bedoeld in het vierde lid of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, tezamen en in vereniging met anderen, voor te bereiden of te bevorderen,
zich en een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte wordt opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van 44 maanden met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht. De officier van justitie heeft daarbij gevorderd de schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen op de datum van de einduitspraak.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat de eis van de officier van justitie dient te worden gematigd, nu de verdediging minder bewezen acht dan de officier van justitie. Voorts heeft de raadsman de rechtbank verzocht rekening te houden met artikel 63 Sr, het tijdsverloop, de kleinere rol van verdachte en de proceshouding van verdachte. De raadsman heeft ten slotte verzocht de schorsing van de voorlopige hechtenis in stand te houden.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich gedurende een aanzienlijke periode, in georganiseerd verband, bezig gehouden met medeplegen van voorbereidingshandelingen die zagen op het produceren van synthetische harddrugs en de daadwerkelijke productie daarvan op twee verschillende locaties.
De organisatie waarvan verdachte deel uitmaakte heeft zich op professionele wijze en op haast industriële schaal bezig gehouden met het produceren van grote hoeveelheden amfetamine en BMK op wisselende locaties. Het produceren van amfetamine is een lucratieve en specialistische bezigheid. Het spreekt voor zich dat een organisatie met als doelstelling het plegen van misdrijven als hiervoor genoemd een ernstige en ontoelaatbare ondermijning van de rechtsorde betekent. Door deel te nemen aan een dergelijke organisatie heeft verdachte geen oog gehad voor de maatschappelijke problemen die de productie van (en de daaruit logischerwijs voortvloeiende handel in) verdovende middelen met zich meebrengen. Het is algemeen bekend dat het gebruik van verdovende middelen grote gezondheidsrisico’s met zich meebrengt en kan leiden tot verslavingen, die de gebruikers dan vaak door diefstal of ander crimineel handelen trachten te bekostigen, hetgeen weer leidt tot overlast in de samenleving. Van de handel in verdovende middelen is bovendien algemeen bekend dat dit vaak gepaard gaat met verschillende vormen van andere criminaliteit.
Daarnaast schuilt in de productie van harddrugs direct gevaar voor schade aan het milieu, veroorzaakt door illegale dumpingen van vrijkomende chemische afvalstoffen in de natuur. Bovendien bestaat er ontploffingsgevaar, brandgevaar en gevaar voor het vrijkomen van giftige stoffen.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft in strafverzwarende zin rekening gehouden met de inhoud van het uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 11 januari 2024. Hieruit blijkt immers dat verdachte eerder is veroordeeld voor drugsgerelateerde feiten. Voorts blijkt uit het uittreksel justitiële documentatie een veroordeling die ligt na de pleegperiode van de onderhavige bewezen verklaarde feiten, waardoor toepassing gegeven dient te worden aan artikel 63 Sr. Het gaat daarbij om de veroordeling van 3 oktober 2023 door het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch.
Strafoplegging
Gezien de ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank gekeken naar de oriëntatiepunten van het LOVS en acht geslagen op rechterlijke uitspraken in soortgelijke zaken. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden passend en geboden is.
De rechtbank overweegt bij het vaststellen van de hoogte van de straf dat verdachte weliswaar geen leidende rol had in de organisatie, maar werkte voor de organisatie als een goed functionerende kok die kon worden ingezet waar het nodig was. Verdachte werkte niet alleen voor deze organisatie maar ook voor andere criminele clusters. Het oprollen van de laboratoria in [plaats 2] en [plaats 1] weerhield verdachte er niet van om actief te blijven in het milieu, nu is gebleken dat hij in juni 2021 ook weer werd aangehouden bij een laboratorium in Werkendam.
Van persoonlijke omstandigheden van verdachte die tot matiging van de straf zouden kunnen leiden is niet gebleken.
