ECLI:NL:RBOVE:2024:2773

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 mei 2024
Publicatiedatum
28 mei 2024
Zaaknummer
08.279350.23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 23-jarige man voor het bezitten en verspreiden van kinderporno

Op 28 mei 2024 heeft de Rechtbank Overijssel een 23-jarige man veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren en een gevangenisstraf van 360 dagen, waarvan 359 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en een meldplicht bij de reclassering. De verdachte was beschuldigd van het bezitten en verspreiden van kinderporno in de periode van 1 juli 2019 tot en met 20 september 2022 in Genemuiden. Tijdens de openbare terechtzitting op 14 mei 2024 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verspreiden, aanbieden, verwerven en in bezit hebben van kinderporno, en dat hij van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt. De rechtbank heeft echter onvoldoende bewijs gevonden voor het openlijk tentoonstellen en in-, door- en uitvoeren van kinderporno, waardoor de verdachte van deze onderdelen is vrijgesproken. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de impact op de slachtoffers in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De verdachte heeft verklaard dat hij een 'rush' ervoer bij het kijken naar en delen van kinderporno, wat zorgwekkend werd geacht door de rechtbank en de reclassering. De rechtbank heeft besloten om een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, in combinatie met een taakstraf, om de verdachte de kans te geven om zijn gedrag te veranderen en verdere schade te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.279350.23 (P)
Datum vonnis: 28 mei 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2001 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 14 mei 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. W. Koopmans, advocaat in Groningen, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 1 juli 2019 tot en met 20 september 2022 in Genemuiden kinderporno heeft verspreid, aangeboden, openlijk tentoongesteld, in-, door- en uitgevoerd, verworven en in bezit heeft gehad en zich daartoe toegang heeft verschaft en dat daar een gewoonte van heeft gemaakt.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2019 tot en met20 september 2022 te Genemuiden, althans in Nederland,meermalen, althans eenmaaltelkens- afbeeldingen, en/of- gegevensdragers, te weten (een) telefoon(s) (een Samsung Galaxy A71 en/of eenMotorola Moto G5s) bevattende afbeeldingen,van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaarnog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokkenheeft verspreid,
aangeboden,
openlijk tentoongesteld,
ingevoerd,
doorgevoerd,
uitgevoerd,verworven,
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:het met de/een penis en/of mond/tong en/of vinger/hand en/of voorwerp oraal,vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoondie kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikten/ofhet met de/een penis en/of mond/tong oraal penetreren van het lichaam van een(ander)persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikten/ofhet met de/een vinger/hand vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaamvan een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikten/ofhet met de/een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanrakenvan het geslachtsdeel, de billen en/of borstenvan een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikten/ofhet met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van de borstenvan een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nogniet had bereikten/ofhet met de/een vinger/hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het eigengeslachtsdeel en/of de eigen borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van18 jaar nog niet had bereikt
en/ofhet geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijkde leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/ofposeert in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in een erotisch getinte houding(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoeten/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of dewijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote)geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeften/of strekt tot seksuele prikkelingen/ofhet masturberen boven/bij het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijkde leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikten/ofhet houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van eenpersoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
3. De bewijsmotivering
3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen, met uitzondering van het ten laste gelegde openlijk tentoonstellen en in-, door- en uitvoeren van kinderporno.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte wegens een gebrek aan wettig en overtuigend bewijs moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde openlijk tentoonstellen en in-, door- en uitvoeren van kinderporno. Tevens moet verdachte worden vrijgesproken van het ten laste gelegde
gewoonte makenvan de overige onderdelen, namelijk het verspreiden, aanbieden, verwerven en in bezit hebben van kinderporno. Ten aanzien van het overige ten laste gelegde heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen [1] komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde verspreiden, aanbieden, verwerven en in bezit hebben van kinderporno en van het zich daartoe via applicaties de toegang verschaffen. Verdachte heeft deze feiten ook bekend en door of namens verdachte is ten aanzien daarvan geen vrijspraak bepleit. De rechtbank zal om die reden – overeenkomstig artikel 359 lid 3 laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering – in dit vonnis met de volgende opsomming van de bewijsmiddelen volstaan:
het proces-verbaal van de zitting van 14 mei 2024, voor zover inhoudende de (bekennende) verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van bevindingen van 5 september 2022 (pagina’s 11 tot en met 13);
het proces-verbaal van bevindingen van 6 september 2022 (pagina’s 24 en 25);
het proces-verbaal Beschrijving kinderpornografisch materiaal van 13 juli 2023 (pagina’s 38 tot en met 46), inhoudende de beoordeling en de beschrijving van de foto’s en video’s en de in chatapplicaties aangetroffen chatgesprekken, inclusief de volgende bijlagen: een overzicht van aantallen kinderpornografische foto’s en video’s per digitale gegevensdrager (pagina 47) en de collectiescan (pagina’s 48 tot en met 50);
het proces-verbaal van bevindingen van 20 april 2023 (pagina’s 58 tot en met 61).
