ECLI:NL:RBOVE:2024:2869

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
31 mei 2024
Publicatiedatum
31 mei 2024
Zaaknummer
05/136177-21 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor drugshandel, deelname aan criminele organisatie en witwassen met aanzienlijke straffen en verbeurdverklaring van bitcoins en luxe goederen

Op 31 mei 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder het medeplegen van drugshandel, deelname aan een criminele organisatie en witwassen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren en heeft 15,39 bitcoins verbeurd verklaard, evenals luxe goederen ter waarde van € 8.200,00 en een Mercedes Benz AMG. De verdachte is schuldig bevonden aan het produceren van amfetamine en het voorbereiden van drugshandel in samenwerking met anderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een leidende rol had binnen de criminele organisatie, die zich bezighield met de productie van synthetische drugs op industriële schaal. De verdachte heeft ook aanzienlijke contante bedragen in zijn bezit gehad, waarvan de herkomst niet kon worden verklaard, wat leidde tot de conclusie dat deze afkomstig waren uit misdrijf. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de organisatie zwaar laten wegen in de strafoplegging. De verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden en heeft zich beroepen op zijn zwijgrecht, wat de rechtbank in strafverzwarende zin heeft meegewogen. De rechtbank heeft de schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven, gezien de ernstige bezwaren tegen de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 05/136177-21 (P)
Datum vonnis: 31 mei 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1988 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 18 maart 2024 en 17 mei 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. H.J. Voors, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging aanpassing omschrijving feiten van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 23 september 2021 en een wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 313 Sv van 23 mei 2022 kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:
feit 1: het samen met anderen werkzaam zijn in een drugslab om amfetamine-olie te produceren in [plaats 1] ;
feit 2: het samen met anderen voorbereiden en bevorderen van feiten bedoeld in artikel 10
lid 4 of 5 van de Opiumwet;
feit 3: de deelname aan een organisatie, als leider, die tot oogmerk heeft het plegen van Opiumwetmisdrijven en het voorbereiden en bevorderen van die misdrijven;
feit 4: het samen met anderen geld, cryptocurrency en goederen witwassen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 11 juni 2020 tot en met 19 augustus 2020 te [plaats 1] , gemeente Veendam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd,
in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (ongeveer) 135 liter amfetamine-olie, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 27 maart 2020 tot en met 19 augustus 2020 te Zwolle en/of Deventer en/of [plaats 2] en/of [plaats 3] en/of [plaats 1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine,
een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen (telkens)
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, en/of diens mededaders, wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door (telkens)
- een of meerdere loods(en) en/of gebouw(en), althans locatie(s), te regelen alwaar men synthetische drugs kon produceren (Deventer en/of [plaats 1] ) en/of
- anderen aan te sturen om deze locatie(s) in te richten als ware te gebruiken voor de productie van synthetische drugs en/of deze locatie(s) ook weer af te breken indien dit noodzakelijk was (Deventer en/of [plaats 1] ) en/of
- een of meer personen aan te sturen die op deze locatie (s) de synthetische drug(s) moe(s)ten produceren, waaronder maar niet enkel, een lasser en/of een kok en /of een elektricien (Deventer en/of [plaats 1] ) en/of
- een of meerdere stashplek(ken) voor de opslag van chemicaliën en/of ketel(s) en/of andere benodigdheden voor de productie van synthetische drugs (zoals hieronder genoemd), althans goederen, te regelen en/of te gebruiken (Zwolle en/of [plaats 2] en/of [plaats 3] ) en/of
- geld te investeren om de benodigde goederen en/of benodigdheden voor dit/deze synthetische drugslab(s) aan te schaffen (Zwolle en/of Deventer en/of [plaats 1] ) en/of
- een of meerdere aankopen en/of transport(en) van (grote) hoeveelheden chemicaliën, (waaronder maar niet alleen) (ongeveer) 200 kilo APAAN en (ongeveer) 1200 kg APAAN, te organiseren en/of aan te sturen (Zwolle en/of Deventer en/of [plaats 2] en/of [plaats 1] ) en/of
- een of meerdere stoffen waaronder phosphoric acid en/of MAPA en/of caustic soda en/of mierenzuur en/of formamide en/of BMK(-glycidezuur) en/of fosfaatzout en/of N-formylalamfetamine en/of fosforzuur en/of methanol en/of aceton en/of tolueen ( [plaats 1] )

en/of

- een of meerdere ketel(s) voorhanden te hebben, waaronder (RVS) destillatieketel(s) al dan niet met destillatiebuis(zen) en/of (RVS) (reflux)koeler(s), en/of (RVS) (druk)reactieketel(s) al dan niet met (reflux)buis/koeler en/of stoomgenerator(en) al dan niet gebruikt als

reactievat voorhanden te hebben ( [plaats 2] en/of [plaats 3] en/of [plaats 1] ) en/of

- een of meer (andere) benodigdheden voor een synthetisch drugslab voorhanden te hebben, waaronder gaswasser(s) en/of IBC-bak(ken) en/of jerrycan(s) en/of klemdekselvat(en) en/of scheitrechter(s) en/of Au bain mariebak(ken) en/of gasfles(sen) en/of compressor(s) en/of

maatbeker(s) en/of gasbrander(s) en/of (RVS) koelbuizen en/of maatbeker(s) en/of gelaatsmasker(s) al dan niet met bijbehorende filter(s) ( [plaats 1] );

3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 27 maart 2020 tot en met 19 augustus 2020 te Zwolle en/of Deventer en/of Haerle en/of [plaats 2] en/of [plaats 3] en/of [plaats 1] , althans in Nederland, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke
personen, te weten (onder andere) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 8] en/of [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 10] en/of een of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk
had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde, vijfde lid, artikel 10a eerste lid, artikel 11 derde, vierde, vijfde lid en/of artikel 11a Opiumwet
terwijl hij, verdachte, leider en/of oprichter (in die periode) was/is geweest;
4.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 01 maart 2020 tot en met 25 mei 2021 te Zwolle en/of Deventer, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) voorwerpen, te weten
- een of meer (grote) contant(e) geldbedrag(en) (waaronder ongeveer EURO 64.000 en/of EURO 6843,35) en/of
- een (grote) hoeveelheid cryptocurrency, waaronder (maar niet enkel) een fo meerdere bitcoin(s) (waaronder ongeveer 12,65 bitcoin, waarvan de waarde op de ontvangsttijdstippen tussen 9 juni 2020 en 22 maart 2021 is vastgesteld op EURO 296.698,91, en/of ongeveer 10,24 bitcoin, waarvan de waarde op de ontvangsttijdstippen tussen 9 maart 2020 en 3 juni 2020 is vastgesteld op EURO 91.267,71), althans het voorhanden hebben van ongeveer 15,39 Bitcoin(s) (waarvan de waarde op 25 mei 2021 en/of 26 mei 2021 was vastgesteld op EURO 484.762,95) en/of
- een of meerdere luxegoederen (waaronder een of meerdere tas(sen) van het merk Louis Vuitton en/of Dior en/of een of meer (onbekend gebleven) horloge(s) (waaronder in ieder geval één van het merk Rolex, type GMT met een mogelijke waarde van EURO 25.000) en/of
- een of meer voertuig(en) (waaronder een Mercedez Benz AMG vvk [kenteken 1] )

heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of van die voorwerpen gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.

3. De bewijsmotivering [1]
3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de feiten 1, 2, 3 en 4 wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair verzocht verdachte integraal vrij te spreken omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor de koppeling van verdachte aan het Encrochat-account Solidtea en het SKY-account [accountnaam 1] . Voor het geval de rechtbank dat anders ziet, heeft de raadsman subsidiair het volgende standpunt ingenomen. Met betrekking tot feit 1 heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank met uitzondering van de periode, die beperkt dient te worden tot 8 tot en met 19 augustus 2020. Met betrekking tot feit 2 heeft de raadsman verzocht verdachte vrij te spreken van het transporteren van 1200 kilogram apaan. De raadsman refereert zich wat betreft de bewezenverklaring van feit 3, met uitzondering van het leiderschap van verdachte, waarvoor onvoldoende bewijs aanwezig is. Ook voor het vierde feit heeft de raadsman verzocht om vrijspraak, nu het wettig en overtuigend bewijs ontbreekt. Wat betreft de 15,39 bitcoins heeft de raadsman aangevoerd dat op de laptop weliswaar zichtbaar is wat zich op een bepaald moment in de wallet bevindt, maar dat onmogelijk vast te stellen is dat verdachte de eigenaar van die inhoud is.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Hierna stelt de rechtbank op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de feiten en omstandigheden vast. De rechtbank overweegt verder, al dan niet in reactie op gevoerde verweren, waarom zij op basis van die feiten en omstandigheden tot conclusies en beantwoording van de bewijsvraag komt.
Leeswijzer
Gelet op de samenhang tussen de strafzaken van verdachte en zijn medeverdachten zal, met het oog op de leesbaarheid van het vonnis, verdachte hierna telkens worden aangeduid met verdachte of [verdachte] . De medeverdachten [medeverdachte 9] , [medeverdachte 10] , [medeverdachte 11] , [medeverdachte 12] , [medeverdachte 13] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zullen aangeduid worden met hun achternamen.
Inleiding en aanleiding onderzoek
In verschillende districten van de politie-eenheid Oost Nederland hebben in 2020 meerdere onderzoeken gelopen, waarbij telkens dezelfde verdachten in wisselende samenstelling betrokken leken te zijn. De verdenking bestond steeds uit het produceren van synthetische drugs en/of bezig zijn met het transport en de opslag van goederen voor het produceren van synthetische drugs.
Dit betreffen de onderzoeken in:
[plaats 4], productielocatie/laboratorium, onderzoek genaamd ‘Berkel’;
[plaats 5], opslaglocatie hardware en grondstoffen, onderzoek genaamd ‘Hawk’;
Zwolle, transport van 1200 kilo grondstoffen, onderzoek genaamd ‘Coquille’;
Deventer, voorbereidingen voor productielocatie/laboratorium, onderzoek genaamd ‘Elrits’;
waaraan, gedurende het onderzoek, zijn toegevoegd:
[plaats 1], productielocatie/laboratorium, onderzoek genaamd ‘Elrits’,
[plaats 6] (België),productielocatie/laboratorium, onderzoek genaamd ‘Gruutlab’.
Op 13 juli 2020 worden deze onderzoeken samengevoegd en ondergebracht bij de Dienst Regionale Recherche en start het regionaal onderzoek ‘Elrits’.