De rechtbank overweegt daarnaast dat er sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn. Verdachte is in verzekering gesteld op 22 juni 2021 en vanaf dat moment is de redelijke termijn gaan lopen. Dat betekent dat er, nu op 31 mei 2024 vonnis wordt gewezen tegen verdachte, sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn van 10 maanden. De rechtbank zal dan ook, volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, de maximale korting van zes maanden op de straf in mindering brengen. De rechtbank zal verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van 42 maanden met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
Voorlopige hechtenis
De voorlopige hechtenis van verdachte is door de rechtbank geschorst per 9 november 2022 gelet op het procesverloop, bezien in het licht van de verdenking en de persoonlijke situatie van verdachte. Het verhandelde ter zitting en de inhoud van het onderhavige vonnis vragen om een nieuwe beoordeling van de voorlopige hechtenis. Met het onderhavige vonnis zijn de ernstige bezwaren gegeven en ook de aan de voorlopige hechtenis ten grondslag liggende recidivegrond is onverkort van toepassing. De aan de eerder bevolen schorsing van de voorlopige hechtenis ten grondslag liggende omstandigheden zijn in het licht van dit vonnis naar het oordeel van de rechtbank van onvoldoende gewicht om het door laten lopen van de schorsing te rechtvaardigen. De persoonlijke belangen van verdachte bij schorsing van de voorlopige hechtenis wegen in de nieuwe situatie niet langer op tegen het strafvorderlijk belang bij hervatting van die voorlopige hechtenis. De rechtbank is daarom van oordeel dat de schorsing van de voorlopige hechtenis moet worden opgeheven.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 47, 55 en 57 Sr.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer 05/161202-21
de eendaadse samenloop van de feiten 1 en 2:
feit 1
het misdrijf:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod;
en
feit 2
het misdrijf:
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, tezamen en in vereniging met anderen, voor te bereiden of te bevorderen,
voorwerpen enstoffen, voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
feit 3
het misdrijf:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10 vierde lid en artikel 10a van de Opiumwet;
Parketnummer 08/178242-22
de eendaadse samenloop van de feiten 1 en 2:
feit 1
het misdrijf:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod;
en
feit 2
het misdrijf:
om een feit, bedoeld in het vierde lid of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, tezamen en in vereniging met anderen, voor te bereiden of te bevorderen,
zich en een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen.
Strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
42 (tweeënveertig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
voorlopige hechtenis
- heft de schorsing van de voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.E. Schaap, voorzitter, mr. G.H. Meijer en
mr. M.W. Eshuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. de Bruin, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 31 mei 2024.
Buiten staat
Mr. M.W. Eshuis is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit voor de feiten met parketnummer 05/161202-21 pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, districtsrecherche IJsselland met onderzoeksnummer Elrits/ ON1R020059 en de aanvullingen 1 tot en met 6. Ten aanzien van de feiten met parketnummer 08/178242-22 wordt verwezen naar Onderzoek Gruutlab met dossiernummer 2020/93. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Proces-verbaal chatidentificatie met betrekking tot imei [IMEI-nummer 1] [medeverdachte 3] , AD01, AH026, pagina 398 en AH165, AD01, pagina 259.
3.Proces-verbaal stemidentificatie mbt [medeverdachte 3] op [nummer 3] , AD01, AH180, pagina 91 ev.
4.Proces-verbaal chatidentificatie met betrekking tot imei [IMEI-nummer 2] [medeverdachte 4] , AD01, AH044, pagina 405 en AMB.090, AD01, pagina 163.
5.Proces-verbaal stemherkenning [medeverdachte 4] , AD01, AH182, pagina 113 en 114.
6.Proces-verbaal chatidentificatie met betrekking tot imei [IMEI-nummer 3] [medeverdachte 2] , AD01, AH045, pagina 415.
7.Proces-verbaal chatidentificatie met betrekking tot imei [IMEI-nummer 4] [medeverdachte 8] , AD01, AH050, pagina 430 en AH051, AD01, pagina 174.
8.Proces-verbaal stemidentificatie [medeverdachte 8] , AD01, AH 037, pagina 82 ev.
9.Proces-verbaal identificatie [gebruikersnaam 6] , AD01, AH054, pagina 436.
10.Proces-verbaal [gebruikersnaam 7] , AD01, AH060, pagina 451 en AH166, AD01, pagina 298.
11.Proces-verbaal [gebruikersnaam 8] , AD01, AH061, pagina 457 en AH100, AD01, pagina 187.
12.Proces-verbaal chatidentificatie [gebruikersnaam 18] , AD01, AH099, pagina 476.
13.Proces-verbaal identificatie [gebruikersnaam 11] [medeverdachte 9] , AD01, AH192, pagina 492.
14.Proces-verbaal identificatie [gebruikersnaam 12] , AD01, AH200, pagina 496.
15.Proces-verbaal identificatie [gebruikersnaam 13] , aanv dossier AD07, AH210, pagina 15868 ev.
