ECLI:NL:RBOVE:2024:2720
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de weigering van een WIA-uitkering door het UWV en de gevolgen van de geneeskundige rapporten
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Overijssel het beroep van eiser tegen de weigering van het UWV om hem een WIA-uitkering toe te kennen. Het UWV had op 2 augustus 2023 besloten om de uitkering te weigeren, omdat eiser volgens hen minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Eiser heeft hiertegen beroep aangetekend, waarbij hij stelt dat zijn klachten en beperkingen door het UWV zijn onderschat. De rechtbank heeft de zaak op 23 april 2024 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van het UWV aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit niet deugdelijk is gemotiveerd. De Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) die door het UWV is opgesteld, is onvoldoende onderbouwd met geneeskundige rapporten. De rechtbank wijst erop dat de rug- en beenklachten van eiser niet adequaat zijn meegenomen in de FML, en dat er onvoldoende rekening is gehouden met de duizeligheidsklachten van eiser. Hierdoor is het onduidelijk of de functies die aan eiser zijn toegewezen, binnen zijn belastbaarheid vallen.
Daarnaast oordeelt de rechtbank dat eiser niet voldoet aan de opleidingseis voor de functie van productiemedewerker textiel, omdat hij slechts basisonderwijs heeft gevolgd in Turkije. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt het UWV op om een nieuw besluit op bezwaar te nemen, waarbij de rechtbank de kosten van het beroep en het griffierecht aan eiser toekent.