ECLI:NL:RBOVE:2024:2822

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 mei 2024
Publicatiedatum
30 mei 2024
Zaaknummer
C/08/311954 / KG ZA 24-65
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot realisatie elektriciteitsaansluitingen voor nieuwbouwappartementen in Hoogezand

In deze zaak vordert Stichting Groninger Huis, een woningbouwcorporatie, dat Enexis Netbeheer B.V. wordt veroordeeld om elektriciteitsaansluitingen te realiseren voor achttien nieuwbouwappartementen in Hoogezand. De geplande opleverdatum van de appartementen is 1 september 2024, maar Enexis heeft aangegeven dat de aansluitingen pas in het voorjaar van 2025 gerealiseerd kunnen worden. Groninger Huis heeft Enexis verzocht om de aansluitingen uiterlijk in week 29 van 2024 te realiseren, op straffe van een dwangsom. De voorzieningenrechter heeft de vordering van Groninger Huis afgewezen, omdat Enexis niet over voldoende capaciteit beschikt om de aansluitingen tijdig te realiseren. De voorzieningenrechter oordeelt dat Groninger Huis geen belang heeft bij een aansluiting zonder transportcapaciteit, en dat de belangen van Enexis, als netbeheerder, zwaarder wegen. De proceskosten worden toegewezen aan Enexis, aangezien Groninger Huis in het ongelijk is gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: C/08/311954 / KG ZA 24-65
Vonnis in kort geding van 29 mei 2024
in de zaak van
STICHTING GRONINGER HUIS,
te Zuidbroek,
eisende partij,
hierna te noemen: Groninger Huis,
advocaat: mr. M.R. de Boer,
tegen
ENEXIS NETBEHEER B.V.,
te 's-Hertogenbosch,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Enexis,
advocaten: mr. Q.N. Manuel en mr. H.H.D. van Schilt.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- de producties van Groninger Huis,
- de mondelinge behandeling van 15 mei 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitnota van Groninger Huis,
- de pleitnota van Enexis.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1.
Groninger Huis is op dit moment bezig om in Hoogezand achttien nieuwbouwappartementen te realiseren. De geplande opleverdatum is 1 september 2024. Groninger Huis heeft Enexis verzocht om voor 1 juni 2024 de daarvoor benodigde elektriciteitsaansluitingen te verzorgen, maar Enexis heeft de verwachting uitgesproken dat de realisatie in het voorjaar van 2025 zal kunnen plaatsvinden.
2.2.
In dit kort geding vordert Groninger Huis dat Enexis wordt veroordeeld om de aansluitingen uiterlijk week 29, dan wel binnen een termijn van 52 weken vanaf de aanvraagdatum, te realiseren, op straffe van een dwangsom. De voorzieningenrechter zal de vordering afwijzen. Zij zal hierna uitleggen hoe zij tot dat oordeel is gekomen.
3. De feiten
3.1.
Enexis is een netbeheerder in de zin van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet) en beheert onder meer het elektriciteitsnet in de gemeente Midden-Groningen, waaronder Hoogezand. Als netbeheerder is Enexis belast met het aansluiten van afnemers en het transporteren van elektriciteit.
3.2.
Groninger Huis is eigenaar van achttien appartementen aan de [adres 1] tot en met [adres 3] , die zij verhuurt. Deze appartementen zijn eerst gesloopt en worden nu nieuw gebouwd. De oplevering staat gepland op 1 september 2024.
3.3.
Op 25 mei 2023 heeft er een nutsoverleg plaatsgevonden ten behoeve van de appartementen. Daarbij was ook iemand namens Enexis aanwezig. In een door een derde partij opgemaakt verslag van het overleg, staat als toelichting bij elektra dat er een hoofdleiding benodigd is vanaf de bestaande trafo (transformator).
3.4.
In haar e-mail van 1 september 2023 heeft Enexis aan Groninger Huis een opdrachtbevestiging toegestuurd voor het realiseren van een bouwaansluiting. Enexis heeft daarbij onder het kopje
“Langere doorlooptijd” melding gemaakt dat voor het realiseren van deze aansluiting het hoofdnet aangepast moet worden en dat daarvoor een project opgestart moet worden.
3.5.
Groninger Huis heeft in oktober 2023 via [internetsite] bij Enexis aanvragen ingediend voor het realiseren van nieuwe aansluitingen voor de appartementen (achttien keer 3x25 Ampère en één keer 3x80 Ampère). Enexis heeft de ontvangst van de opdracht op 19 oktober 2023 bevestigd.
3.6.
Per e-mail van 19 december 2023 heeft Enexis aan Groninger Huis meegedeeld dat de aansluiting 72 weken na de initiële aanvraag zou kunnen plaatsvinden. Voor het project van Groninger Huis leidt dit tot een doorlooptijd tot ongeveer halverwege 2025. De toelichting van Enexis daarbij is dat uit een capaciteitstest is gebleken dat het hoofdnet overbelast is en dat dit eerst uitgebreid moet worden voordat de aansluiten gerealiseerd kunnen worden. Daarvoor moet een andere transformator worden geplaatst, waarvoor lange levertijden gelden.