Een gewoonte maken van het plegen van dit misdrijf
Voor wat betreft het gewoonte maken van voornoemd misdrijf stelt de rechtbank voorop dat een gewoonte al kan bestaan in het bezit van verscheidene kinderpornografische afbeeldingen en/of gegevensdragers met dergelijke afbeeldingen, of in een langere duur van dat bezit, terwijl daarvan ook al sprake kan zijn indien de strafbaar gestelde gedraging herhaaldelijk geschiedt binnen een relatief kort tijdsbestek.
Op basis van voornoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte in de periode van 1 juli 2019 tot en met 20 september 2022 (een periode van ruim drie jaar) kinderpornografische foto’s en video’s heeft verworven en in zijn bezit heeft gehad. Het gaat om 204 foto’s en 13 video’s, die op verschillende momenten zijn gedownload. Verdachte blijkt in deze periode ook zelf actief kinderpornografisch materiaal te hebben ontvangen en verspreid. [2] Op deze manier heeft verdachte gedurende een lange periode een aanzienlijke hoeveelheid kinderpornografisch materiaal ontvangen en gedeeld. Aldus heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank van het verspreiden, aanbieden, verwerven en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal en van het zich daartoe via applicaties de toegang verschaffen een gewoonte gemaakt in de zin van artikel 240b lid 2 van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Partiële vrijspraak
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om vast te kunnen stellen dat in de ten laste gelegde periode ook sprake is geweest van het door verdachte openlijk tentoonstellen en in-, door- en uitvoeren van kinderporno. De rechtbank zal verdachte van die onderdelen vrijspreken.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de inhoud van de opgegeven bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, te weten dat:
hij in de periode van 1 juli 2019 tot en met 20 september 2022 te Genemuiden, meermalen,- gegevensdragers, te weten telefoons (een Samsung Galaxy A71 en eenMotorola Moto G5s) bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaarnog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokkenheeft verspreid, aangeboden, verworven, in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of mond/tong en/of vinger/hand en/of voorwerp oraal,vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoondie kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereiktenhet met de/een penis en/of mond/tong oraal penetreren van het lichaam van een(ander)persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereiktenhet met de/een vinger/hand vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaamvan een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
enhet met de/een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanrakenvan het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereiktenhet met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereiktenhet met de/een vinger/hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het eigengeslachtsdeel en/of de eigen borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van18 jaar nog niet had bereikt
enhet geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijkde leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoeten/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of dewijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote)geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeften/of strekt tot seksuele prikkeling
enhet masturberen boven/bij het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijkde leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikten/ofhet houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van eenpersoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 240b Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, bij niet naar behoren verricht te vervangen door 120 dagen hechtenis, en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met een proeftijd van 3 jaren met daaraan gekoppeld de door Reclassering Nederland (hierna: de reclassering) geadviseerde bijzondere voorwaarden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat, in het bijzonder vanwege de persoon van verdachte, aan verdachte enkel een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd dient te worden, eventueel in combinatie met een taakstraf, waarbij de raadsvrouw heeft bepleit dat de rechtbank een lagere taakstraf oplegt dan door de officier van justitie wordt gevorderd.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De aard en ernst van het feit
