Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats 1], Rusland,
wonende te [woonplaats 2],wonende te [woonplaats 2],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bevoegdheid en toepasselijk recht
€ 102,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de eiser, wonende in Rusland, een vordering ingesteld tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, met een verzoek om de gedaagde te veroordelen in de proceskosten. De eiser heeft haar vordering later verminderd tot nihil en wenst enkel nog een beslissing over de proceskosten. De gedaagde, die een hondenpension exploiteert, heeft de huurbetalingen niet tijdig verricht, maar heeft deze uiteindelijk op 23 december 2023 voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde niet in gebreke is gesteld op een manier die hem de kans gaf om tijdig te betalen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eiser als de in het ongelijk gestelde partij moet worden aangemerkt, omdat zij de gedaagde niet eerder in de gelegenheid heeft gesteld om te betalen. De proceskosten zijn vastgesteld op € 306,00, te betalen door de eiser binnen veertien dagen na aanschrijving. Indien de eiser niet tijdig aan deze veroordeling voldoet, is zij ook verantwoordelijk voor de kosten van betekening. Het vonnis is uitgesproken op 28 mei 2024.