In deze zaak heeft Aegon Levensverzekering N.V. een vordering ingesteld tegen de gedaagden wegens huurachterstand, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. De gedaagden, die samen met hun kinderen in de woning verblijven, hebben erkend dat zij in gebreke zijn gebleven met de huurbetalingen, maar zijn het niet eens met de gevorderde ontbinding en ontruiming. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand van € 5.260,00 is ontstaan door een huurprijswijzigingsbeding dat door Aegon is toegepast. Dit beding is door de kantonrechter getoetst aan de Europese Richtlijn oneerlijke bedingen en is als oneerlijk beoordeeld, waardoor het beding vernietigd is. De oorspronkelijke huurprijs van € 820,00 blijft gelden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de betalingsachterstand van de gedaagden van zodanige omvang is dat deze de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De gedaagden hebben geen overmacht kunnen aantonen die hen ontslaat van hun verplichtingen. De kantonrechter heeft de ontbinding en ontruiming toegewezen, maar heeft een termijn van drie maanden gegeven voor de ontruiming, rekening houdend met de aanwezigheid van minderjarige kinderen. Daarnaast zijn de gedaagden veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.