3.3.1
Identificatie Encrochat/SKY-ECC-accounts, telefoonnummers en bijnamen
Het dossier van het onderzoek Elrits bevat vele chats. Deze chats werden uitgewisseld via encrypted telefoons met Encrochat-accounts, telkens met een door de gebruiker al dan niet zelfgekozen naam, en door middel van SKY-ECC accounts, met een cijfer/lettercombinatie. De inhoud van de chats en de data en tijdstippen van verzenden van de chats vormen een substantieel deel van de bewijsvoering van het Openbaar Ministerie. De politie heeft onderzoek gedaan naar de identiteit van de Encrochat- en SKY-ECC gebruikers en heeft in processen-verbaal van bevindingen de redengevende feiten en omstandigheden opgenomen op grond waarvan een verdachte aan een bepaalde account kan worden gekoppeld. Datzelfde geldt voor verschillende bijnamen die voor een aantal verdachten werd gebruikt en voor telefoonnummers die door de verdachten zijn gebruikt. Uit de processen-verbaal blijkt dat de politie onder meer heeft gekeken naar de onderlinge verbanden tussen de inhoud van de chatberichten, het taalgebruik, zendmastgegevens van de encrypted telefoons en van andere mobiele telefoons, de inhoud van telefoontaps, tijdstippen van chatberichten, observaties, stem-identificaties, verstuurde foto’s en de persoonlijke omstandigheden van de in het onderzoek naar voren gekomen verdachten. Op grond van de inhoud van de diverse processen-verbaal dienaangaande, in onderling verband en samenhang bezien, heeft de rechtbank geen enkele reden om te twijfelen aan de conclusies die de politie in de proces-verbalen trekt.
De politie heeft de volgende accounts en door verdachten gebruikte bijnamen geïdentificeerd.
- [medeverdachte 2] gebruikte de accounts [e-mailadres 1] en [e-mailadres 2] en wordt aangeduid met de bijnamen ‘ [alias 1] ’. [2] [medeverdachte 2] wordt door middel van stemidentificatie door de politie gekoppeld aan diverse telefoonnummers. [3]
- [medeverdachte 3] gebruikte het account [e-mailadres 3] en heeft als bijnamen onder andere ’ [alias 2] ’. [4] [medeverdachte 3] wordt door middel van stemidentificatie door de politie gekoppeld aan de telefoonnummers [telefoonnummer 1] , [telefoonnummer 2] [5]
- [verdachte] gebruikte het account [e-mailadres 4] en heeft als bijnamen onder andere ‘ [alias 3] ’. [6]
- [medeverdachte 8] gebruikte het account [e-mailadres 5] en heeft als bijnamen ‘ [alias 4] ’. [7] De politie koppelt de telefoonnummers [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 4] op basis van stemidentificatie aan [medeverdachte 8] . [8]
- [medeverdachte 12] gebruikte het account [e-mailadres 6] en heeft als bijnaam ‘ [alias 5] ’ [9]
- [medeverdachte 7] gebruikte het account [e-mailadres 7] en heeft als bijnamen ‘ [alias 6] ’. [10]
- [medeverdachte 4] gebruikte het account [e-mailadres 8] en heeft als bijnamen ‘ [alias 7] ’. [11]
- [medeverdachte 10] gebruikte het account [e-mailadres 9] of [e-mailadres 10] en heeft als bijnaam ‘ [alias 8] ’. [12]
- [medeverdachte 9] gebruikte het account [e-mailadres 11] en heeft als bijnaam ‘ [alias 9] ’. [13]
- [medeverdachte 1] gebruikte het account [e-mailadres 12] en heeft als bijnamen ‘ [alias 10] ’. [14]
- [medeverdachte 11] gebruikte als account [e-mailadres 13] en heeft als bijnamen ‘ [alias 11] ’. [15]
- [medeverdachte 2] gebruikte een SKY-account met de naam [accountnaam 2] , [medeverdachte 1] gebruikte de SKY-accounts [accountnaam 3] en [accountnaam 4] en [verdachte] gebruikte een SKY-account met de accountnaam [accountnaam 1] . [16]
Onderstaande verdachten maken alleen gebruik van een reguliere telefoon:
[medeverdachte 5] maakt gebruik van de telefoonnummers [telefoonnummer 5] , [telefoonnummer 6] en [telefoonnummer 7] [17] en telefoonnummer [telefoonnummer 8] en is door middel van stemidentificatie door de politie gekoppeld aan deze verschillende telefoonnummers. [18] [medeverdachte 5] wordt aangeduid met de bijnaam ‘ [alias 12] ’. [19]
- [medeverdachte 13] maakt gebruik van telefoonnummer [telefoonnummer 9] . [20]
- [medeverdachte 6] maakt gebruik van de telefoonnummers [telefoonnummer 10] en [telefoonnummer 11] . [21]
De rechtbank hanteert (volgens vaste jurisprudentie) als uitgangspunt dat een Encrochat – en/of SKY-ECC account in beginsel – behoudens expliciete aanwijzingen voor het tegendeel – door één persoon wordt gebruikt en dat die gebruiker ook bekend was bij de andere partij in een chat/conversatie.
3.3.2
Ten aanzien van feit 1: [plaats 1]
Aantreffen amfetaminelaboratorium
Op 19 augustus 2020 krijgt de politie een melding dat er een verduisterd voertuig zou staan bij een loods op het terrein aan de [adres 1] in [plaats 1] . De verbalisanten zien op die locatie een bezweet persoon met besmeurde kleding naar buiten komen. In de loods ruikt de verbalisant een weeïge, zoete geur en hij ziet gasflessen en blauwe vaten liggen. [22] In het pand treffen de experts van de LFO meerdere ruimtes aan, waarin goederen en chemicaliën aanwezig zijn die passen bij de omzetting van een pre-precursor met een sterk zuur naar BMK en de vervaardiging van amfetamine met de Leuckart methode op industriële schaal. Er worden jerrycans, gasflessen, RVS-koelers, caustic soda, dopvaten, klemdekselvaten en een afzuigunit aangetroffen. Ook worden lege verpakkingen met MAPA en lege jerrycans met het etiket ‘Phosphoric Acid’ aangetroffen, hetgeen past bij de omzetting naar BMK. Op een kar staan twee witte 30-liter jerrycans en twee rode 25-liter jerrycans gevuld met een bruine basische vloeistof. Naast de kar staat een rode 25-liter jerrycan gevuld met een bruine basische vloeistof. De jerrycans zijn ruim boven de 30 graden Celsius. In de loods bevinden zich twee ronde reactieketels van 935 liter en drie vierkante reactieketels van 893 liter. Daarnaast is een destillatieketel van 893 liter aangetroffen. In de aangetroffen bestelbus worden nog drie koelbuizen en een destillatiebuis aangetroffen. De koelbuizen pasten op de reactieketels in de productieruimte. De destillatiebuis paste precies op de destillatieketel. Er worden tijdens het onderzoek door de LFO monsters genomen van goederen en stoffen. [23] Onderzoek van het NFI naar deze monsters bevestigt het vermoeden van de aanwezigheid van een amfetaminelaboratorium, in die zin dat het onderzochte materiaal onder meer MAPA, amfetamine, BMK gerelateerde syntheseverontreinigingen, N-formylamfetamine, formamide, mierenzuur en fosforzuur bevat, zijnde grondstoffen voor de productie van amfetamine en daadwerkelijk amfetamine. [24] Bij de instap worden [medeverdachte 5] en (een gewonde) [medeverdachte 4] op heterdaad aangehouden. [25]
Tussenconclusie
Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden stelt de rechtbank vast dat op het adres [adres 1] in [plaats 1] sprake is geweest van een locatie voor productie van amfetamine. De rechtbank stelt vast dat sprake is geweest van een actief productieproces waarin daadwerkelijk amfetamine(olie) is geproduceerd.
Betrokkenheid verdachten
Om de betrokkenheid van de verdachten te kunnen vaststellen heeft de politie gebruik gemaakt van informatie uit onderzoek ‘Elrits’ en onderzoek ‘Coquille’, getapte telefoongesprekken en berichten, observaties en analyses van Encrochat- en SKY-ECC gesprekken met betrekking tot het drugslab in [plaats 1] .
