ECLI:NL:RBOVE:2024:2816

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 mei 2024
Publicatiedatum
30 mei 2024
Zaaknummer
11019470 \ CV EXPL 24-1300
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een huurwoning wegens overlast door de huurder

In deze zaak vordert Stichting DeltaWonen in kort geding de ontruiming van een woning die zij verhuurt aan een gedaagde, wiens vermogen onder bewind is gesteld. DeltaWonen heeft meerdere klachten ontvangen van buurtbewoners over overlast veroorzaakt door de gedaagde. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vordering tot ontruiming toewijsbaar is. De huurovereenkomst is sinds 16 februari 2012 van kracht en de Algemene Huurvoorwaarden van DeltaWonen zijn van toepassing. Artikel 6 van deze voorwaarden legt verplichtingen op aan de huurder om overlast te voorkomen. De gedaagde heeft in juni 2023 zelf geluidsoverlast van zijn buren gemeld, maar heeft ook zelf overlast veroorzaakt en beledigende e-mails naar DeltaWonen gestuurd. De voorzieningenrechter concludeert dat de gedaagde tekortschiet in zijn verplichtingen als huurder, wat leidt tot de conclusie dat de huurovereenkomst in een bodemprocedure waarschijnlijk zal worden ontbonden. De voorzieningenrechter wijst de vordering tot ontruiming toe, maar geeft de gedaagde een termijn van drie maanden om de woning te verlaten, zodat hij de tijd heeft om tot een oplossing te komen met de hulpverlening. De proceskosten worden toegewezen aan DeltaWonen, die in het gelijk is gesteld.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 11019470 \ CV EXPL 24-1300
Vonnis in kort geding van 29 mei 2024
in de zaak van
STICHTING DELTAWONEN,
te Zwolle,
eisende partij,
hierna te noemen: DeltaWonen,
gemachtigde: mr. B.J. van den Berg,
tegen
[bewindvoerder], handelend onder de naam Budgethelp,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder van
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: de bewindvoerder [gedaagden] ,
gemachtigde: mr. J.J.M. Pinners.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 9,
- de producties 1 tot en met 5 van mr. Pinners,
- de productie 6 van mr. Pinners,
- de producties 10 tot en met 12 van mr. Van den Berg,
- de mondelinge behandeling van 8 mei 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de spreekaantekeningen van mr. Van den Berg,
- de spreekaantekeningen van mr. Pinners,
- de aanhouding ten behoeve van schikkingsonderhandelingen,
- de e-mail van mr. Van den Berg van 15 mei 2024 met het verzoek om vonnis te wijzen.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1.
DeltaWonen verhuurt een woning aan [gedaagde] . Omdat DeltaWonen meerdere klachten heeft ontvangen van buurtbewoners over overlast veroorzaakt door [gedaagde] , vordert zij in dit kort geding dat de bewindvoerder de woning ontruimt.
2.2.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de vordering toewijsbaar is. Zij zal hierna uitleggen hoe zij tot die beslissing is gekomen.

3.De feiten

3.1.
Het vermogen van [gedaagde] is onder bewind gesteld. Daarom vertegenwoordigt zijn bewindvoerder hem in deze procedure.
3.2.
DeltaWonen verhuurt sinds 16 februari 2012 de woning aan de [adres] aan [gedaagde] .
3.3.
Op de huurovereenkomst zijn de Algemene Huurvoorwaarden van DeltaWonen van toepassing. Artikel 6 van de algemene huurvoorwaarden gaat over de algemene verplichtingen van de huurder. Hierin staat, voor zover relevant, het volgende:
“6.3
Huurder zal het gehuurde gebruiken en onderhouden zoals het een goed huurder betaamt. (…)
6.6
Huurder dient ervoor zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt door huurder, huisgenoten, huisdieren of door derden die zich vanwege huurder in het gehuurde of in de gemeenschappelijke ruimte bevinden. (…)”
3.4.
[gedaagde] heeft in juni 2023 melding gemaakt van geluidsoverlast van zijn buren. Volgens [gedaagde] moet er bij de buren een zware machine/industrieel apparaat aanwezig zijn, dat voor hem gekmakend geklik en gebonk veroorzaakt. DeltaWonen heeft de melding onderzocht, maar ter plaatse geen bijzonderheden aangetroffen of overlast geconstateerd.
3.5.
In de periode daarna blijft [gedaagde] de overlast ervaren. Naar eigen zeggen om zijn buren tot stilte te manen, is [gedaagde] zelf ook begonnen met het veroorzaken van overlast. Daarnaast heeft hij DeltaWonen e-mails gestuurd met beledigende dan wel bedreigende teksten.