16.[medeverdachte 1] : proces-verbaal ter beschikkingstelling Argus data, AD01, pagina 552, [medeverdachte 3] : proces-verbaal bevindingen SKY-gebruik [medeverdachte 3] , AD01, pagina 556 ev., [medeverdachte 2] : proces-verbaal ID SKY account [gebruikersnaam 17] , AD01, pagina 562 ev.
17.Proces-verbaal van bevindingen [medeverdachte 6] gebruiker telefoonnummers [telefoonnummer 5] , [telefoonnummer 6] en [telefoonnummer 7] , ZD02, AMB.078, pagina 6320 ev.
18.Proces-verbaal stemidentificatie mbt [medeverdachte 6] op [telefoonnummer 8] , AD01, AH188, pagina 153 ev.
19.Proces-verbaal van bevindingen mbt bijnaam van [medeverdachte 6] is [alias 21] , AD01, AH140, pagina 213 ev.
20.Proces-verbaal restinformatie, ZD05, pagina 9065.
21.Proces-verbaal van bevindingen [medeverdachte 7] gebruiker [telefoonnummer 11] . ZD02, AMB.037, pagina 6459 en 6460.
22.Proces-verbaal aanhouding verdachte, ZD01, AH039.01, pagina 3357 en 3358.
23.Proces-verbaal LFO, ZD01.01, AH048, pagina 3382 ev.
24.Een geschrift zijnde een rapport van het NFI, drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 19 augustus 2020 op de locatie [adres 1] te [plaats 1] van 20 november 2020, pagina 3499 ev.
25.Proces-verbaal aanhouding verdachte, ZD01, AH039/40.01, pagina 3357 en 3359.
26.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10269.
27.Proces-verbaal van observatie 20 juli 2020, ZD01, T011, pagina 3573 ev.
28.Proces-verbaal van bevindingen, AH076, ZD01, pagina 3544
29.Proces-verbaal mbt [plaats 1] 20-29 juli 2020, ZD01, AH076, pagina 3547.
30.Proces-verbaal mbt [plaats 1] 20-29 juli 2020, ZD01, AH076, pagina 3552.
31.Proces-verbaal mbt [plaats 1] 8 augustus 2020, ZD01, AH081, pagina 3678.
32.Proces-verbaal van bevindingen mbt SKY-ECC informatie dd 8/9-08-2020,Coquille ON1R020049-320, pagina 4287 ev.
33.Proces-verbaal mbt [plaats 1] 10 augustus 2020, ZD01, AH083, pagina 3730.
34.Proces-verbaal mbt [plaats 1] 10 augustus 2020, ZD01, AH083, pagina 3757.
35.Proces-verbaal van bevindingen, 14 juni 2021, ZD01, AH084, pagina 3772.
36.Proces-verbaal mbt [plaats 1] 11 augustus 2020, ZD01, AH084, pagina 3766 en 3773.
37.Proces-verbaal mbt [plaats 1] 11 augustus 2020, ZD01, AH084, pagina 3771.
38.Proces-verbaal mbt [plaats 1] 12 augustus 2020, ZD01, AH085, pagina 3783.
39.Proces-verbaal van bevindingen mbt SKY-ECC informatie dd 11-08-2020,Coquille ON1R020049-311, pagina 4210 ev.
40.Proces-verbaal van bevindingen mbt SKY-ECC informatie dd 13/16-08-2020,Coquille ON1R020049-314, pagina 4226 ev.
41.Proces-verbaal mbt [plaats 1] 14 augustus 2020, ZD01, AH087, pagina 3879.
42.Proces-verbaal van bevindingen mbt SKY-ECC informatie dd 13/16-08-2020,Coquille ON1R020049-314, pagina 4227 ev.
43.Proces-verbaal bevindingen mbt [plaats 1] 15 augustus 2020, ZD01, AH088, pagina 3906.
44.Proces-verbaal van bevindingen mbt SKY-ECC informatie dd 13/16-08-2020,Coquille ON1R020049-314, pagina 4227 ev.
45.Proces-verbaal bevindingen rondom observatie op 17 augustus 2020, ZD01, AH090, pagina 3947.
46.Proces-verbaal van bevindingen mbt SKY-ECC informatie dd 17/19-08-2020,Coquille ON1R020049-319, pagina 4276 ev.
47.Proces-verbaal bevindingen mbt [plaats 1] 18 augustus 2020, ZD01, AH091, pagina 3992 ev.