[medeverdachte 1] bericht aan [medeverdachte 2] op 12 juni 2020, nadat het in aanbouw zijnde drugslab in Deventer ontruimd is, dat hij al een nieuwe locatie heeft, een boerderij in Groningen. [26] Op 20 juli 2020 worden [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] gezien op een terras in Deventer , waar ze met twee anderen mogelijk een ‘werkbespreking’ hebben. [27] Een dag later, op 21 juli 2020, stuurt [medeverdachte 3] om 14.25 uur een sms dat ‘hij er bijna is en alles even uit zet’. Om 22.07 uur, diezelfde dag, straalt de telefoon van [medeverdachte 3] een telefoonmast in [plaats 1] aan. [28]
Op 23 juli 2020 komen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 8] bij de woning van [medeverdachte 2] , waar ze goederen in een bedrijfsauto laden, om vervolgens via een tussenstop in [plaats 2] de loods aan de [adres 1] in [plaats 1] binnen te rijden. [29] Op 29 juli 2020 vervoeren [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] vanaf een boerderij in [plaats 3] drie roestvrijstalen ketels naar de loods in [plaats 1] . [30] Op 8 augustus 2020 hebben [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] telefonisch contact en gaat het over personele problemen en met name over [medeverdachte 8] . [medeverdachte 3] zegt: “
die [alias 4] (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 8]
) stond met zijn kaak te trekken en loopt te zeiken.” [medeverdachte 2] reageerde hierop:
“dat doet ie één keer, dat doet hij EEN keer.... hoeft hij nooit meer te komen...”. [31] Op 9 augustus 2020 bespreken [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] in een groepsapp de werkzaamheden. [verdachte] zegt dat ze al drie weken onderweg zijn. [medeverdachte 2] zegt dat er altijd opstartproblemen zijn, maar dat er deze dag olie was. Vervolgens zegt hij dat [alias 4] en [alias 7] (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 4] ) er van de week ook waren. [32]
Op 10 augustus 2020 rijdt [medeverdachte 3] naar een garagebox van [medeverdachte 2] , hij heeft een ontmoeting met [medeverdachte 10] en [medeverdachte 5] , waarna [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] grote rode flessen Acetyleen kopen in Rhenen en deze naar Noord Nederland brengen (de gasflessen worden bij de inval op 19 augustus 2020 aangetroffen in het lab in [plaats 1] ). [33] ’s Avonds informeert [medeverdachte 3] bij [medeverdachte 5] ‘hoe het stond, omdat mensen zich ongerust maken’. [medeverdachte 5] vertelt dat ‘die met vijf minuten weg was’ (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 8] ) en ‘elke keer als het zwaar wordt en er iets gedaan moet worden dan is die er niet en staat hij er alleen voor’. [34]
Op 11 augustus 2020 bericht [medeverdachte 3] [medeverdachte 5] dat 'ze gewoon moeten luisteren'. [medeverdachte 5] vindt dat ook, [medeverdachte 3] is, nu [medeverdachte 2] op vakantie is, ‘degene is die alles regelt, dus dan moet men ook naar [medeverdachte 3] luisteren’. [35]
Ze spreken vervolgens over hoe [medeverdachte 7] , [medeverdachte 8] en [medeverdachte 4] naar binnen kunnen in de loods in [plaats 1] . [36] [medeverdachte 3] geeft vervolgens aan [medeverdachte 8] door wat hij heeft afgesproken met [medeverdachte 7] en zegt dat ze het samen moeten oplossen. [medeverdachte 8] geeft dan aan dat hij gewond is aan zijn voet, omdat ‘die koffie overal lag’. [37] Op 12 augustus 2020 lijkt [medeverdachte 8] mogelijk onwel en paranoïde te zijn geworden, hij ziet ‘allemaal lichtjes’. Hij bericht [medeverdachte 5] :
‘de pisstraal is goed en ze zijn al aan het plassen’. [38] In hun groepsapp op Sky hebben [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] veel contact op 11 en 12 augustus 2020. Ze praten over [medeverdachte 4] die er een puinhoop van maakt en [medeverdachte 7] die orde op zaken moet stellen. [verdachte] is boos dat een deel van de olie naar ‘[naam 1]’ gaat en hij vraagt of [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] wel in de gaten hebben van wie ‘het hok’ is. [39] Op 13 augustus 2020 is er weer contact tussen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] in de groepsapp. Het gaat over apaan die die dag moet komen, [alias 7] en [alias 4], waarvan [medeverdachte 2] zegt dat hij ze niet meer vertrouwt, [medeverdachte 3] die dingen moet regelen en de investeringen van het drietal die gedaan zijn, waarna de winst moet worden gedeeld door vier, omdat [medeverdachte 2] een frisse start wil gaan maken met ‘[alias 13]’. [40]
Op 14 augustus 2020 gaan [medeverdachte 8] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 5] weer naar [plaats 1] . [medeverdachte 3] haalt IBC-containers en een kannetje methanol en vraagt [medeverdachte 5] waarom ze alweer van ‘die lange dingen’ (de rechtbank begrijpt gasflessen) moeten hebben, omdat ‘ze niets hebben gedaan’. [41] [medeverdachte 2] chat op de Sky-app op 14 augustus 2020 dat er drie man in het lab zijn en dat er aan het einde van de dag olie is en hij vraagt [medeverdachte 1] en [verdachte] of ze straks een klant hebben. [medeverdachte 2] bericht dat hij gaat regelen dat de spullen worden opgehaald en naar [medeverdachte 1] / [verdachte] worden gebracht, zodat zij het kunnen mixen en wegbrengen. [42]
Op 15 augustus 2020 zegt [medeverdachte 7] dat hij er 55 liter uit heeft gehaald. Zowel [medeverdachte 8] als [medeverdachte 7] hebben last van de dampen en kunnen slecht uit hun woorden komen. [43] [medeverdachte 2] appt naar [medeverdachte 1] en [verdachte] en rekent voor dat ze deze week per man 25 [alias 7] even zo hebben overgehouden. [medeverdachte 1] stuurt foto’s van jerrycans met een vloeibare stof en laat het gewicht zien. [44]
Op 17 augustus 2020 treffen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] elkaar en vervolgens koopt [medeverdachte 5] twee gasflessen bij een bedrijf in Rhenen en brengt deze met [medeverdachte 3] naar de garagebox van [medeverdachte 2] . [45] [medeverdachte 2] chat op Sky op 17 augustus 2020 dat het niet loopt zoals hij wil en dat hij naar een andere plek wil samen met de kok die er nu staat. [46]
Op 18 augustus 2020 gaat [medeverdachte 5] naar [plaats 1] en hij bericht [medeverdachte 2] dat hij ook [medeverdachte 3] heeft gesproken en vertelt dat hij niet wist of ze moe of ‘wappie’ waren, maar ze zagen er niet nuchter uit. [medeverdachte 4] had helemaal niets gezegd. [medeverdachte 5] zegt dat alles er nog staat, ook binnen bij de ketels was alles hetzelfde. [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 3] hebben een overleg in Zevenaar en praten over maskers en over ‘die [alias 7]’ (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 4] ). [medeverdachte 5] rijdt op diezelfde dag vanaf de woning van [medeverdachte 2] naar [plaats 1] en pikt onderweg [medeverdachte 9] op. In [plaats 1] wordt gezien dat [medeverdachte 9] met een gele Jumbotas en handschoenen aan uit de loods komt, de tas in de caravan zet en de loods weer ingaat. Na een aantal uren vertrekt enkel [medeverdachte 5] weer uit de loods. [47]
[medeverdachte 2] bericht op de chat op18 augustus 2020 dat hij er 20 had opgehaald en de volgende ochtend weer een lading gaat halen. Hij had nu 12 blank en 20 licht geel staan en de volgende dag komt weer. [48]
Op 19 augustus 2020 vertrekt [medeverdachte 7] uit [plaats 1] omdat hij hoort dat de politie onderweg is. [medeverdachte 3] stuurt [medeverdachte 5] naar [plaats 1] , die daar alleen [medeverdachte 4] nog aantreft. [medeverdachte 3] draagt [medeverdachte 5] op de locatie te ontmantelen. [49]
Door het forensisch onderzoeksteam zijn na de instap monsters genomen van mogelijke sporen op gebruiksvoorwerpen en deze zijn veiliggesteld. [50] Door het NFI is onderzoek gedaan. Uit de bemonstering met SIN-nummer [nummer 1] is een DNA-profiel verkregen, met een matchkans van kleiner dan één op één miljard. Het DNA-profiel van [medeverdachte 7] komt overeen met dit DNA-profiel. De rechtbank concludeert hieruit dat [medeverdachte 7] de donor is van het celmateriaal op de drinkrand van een waterflesje op de werkbank. Uit de bemonstering met SIN-nummer [nummer 2] is een DNA-profiel verkregen, met een matchkans van kleiner dan één op één miljard. Het DNA-profiel van [medeverdachte 4] komt overeen met dit DNA-profiel. De rechtbank concludeert hieruit dat [medeverdachte 4] de donor is van het celmateriaal op de binnenzijde van de handschoen. [51]
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, ondubbelzinnig naar voren komt dat [verdachte] een essentiële rol heeft gespeeld in de organisatie van het drugslaboratorium in [plaats 1] . Hij stuurt anderen aan, hij heeft veel en vaak overleg met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] over de productie en de opbrengst daarvan en hij is investeerder. De rol die [verdachte] heeft vervuld bij de opzet en het laten draaien van het drugslaboratorium was belangrijk en onmisbaar en van zodanig gewicht dat deze kan worden aangemerkt als het medeplegen van de productie van amfetamine gedurende de gehele ten laste gelegde periode. De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
3.3.3
Ten aanzien van feit 2: voorbereidingshandelingen
Hiervoor heeft de rechtbank vastgesteld dat verdachte betrokken is geweest bij het drugslab in [plaats 1] . Uit het dossier blijken verder onder meer de volgende feiten en omstandigheden.
3.3.3.1 Andere locaties
Transport (nep)apaan Zwolle
De politie ontvangt op 12 mei 2020 een MMA-melding dat er een witte bestelbus merk Renault met kenteken [kenteken 2] is vertrokken uit Breda met in het voertuig honderden kilo’s apaan bestemd voor de productie van amfetamine. De bestelbus wordt gesignaleerd door een ANPR-camera en er wordt gezien dat de bus een loods aan de [adres 4] in Zwolle binnenrijdt. [52] De politie doet een inval in de loods en treft daar de bestelbus aan met in de laadruimte drie pallets met daarop 60 kartonnen dozen. [53] De dozen werden in beslaggenomen en er werden monsters genomen van de inhoud. [54] Het NFI heeft onderzoek gedaan naar de samenstelling van de monsters. Het onderzoeksmateriaal blijkt voornamelijk zetmeel te bevatten met daarin lage concentraties MAPA en APAAN. [55]
Drugslab in voorbereiding Deventer
Uit telefoontaps, observaties en informatie verkregen door middel van Encrochatberichten blijkt dat er vanaf 26 april 2020 een pand in Deventer is gevonden [56] . Vanaf 14 mei wordt gesproken over het bouwen en inrichten van een loods aan de [adres 2]. [57] De foto’s van de binnenzijde van de loods die in de Encrochatberichten worden verstuurd [58] komen overeen met de loods zoals de politie die later aantreft. [59] Op 11 juni 2020 is alles gereed om te starten met de productie van harddrugs. [medeverdachte 4] bericht [medeverdachte 2] :
“Stroom: check. Alles doet t”en [medeverdachte 2] zegt:
“morgen levering stoffen” [60] Op 12 juni 2020 bericht [medeverdachte 1] [medeverdachte 2] dat het hok kan worden afgebroken omdat mensen het hebben gezien
, [61] Diezelfde dag geeft [medeverdachte 2] aan [medeverdachte 4] door dat hij kan gaan afbreken en opruimen:
“Jullie zijn gezien. Mensen geven al tips en al in Deventer.” [62]
3.3.3.2 Betrokkenheid verdachte bij voorbereidingshandelingen
De betrokkenheid van verdachte bij de ten laste gelegde handelingen blijkt, naast het hiervoor reeds genoemde, specifiek uit de volgende feiten en omstandigheden.