Verdachte heeft gedurende een periode van ruim drie jaar een gewoonte gemaakt van het verspreiden, verwerven, aanbieden en in bezit hebben van kinderporno. Dit is een ernstig strafbaar feit. Verdachte heeft met het plegen van dit feit de norm die strekt tot de bescherming van kinderen tegen seksueel misbruik in ernstige mate geschonden. Bij de vervaardiging van kinderporno worden kinderen op grove wijze seksueel misbruikt en geëxploiteerd. In veel gevallen lopen de kinderen aan de productie van kinderporno en het daarmee gepaard gaande seksuele misbruik ernstige psychische schade op. Door de verspreiding van het beeldmateriaal wordt de schade voor de afgebeelde kinderen vergroot, omdat de beelden niet eenvoudig zijn te verwijderen van het internet en de gegevensdragers waarop zij zijn geplaatst.
Verdachte heeft door het aanbieden, verspreiden, verwerven en het in het bezit hebben van kinderpornografisch materiaal een bijdrage geleverd aan de instandhouding van deze strafbare praktijk. Verdachte heeft zich hier niet door laten weerhouden. De “rush” die verdachte stelt te hebben gekregen bij het zien, ontvangen en verspreiden van de kinderporno was voor hem kennelijk belangrijker. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
De persoon van verdachte
Wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 4 maart 2024. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op de verklaring die verdachte ter zitting heeft gegeven voor zijn handelen. Verdachte heeft verklaard – kort samengevat – dat hij een ‘rush’ kreeg iedere keer wanneer hij kinderporno keek, kreeg en deelde met anderen. Hij zocht naar deze ‘rush’ in periodes in zijn leven waarin hij te maken had met tegenslagen. Verdachte heeft verklaard niet te begrijpen waar zijn behoefte aan deze ‘rush’ vandaan komt, omdat hij zegt zich niet seksueel aangetrokken te voelen tot jonge kinderen. De rechtbank acht dit zorgelijk.
De reclassering deelt deze zorg. Uit het reclasseringsadvies van de reclassering van 22 april 2024, opgemaakt door [reclasseringswerker] , volgt dat de reclassering het psychosociaal functioneren van verdachte als risicofactor ziet. Andere leefgebieden worden als beschermend beschouwd. Verdachte kent een stabiele leef- en woonsituatie bij zijn ouders, heeft een hecht, steunend netwerk en ervaart geen problemen op zowel financieel gebied als in middelengebruik. Verdachte is echter onvermogend inzicht te geven in de totstandkoming van zijn gedrag en handelen. Het is niet duidelijk waarom verdachte behoeftig is geweest naar het opwekken van de zogenaamde ‘rush’ en waarom verdachte zijn uitvlucht zocht in kinderpornografie op momenten dat het minder goed ging in zijn leven. De reclassering acht het van belang dat onderzoek wordt gedaan naar het verband tussen het psychosociaal functioneren en de verdenking. De reclassering schat in dat verdachte zonder ondersteuning en behandeling terug zal vallen in dit gedrag. De reclassering acht het daarom van belang dat er ambulante behandeling, inclusief het uitvoeren van diagnostiek, wordt opgelegd.
De reclassering adviseert het volwassenenstrafrecht toe te passen en bij veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden: een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandeling, het meewerken aan diagnostiek binnen de ambulante behandeling en het vermijden van kinderporno. De reclassering ziet een contra-indicatie in het opleggen van een gevangenisstraf. Verdachte kent op dit moment structuur middels het volgen van een opleiding en het uitvoeren van een stage. Een gevangenisstraf zou dit doorkruisen, waarmee het afronden van zijn studie in gevaar komt. De reclassering beschouwt dit als sterk onwenselijk.