4.Het geschil

4.1.
Groninger Huis vordert – na wijziging van eis tijdens de mondelinge behandeling – dat Enexis ertoe wordt veroordeeld dat het nieuwbouwcomplex uiterlijk in week 29, dan wel 19 oktober 2024 deugdelijk zal zijn aangesloten op het elektriciteitsnet, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per woning per dag dat Enexis niet aan die verplichting voldoet. Daarnaast vordert Groninger Huis dat Enexis in de proces- en nakosten wordt veroordeeld.
4.2.
Groninger Huis legt aan de vordering ten grondslag dat Enexis op grond van artikel 8.11 van de Netcode Elektriciteit [1] als netbeheerder verplicht is om een aansluiting binnen een redelijke termijn te realiseren. Volgens Groninger Huis volgt uit de toepasselijke regelgeving dat voor een aansluiting als deze de redelijke termijn achttien weken, en in elk geval maximaal 52 weken bedraagt.
4.3.
Enexis betwist dat de door Groninger Huis gestelde termijnen in dit geval van toepassing zijn, zodat de vordering niet toewijsbaar is.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

De kortgedingprocedure
5.1.
In een kortgedingprocedure wordt aan de voorzieningenrechter gevraagd om een (spoed)maatregel te nemen. De wet gaat ervan uit dat er na de kortgedingprocedure ook een gewone rechtszaak (bodemprocedure) zal komen. In een kortgedingprocedure moet de voorzieningenrechter beoordelen of het waarschijnlijk is dat in de bodemprocedure een beslissing zal worden genomen die in het voordeel van de eisende partij zal zijn. Als dat voldoende aannemelijk is en als er haast bij is (spoedeisend belang), kan de maatregel die op de beslissing in de bodemprocedure vooruitloopt, in een kortgedingprocedure worden toegewezen.
Het spoedeisend belang
5.2.
Groninger Huis vordert een voorlopige voorziening in kort geding. Daarvoor is vereist dat zij een spoedeisend belang heeft. Groninger Huis onderbouwt de aanwezigheid van dat belang met de stelling dat zij, zolang de appartementen nog niet zijn aangesloten op het elektriciteitsnet, vanaf de opleverdatum schade zal lijden. Zij zal bijvoorbeeld geen huurinkomsten kunnen ontvangen en bewakingskosten moeten maken tot aan de uiteindelijke aansluitdatum. Ook zal zij extra kosten moeten maken voor haar huurders, bouwpersoneel en aannemer. Deze schade kan zij, vanwege de algemene voorwaarden van Enexis die op de overeenkomst tussen partijen van toepassing zijn, niet op Enexis verhalen.
5.3.
De voorzieningenrechter zal, gelet op de onderbouwde stelling van Groninger Huis, het spoedeisend belang aannemen. Dat betekent dat de vordering inhoudelijk zal worden beoordeeld.
De vordering van Groninger Huis
(a) Aansluitplicht
5.4.
Op grond van artikel 23 lid 1 E-wet moet de netbeheerder degene die daar om verzoekt voorzien van een aansluiting op het door hem beheerde net tegen een tarief en tegen andere voorwaarden die in overeenstemming zijn met de E-wet. Op grond van lid 4 van dit artikel moet zo’n aansluiting door de netbeheerder worden gerealiseerd binnen een redelijke termijn. De ACM, de hierop toezichthoudende instantie van Nederland, heeft in een codebesluit – de Netcode Elektriciteit – bepaald dat in het geval van congestie (een overspannen elektriciteitsnet) een termijn van maximaal 52 weken redelijk moet worden geacht, of korter als er eerder transportcapaciteit beschikbaar is (artikel 8.11 Netcode Elektriciteit).
5.5.