-
locaties regelen en anderen aansturen de locaties in te richten:Op 27 maart 2020 overleggen [verdachte] en [medeverdachte 1] over het opzetten van een hok:
“hok gaan we door drie doen, dus hij en wij”en
“morgen afspraak met kok, die kost niets, want die gaat zelf ook draaien, van [naam 2] [63] Op 6 april 2020 zegt [medeverdachte 1] tegen [verdachte] :
“morgen ff lab zitten, woensdag beginnen met bouwen”. [verdachte] zegt: “
okee, top [64] Op 25 mei 2020 praten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] over het organiseren van een locatie: [verdachte] regelt de afzuigers, [medeverdachte 2] de ketels, de roerders en de koeler en [medeverdachte 1] zorgt voor de lasser. [65]
[medeverdachte 1] vraagt [verdachte] op 6 april 2020 of ‘hij nog een paar wie kunnen helpen voor dat lab, dat ding moet leeg’ [verdachte] antwoordt:
“jij kent meer van die om je heen da, ff denken. [66] Op 9 juni 2020 informeert [verdachte] [medeverdachte 2] dat vrijdagavond half 8 de stroomman komt om alles aan te sluiten en hij vraagt een update wat er nu al gedaan is. [67] Op 11 juni 2020 krijgt [medeverdachte 10] een vraag via encro van een andere telefoon doorgestuurd ‘
[naam 3] vraag eens [alias 3] zou foto’s krijgen ma heb nog niks gehad’. [verdachte] laat weten dat hij de foto’s nog niet binnen heeft. Enkele minuten later stuurt [medeverdachte 10] twee foto’s door van een andere telefoon met op de eerste foto de binnenkant van de loods in [plaats 1] . Op de tweede foto is een satellietfoto te zien van Google Maps waarbij de locatie [adres 1] te [plaats 1] is gemarkeerd. [68]
-
personen in de productie aansturen:Op 12 mei 2020 overleggen [verdachte] en [medeverdachte 2] over problemen op locatie, er klagen mensen over een gaslucht. [verdachte] zegt:
“ik heb dat niet met ze afgesproken, kan die gasten helemaal niets. [69] Op 10 augustus 2020 overleggen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] in de SKY-appgroep over de problemen in de productie en [verdachte] zegt:
“ Maar we moeten vandaag olie maken. Gas er snel heen, water weg branden. Hoelaat kan [alias 13] erin?”[medeverdachte 2] antwoordt dat [alias 13] er straks heen kon rijden en ook de ketel voor elkaar kan maken. [verdachte] antwoordt
:”okee, ga ik ff achter aan” [70] Op 7 juni 2020 hebben [medeverdachte 2] en [verdachte] contact via Encrochat. [medeverdachte 2] vraagt of [verdachte] morgen de stroom man kan sturen. [verdachte] vraagt of alles er al staat. [medeverdachte 2] zegt: ‘
Die man erheen kan hui zeggen waar hij alles wilt. Dan werkt lange het voor’.[verdachte] zegt dan dat die man niks van ‘een hok’ weet, alleen van stroom. [verdachte] gaat morgen vragen wanneer hij kan. [medeverdachte 2] zegt: ‘oke vriend, ma dus morgen moet die alles ff checken. Stoppen enzo. En die lange zegt wa stroom moet komen’. En even later chat [verdachte] : ‘
Zodat we vrijdag die B kennen maken na olie’. [71]
-
stashplekken gebruiken/beheren:[verdachte] heeft op 12 mei 2020 een gesprek met [medeverdachte 2] over de plek waar de apaan kan worden overgeladen. [medeverdachte 2] wil weten waar het spul heen moet. [verdachte] zegt dat hij het zal regelen. [72] Later zegt [medeverdachte 1] tegen [verdachte] dat ze het zelf moeten wegzetten, het zit in een bakwagen. Dan zegt [verdachte] dat de plek is gefixt bij de werkplaats van de bolle
.”top”zegt [medeverdachte 1] . [73]
-
geld investeren:Op 25 april 2020 overleggen [medeverdachte 1] en [verdachte] over de kosten en het geld dat ze investeren. [verdachte] heeft een lijstje met kosten van [alias 8] gekregen en gaat er morgen even berekeningen op loslaten. [medeverdachte 1] zegt dat er betaald moet worden voor plek en rijden voor 4 liter olie. [medeverdachte 1] zegt:
“maandag maar ff zitten, die plek van [alias 5] is voor inpakken” en [verdachte] antwoordt:
“okee dan moet ik die kosten wegschrijven . zet ff 15 mijer stahs op papier”. [74] Op 9 juni 2020 wordt er weer overlegd tussen [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 1] over de inrichting van een nieuw lab. [medeverdachte 2] chat over de wand en de filters en de stoffen en de ketels die hij wel overbrengen. [medeverdachte 2] vraagt [verdachte] om extra geld voor drukvaten, [verdachte] verwacht dan wel olie. Alle bedragen worden door drie gedeeld en het komt uit op 1950 de man. [75]
-
Aankopen chemicaliën/transporten aansturen:[medeverdachte 2] overlegt met [verdachte] op 7 mei 2020 of ze 1200 of 1400 kg apaan gaan kopen. [verdachte] zegt
: “doe maar 14”[medeverdachte 2] zegt dan dat ze ook eerst minder kunnen kopen, maar [verdachte] zegt:
“nee gas” [76] Op 27 maart 2020 stuurt [medeverdachte 1] een foto naar [verdachte] waaruit blijkt dat zij beschikken over de nodige chemicaliën. [77]
Op grond van de bewijsmiddelen van feit 1 in onderling verband en samenhang bezien, stelt de rechtbank verder vast dat verdachte gedurende de ten laste gelegde periode chemische stoffen, ketels en andere benodigdheden ten behoeve van een synthetisch drugslaboratorium voorhanden heeft gehad.
Uit het bovenstaande, in samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen, blijkt dat verdachte zich samen met anderen bezig hield met het treffen van voorbereidingshandelingen voor productie van amfetamine. De rechtbank stelt verder op grond van de bewijsmiddelen vast dat alle verdachten zich in de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking met deze handelingen hebben bezig gehouden. De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
3.3.4
Ten aanzien van feit 3: deelname aan een criminele organisatie
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij leiding heeft gegeven aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 11b van de Opiumwet (Ow), een organisatie die zich specifiek bezig houdt met drugshandel. Dit betreft een zogenoemde lex specialis van artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Van een organisatie in de zin van deze artikelen is sprake bij een samenwerkingsverband tussen verdachte en ten minste één andere persoon met een zekere duurzaamheid en structuur. Een dergelijk samenwerkingsverband bestaat wanneer sprake is van een onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie. De samenstelling van het samenwerkingsverband hoeft niet steeds hetzelfde te zijn en niet is vereist dat een deelnemer aan de organisatie samenwerkt of bekend is met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie. Het oogmerk van de organisatie moet gericht zijn op het plegen van misdrijven als bedoeld in de Opiumwet. De gedragingen van de deelnemers kunnen bestaan uit het (mede)plegen van die misdrijven, maar ook het verrichten van hand- en spandiensten (die op zichzelf niet strafbaar zijn) kan daaronder vallen. Voor een bewezenverklaring is voldoende dat het plegen van misdrijven door de organisatie wordt beoogd en dat de verdachte weet dat de organisatie dat oogmerk heeft. In het bestanddeel deelneming aan een organisatie ligt tevens het opzet van verdachte besloten.
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat uit de opgenomen bewijsmiddelen naar voren komt dat tussen diverse verdachten sprake was van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband dat tot oogmerk had het plegen van misdrijven, in die zin dat de organisatie zich bezig hield met het initiëren, opzetten en coördineren van productielocaties van amfetamine(olie). Dit samenwerkingsverband was dus gericht op het produceren, verwerken en afleveren van synthetische drugs en het voorbereiden en bevorderen van die productie. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Er bestonden twee productielocaties ( [plaats 4] en [plaats 1] ) waar het verhandelbare eindproduct amfetamine werd gemaakt. In Deventer is een drugslab ingericht, maar niet in gebruik genomen en op locaties in [plaats 5] , [plaats 2] en [plaats 3] bevonden zich opslagplaatsen/loodsen waarin grondstoffen en hardware werden bewaard. [78] Uit de (encrypted) gesprekken tussen de verdachten in het onderzoek Elrits blijkt dat verschillende verdachten hierbij steeds gezamenlijk betrokken zijn geweest. Er wordt in de chats gesproken over het fabriceren, vervoeren en verhandelen van drugs en precursoren van drugs en er vinden regelmatig overleggen plaats. De rechtbank leidt uit de gesprekken af dat sprake was van een duurzame organisatiestructuur. Verdachten gingen een zakelijke relatie aan die ongeveer vijf maanden duurde, onderhielden bijna dagelijks contact en werkten intensief samen. Er was sprake van continuïteit, een vaste kern met aansturing vanuit eigen leden en contacten met andere organisaties.
De samenwerking in de top van de organisatie blijkt onder meer uit de volgende chats.
Op 27 maart 2020 stuurt [medeverdachte 1] een bericht naar [verdachte]
:”hok gaan we door 3en doen, dus hij en wij. Je hebt 126 flappen in de week kwijt aan spullen gedeelt door 3, elke week draaien. Dan moeten wij 84 ruggen trekken in de week. Krijgen we 66%. Morgen afspraak met [naam 2]”(de rechtbank begrijpt [medeverdachte 2] ). [verdachte] antwoordt:
“krijgen we 300 L. olie terug, pak je 110 ruggen ongeveer per x”. [79] Op 5 april 2020 zegt [medeverdachte 2] tegen [medeverdachte 1] in een chat:
“we moeten nog ff praten, ik maak ff lijst wat alles kost, praten met elkaar en financielen etc. doorspreken. Duidelijke afspraken maken.” [80] Op 6 mei 2020 bericht [medeverdachte 2] [verdachte] :
“ff zitten jij, ik en [alias 10]”(de rechtbank begrijpt [medeverdachte 1] ). [81] Op 18 mei 2020 zegt [medeverdachte 2] tegen [medeverdachte 1] in een chat:
“dacht we gaan samen ff goeie afspraken maken, we gaan wel een samenwerking aan.”[medeverdachte 1] antwoordt:
“vertrouw jou, en twijfel ap je me, wij hebben de kok wie het kan, hij de plek.” [82]
Er wordt in de chats verder veel gesproken over betalingen en investeringen.
[medeverdachte 1] chat met [verdachte] op 25 april 2020:
‘die [alias 5] (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 12]
) heb jij vorog week niet betaald, moest [alias 8] (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 10]
) dat geven van jou? Betalen plek voor 4 liter olie. Hebben nu 1 plek nodig voor speed en hasj en bende. En dan heb [alias 8] er nog 3. Plek van [alias 5] is voor inpakken. Maandag wel ff zitten, zet ff 15 [naam 4] stash op papier.” [83] Op 5 mei 2020 bericht [medeverdachte 2] [medeverdachte 1] :
“vrijdag ff cash bij mekaar doen voor de eerste 1200 broer”en
“vrijdag ook even de res damen afrekenen, heb bonnetjes gemaakt van die extra ketels, chauffeurskosten, kosten filters, palletwagen, steekwagen, gasflessen, wokbranders, zuurpomp, die wand, etc. [84] Op
9 juni 2020 zegt [medeverdachte 2] tegen [verdachte] in een chat:
zou je [naam 5] kennen sturen voor de laatste dingen, pakt allemaal iets anders uit. Was het drukvat voor stomer vergeten. 1950 de man.” [85] [verdachte] bericht [medeverdachte 2] op 10 juni 2020:
“maat ik zit hier ff met [alias 10] wij zijn hier ook alles aan het betalen, panden en lasser en kok.” [86]
Uit de inhoud van de chats blijkt dat [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] zich bezig hielden met het aansturen van de anderen. [medeverdachte 1] bericht [medeverdachte 2] op 7 mei 2020:
“en kok zet ik 17u in”. [87] Op 8 mei 2020 chat [medeverdachte 2] :
maat, kan je je neef bereiken? Hij is al 1,5 uur onderweg van [plaats 5] naar eindhoven. Die gasten staan daar met apaan en hij pakt de telefoon niet op”. [88]
[medeverdachte 2] bericht [verdachte] op 12 mei 2020:
“stuur jij anders ff mannetje die gaat ruiken broer”en [verdachte] antwoordt:
“ga ff [alias 8] zenden” [89] [medeverdachte 1] vraagt [medeverdachte 2] op 14 mei 2020 in een chat:
“wie ga je laten kijken?”en [medeverdachte 2] antwoordt:
“uhm ja zeg maar die [alias 5] ”. [90] [medeverdachte 2] bericht [medeverdachte 1] op 10 juni 2020:
“ik haal even electraspullen en lange(de rechtbank begrijpt [medeverdachte 3] )
maakt het.” [91]
Op 12 juni 2020 bericht [medeverdachte 1] [medeverdachte 2] :
“Breek alles maar weer af, we gaan weer weg daar [92] en [medeverdachte 2] geeft de opdracht door aan [medeverdachte 4] :
“Breek alles maar af, ben nu met [alias 10].” [93]
Uit de berichten volgt dat sprake was van een duidelijke hiërarchie en taakverdeling. Naast de drie verdachten die zich aan de top van de organisatie bevinden ( [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] ), onderscheidt zich een middenkader dat functioneert tussen de top van de organisatie en de werkvloer ( [medeverdachte 3] ). Daaronder bevinden zich de verdachten die werkzaam zijn op de vloer, als kok, bouwer, klusjesman, chauffeur of manusje-van-alles ( [medeverdachte 6] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 10] en [medeverdachte 9] ). De rechtbank stelt op basis van het dossier de onderlinge rolverdeling als volgt vast.
