Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
WONINGSTICHTING DOMIJN,
gevestigd en kantoorhoudende te Enschede,
wonende te [woonplaats],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 116,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Enschede, op 14 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Woningstichting Domijn en een gedaagde partij. De eiser, Woningstichting Domijn, heeft de ontbinding van de huurovereenkomst gevorderd, ontruiming van de woning en betaling van achterstallige huurpenningen. De gedaagde erkent de betalingsachterstand, maar betwist de ontbinding en ontruiming op basis van persoonlijke en financiële omstandigheden. De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat de gedaagde niet heeft aangetoond dat hij de woning wil blijven huren. De rechter heeft geoordeeld dat de gedaagde in gebreke is gebleven met de huurbetalingen en dat de omstandigheden van de gedaagde geen overmacht opleveren. De vordering van Domijn is toegewezen, waarbij de gedaagde is veroordeeld tot ontruiming van het perceel binnen veertien dagen en tot betaling van de achterstallige huurpenningen, inclusief buitengerechtelijke kosten en rente. De rechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van Domijn toegewezen, die in totaal zijn begroot op € 1.192,72. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.