48.Proces-verbaal van bevindingen mbt SKY-ECC informatie dd 17/19-08-2020,Coquille ON1R020049-319, pagina 4276 ev.
49.Proces-verbaal bevindingen mbt [plaats 1] 19 augustus 2020, ZD01, AH092, pagina 4053 ev.
50.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict [adres 1] te [plaats 1] , ZD01, AH049, pagina 3460 ev.
51.Proces-verbaal vooronderzoek lab, ZD01, AH049.03, pagina 3481 ev. en een geschrift zijn Rapport DNA-onderzoek van een maatwerkonderzoek in [plaats 1] op 19 augustus 2020 van 25 september 2020, pagina 3472 ev.
52.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10077 ev.
53.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10095.
54.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10110.
55.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10147.
56.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10184.
57.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10139 en 10140.
58.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10147.
59.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071 pagina 10233.
60.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10238.
61.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10151.
62.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10152.
63.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10162.
64.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10176.
65.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10241.
66.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10270.
67.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10276.
68.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10268.
69.Tapgesprek rol [medeverdachte 7] op 18-06-2020, TA008-892, ZD06, pagina 10627.
70.Proces-verbaal bevindingen mbt lab [plaats 1] op 11 augustus 2020, ZD01, AH084, pagina 3766.
71.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10125.
72.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10163 ev.
73.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10163 en 10169.
74.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10177.
75.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10276.
76.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10101 ev.
77.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10056.
78.Proces-verbaal relaas zaaksdossier 01 [plaats 1] , pagina 3270 en 3271
79.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10138.
80.Proces-verbaal van bevindingen, ZD01, AH088, pagina 3909-3910.
81.Proces-verbaal van bevindingen inhoud chats [medeverdachte 9] , ZD06, AH196, pagina 10368.
82.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10387 en 10397.
83.Proces-verbaal nr. GE.60.LA.032118/2020, dossier Gruutlab, map 1, pagina 6.
84.Proces-verbaal nr.006791/2020, dossier Gruutlab, map 1, pagina 68.
85.Proces-verbaal nr.006847/2020, dossier Gruutlab, map 1 pagina 62.
86.Proces-verbaal nr.006847/2020, dossier Gruutlab, map 1 pagina 64.
87.Een geschrift zijnde een deskundigenrapport van het NICC, dossier Gruutlab, map 42, pagina 33 ev.
88.Proces-verbaal 102954/2021, Gruutlab map 4, pagina 106-114.
89.Proces-verbaal 102954/2021, Gruutlab map 4, pagina 112-113.
90.Proces-verbaal 008340/2020 pagina PDF 64, proces-verbaal 008341/2020 pagina PDF 97 en proces-verbaal 008684/2020, pagina PDF 78, dossier Gruutlab map 2.
91.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10175.
92.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10184.
93.Proces-verbaal 102962/2021, Gruutlab map 4, pagina 49.
94.Proces-verbaal bevindingen beeldvergelijking encrochat en FO, ZD06, AH143, pagina 10286 ev.
95.Relaas Gruutlab, map 1 pagina 109, met verwijzing naar PV102961/2021.
96.zie processen -verbaal 006871/2020 Map 1 PDF pagina 122 en 008684/2020 Map 2 PDF pagina 75.
97.Relaas Gruutlab, map 1 pagina 114, met verwijzing naar PV102961/2021.
98.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10190.
99.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10191.
100.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10197.
101.Proces-verbaal 102963/2021, Gruutlab map 4, pagina 264.
102.Proces-verbaal 102963/2021, Gruutlab map 4, pagina 265.
103.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10200.
104.Proces-verbaal contacten [verdachte] met organisatie [medeverdachte 3] , ZD06, AH154, pagina 10318.
105.Proces-verbaal contacten [verdachte] met organisatie [medeverdachte 3] , ZD06, AH154, pagina 10 321 ev.
106.Proces-verbaal contacten [verdachte] met organisatie [medeverdachte 3] , ZD06, AH154, pagina 10323.
107.Proces-verbaal 102960/2021, Gruutlab map 4, pagina 100-101.
108.Proces-verbaal van bevindingen, Gruutlab, map 3, [omschrijving] . [plaats 2] , pagina 183-184.
109.Proces-verbaal van bevindingen, Gruutlab, map 4, 102954/2021-0, pagina 131.