[medeverdachte 2]
heeft samen met [medeverdachte 1] en [verdachte] een leidinggevende rol in de organisatie, hij is investeerder, hij gaat over de verdeling van de winst en stuurt mensen aan om werkzaamheden uit te voeren. Daarnaast verricht hij uitvoerende taken. Hij bestelt materiaal, hij regelt personeel en expertise in de rol van koks, lassers en elektriciëns en voorziet de locaties van grondstoffen. Hij is actief in het zoeken en regelen van locaties en is regelmatig in overleg met [medeverdachte 1] en [verdachte] .
[medeverdachte 1]
heeft een aansturende rol in de organisatie en is daarnaast investeerder. Hij werkt nauw samen en heeft veel overleg met [medeverdachte 2] en [verdachte] , waarbij het gaat over betalingen en investeringen, het verdelen van de winst en het regelen en aansturen van mensen. Hij bepaalt waar de locaties komen en wanneer deze weer moeten worden ontmanteld. Zo geeft hij op 12 juni 2020 de opdracht aan [medeverdachte 2] om ‘het hok’ in Deventer weer af te breken. [94]
[verdachte]
heeft een aansturende rol in de organisatie en is daarnaast investeerder. Hij werkt nauw samen en heeft veel overleg met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , waarbij het gaat over betalingen en investeringen, de verdeling van de winst en het regelen en aansturen van mensen. [verdachte] regelt ook een ‘stashlocatie’ voor een grote hoeveelheid apaan. [verdachte] gaat zelf niet naar de drugslabs, maar stuurt van afstand anderen aan.
[medeverdachte 5]
is een uitvoerder in de organisatie. Hij houdt zich bezig met het transport van goederen en mensen en wordt aangestuurd om locaties te bekijken en te controleren. Als er problemen zijn op een locatie wordt hij gestuurd om er te gaan kijken en de boel te regelen. Hij vervoert meerdere keren het eindproduct. Op 19 augustus 2020 wordt [medeverdachte 5] naar het lab in [plaats 1] gestuurd om dit lab te ontmantelen.
[medeverdachte 6]
verricht hand- en spandiensten en zoekt naar geschikte locaties voor de organisatie. Zo zegt hij op 18 juni 2020 in een bericht aan [medeverdachte 5] :
“Bij mij in het dorp heb ik iets gezien dat zal perfect zijn voor hun… je ziet aan de omgeving van die mensen dat er armoede is. het is ooit een groot bedrijf geweest maar dat is het lang niet meer. Ze zitten precies op een dood punt: je kan erin en eruit en niemand die het ziet”. [95]
[medeverdachte 3]
is het manusje-van-alles in de organisatie en behoort tot de ‘vaste kern’ Hij regelt praktische zaken, hij rijdt als chauffeur en doet de distributie van materiaal en grondstoffen en is bij veel overleggen aanwezig. [medeverdachte 3] neemt waar voor [medeverdachte 2] , als [medeverdachte 2] op vakantie gaat. [96] Hij legt op meerdere momenten rechtstreeks verantwoording af aan [medeverdachte 1] . [medeverdachte 2] zegt over [medeverdachte 3] :
“das de jonge van mij die alle tp overal naar toe regeld, chaf, bussen etc. die doet de distributie eigen is hij onze concierge.” [97]
[medeverdachte 4]
heeft een uitvoerende rol, hij is kok en bouwer. Op 12 mei 2020 wordt hij voor het eerst genoemd in zijn rol van kok in chatgesprekken tussen [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] . [98] Later zegt [medeverdachte 4] in een chat dat hij ook ‘gewoon dingen kan aanpassen’ en diezelfde dag wordt door [medeverdachte 2] een chat van [medeverdachte 4] doorgestuurd, waarin [medeverdachte 4] zegt:
“Nou heb nog meer slecht nieuws die app van 1400 is kuist verbrand”. [99] In Deventer heeft [medeverdachte 4] meegeholpen met de opbouw van het lab [100] en ook met het ontmantelen daarvan. [101] [medeverdachte 4] wordt gewond aangetroffen bij het drugslaboratorium in [plaats 1] op de dag van de inval, omdat hij in aanraking is gekomen met chemicaliën en is daar aangehouden door de politie.
[medeverdachte 8]
heeft een uitvoerende rol in de organisatie. Hij is kok, uitvoerder, chauffeur en bouwer. Op 31 maart 2020 stuurt [medeverdachte 8] foto’s vanuit het laboratorium in [plaats 4] , waar hij op dat moment bezig is met het chemische proces. [102] Op 10 juni 2020 zegt [medeverdachte 2] tegen [verdachte] dat [medeverdachte 8] nog twee dagen nodig heeft om het laboratorium in Deventer operationeel te krijgen. [103] werkte ook als kok in het lab in [plaats 1] . [104]
[medeverdachte 10]
beheert locaties voor [medeverdachte 1] en [verdachte] , daarnaast is hij chauffeur en manusje-van-alles. Hij is betrokken geweest bij de opbouw van de locatie in Deventer. Op 25 april 2020 stuurt [verdachte] een opsomming van [medeverdachte 10] werkzaamheden voor de organisatie naar [medeverdachte 1] . [105]
[medeverdachte 7]
heeft een uitvoerende rol in de organisatie als kok. Hij ingevlogen om bij te springen in de productie in het laboratorium in [plaats 1] . [106]
[medeverdachte 9]
heeft een uitvoerende rol onder in de organisatie. Hij heeft toegang tot meerdere stashlocaties van de organisatie, hij transporteert drugs, hij moet escorts regelen en hij transporteert geld en personen in opdracht van [medeverdachte 1] en [verdachte] . Zo krijgt hij op 9 april via [medeverdachte 10] te horen dat hij van [medeverdachte 1] twee mannen in Hellevoetsluis moet ophalen. Een van deze mannen blijkt [medeverdachte 4] te zijn. [107] Hij vraagt om loon bij [medeverdachte 1] en [verdachte] . [108]
Wetenschap verdachte van het oogmerk van de organisatie
Uit de betrokkenheid van verdachte bij de productie van de synthetische drugs, de inhoud van de chats en berichten, telefoontaps en observaties, leidt de rechtbank af dat verdachte wist dat de organisatie waar hij deel van uitmaakte tot oogmerk had de productie van synthetische drugs en het voorbereiden en bevorderen van die productie.
Conclusie
Op grond van het bovenstaande concludeert de rechtbank dat verdachte wetenschap had van het oogmerk van de organisatie, behoorde tot het samenwerkingsverband binnen die organisatie en met zijn handelingen heeft bijgedragen aan het criminele oogmerk van de organisatie gedurende de periode van 27 maart 2020 tot en met 19 augustus 2020.
De rechtbank acht het onder 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
3.3.5
Ten aanzien van feit 4: witwassen
Stappenplan
Bij de beoordeling of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen zal gebruik gemaakt worden van het in de jurisprudentie ontwikkelde stappenplan. Dit kan worden toegepast in het geval het gronddelict buiten beeld is gebleven. (stap 1). Het Openbaar Ministerie is vervolgens verantwoordelijk voor het aandragen van feiten en omstandigheden die een vermoeden rechtvaardigen dat een voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is. Deze feiten en omstandigheden moeten van zodanige aard zijn, dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen (stap 2). Als sprake is van een witwasvermoeden mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft waaruit blijkt dat de ten laste gelegde voorwerpen niet van misdrijf afkomstig zijn (stap 3). Die verklaring moet concreet, verifieerbaar, en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk zijn (stap 4). Als de verdachte een zodanige verklaring geeft, ligt het op de weg van het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar die verklaring. Als een dergelijke verklaring is uitgebleven, mag de rechter die omstandigheid betrekken in zijn bewijsoverwegingen (stap 5). Uit de resultaten van het onderzoek door het OM zal moeten blijken dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat de geldbedragen en goederen waarop de verdenking betrekking heeft, een legale herkomst hebben en dat derhalve een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring kan gelden. Als het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is, zal een bewezenverklaring volgen voor het bestanddeel ‘afkomstig uit enig misdrijf’. Als het nader gedane onderzoek een criminele herkomst van het voorwerp uitsluit, kan het bestanddeel ‘afkomstig uit enig misdrijf’ niet bewezen worden en zal vrijspraak moeten volgen (stap 6).
Toepassen stappenplan
Hoewel uit dit vonnis blijkt dat verdachte wordt veroordeeld voor strafbare feiten, is in deze zaak geen specifiek gronddelict aangeduid waar het geld, de cryptocurrency en de goederen van afkomstig zijn. De rechtbank komt daarom toe aan stap 2.
Met betrekking tot de contante geldbedragen
Op 29 maart 2020 communiceert [verdachte] via zijn Encrochat-account met [medeverdachte 1] . Hij stuurt daarbij een foto met een grote stapel bankbiljetten, verdeeld in kleinere bundels. De politie heeft een schatting van de waarde van de bundels gemaakt en komt uit op een totale waarde van € 64.000,00. [109] De tafel waarop het geld ligt komt overeen met de tafel aangetroffen tijdens de doorzoeking op 25 mei 2021 in de woning van verdachte aan de [adres 3]. [110] Bij de doorzoeking op 25 mei 2021 heeft politie daarnaast een hoeveelheid contant geld aangetroffen met een waarde van € 6.843,35. [111]
De bedragen contant geld verhouden zich niet met de inkomens- en vermogenspositie van verdachte of zijn partner. [112] Op alle beschikbare bankrekeningen, maar ook in de kasadministratie van de onderneming van verdachte [verdachte] , [bedrijf 1], zijn geen geldopnames te zien die te relateren zijn aan het bezit van een dergelijk groot geldbedrag. [113]
De rechtbank overweegt dat het voorhanden hebben van dergelijke grote contante geldbedragen door privé-personen hoogst ongebruikelijk is. Het is een feit van algemene bekendheid dat diverse vormen van criminaliteit gepaard gaan met grote hoeveelheden contant geld. De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een vermoeden van witwassen (stap 2).