Hoewel partijen van mening verschillen over (de (on)verbindendheid van) de (concrete) termijn die voor het realiseren van de aansluitingen in de zin van de Netcode Elektriciteit in acht genomen moet worden, is tussen hen niet in geschil dat Enexis gehouden is om de aansluitingen zo snel mogelijk tot stand te brengen en deze te voorzien van het aangevraagde transportvermogen. Dit kort geding spitst zich toe op de vraag of Enexis daartoe – op straffe van een dwangsom – kan worden verplicht binnen de door Groninger Huis gevorderde termijn.
(b) Transportplicht
5.6.
De aansluitplicht op grond van artikel 23 lid 1 E-wet moet worden onderscheiden van de verplichting om aan degene die daar om verzoekt een aanbod te doen voor transport van elektriciteit op grond van artikel 24 lid 1 E-wet (de transportplicht). Deze verplichting geldt op grond van artikel 24 lid 2 E-wet niet voor zover de netbeheerder voor het gevraagde transport redelijkerwijs geen transportcapaciteit ter beschikking heeft. De weigering van de netbeheerder om het gewenste transport (tijdig) uit te voeren moet met redenen zijn omkleed.
5.7.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat, uitgaande van een taalkundige uitleg van de wettekst, de stelling van Groninger Huis dat de aansluittermijn ook betrekking heeft op de transportplicht niet gevolgd kan worden. Beoordeeld moet dan ook worden of de weigering van Enexis om transport te leveren met redenen is omkleed. Enexis voert in dat kader aan dat zij niet binnen de gevorderde termijn kan overgaan tot het realiseren van de door Groninger Huis gevraagde aansluitingen, omdat zij op dit moment niet over voldoende capaciteit op het relevante deel van het net beschikt. Ter onderbouwing van dit standpunt heeft Enexis verwezen naar een GAIA berekening. Hieruit blijkt dat het elektriciteitsnet in de huidige situatie – waarbij de aangevraagde aansluitingen van Groninger Huis nog niet zijn meegenomen – al overbelast is. Enexis heeft ook een GAIA berekening overlegd waarin de situatie is weergegeven waarin de gevraagde aansluitingen op het bestaande net worden aangesloten. Te zien is dat in deze situatie zowel de hoofdkabel als het transformatorstation overbelast raakt. In dat geval zullen de spanningsvariaties worden verergerd, zodanig dat in strijd wordt gehandeld met de in artikel 7.3 Netcode Elektriciteit neergelegde toegestane bandbreedtes. De stelling van Groninger Huis dat er in feite niks verandert omdat er voorheen ook al achttien appartementen waren aangesloten en er nu weer achttien appartementen moeten worden aangesloten, heeft Enexis weersproken. Zij heeft daarbij aangegeven dat de nieuwe woningen voorzien zijn van zonnepanelen, zodat er elektriciteit op het netwerk terug zal worden geleverd. Dat heeft volgens Enexis tot gevolg dat de spanningsvariaties nog meer zullen fluctueren. Enexis heeft toegelicht dat er in het kader van de uitbreiding van het net een grotere transformator nodig is. Daarvoor geldt dat er lange levertijden zijn: in dit geval is de verwachte leverdatum 23 december 2024. De transformator zal vervolgens eerst moeten worden aangesloten en pas daarna kan gestart worden met de aansluitwerkzaamheden van de appartementen, waarvoor een termijn geldt van vier tot zes weken. De door Groninger Huis voorgestelde transformators, die een aanzienlijk kortere levertijd hebben, zijn volgens Enexis niet geschikt.
5.8.