4.Het geschil

4.1.
DeltaWonen vordert ontruiming van het gehuurde en vergoeding van de proceskosten, met rente.
4.2.
DeltaWonen legt aan de vordering ten grondslag dat [gedaagde] , door overlast te veroorzaken, in strijd handelt met zowel de in artikel 7:213 BW neergelegde wettelijke verplichting om zich als goed huurder te gedragen als de algemene voorwaarden.
4.3.
De bewindvoerder voert verweer.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

De kortgedingprocedure
5.1.
In een kortgedingprocedure wordt aan de voorzieningenrechter gevraagd om een (spoed)maatregel te nemen. De wet gaat ervan uit dat er na de kortgedingprocedure ook een gewone rechtszaak (bodemprocedure) zal komen. In een kortgedingprocedure moet de voorzieningenrechter beoordelen of het waarschijnlijk is dat in de bodemprocedure een beslissing zal worden genomen die in het voordeel van de eisende partij zal zijn. Als dat voldoende aannemelijk is en als er haast bij is (spoedeisend belang), kan de maatregel die op de beslissing in de bodemprocedure vooruitloopt, in een kortgedingprocedure worden toegewezen.
Het spoedeisend belang
5.2.
DeltaWonen vordert een voorlopige voorziening in kort geding. Daarvoor is vereist dat zij een spoedeisend belang heeft. DeltaWonen onderbouwt de aanwezigheid van dat belang onder meer met de stelling dat twee voormalig bewoners hebben aangegeven vanwege de overlast van [gedaagde] te zijn verhuisd. DeltaWonen heeft deze appartementen, die zich onder en links van [gedaagde] bevinden, sinds half maart 2024 bewust leeg laten staan, omdat zij aan eventuele nieuwe huurders op dit moment niet het ongestoorde huurgenot kan verschaffen. Daardoor lijdt DeltaWonen schade, die bestaat uit de maandelijkse huurpenningen die zij momenteel niet ontvangt.
5.3.
Het spoedeisend belang is hiermee voldoende gegeven. Dat betekent dat de vordering inhoudelijk zal worden beoordeeld.
De vordering tot ontruiming
5.4.
Vooropgesteld moet worden dat ontruiming een ingrijpende maatregel is. Een vordering tot ontruiming in kort geding kan dan ook alleen worden toegewezen als het voldoende aannemelijk is dat de huurovereenkomst in een bodemprocedure zal worden ontbonden, met als gevolg dat het gehuurde zal moeten worden ontruimd. De voorzieningenrechter zal op grond van artikel 6:265 BW moeten beoordelen of [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van de huurovereenkomst en, zo ja, of die tekortkoming zo ernstig is dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd zal zijn.
5.5.
DeltaWonen stelt dat [gedaagde] tekort is geschoten in de overeenkomst doordat hij zich niet als goed huurder gedraagt, omdat hij (1) overlast veroorzaakt en (2) beledigende en bedreigende e-mails heeft verstuurd naar medewerkers van DeltaWonen. De bewindvoerder erkent dat [gedaagde] gedurende een periode ‘tegengeluid’ heeft geproduceerd en dat de communicatie tussen hem en DeltaWonen is verslechterd, maar voegt daaraan toe dat beide gedragingen na een constructief gesprek met zijn advocaat zijn gestaakt.
5.6.
De voorzieningenrechter overweegt dat het dossier ruim voldoende aanwijzingen bevat die het aannemelijk maken dat [gedaagde] gedurende een lange tijd overlast heeft veroorzaakt. Het door DeltaWonen overgelegde logboek maakt dat duidelijk en [gedaagde] erkent het zelf ook. Gelet op zijn houding tegenover DeltaWonen en het feit dat hij – ondanks het feit dat onderzoek van DeltaWonen daarnaar niks heeft opgeleverd – blijft volhouden dat er bij de buren
“een industrieel apparaat”aanwezig is dat bonkende of tikkende geluiden maakt, valt naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet te verwachten dat [gedaagde] de overlast zal (blijven) staken. Bovendien belemmert [gedaagde] de uitvoering van het aanbod van DeltaWonen om een geluidsonderzoek in zijn woning uit te voeren om vast te stellen in hoeverre de ervaring van [gedaagde] op werkelijkheid berust. [gedaagde] heeft, door overlast te veroorzaken en medewerkers van DeltaWonen te beledigen en bedreigen, in strijd gehandeld met artikel 6.3 en 6.6 van de algemene voorwaarden en zich niet als goed huurder gedragen als bedoeld in artikel 7:213 BW. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het voldoende aannemelijk dat de door [gedaagde] veroorzaakte overlast zo ernstig is dat de bodemrechter de huurovereenkomst zal ontbinden. Zij weegt daarbij de niet betwiste stelling van DeltaWonen mee dat twee voormalig bewoners van het appartement vanwege de overlast van [gedaagde] zijn verhuisd. Dat betekent dat daarop vooruitlopend de ontruiming gerechtvaardigd is. Een belangenafweging kan niet in het voordeel van [gedaagde] uitvallen.
5.7.
De conclusie is dat de vordering tot ontruiming zal worden toegewezen. De voorzieningenrechter ziet in de omstandigheden wel aanleiding om [gedaagde] een ruime ontruimingstermijn te gunnen. Deze termijn kan hij benutten om samen met de al rondom hem ingeschakelde hulpverlening tot een bij zijn psychische draagkracht passende oplossing te komen. De ontruimingstermijn zal op drie maanden worden bepaald.
De proceskosten
5.8.
De bewindvoerder is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van DeltaWonen worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
140,05
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde
814,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.219,05
5.9.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
6.1.
veroordeelt de bewindvoerder om het gehuurde aan de [adres] binnen drie maanden na betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten met medeneming van al het hare en de haren, onder afgifte van alle sleutels aan DeltaWonen,
6.2.
veroordeelt de bewindvoerder in de proceskosten van € 1.219,05, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als de bewindvoerder en [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.3.
veroordeelt de bewindvoerder en [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
6.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Koene en in het openbaar uitgesproken op
29 mei 2024 (ED).