Als sprake is van een witwasvermoeden mag van de verdachte verlangd worden dat hij een verklaring geeft over de herkomst van het contante geld (stappen 3 en 4). De raadsman van verdachte heeft de rechtbank op 4 augustus 2021 een verklaring van verdachte doen toekomen waaruit de legale herkomst van het contante geldbedrag van € 6.843,35 blijkt. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte hiermee een voldoende concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk verklaring over de herkomst van dit geldbedrag gegeven. Nu het Openbaar Ministerie heeft nagelaten nader onderzoek naar deze verklaring te verrichten, kan niet worden geoordeeld dat het niet anders kan dan dat het geldbedrag van € 6.8453,35 uit enig misdrijf afkomstig is.
Dat ligt anders voor het bedrag van € 64.000,00. Over dit bedrag heeft verdachte nagelaten te verklaren, hij heeft bij de politie en ter terechtzitting gezwegen. Er is dan ook geen andere conclusie mogelijk dan dat de € 64.000,00 afkomstig moet zijn uit enig misdrijf.
Met betrekking tot de cryptocurrency
Tijdens de doorzoeking op 25 mei 2021 treft de politie op de laptop van verdachte een applicatie aan met daarin drie wallets. In een van deze wallets bevindt zich op dat moment 15,39 bitcoins met een waarde op dat moment van € 484.762,95. [114] De rechtbank overweegt dat het beschikken over een grote hoeveelheid bitcoins niet past bij de legale inkomens- en vermogenspositie van verdachte of zijn partner. [115]
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een vermoeden van witwassen. Verdachte heeft geen verklaring over de bitcoins willen afleggen. De rechtbank is van oordeel dat blijkens het screenshot, verdachte toegang had tot het account waarop zich de 15,39 bitcoins bevonden, met een toenmalige waarde van € 484.762,95 en daarmee de bitcoins in zijn bezit had. De rechtbank komt tot de conclusie dat het niet anders kan dan dat verdachte de bitcoins heeft gefinancierd met geld dat uit enig misdrijf afkomstig is.
Het verweer van de raadsman dat verdachte niet de eigenaar was van de bitcoins op het scherm wordt door de rechtbank verworpen nu enige onderbouwing daarvan ontbreekt.Temeer nu de politie heeft geconstateerd dat de applicatie Ledger Live (op de laptop van [verdachte] ) gebruikt wordt om transacties met betrekking tot bitcoins te kunnen uitvoeren met een Ledger cryptovaluta hardware wallet. Dat is een apparaat, vergelijkbaar met een USB-stick, waarop cryptovaluta kan worden bewaard. Op de laptop, in beslag genomen onder [verdachte] , is een logbestand veiliggesteld en geanalyseerd door de politie. Hieruit blijkt dat de laptop voor het laatst gekoppeld is aan een Ledger Nano X. Tijdens de doorzoeking in de woning van [verdachte] is een doosje van een Ledger Nano X aangetroffen. [116] Uit een aanvullend proces-verbaal van bevindingen blijkt dat zonder de pincode van de Ledger of de herstelcode van 24 woorden de cryptovaluta niet kunnen worden verstuurd. De pincode dan wel de herstelcode van de Ledgers zijn bij de politie nooit bekend geworden. De politie constateert dat op 3 januari 2024 en 4 januari 2024, enkele dagen na de schorsing van [verdachte] , cryptovaluta zijn doorgeboekt van de wallet op de Ledger naar andere adressen. Alleen [verdachte] , als eigenaar van de Ledger, kan verklaren over wie deze cryptocurrency heeft doorgeboekt en wie deze heeft ontvangen, zo constateert de politie. [117] Een verklaring hieromtrent van [verdachte] is echter uitgebleven.
Wat betreft de cryptocurrency met een waarde van 12,65 bitcoins en 10,25 bitcoins bevinden zich in het dossier weliswaar Encrochat-gesprekken waarin over deze goederen wordt gesproken, maar de rechtbank acht dat onvoldoende om te kunnen vaststellen dat verdachte deze bitcoins ook daadwerkelijk voorhanden heeft gehad.
Met betrekking tot de luxe goederen( tassen en een horloge) en de Mercedes Benz AMG ( [kenteken 1] )
Tijdens de doorzoeking op 25 mei 2021 heeft de politie een hoeveelheid tassen van de merken Louis Vuitton en Dior, alsmede een personenauto van het merk Mercedes Benz, type AMG aangetroffen en in beslag genomen. [118] Op alle beschikbare bankrekeningen, maar ook in de kasadministratie van de onderneming van verdachte [verdachte] , [bedrijf 1], zijn geen transacties zichtbaar die het bezit van genoemde goederen verklaren. [119] Van de tassen met een totale waarde van € 8.200,00 kan de aanschaf niet worden verklaard uit vastgestelde legale inkomens van verdachte of zijn partner. [120] Wat betreft het horloge met een waarde van € 25.000,00 bevinden zich in het dossier weliswaar Encrochat-gesprekken waarin over het horloge wordt gesproken, maar de rechtbank acht dat onvoldoende om te kunnen vaststellen dat verdachte dit horloge ook daadwerkelijk voorhanden heeft gehad.
Verdachte heeft de Mercedes gekocht op 20 oktober 2020 bij [bedrijf 2] voor een bedrag van € 41.000,00. Op de rekeningoverzichten van verdachte als ook van zijn partner, [naam 6], zijn geen betalingen zichtbaar die te relateren zijn aan de aankoop van dit voertuig. [121] , De politie heeft onderzoek gedaan en uit het kasboek van de onderneming van verdachte, [bedrijf 1], blijkt dat een uitgave van € 41.000,00 uit de kas van de onderneming op die datum niet mogelijk was, omdat er na betaling een negatieve stand zou ontstaan, hetgeen niet mogelijk is met contante bedragen. [122]
Verdachte heeft geen verklaring gegeven over de aankoop van de overige luxe goederen en de Mercedes. De rechtbank komt tot de conclusie dat het niet anders kan dat dat verdachte de goederen heeft gefinancierd met geld dat uit enig misdrijf afkomstig is.
Wetenschap
Voor de strafbaarheid van witwassen is vereist dat de pleger ‘wist’ of ‘redelijkerwijs had moeten vermoeden’ dat zijn handelen een uit misdrijf afkomstig goed betrof.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte wist dat de geldbedragen, de bitcoins en de goederen van enig misdrijf afkomstig waren en dat er dus sprake is geweest van witwassen.
Het gaat om zeer grote (contante) geldbedragen en goederen met een hoge waarde die totaal niet in verhouding staan tot de legale inkomstenbronnen van verdachte en diens partner. De encrochatberichten over de geldbedragen en de goederen zijn bovendien veelzeggend. Op 11 juni 2020 chat verdachte met ene ‘[accountnaam 5]’. [accountnaam 5] zegt dat 110
‘ruggen’al 92,5 geworden is. ‘
Ben je in de luoie vuiton winkel geweest?’. Verdachte reageert: ‘
moest ff iemand geven. Krijg ik ook bank terug. Over. Morgen weer eraf pinnen. Beetje wassen die bende’. [123]
Gelet op al het voorgaande, in onderling verband en in samenhang bezien, acht de rechtbank bewezen dat verdachte opzet heeft gehad op het witwassen van voornoemde geldbedragen, bitcoins en goederen.
Conclusie
Gezien het voorgaande is de rechtbank is van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van een geldbedrag van € 64.000,00, een hoeveelheid van 15,39 bitcoins, tassen en een Mercedes Benz.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de overige genoemde bedragen en goederen. Voorts zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het tenlastegelegde medeplegen nu hiervan uit het dossier niet is gebleken.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode 11 juni 2020 tot en met 19 augustus 2020 te [plaats 1] , gemeente Veendam, , tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft bereid en bewerkt en verwerkt en vervaardigd, (ongeveer) 135 liter amfetamine-olie zijnde amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij in de periode 27 maart 2020 tot en met 19 augustus in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, van amfetamine, zijnde amfetamine, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, en diens mededaders, wisten dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door
- een loods te regelen alwaar men synthetische drugs kon produceren ( [plaats 1] ) en
- anderen aan te sturen om deze locatie in te richten als ware te gebruiken voor de productie van synthetische drugs en een locaties ook weer af te breken indien dit noodzakelijk was (Deventer en [plaats 1] ) en
- personen aan te sturen die op deze locatie de synthetische drugs moe(s)ten produceren, waaronder, een lasser en een kok en een elektricien (Deventer en [plaats 1] ) en
- een stashplek voor de opslag van chemicaliën en/of ketels en/of andere benodigdheden voor de productie van synthetische drugs (zoals hieronder genoemd), te regelen en/of te gebruiken (Zwolle) en
- geld te investeren om de benodigde goederen en/of benodigdheden voor deze synthetische drugslabs aan te schaffen (Deventer en [plaats 1] ) en
- aankopen en transporten van hoeveelheden chemicaliën, (waaronder maar niet alleen) APAAN te organiseren en/of aan te sturen (Zwolle en Deventer en [plaats 1] ) en
- stoffen en/of chemicaliën voorhanden te hebben ( [plaats 1] ) en
- ketels voorhanden te hebben [plaats 1] ) en
- benodigdheden voor een synthetisch drugslab voorhanden te hebben ( [plaats 1] );
3.
hij in de periode 27 maart 2020 tot en met 19 augustus 2020 in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8] en [medeverdachte 9] en [medeverdachte 10] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10 vierde lid, artikel 10a eerste lid, Opiumwet terwijl hij, verdachte, leider in die periode is geweest;
4.
hij in de periode 1 maart 2020 tot en met 25 mei 2021 in Nederland, (telkens) voorwerpen, te weten
- grote contante geldbedragen waaronder ongeveer EURO 64.000 en
- een grote hoeveelheid cryptocurrency, het voorhanden hebben van ongeveer 15,39 Bitcoin(s) (waarvan de waarde op 25 mei 2021 en/of 26 mei 2021 was vastgesteld op EURO 484.762,95) en
- luxe goederen (tassen van het merk Louis Vuitton en Dior) en
- een voertuig (een Mercedez Benz AMG vvk [kenteken 1] )
heeft verworven, voorhanden gehad, en van die voorwerpen gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat die voorwerpen geheel– onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 2, 10, 10a en 11b van de Opiumwet en artikel 420bis Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
Eendaadse samenloop van feit 1 en feit 2:
feit 1
het misdrijf:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod;
en
feit 2
het misdrijf:
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, tezamen en in vereniging met anderen, voor te bereiden of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en
zich en een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en
voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
feit 3
het misdrijf:
als leider deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10 vierde lid en artikel 10a van de Opiumwet;
feit 4
het misdrijf:
witwassen.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte wordt opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van zes en een half jaar met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht. De officier van justitie heeft ook gevorderd de schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen op de datum van de einduitspraak.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank bij een strafoplegging rekening te houden met artikel 63 Sr, het tijdsverloop en de rol van verdachte en hij heeft daarbij aangevoerd dat de eis van de officier van justitie niet in verhouding is met hetgeen in het verleden is besproken in het kader van procesafspraken. De raadsman heeft de rechtbank verzocht de schorsing van de voorlopige hechtenis niet op te heffen.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich gedurende een aanzienlijke periode, in georganiseerd verband bezig gehouden met het medeplegen van voorbereidingshandelingen die zagen op het produceren van synthetische harddrugs en de daadwerkelijke productie daarvan. Verdachte had daarbij een leidinggevende rol.