Groninger Huis heeft de uitkomst van de GAIA berekeningen en de door Enexis gegeven toelichting daarop niet gemotiveerd betwist. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft Enexis dan ook voldoende aannemelijk gemaakt dat redelijkerwijs onvoldoende transportcapaciteit beschikbaar is op het elektriciteitsnet om de door Groninger Huis gewenste aansluitingen te realiseren vóórdat de uitbreiding van het elektriciteitsnet is afgerond. Dit betekent dat Enexis met een beroep op artikel 24 lid 2 E-wet mag weigeren om de aangevraagde transportcapaciteit aan Groninger Huis ter beschikking te stellen zolang de uitbreiding van het net nog niet is gerealiseerd. Aangezien Groninger Huis geen belang heeft bij een aansluiting zonder transport, heeft zij op dit moment geen belang bij de door haar gevraagde voorziening. Los daarvan, is het volgens Enexis ook technisch gezien onmogelijk om de door Groninger Huis gevraagde aansluitingen – zonder transportcapaciteit – te realiseren. Enexis heeft mondeling toegelicht dat zolang een aansluiting niet kan worden verbonden met een netkabel waar stroom op staat, niet kan worden vastgesteld of de aansluiting veilig is gemaakt. Het gevolg is dat eerst het laagspanningsnet moet zijn aangelegd en op spanning moet staan voordat de aansluitingen kunnen worden gemaakt.
5.9.
Daarnaast kan de stelling van Groninger Huis dat zij als woningbouwproject voorrang heeft op het door Enexis gehanteerde “first come, first serve-beginsel” niet gevolgd worden. Enexis heeft namelijk gemotiveerd betwist dat dit principe ziet op kleinverbruikers, zoals hier aan de orde is. In dit geval is er bovendien geen wachtrij voor verschillende gebruikers voor het transport, zodat er volgens Enexis niks te verdelen valt onder partijen.
5.10.
Tot slot kan ook de verwachting van Groninger Huis, die zij aan het nutsoverleg zou hebben ontleend, dat er geen ingrijpende aanpassingen nodig zouden zijn niet tot een ander oordeel leiden. Enexis heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat het nutsoverleg een eerste oppervlakkige verkenning is en dat de noodzaak tot een volledige netuitbreiding pas later in beeld komt. Bovendien heeft Enexis, in het kader van de aanvraag voor de bouwaansluiting, al voor de aanvraag van de woningaansluitingen van Groninger Huis meegedeeld dat het bestaande netwerk tekort zou schieten.
De conclusie
5.11.
De conclusie is dat de vordering van Groninger Huis wordt afgewezen. Een belangenafweging leidt niet tot een ander oordeel. Groninger Huis heeft recht op en belang bij een spoedige realisatie van de door haar aangevraagde aansluitingen met transportcapaciteit. Maar dit belang weegt niet op tegen het belang van Enexis, die als netbeheerder de netintegriteit- en stabiliteit moet bewaren en borgen en rekening moet houden met de belangen van alle afnemers.
De proceskosten
5.12.
Groninger Huis is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Enexis worden begroot op:
- griffierecht
688,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.973,00

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
6.1.
wijst de vorderingen van Groninger Huis af,
6.2.
veroordeelt Groninger Huis in de proceskosten van € 1.973,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Groninger Huis niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door W.R.H. Lutjes en in het openbaar uitgesproken op 29 mei 2024. (ED)

Voetnoten

1.Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 8 juni 2023, kenmerk ACM/UIT/594445 tot wijziging van de voorwaarden als bedoeld in de artikelen 31, eerste lid, onder a, juncto 32, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 betreffende de aansluitvoorwaarden elektriciteit en de aansluittermijn voor kleinverbruikers.