De strafoplegging
In de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) wordt voor het gewoonte maken van het in bezit hebben en verspreiden van kinderporno een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één respectievelijk twee jaar genoemd. Gelet op de ernst van het bewezenverklaarde feit is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van enige duur doorgaans ook passend en geboden.
Gelet op de persoon van de verdachte en het advies van de reclassering ziet de rechtbank in deze zaak echter aanleiding om af te wijken van deze uitgangspunten. De rechtbank zal een grotendeels voorwaardelijke gevangenisstraf aan verdachte opleggen in combinatie met een maximale taakstraf. Een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf in combinatie met een maximale taakstraf, zoals door de officier van justitie gevorderd en de verdediging bepleit, is gelet op het bepaalde in artikel 22b Sr niet mogelijk.
Alles afwegende acht de rechtbank het passend en geboden om aan verdachte een gevangenisstraf op te leggen van 360 dagen, waarvan 359 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank hoopt dat een fors voorwaardelijke straf verdachte ervan weerhoudt om opnieuw de fout in te gaan en geeft hem de daartoe benodigde hulp.
De rechtbank zal de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden opleggen op de wijze zoals zij deze in het dictum zal formuleren en zal de reclassering de opdracht geven toezicht te houden op de naleving van de opgelegde bijzondere voorwaarden. De rechtbank zal verdachte tevens een maximale taakstraf opleggen voor de duur van 240 uren, bij niet naar behoren verricht, te vervangen door 120 dagen hechtenis.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c en 22d Sr.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
360 (driehonderdzestig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
359(
driehonderdnegenvijftig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
  • zich meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak;
  • meewerkt aan het uitvoeren van diagnostiek binnen de ambulante behandeling;
  • zich laat behandelen door Transfore of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
  • vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
o het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
o het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
o het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.
Verdachte werkt mee aan de controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Verdachte verschaft de toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controles vinden maximaal drie keer per jaar plaats. Verdachte dient in geval van controle zijn gegevensdragers ter beschikking te stellen voor een periode van maximaal drie dagen. Daarnaast mag er in de gegevensdragers enkel worden gezocht met een daarvoor geschikt zoekprogramma en enkel met gebruikmaking van de daartoe geëigende op de opsporing van kinderporno gerichte specifieke zoektermen, en slechts op zodanige wijze dat niet door een persoon kennis wordt genomen van de inhoud van afbeeldingen (geautomatiseerde controle is derhalve wel toegestaan). Ten behoeve van deze controle mag een deskundige (niet zijnde een opsporingsambtenaar) de reclassering (technische) ondersteuning bieden;
- draagt de reclassering op om
toezichtte houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen.
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. ter Riet, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. C.J. de Jong, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K. Drenth, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 28 mei 2024.
Buiten staat
Mr. C.J. de Jong is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Indien hierna wordt verwezen naar documenten/dossierpagina’s, zijn dit documenten of (de doorgenummerde) pagina’s uit het dossier van de politie-eenheid Oost-Nederland, Team Bestrijding Kinderpornografie en Kindersekstoerisme, genaamd Eland, met dossiernummer ONRBD22023. Er wordt steeds verwezen naar documenten/bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal, tenzij anders is vermeld.
2.Het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal van 13 juli 2023 (pagina’s 38 tot en met 46), inhoudende de beoordeling en de beschrijving van de foto’s en video’s en de in chatapplicaties aangetroffen chatgesprekken, inclusief de volgende bijlagen: een overzicht van aantallen kinderpornografische en dierenpornografische foto’s en video’s per digitale gegevensdrager (pagina 47) en de collectiescan (pagina’s 48 tot en met 50).