De organisatie waarvan verdachte deel uitmaakte heeft zich op professionele wijze en op haast industriële schaal bezig gehouden met het produceren van grote hoeveelheden amfetamine en BMK op wisselende locaties. Het produceren van amfetamine is een lucratieve en specialistische bezigheid. Het spreekt voor zich dat een organisatie met als doelstelling het plegen van misdrijven als hiervoor genoemd een ernstige en ontoelaatbare ondermijning van de rechtsorde betekent. Door deel te nemen aan een dergelijke organisatie heeft verdachte geen oog gehad voor de maatschappelijke problemen die de productie van (en de daaruit logischerwijs voortvloeiende handel in) verdovende middelen met zich meebrengen. Het is algemeen bekend dat het gebruik van verdovende middelen grote gezondheidsrisico’s met zich meebrengt en kan leiden tot verslavingen, die de gebruikers dan vaak door diefstal of ander crimineel handelen trachten te bekostigen, hetgeen weer leidt tot overlast in de samenleving. Van de handel in verdovende middelen is bovendien algemeen bekend dat dit vaak gepaard gaat met verschillende vormen van andere criminaliteit.
Daarnaast schuilt in de productie van harddrugs direct gevaar voor schade aan het milieu, veroorzaakt door illegale dumpingen van vrijkomende chemische afvalstoffen in de natuur. Bovendien bestaat er ontploffingsgevaar, brandgevaar en gevaar voor het vrijkomen van giftige stoffen.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan witwassen. Witwassen speelt een cruciale rol in de onderwereld. Geld is in de criminele wereld een drijfveer, een doel, maar ook een belangrijk middel. Verdachte heeft door zijn handelen bijgedragen aan het illegale geldsysteem en de instandhouding van verschillende vormen van criminaliteit.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft in strafverzwarende zin acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 25 februari 2024. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor een drugsgerelateerde feiten. Voorts blijkt uit het uittreksel justitiële documentatie een veroordeling die ligt na de pleegperiode van de onderhavige bewezen verklaarde feiten, waardoor toepassing gegeven dient te worden aan artikel 63 Sr. Het gaat daarbij om de veroordeling van 10 maart 2023 door de politierechter van de rechtbank Overijssel.
De rechtbank heeft voorts kennis genomen van een reclasseringsrapport van 23 juni 2022, waarin de reclassering verdachte beschrijft als een verdachte in een omvangrijke drugszaak die zwijgt over zijn rol. De reclassering kan dan ook geen uitspraken doen over het eventuele recidiverisico, maar uit wel haar zorgen over het geconstateerde delictpatroon van eerdere soortgelijke veroordelingen. De reclassering heeft geen directe problemen geconstateerd op de praktische leefgebieden.
Strafoplegging
Gezien de ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank gekeken naar de oriëntatiepunten van het LOVS en acht geslagen op rechterlijke uitspraken in soortgelijke zaken. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 66 maanden passend en geboden zou zijn.
De rechtbank overweegt bij het vaststellen van de hoogte van de straf dat verdachte een leidende rol had in de organisatie, en daarmee een onmisbare en cruciale rol heeft gespeeld in de communicatie, de aansturing en het investeren in de organisatie.
Van persoonlijke omstandigheden van verdachte die tot matiging van de straf zouden kunnen leiden is niet gebleken. Verdachte heeft zich zowel bij de politie als tijdens de zittingen steeds beroepen op zijn zwijgrecht. Verdachte heeft daarmee geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen.
De rechtbank overweegt daarnaast dat sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn. Verdachte is in verzekering gesteld op 25 mei 2021 en vanaf dat moment is de redelijke termijn gaan lopen. Dat betekent dat er, nu op 31 mei 2024 vonnis wordt gewezen tegen verdachte, sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn met 12 maanden. De rechtbank zal dan ook, volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, de maximale korting van zes maanden op de straf in mindering brengen. De rechtbank zal verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van vijf jaren met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
Voorlopige hechtenis
De voorlopige hechtenis van verdachte is door de rechtbank laatstelijk geschorst per 2 maart 2023 gelet op het procesverloop, bezien in het licht van de verdenking en de persoonlijke situatie van verdachte. Het verhandelde ter zitting en de inhoud van het onderhavige vonnis vragen om een nieuwe beoordeling van de voorlopige hechtenis. Met het onderhavige vonnis zijn de ernstige bezwaren gegeven en ook de aan de voorlopige hechtenis ten grondslag liggende recidivegrond is onverkort van toepassing. De aan de eerder bevolen schorsing van de voorlopige hechtenis ten grondslag liggende omstandigheden zijn in het licht van dit vonnis naar het oordeel van de rechtbank van onvoldoende gewicht om het door laten lopen van de schorsing te rechtvaardigen. De persoonlijke belangen van verdachte bij schorsing van de voorlopige hechtenis wegen in de nieuwe situatie niet langer op tegen het strafvorderlijk belang bij hervatting van die voorlopige hechtenis. De rechtbank is daarom van oordeel dat de schorsing van de voorlopige hechtenis moet worden opgeheven.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
6.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft de verbeurdverklaring gevorderd van een bedrag van
€ 72.075,90, zijnde de waarde van inbeslaggenomen en door het Openbaar Ministerie reeds vervreemde cryptomunten, het door de politie aangetroffen bedrag van € 6.843,35, de luxe goederen ter waarde van € 8.200,00 en de Mercedes Benz met kenteken [kenteken 1] .
De raadsman heeft zich verzet tegen de verbeurdverklaring van de Mercedes-Benz.
De rechtbank constateert op basis van de beslaglijsten in het dossier dat slechts sprake is van beslag ex artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) op een voertuig met kenteken XR669Z. De rechtbank is van oordeel dat dit in beslag genomen voertuig teruggegeven dient te worden aan de rechthebbende.
6.5
Verbeurdverklaring cryptocurrency
Daarnaast heeft de officier van justitie primair de verbeurdverklaring gevorderd van een hoeveelheid van 15,39 (niet in beslag genomen) bitcoins en subsidiair van 12,39 (niet in beslag genomen) bitcoins. De officier van justitie heeft daarbij overeenkomstig artikel 34 van het Wetboek van Strafrecht gevorderd de geldelijke waarde van de bitcoins vast te stellen aan de hand van de koerswaarde op 31 mei 2024, en te bepalen dat de bitcoins moeten worden overgedragen dan wel dat de waarde daarvan door verdachte moet worden betaald binnen twee weken na de onherroepelijke einduitspraak, te vervangen door een jaar vervangende hechtenis indien dat niet gebeurt.
De raadsman heeft zich verzet tegen de verbeurdverklaring van de bitcoins.
De rechtbank overweegt als volgt. Vereist voor de verbeurdverklaring is in beginsel dat de voorwerpen aan de verdachte toebehoren. Tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte is op de laptop van verdachte een applicatie aangetroffen met daarin drie wallets. In een van de wallets zat op dat moment 15,39 bitcoins. Verdachte kan, zoals ook reeds in het voorgaande is overwogen, als eigenaar van de Ledger beschikken over de bitcoins. De rechtbank houdt het er dan ook voor dat deze bitcoins hem in strafrechtelijke zin toebehoren.
De rechtbank zal de bitcoins verbeurd verklaren nu dit voorwerpen betreffen die verdachte heeft verkregen door middel van het plegen van een strafbaar feit.
De rechtbank zal de verdachte in de gelegenheid stellen in het kader van de verbeurdverklaring daarvan de bitcoins uit te leveren als bedoeld in artikel 34, lid 2 Sr., dan wel de waarde daarvan op de datum van de uitspraak van dit vonnis te betalen. Aan de verdachte wordt derhalve de keuze gelaten om het Openbaar Ministerie binnen 14 dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis de volledige beschikkingsmacht over deze bitcoins te verschaffen, dan wel binnen 14 dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis de geschatte waarde daarvan te betalen. De rechtbank stelt de waarde van de 15,39 bitcoins vast tegen de wisselkoers daarvan op de datum van de uitspraak (te weten 31 mei 2024).

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 33, 33a, 34, 47, 55 en 57 Sr.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Eendaadse samenloop van feit 1 en feit 2:
feit 1
het misdrijf:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod;
en
feit 2
het misdrijf:
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, tezamen en in vereniging met anderen, voor te bereiden of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en
zich en een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en
voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
feit 3
het misdrijf:
als leider deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10 vierde lid en artikel 10a van de Opiumwet;
feit 4
het misdrijf:
witwassen.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
in beslag genomen goederen
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van het voertuig met kenteken XR669Z, op de beslaglijst genoemd onder nummer 1;
verbeurdverkaring cryptocurrency
- verklaart verbeurd
15,39 bitcoins,waarbij de verdachte de keuze wordt gelaten om -al dan niet in samenwerking met het Openbaar Ministerie- de volledige beschikkingsmacht over deze specifieke bitcoins te verschaffen of de koerswaarde te betalen zoals deze heeft gegolden op de datum van de uitspraak (31 mei 2024) te vervangen door 12 maanden vervangende hechtenis indien dit niet binnen 14 dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis gebeurt;
voorlopige hechtenis
- heft de schorsing van de voorlopige hechtenis op met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Meijer, voorzitter, mr. D.E. Schaap en
mr. M.W. Eshuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. de Bruin, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 31 mei 2024.
Buiten staat
Mr. M.W. Eshuis is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, districtsrecherche IJsselland met onderzoeksnummer Elrits/ ON1R020059 en de aanvullingen 1 tot en met 6. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Proces-verbaal chatidentificatie met betrekking tot imei [nummer 3] [medeverdachte 2] , AD01, AH026, pagina 398 en AH165, AD01, pagina 259.
3.Proces-verbaal stemidentificatie mbt [medeverdachte 2] op [nummer 4], AD01, AH180, pagina 91 ev.
4.Proces-verbaal chatidentificatie met betrekking tot imei [nummer 5] [medeverdachte 3] , AD01, AH044, pagina 405 en AMB.090, AD01, pagina 163.
5.Proces-verbaal stemherkenning [medeverdachte 3] , AD01, AH182, pagina 113 en 114.
6.Proces-verbaal chatidentificatie met betrekking tot imei [nummer 6] [verdachte] , AD01, AH045, pagina 415.
7.Proces-verbaal chatidentificatie met betrekking tot imei [nummer 7] [medeverdachte 8] , AD01, AH050, pagina 430 en AH051, AD01, pagina 174.
8.Proces-verbaal stemidentificatie [medeverdachte 8] , AD01, AH 037, pagina 82 ev.
9.Proces-verbaal identificatie [accountnaam 6], AD01, AH054, pagina 436.
10.Proces-verbaal HOUFR92.gebruiker [accountnaam 7], AD01, AH060, pagina 451 en AH166, AD01, pagina 298.
11.Proces-verbaal DOORT71.[alias 7], AD01, AH061, pagina 457 en AH100, AD01, pagina 187.
12.Proces-verbaal chatidentificatie [accountnaam 8], AD01, AH099, pagina 476.
13.Proces-verbaal identificatie [accountnaam 9] [medeverdachte 9] , AD01, AH192, pagina 492.
14.Proces-verbaal identificatie [e-mailadres 12] , AD01, AH200, pagina 496.
15.Proces-verbaal identificatie [e-mailadres 13] , aanv dossier AD07, AH210, pagina 15868 ev.
16.[medeverdachte 1] : proces-verbaal ter beschikkingstelling Argus data, AD01, pagina 552, [medeverdachte 2] : proces-verbaal bevindingen SKY-gebruik [medeverdachte 2] , AD01, pagina 556 ev., [verdachte] : proces-verbaal ID SKY account [accountnaam 1] , AD01, pagina 562 ev.
17.Proces-verbaal van bevindingen [medeverdachte 5] gebruiker telefoonnummers [telefoonnummer 5] , [telefoonnummer 6] en [telefoonnummer 7] , ZD02, AMB.078, pagina 6320 ev.
18.Proces-verbaal stemidentificatie mbt [medeverdachte 5] op [telefoonnummer 8] , AD01, AH188, pagina 153 ev.
19.Proces-verbaal van bevindingen mbt bijnaam van [medeverdachte 5] is [alias 12], AD01, AH140, pagina 213 ev.
20.Proces-verbaal restinformatie, ZD05, pagina 9065.
21.Proces-verbaal van bevindingen [medeverdachte 6] gebruiker [telefoonnummer 11] . ZD02, AMB.037, pagina 6459 en 6460.
22.Proces-verbaal aanhouding verdachte, ZD01, AH039.01, pagina 3357 en 3358.
23.Proces-verbaal LFO, ZD01.01, AH048, pagina 3382 ev.
24.Een geschrift zijnde een rapport van het NFI, drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 19 augustus 2020 op de locatie [adres 1] te [plaats 1] van 20 november 2020, pagina 3499 ev.
25.Proces-verbaal aanhouding verdachte, ZD01, AH039/40.01, pagina 3357 en 3359.
26.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10269.
27.Proces-verbaal van observatie 20 juli 2020, ZD01, T011, pagina 3573 ev.
28.Proces-verbaal van bevindingen, AH076, ZD01, pagina 3544
29.Proces-verbaal mbt [plaats 1] 20-29 juli 2020, ZD01, AH076, pagina 3547.
30.Proces-verbaal mbt [plaats 1] 20-29 juli 2020, ZD01, AH076, pagina 3552.
31.Proces-verbaal mbt [plaats 1] 8 augustus 2020, ZD01, AH081, pagina 3678.
32.Proces-verbaal van bevindingen mbt SKY-ECC informatie dd 8/9-08-2020,Coquille ON1R020049-320, pagina 4287 ev.
33.Proces-verbaal mbt [plaats 1] 10 augustus 2020, ZD01, AH083, pagina 3730.
34.Proces-verbaal mbt [plaats 1] 10 augustus 2020, ZD01, AH083, pagina 3757.
35.Proces-verbaal van bevindingen, 14 juni 2021, ZD01, AH084, pagina 3772.
36.Proces-verbaal mbt [plaats 1] 11 augustus 2020, ZD01, AH084, pagina 3766 en 3773.
37.Proces-verbaal mbt [plaats 1] 11 augustus 2020, ZD01, AH084, pagina 3771.
38.Proces-verbaal mbt [plaats 1] 12 augustus 2020, ZD01, AH085, pagina 3783.
39.Proces-verbaal van bevindingen mbt SKY-ECC informatie dd 11-08-2020,Coquille [nummer 8], pagina 4210 ev.
40.Proces-verbaal van bevindingen mbt SKY-ECC informatie dd 13/16-08-2020,Coquille [nummer 9], pagina 4226 ev.
41.Proces-verbaal mbt [plaats 1] 14 augustus 2020, ZD01, AH087, pagina 3879.
42.Proces-verbaal van bevindingen mbt SKY-ECC informatie dd 13/16-08-2020,Coquille [nummer 9], pagina 4227 ev.
43.Proces-verbaal bevindingen mbt [plaats 1] 15 augustus 2020, ZD01, AH088, pagina 3906.
44.Proces-verbaal van bevindingen mbt SKY-ECC informatie dd 13/16-08-2020,Coquille [nummer 9], pagina 4227 ev.
45.Proces-verbaal bevindingen rondom observatie op 17 augustus 2020, ZD01, AH090, pagina 3947.
46.Proces-verbaal van bevindingen mbt SKY-ECC informatie dd 17/19-08-2020,Coquille [nummer 10], pagina 4276 ev.
47.Proces-verbaal bevindingen mbt [plaats 1] 18 augustus 2020, ZD01, AH091, pagina 3992 ev.
48.Proces-verbaal van bevindingen mbt SKY-ECC informatie dd 17/19-08-2020,Coquille [nummer 10], pagina 4276 ev.
49.Proces-verbaal bevindingen mbt [plaats 1] 19 augustus 2020, ZD01, AH092, pagina 4053 ev.
50.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict [adres 1] te [plaats 1] , ZD01, AH049, pagina 3460 ev.
51.Proces-verbaal vooronderzoek lab, ZD01, AH049.03, pagina 3481 ev. en een geschrift zijn Rapport DNA-onderzoek van een maatwerkonderzoek in [plaats 1] op 19 augustus 2020 van 25 september 2020, pagina 3472 ev.
52.Proces-verbaal onderzoek ANPR gegevens, ZD04.01, pagina 8068.
53.Proces-verbaal van bevindingen [adres 4], ZD04.01, pagina 8054.
54.Proces-verbaal forensisch onderzoek voertuig,, ZD04.01, pagina 8058.
55.Een geschrift zijnde rapport NFI drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 12 mei 2020 in een vrachtwagen in Zwolle, ZD04.01, pagina 8118 ev.
56.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10136.
57.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10177.
58.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10251 ev.
59.Proces-verbaal van bevindingen loods Deventer, ZD05, pagina 9236 ev.
60.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10251 ev.
61.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10268.
62.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10276.
63.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10094 en 10095.
64.Proces-verbaal van bevindingen Encrochat [accountnaam 10], ZD06 AH069, pagina 10068.
65.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10222.
66.Proces-verbaal van bevindingen Encrochat [accountnaam 10], ZD06 AH069, pagina 10068.
67.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10232.
68.Proces-verbaal van bevindingen, ZD06, map 1, AH071, pagina 10282-10283.
69.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10162.
70.Proces-verbaal van bevindingen mbt informatie uit gecrypte communicatie via Sky-ecc 10-08-2020, ZD01, nummer 292, pagina 4194.
71.Proces-verbaal van bevindingen, ZD06, map 1, AH071, pagina 10226-10227.
72.Proces verbaal van bevindingen, Elrits ON1 R020059-303, pagina 120
73.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10166.
74.Proces-verbaal van bevindingen Encrochat [accountnaam 10], ZD06 AH069, pagina 10071.
75.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10232 en 10233.
76.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10150.
77.Proces-verbaal van bevindingen Encrochat [accountnaam 10], ZD06 AH069, pagina 10063.
78.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10077 ev.
79.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10095.
80.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10110.
81.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10147.
82.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10184.
83.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10139 en 10140.
84.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10147.
85.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071 pagina 10233.
86.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10238.
87.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10151.
88.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10152.
89.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10162.
90.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10176.
91.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10241.
92.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10270.
93.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06, AH071, pagina 10276.
94.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10268.
95.Tapgesprek rol [medeverdachte 6] op 18-06-2020, [nummer 11], ZD06, pagina 10627.
96.Proces-verbaal bevindingen mbt lab [plaats 1] op 11 augustus 2020, ZD01, AH084, pagina 3766.
97.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10125.
98.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10163 ev.
99.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10163 en 10169.
100.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10177.
101.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10276.
102.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10101 ev.
103.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10056.
104.Proces-verbaal relaas zaaksdossier 01 [plaats 1] , pagina 3270 en 3271
105.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10138.
106.Proces-verbaal van bevindingen, ZD01, AH088, pagina 3909-3910.
107.Proces-verbaal van bevindingen inhoud chats [medeverdachte 9] , ZD06, AH196, pagina 10368.
108.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Encrochat, ZD06 AH071, pagina 10387 en 10397.
109.Proces-verbaal witwassen [verdachte] , ZD08, pagina 12509 en 12510.
110.Proces-verbaal van bevindingen vergelijking foto uit de encrochat met situatie [adres 3], ZD08, pagina 12640 ev.
111.Proces-verbaal van bevindingen doorzoeking woning [adres 3], beslag map 2, pagina 14609 icm pagina 14606.
112.Proces-verbaal witwassen [verdachte] , ZD08, pagina 12504 ev onder 2.7, 2.8 en 2.9.
113.Proces-verbaal witwassen [verdachte] , ZD08, pagina 12510.
114.Proces-verbaal van bevindingen netwerkzoeking [adres 3], ZD08, nummer 233, pagina 12655 ev.
115.Proces-verbaal witwassen [verdachte] , ZD08, pagina 12504 ev onder 2.7, 2.8 en 2.9.
116.Proces-verbaal van bevindingen, ZD08, pagina 12655-12657.
117.Aanvullend proces-verbaal van bevindingen 12 maart 2024, proces verbaal nummer 332, onderzoek Coquille/ ON1R020049
118.Proces-verbaal van bevindingen doorzoeking woning [adres 3], beslag map 2, pagina 14609 icm pagina 14606.
119.Proces-verbaal witwassen [verdachte] , ZD08, pagina 12527-12529.
120.Proces-verbaal witwassen [verdachte] , ZD08, pagina 12504 ev onder 2.7, 2.8 en 2.9.
121.Proces-verbaal witwassen [verdachte] , ZD08, pagina 12526, onder 3.3.
122.Proces-verbaal witwassen [verdachte] , ZD08, pagina 12526 en 12527.
123.Proces-verbaal witwassen [verdachte] , ZD08, pagina 12519.